• No results found

Economische perspectieven van het forceren van witlof zonder dekgrond

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Economische perspectieven van het forceren van witlof zonder dekgrond"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

I N S T I T U U T V O O R T U I N B O U W T E C H N I E K Wageningen (Holland)

ECONOMISCHE PERSPECTIEVEN V A N

HET FORCEREN V A N WITLOF ZONDER DEKGROND

(Economie a s p e c t s of forcing witloof chicory without casing soil)

door: Ing. J. P . G . Huijs en I r . B . J . Heijna

§ DEii HAA3 tn

I's 3

"-n vi \ i ^ 3

u

: '* ••*

Publikatie 85 oktober 1973 p r i j s ƒ 2,50

^ ) G i s w ,j

(2)

Inhoud

biz

1 Inleiding 5 2 Keuze van het f o r c e e r s y s t e e m 7

3 Produktie en p r i j z e n 9

4 Investeringen 11 5 Exploitatiekosten 12 6 Concluderende opmerkingen n. a. v. de systeemkeuze 14

7 N e t t o - o v e r s c h o t 1.5 8 Samenvatting 19 9 S u m m a r y 19

(3)

Afb. 1

Het forceren van witlof zonder dek-grond in een champignoncel

Afb. 2

Een bed oogstrijp witlof na ca 4 weken

(4)

/ Inleiding

Forceren van witlof is het trekken van de krop uit de wortel.

Dit duurt 3,5 tot 4 weken per "trek". Per jaar zijn 8 â 10 trekken mogelijk.

Het trekken gebeurt bij een temperatuur van 1 2 - 1 8 C en 95% r . v . in het donker. Bij de hier behandelde methode worden de wortels in kisten of schuifladen opgezet en daarna 7 3 8 hoog op elkaar gestapeld.

Vroeger werd de wortel in grond getrokken, nu is een overschakeling naar water bemerkbaar. De watertemperatuur kan wat hoger gehouden worden dan de luchttem-peratuur om een hogere produktie te bereiken. Beter (o. a. voor de verwarming en de zuurstofvoorziening) is het, om het water in circulatie te houden.

Het forceren vraagt weinig energie en is dus weinig gevoelig voor de energieprijs. In de zomer is wel koeling nodig, met naar verhouding een hoger stroomverbruik, doch absoluut gezien niet zo veel.

Over het algemeen zijn de opbrengst en de kwaliteit van witlof zonder dekgrond, zoals boven beschreven, wat minder dan van witlof met dekgrond volgens de oude kuilmethode. Hier staat tegenover, dat door selectie de opbrengsten steeds groter worden en die van het forceren met dekgrond gaan evenaren.

De kwaliteit van lof zonder dekgrond wordt slechter genoemd omdat de kroppen los-ser zijn. Dit is echter voor snijlof en voor export naar Duitsland van geen enkel belang. Toch wordt op sommige veilingen waar men gewend is aan de ouderwetse vaste kroppen, het lossere lof met ƒ 0,20 /kg lager gewaardeerd. Deze lagere waardering wordt verwacht van voorbijgaande aard te zijn.

Bij de witlofproduktie is te letten op de volgende onderdelen: 1 zaadteelt

2 wortelteelt 3 worteltransport 4 wortelbewaring

5 witloftrek

6 witlof oogst, sortering, verpakking 7 witlofafzet

Zaadteelt. Hierover kunnen we kort zijn omdat het selecteren en zaadtelen geheel in handen ligt van de zaadhandel. Noodzakelijk i s , ges.chikte selecties voor vroege, gewone en late trekken te kopen. Het is wenselijk deze verantwoordelijkheid te houden bij de leiding van het forceerbedrijf, omdat de kwaliteit van de selecties tijdens het forceren duidelijk naar voren komt en het financiële rendement van het

(5)

forceren sterk beinvloedt.

Wortelteelt. Bezien vanuit de gezichtshoek van de ondernemer van het forceerbe-drijf zal het nodig zijn contracten af te sluiten met worteltelers. De wortelkwali-teit komt pas naar voren tijdens het forceren, zodat er vanuit de forceerbedrijven voorschriften zullen komen voor maatregelen bij de wortelteelt.

