Opgave MULO-A Meetkunde 1964 RK (1
12
uur)
Opgave 1.
In cirkel M is een scherphoekige driehoek ABC beschreven. : 2 : 3
AC BC .
De bissectrice CD snijdt na verlenging de cirkel in E. De raaklijn in E aan cirkel M snijdt CB na verlenging in G.
a. Bewijs: CEG CDB.
Als BG4 en EG8 is, bereken dan : b. BC en AC.
c. DB en AD. d. DE
Opgave 2.
In parallellogram ABCD ligt CD een punt E zo, dat 1 3
CE CD is.
Construeer het parallellogram als gegeven zijn: , AE p BE q en o 45 AEB .
Opgave 3.
Van trapezium ABCD (AB DC// ) is B de helft van A. AC deelt A middendoor.
a. Bewijs: AC2 AD AB x .
Als AC2 6 en AD3 is, bereken dan: b. AB;