Afgezien van commerciële aspecten is het nodig bij het sluiten van contracten voor de wortelteelt te letten op de kwaliteit van het geleverde zaad, opbrengst, grond-soort, precisieplanten, gebruik van folie, zaai- en oogstdatum in samenhang met f or ce er per iode, uitdunnen, op goede lengte oogsten en correct transport.

Al deze faktoren dragen bij tot:

- geschikte worteldikte (alleen de diameter + 5 cm geeft het beste trekrendement) ; - gelijkmatige worteldikte (afh. van precisiezaaien en uitdunnen) ;

- chemische eigenschappen (rijpheid) ; - knopvorm en -plaats;

- weinig sorteerarbeid aan wortels; - weinig beschadiging;

- geschikte lengte in forceerbakken (door afsnijden tijdens rooien).

De wortelopbrengst bedraagt ca. 20 ton/ha; van de vroege teelten is de opbrengst lager.

Tijdens het worteltransport is te letten op beschadiging en bevriezen. StapelMsten zijn te overwegen.

Wortelbewaring heeft veelal plaats in luehtgekoelde, zeer eenvoudige, bewaarplaat-sen. De temperatuur is dan sterk afhankelijk van het buitenklimaat.

Eigenlijk zou de bewaring plaats moeten hebben bij 3 C en een niet te lage lucht-vochtigheid. Voor aardappelen en uien zijn bewaarschuren ontwikkeld die ook ge-schikt zijn voor witlofwortels, hoewel iets lager moet worden gekoeld.

(6)

2 Keuze van het forceersysteem

Het trekken van witlof werd tot voor kort overwegend op kleinere vollegrondsgroen-teteeltbedrijven gedaan. Het trekken in een koude kuil in de vollegrond had tot ge-volg dat de aanvoerperiode van het lof zeer kort was. Forceren van de trek met behulp van o.a. kabel-, gaas- en buisverwarming en de trek in warenhuizen en witlof schür en maakte, mede dankzij de vooruitgang in de bewaarmogelijkheden, een veel grotere spreiding van de aanvoer mogelijk (zie tabel 1).

Naar aanleiding van de sterk gestegen uurlonen wordt getracht de benodigde hoe-veelheid arbeid te verminderen o. a. door de forceermethode te wijzigen. De groot-ste arbeidspiek, het ooggroot-sten, kan belangrijk worden verlaagd, indien bij de trek de pennen (wortels) niet met grond worden bedekt. De kroppen behoeven dan bij het marktklaar maken niet meer geschoond te worden.

Uit proeven is gebleken dat het forceren van witlof zonder dekgrond in een te klimatiseren ruimte (b.v. een champignoncel) met succes kan worden toegepast. De aanvoer kan bij deze forceermethode aanzienlijk beter worden gespreid en wel-licht zelfs over 10 maanden gelijkelijk worden verdeeld.

Teneinde reeds in een vroeg stadium de perspectieven voor enkele forceersystemen te bepalen, hetgeen zijn nut kan hebben bij de keuze van een nieuw systeem op

praktijkschaal, is een raming opgesteld van de verschillen in investering en exploi-tatiekosten. In de vergelijking zijn opgenomen de teelt in laden (zg. ladensysteem) en in kisten.

Het hier gekozen ladensysteem vertoont veel overeenkomst met de inrichting van het champignonbedrijf van de heer Donkers te Boekei.

2 2 De forceer oppervlakte per lade bedraagt ongeveer 28 m en per kist 1,2 tot 2,0 m .

Het verschil tussen kisten I en kisten II is gelegen in de inrichting van het gebouw. Bij de berekeningen zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

- de ramingen zijn gebaseerd op de plattegronden en de overzichten, van de verschil-lende systemen (zie afb. 3 t / m 7).

- investeringen en kosten welke voor de systemen gelijk geacht worden, zijn niet opgenomen: o.a. grond, wortels, klimatisering, sortering, verpakking en afleve-ring.

2 - de forceer oppervlakte van de gekozen systemen bedraagt + 5400 m .

- gedurende 8 maanden (waarschijnlijk uit te breiden tot 10) kunnen 8 oogstcycli worden uitgevoerd (totale forceer capaciteit aangenomen op 100 ha wortels). De resterende 4 maanden kan het gebouw voor andere doeleinden worden gebruikt b . v . opslag, bewaarruimte of teelt van champignons.

(7)

grond Loden ( f o r c e e r o p p . 5 4 0 0 m . ) pennen + g r o n d c e l 1 2 3 1 4 5 6 7 8 9 10 11 12 s o r t e r e n en verpakken lof 74 m . Af b. 3

Plattegrond en inrichting van een gebouw voor trekken van witlof zonder dekgrond, in laden en kisten

ptnnan-f grond lof oogsttn ^ J^ grond lorttrtn •n vtrpakktn i i i i ! ér WA ontstopeloar Kisttn X (forcetropp. 5500 -») ^ lg r° "d stapclaar C l l 1 2 3 4 5 6 7 9 9 10 11 Afb.4

(8)

3 Produktie en prijzen

Teneinde een indruk te kunnen v o r m e n van het a a n v o e r - en p r i j s p a t r o o n van witlof in Nederland volgen hier enkele cijfers van het Produktschap voor Groenten en F r u i t .

Tabel 1 Gemiddelde aanvoeren en p r i j z e n van witlof voor 1971 en 1972 over de v e r s c h i l l e n d e maanden maand hoeveelheden x 1000 kg % v . h . totaal p r i j s in centen p e r kg j a n u a r i f e b r u a r i m a a r t a p r i l m e i juni juli augustus s e p t e m b e r oktober november d e c e m b e r 4 . 8 3 5 4 . 7 0 2 4 . 4 4 5 1.974 265 -60 402 1.327 2.760 3.941 20 19 18 2 5 11 16 84 75 93 117 208 279 231 189 133 115

totaal 24.712 100 midden- 106 gewogen

p r i j s

Hoewel de gewogen middenprijs s l e c h t s ƒ 1,06 p e r kg b e d r a a g t , wordt bij een g e -lijkmatige aanvoer over 8 maanden een middenprijs van ƒ 1,30 per, kg v e r k r e g e n , terwijl bij een aanvoer over 10 maanden de middenprijs zelfs ƒ 1,52 per kg b e -d r a a g t . V e r o n -d e r s t e l -d wor-dt hierbij -dat een g r o t e r e aanvoer in -de z o m e r geen p r i j s v e r l a g e n d e werking heeft.

De witlofproduktie vertoont in Nederland s l e c h t s een geringe g r o e i . Ook de midden-p r i j z e n vertonen de l a a t s t e j a r e n geen stijgende t e n d e n s .

De consumptie van witlof blijft in Nederland z e e r s t e r k achter bij b . v . België. Ons belangrijkste exportland, West-Duitsland, heeft een nog g e r i n g e r e consumptie. E e n van de v o o r n a a m s t e oorzaken van het geringe witlofverbruik is o . i . de (te) geringe aandacht welke wordt b e s t e e d aan r e c l a m e voor de consumptie van witlof.

(9)

stapelaar pennen o n t s t a p e l a a r oogsten k a n t e i a a r | i 1 ; l o f Kisten I I ( f o r c e e r o p p . 5 3 0 0 mz ) S> sorteren en verpakken cel 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 50 m grond p e n n e n + grond Afb.5 Werkwijze en i n r i c h t i n g b i j gebruik van k i s t e n I I Laden en K i s t e n IL cr^i

crn

; r a cr^t P l a t t e grond Doorsnede Afb.6

Inrichting bij gebruik van laden en kisten II

(10)

4 Investeringen

Op diverse investeringen b . v . grond, klimatisering en cellen heeft de keuze van het teeltsysteem geen invloed. Andere investeringen b . v . transport, inrichting, van het gebouw en mechanisatie worden echter in sterke mate bepaald door de keuze van het forceersysteem.

Daar de doelstelling luidt na te gaan welk systeem economisch de beste perspec-tieven zal bieden, worden in het volgende slechts die investeringen genoemd welke als gevolg van de keuze van het systeem een afwijkende investering vereisen. Tabel 2 Investeringsverschillen in guldens als gevolg van de systeemkeuze bij

2 + 5400 m trekoppervlakte. Investeringen in: 1 gebouw 2 t r a n s p o r t u n i t s 3 vorkheftruck 4 stellingen en laden 5 kisten 6 sleepband 7 oogstlijn incl. s t a p e l a a r , ontstapelaar en kantelaar 8 banden e . d . voor a a n - en afvoer totaal laden 425.000 140.000 300.000 15.000 100.000 980.000 kisten I 335.000 40.000 165.000 100.000 75.000 715.000 k i s t e n II 280.000 40. 000 165.000 100.000 75.000 660.000 8 m i 0.30 o o 1 i ! ) E I f 1 i 1,40 S ! 1 1 1 ( I E 1 E 1,40 i — r - f l 3

rl,

10.50 1,00 1 « 1 f 3 1 ä f 1,40 3 f t e i 1 i f i f 1.40 i f o o Kisten I Afb.7

Inrichting bij ge-bruik van kisten I P l a t t e grond Doorsnede

(11)

5 Exploitatiekosten

De raming is geen weergave van de totale exploitatiekosten, doch geeft aan het te verwachten verschil in jaarkosten voor de verschillende forceersystemen.

Veronderstellingen voor de berekening van de jaarkosten Gebouw

Het gebouw is zodanig geconstrueerd dat de cellen slechts een inbouwpakket vormen en geen onderdeel van de gebouwconstructie. De aanwendingsmogelijkheden van het gebouw worden daardoor sterk vergroot. Als alternatieve gebruiksmogelijkheden kunnen genoemd worden: teeltruimte voor champignons (eventueel asperges) en bewaarplaats voor agrarische produkten.

Ook aanwending buiten de agrarische sector lijkt tot de mogelijkheden te behoren, b . v . opslagruimte, werkplaats of garage.

Mede dankzij de gunstige gebruiksmogelijkheden naast de trek van witlof wordt uit-gegaan van een afschrijving van 5%. De restwaarde wordt geschat op 20% van de investering. Voor onderhoud en verzekering wordt 2% van de investering gerekend. Transportunits

Gezien het nieuwe karakter van de elektrisch aangedreven units is verbetering van deze methode bij verdere toepassing zeker niet uitgesloten. De te verwachten ge-bruiksduur zal dan ook slechts 5 jaar bedragen.

Met eventuele restwaarde wordt geen rekening gehouden. Voor onderhoud en brand-stof wordt 4% van de investering in rekening gebracht.

Vorkheftruck

De vorkheftruck heeft een technische gebruiksduur van 10 jaar met een restwaarde van ƒ 5.000,—. Voor onderhoud en brandstof wordt ƒ 3.000,— per jaar gerekend. Stellingen en laden; Kisten

Met het oog op de minder hoge temperaturen en minder zouten dan bij de teelt van champignons lijkt een gebruiksduur van 10 jaar wel mogelijk.

Voor onderhoud wordt ƒ 6.000,— per jaar in rekening gebracht. De restwaarde wordt geacht nihil te zijn.

De geïmpregneerde kisten worden in 8 jaar afgeschreven.

Voor onderhoud wordt een bedrag van ƒ 5.000, — per jaar gerekend. 12

(12)

Sleepband

De sleepband wordt in 3 j a a r afgeschreven. De eventuele r e s t w a a r d e en de o n d e r -houdskosten worden v e r w a a r l o o s d .

Oogstlijn_incL_ s t a p e l a a r , jontstapel^aar _en _kantelaar

Een gebruiksduur van 5 j a a r , zonder r e s t w a a r d e , wordt bij de berekening veronder-steld. Voor onderhoud wordt ƒ 4 . 0 0 0 , — per j a a r berekend.

Banden yoor_ aanj_ en^

De hogere i n v e s t e r i n g voor de laden kan worden t o e g e s c h r e v e n aan de voorzienin-gen welke aan de werkopstelling worden aangebracht bij zowel het v u l - als het oogstgedeelte. V e r o n d e r s t e l d wordt een gebruiksduur van 5 j a a r zonder r e s t w a a r d e en onderhoudskosten ten bedrage van 8% van de i n v e s t e r i n g .

Arbeid

Een aanzienlijke arbeidswinst wordt verwacht voor genoemde f o r c e e r s y s t e m e n ten opzichte van de traditionele teelt met dekgrond. De arbeidsbehoefte voor de hier nader uitgewerkte f o r c e e r s y s t e m e n zonder dekgrond lijkt momenteel onderling nog geen v e r s c h i l op te zullen l e v e r e n (van Lookeren Campagne). In het exploitatie-kostenoverzicht zijn d a a r o m geen a r b e i d s k o s t e n opgenomen.

Rente

Een nominale r e n t e van rekening opgenomen.

over het gemiddeld g e i n v e s t e e r d v e r m o g e n i s in de

be-Tabel 3 Exploitatiekosten in guldens voortvloeiend uit de investeringsraming bij + 5400 m trekoppervlakte

Omschrijving 1 gebouw 2 transportunits 3 vorkheftruck 4 stellingen en laden 5 kisten 6 sleepband

7 oogstlijn, incl. stapelaar ontstapelaar en kantelaar 8 banden e . d . voor aan- en

afvoer laden afschr. 17.000 28. 000 30.000 5.000 20.000 100.000 rente 20.400 5.600 12.000 600 4.000 42.600 onder-houd 8.500 5.600 6.000 -8.000 28.100 totaal 45.900 39.200 48. 000 5.600 32. 000 170. 700 kisten I afschr. 13.400 3.500 20.600 20.000 15.000 72.500 rente 16.100 1.800 6.600 4.000 3.000 31.500 onder-houd 6.700 3.000 5.000 4.000 6.000 24.700 totaal 36.200 8.300 32. 200 28. 000 24.000 128.700 kisten II afschr. 11.200 3.500 20.600 20. 000 15. 000 70.300 rente 13.400 1.800 6.600 4.000 3.000 28.800 onder-houd 5.600 3.000 5.000 4.000 6.000 23.600 totaal 30.200 8.300 32.200 28. 000 24.000 122.700 13

(13)

6 Concluderende opmerkingen n.a.v. de systeemkeuze

Forceren van witlof zonder dekgrond maakt een grotere spreiding van de aanvoer mogelijk, waardoor een 30 - 45% hogere gemiddelde kg-prijs kan worden verkregen dan de gewogen middenprijs voor Nederland.

De investeringen voor het forceren van witlof zonder dekgrond (trekoppervlakte + 5400 m ) zijn voor laden ongeveer ƒ 300. 000 hoger dan bij het forceren in kisten.

De jaarkosten liggen voor het kastensysteem ongeveer ƒ 45.000 lager dan voor het ladensysteem.

Inrichting en werkwijze volgens kistensysteem II geeft t . o . v . kistensysteem I zowel ten aanzien van de investering als de exploitatiekosten nog financiële voordelen. De arbeidsbehoefte, welke nu voor alle onderzochte systemen gelijk wordt geacht, lijkt bij verder doorgevoerde oogstmechanisatie bij het ladensysteem het meest te kunnen dalen.

(14)

7 Netto-overschot bij het forceren van witlof zonder dekgrond

Daar in het voorafgaande s l e c h t s getracht is na te gaan welk f o r c e e r s y s t e e m de voorkeur v e rd ie nt, zijn in de vergelijkingen slechts die kosten opgenomen welke van invloed zijn op de 'keuze van het s y s t e e m .

Getracht is in het volgende de totale kosten en opbrengsten te r a m e n . Het netto-overschot wordt daarna als model weergegeven.

Veronderstellingen voor de berekening van de v a s t e kosten, die voor de genoemde f o r c e e r s y s t e m e n gelijk zijn

Grond

Ongeveer 3 ha grond is gewenst voor de opzet van genoemd bedrijf. Voor o n d e r -houd wordt ƒ 3 . 0 0 0 , - per j a a r in r e k e n i n g gebracht.

Cellen

De cellen worden los van de gebouwconstructie aangebracht. Een afschrijving van 6% zonder r e s t w a a r d e wordt verwacht. Voor onderhoud wordt ƒ 1 . 0 0 0 , - p e r j a a r gerekend.

Klimatis_ering_

Uitgegaan wordt van 6% afschrijving en voor onderhoud een post van ƒ 8. 000, - p e r j a a r .

S o r t e e r - jen _ v e r p a j ^ n g s m a c h i n e s

De gebruiksduur wordt op 5 j a a r geschat en de r e s t w a a r d e nihil. Het onderhoud bedraagt ƒ 4 . 0 0 0 , - per j a a r .

Rente

Een nominale r e n t e van 8% over het gemiddeld geïnvesteerde v e r m o g e n is in de berekening opgenomen.

(15)

Tabel 4 Overzicht van investering en vaste kosten in guldens, onafhankelijk van 2

de systeemkeuze bij + 5400 m trekoppervlakte

investering af sehr. % afschrijving rente onderhoud totaal

grond cellen klimatise: r i n g s o r t e r e n en verpakken 100.000 50.000 350.000 50.000 6 6 20 3.000 21.000 10.000 8.000 2.000 14.000 2.000 3.000 1.000 8.000 4 . 0 0 0 1 1 . 0 0 0 6.000 4 3 . 0 0 0 1 6 . 0 0 0 550.000 34.000 26.000 16.000 73.000

Tabel 5 De totale vaste kosten in guldens voor de 3 forceer systemen zijn nu als volgt: (tabel 3 + tabel 4)

laden kisten I kisten II

170.700 128.700 122.700 76.000 76.000 76.000 246.700 204.700 198.700 Variabele kosten Pennen o

Per m trekoppervlakte worden 60-70 kg witlofwortels gezet. De prijs van de pen-nen bedraagt momenteel ongeveer ƒ 200,- per ton.

Afzet

De afzetkosten variëren van 5-10 % van de opbrengst, afhankelijk van het systeem van verkoop.

Energie^ water e. dL

Deze kosten worden geraamd op ƒ 10.000,- per trek. Arbeid

De benodigde hoeveelheid arbeid per trek voor inzetten, oogsten en sorteren vari-2

eert van 1,25 manuur tot 1,6 manuur per m trekoppervlakte.

(16)

Opbrengst

2

De geoogste hoeveelheid lof b e d r a a g t 30-35 kg p e r m t r e k o p p e r v l a k t e .

Een goed r e p r e s e n t a t i e f nettooverschot i s , door het grote aantal v a r i a b e l e n , m o e i -lijk te bepalen. Daarom is een model opgesteld aan de hand w a a r v a n het te verwach-ten netto-over se hot voor uiteenlopende omstandigheden kan worden nagegaan.

2

Het n e t t o - o v e r s c h o t voor een bedrijf van 5400 m forceeroppervlakte kan nu met behulp van het volgende model worden bepaald:

5400 pqz - {a + (5 4 0^ ^ Z ) + 5400 xyz + 10.000 z + 5400 bcz }

De v a r i a b e l e n in het model zijn:

- vaste kosten (a) (afhankelijk van systeemkeuze) 2

- aantal m a n u r e n v e r e i s t p e r m t r e k o p p e r v l a k t e (b) - arbeidsuurvergoeding (c)

- afzetkosten in % van de opbrengst (d) - prijs van het lof per kg (p)

2

- hoeveelheid geoogst lof in kg per m trekoppervlakte (q) 2

- hoeveelheid ingezette pennen in kg p e r m t r e k o p p e r v l a k t e (x) - p r i j s van de pennen p e r kg (y)

- aantal t r e k k e n p e r j a a r (z)

Veel invloed op de uitkomst van het model wordt uitgeoefend door de waarden van de variabelen: b , c, d, p , q en z.

Voorbeeld van de berekening van het netto-overschot met behulp van het model, w a a r b i j voor de v a r i a b e l e n de volgende w a a r d e n zijn gekozen welke ook in de p r a k -tijk kunnen voorkomen.

Variabelen:

- vaste kosten ƒ 2 4 6 . 7 0 0 , - (laden) 2

- p e r m trekoppervlakte zijn 1,4 m a n u r e n v e r e i s t - de arbeidsvergoeding bedraagt ƒ 1 0 , - p e r uur - de afzetkosten b e d r a g e n 7% van de opbrengst - de p r i j s van het lof bedraagt ƒ 1,25 p e r kg

2

- per m trekoppervlakte worden 35 kg lof geoogst 2

- per m trekoppervlakte worden 65 kg pennen ingezet - de pennen kosten ƒ 0,20 p e r kg

- per j a a r worden 8 oogstcycli v e r r i c h t .

(17)

N et to -o v e rs c ho t:

5400 pqz - {a + (5 4 0^0QP q z) + 5400 xyz + 1 0 . 0 0 0 z + 5400 bcz}

5400 x 1,25 x 35 x 8 - {246.700 + ( 5 4 Q 0 x 7 x M 5 x 35 x 8} + 54QQ x 6 5 x

x 0,20 x 8 + 10.000 x 8 + 5400 x 1,4 x 10 x 8} = 1.890.000 - {246.700 + + 132.300 + 561.600 + 80.000 + 6 0 4 . 8 0 0 } = ƒ 2 6 4 . 6 0 0 , —

Het model kan, analoog aan bovenstaand voorbeeld, worden toegepast op praktijk-voorbeelden van z e e r uiteenlopende a a r d .

(18)

8 Samenvatting

Het forceren van witlof zonder dekgrond maakt, bij een goede aanvoerspreiding, een gemiddelde opbrengstprijs mogelijk, welke aanzienlijk hoger ligt dan de huidige gewogen middenprijs van witlof.

Een economische analyse is gemaakt betreffende verschillende methoden van for-2 ceren van witlof zonder dekgrond voor een trekoppervlakte van ruim 5400 m . De investeringen zowel als de exploitatiekosten zijn voor het kistensysteem lager dan voor het ladensysteem.

Een formule is gegeven voor het netto-overschot. Door het invullen van praktijk-waarden in deze formule kan snel een inzicht worden verkregen in het

netto-over-schot voor verschillende praktijkomstandigheden.

9 Summary

Forcing witloof chicory without casing soil makes it possible, if there is a good spread of supply, to get an average price that is considerable higher than the to-day' s weighed average price of witloof chicory.

An economic analysis is made regarding several methods of forcing witloof chicory

o

without casing soil with a forcing area of over 5. 000 m .

Investment and cost of operation both are lower for the system with boxes than for drawers.

A formula is given for the clear profit.

Filling up the formula with practical numbers, an insight into the clear profit for several practical circumstances is quickly gained.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dat is met name het geval voor het deel van de Schutdam tussen de parkeerplaats bij De Lange Paal tot aan de Hoofdgeul (het rood gemarkeerde gebied in figuur 1)..

Naar analogie van de berekening van de relatieve schadesom in het tijdvak mei-juni-juli (3«3.) wordt nu, voor elk driemaands tijd- vak in het jaar een schadesom vastgesteld door

Bij controle, geen onevenredige doorwerking van fouten: • Steekproef optimaliseren;. • Bij gebrek aan representativiteit, controle uitbreiden;

Uit onze literatuurstudie blijkt dat een open landschap niet alleen voor Nederlandse soorten waardevol is, maar ook internationaal een belangrijke habitatfactor is en dat

Het aandeel in aanbouw zijnde integraal duurzame stallen ten opzichte van het totaal aantal stallen ligt voor peildatum 1 januari 2015 op 0,9%.. Als de in aanbouw zijnde stallen

Dit aantal broedvogels is vooral gedurende de laatste 20 jaar aanmerkelijk minder geworden. Van strenge winters heeft de populatie meestal zeer te lijden. Hoewel niet precies

geweest. Deze verschillen laten zich redelijk goed verklaren uit de neerslaghoeveelheid; in 1968 was deze hoeveelheid in de zomerperiode belangrijk grpter dan in 1967. De grote

De waterbalans voor deelgebied Waal en Burg en Het Noorden is door HHNK opgesteld voor de periode 2000-2010, maar het jaar 2010 is niet opgenomen in tabel 10, omdat de belasting