• No results found

Draagvlak voor geintegreerde gewasbescherming

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Draagvlak voor geintegreerde gewasbescherming"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

DRAAGVLAK VOOR GEÏNTEGREERDE GEWASBESCHERMING

Jan Buurma

In augustus 2001 heeft de overheid de beleidsnota

Zicht op Gezonde Teelt

uitgebracht. De beleidsnota is inmiddels achterhaald door het 'Afsprakenkader Gewasbeschermingsbeleid'. Het idee van een overheidsge-stuurde certificatie is daarmee van tafel, maar het terugdringen van de milieubelasting en het omschakelen naar geïntegreerde gewasbescherming is hoog op de agenda blijven staan. Uit gezamenlijk onderzoek van LEI en Plantenziektekundige Dienst (PD) is gebleken dat een grote meerderheid van de belanghebbenden in de sector achter de gedachte van geïntegreerde gewasbescherming staat. In het onderzoek is ook nage-gaan waarom de belanghebbenden achter geïntegreerde gewasbescherming staan, en wat ze precies onder geïntegreerde gewasbescherming verstaan. In dit artikel wordt daarvan verslag gedaan.

Drie denksporen

In interviews hebben belanghebbende partijen uit de gewasbeschermingssector hun visie op actuele trends en verwachte ontwikkelingen in de gewasbescherming gegeven. De resultaten zijn samengevat in tabel 1. De belanghebbende partijen zijn gerangschikt naar afnemende mate van frustratie over het toelatingsbeleid. Tabel 6 toont naast allerlei frustraties over het toelatingsbeleid ook een gevoel of besef, dat de druk van ziekten en plagen toeneemt. Dat gevoel of besef komt vooral naar voren in de opengrondsteelten. In de glastuinbouw overheersen de frustraties over het toelatingsbeleid. Het CLM laat een eigen geluid horen met de opmerking dat de milieudoelen en het imago van de sector schade oplopen door de aanpassing van het toelatingsbeleid.

In de antwoorden van de belanghebbende partijen kunnen drie denksporen worden onderscheiden, namelijk (1) het realiseren van een breed middelenpakket, (2) het bevorderen van geïntegreerde teelt en (3) het reali-seren van een lage milieubelasting. Tien van de elf belanghebbende partijen blijken bevordering van geïntegreerde teelt als uitweg uit de huidige frustraties en zorgen te beschouwen. Geïntegreerde teelt blijkt daarmee een breed draagvlak in de gewasbeschermingssector te hebben.

Tabel 1 Frustraties over en uitwegen voor het gewasbeschermingsbeleid in november 2002

Belanghebbende partij Frustratie of zorg Uitweg of strategie

Agrodis Toelatingsbeleid is doorgeslagen Ruimte chemische bestrijding DLV-Glastuinbouw Toelatingsbeleid is niet te volgen Bevorderen geïntegreerde teelt LTO-Glastuinbouw Toelatingsbeleid is veel te star Geïntegreerde gewasbescherming Artemis Chemofobie van maatschappij Preventie infecties en uitbraken MPS a) Impasse rond toelatingsbeleid Bevordering duurzame teelt LTO-Akkerb/Vollegrgrt Toelatingsbeleid loopt vooruit op EU Geïntegreerde gewasbescherming HLB b) Toelatingsbeleid is bron van zorg Geïntegreerde bedrijfssystemen IRS c) Toenemende druk ziekten/plagen Bevordering duurzame teelt HPA d) Toenemende druk ziekten/plagen Bevordering duurzame teelt DLV-Fruitteelt Uitbraken nieuwe ziekten en plagen Bevordering geïntegreerde teelt CLM Milieudoelen en imago in gevaar Doorvoeren geïntegreerde teelt

a)Milieu Programma Sierteelt, b) Hilbrands Laboratorium voor Bodemziekten, c) Instituut voor Rationele Suikerproductie, d) Hoofdproductschap Akkerbouw.

Invulling sectorafhankelijk

In een enquête is aan een grotere groep belanghebbenden gevraagd welke componenten van geïntegreerde gewasbescherming zij het belangrijkste vinden. De respondenten konden verschillende antwoordmogelijk-heden aankruisen. Bij de verwerking zijn aan de belangrijkste mogelijkheid drie punten toegekend, aan de

(2)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

LEI, Agri-Monitor, augustus 2003 pagina 2

één na belangrijkste twee punten en aan de twee na belangrijkste één punt. Tabel 2 toont het belang (pun-ten-totalen) dat de respondenten aan de verschillende componenten van geïntegreerde gewasbescherming hebben toegekend.

Tabel 2 laat zien, dat de respondenten sanering van infectiebronnen, resistente rassen/cultivars, schoon zaaizaad/pootgoed en waarschuwingssystemen als de belangrijkste componenten van geïntegreerde gewasbescherming zien. De tabel laat verder zien, dat het belang van saneren van infectiebronnen en waarschuwingssystemen vooral uit akkerbouw en opengrondstuinbouw afkomstig is. Het gebruik van re-sistente rassen/cultivars en van schoon zaaizaad/pootgoed wordt in alle sectoren/bedrijfstypen belangrijk gevonden. Voor biologische bestrijding tenslotte lijkt vooral de glastuinbouw warm te lopen.

Tabel 2 Belang (ve taald in aantallen punten) dat doo de gezamenlijke respondenten is toegekend aan verschillende componenten van geïntegreerde gewasbescherming

r r

Component Punten Meeste punten afkomstig uit:

Saneren infectiebronnen 33 Akkerbouw, opengrondstuinbouw Resistente rassen/cultivars 24 Alle sectoren/bedrijfstypen Schoon zaaizaad/pootgoed 23 Alle sectoren/bedrijfstypen

Waarschuwingssystemen 12 Akkerbouw, opengrondstuinbouw

Vruchtwisseling 6 Opengrondstuinbouw

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Van een leerling die zich aanmeldt van buiten het Trinitas College wordt deze informatie door de teamleider havo opgevraagd bij de toeleverende school.. • De leerling neemt deel

Beslissingsgericht handelen wordt het meest duidelijk weergegeven door Henk Voogd (1999): ” niet het concrete object maar de keuzen die gemaakt moeten worden staan centraal .”

Indien op basis van de beschikbare informatie wordt verwacht dat het kind niet kan worden toegelaten tot de school van aanmelding, ontvangen ouders binnen zes weken, in geval van

The intended use of the method is to minimize the ripple torque of an initial optimum LS-PMSM design with minimal impact on its main performance parameters.. The paper is

In artikel 1, eerste lid, van het IVUR is een nogal ruim begrip van ras vastgelegd in de definitie van rassendiscriminatie (welke bepalend is voor het recht op toegang tot het

• Na ontvangst van de benodigde gegevens van de school van herkomst volgt een intakegesprek met leerling, ouder, decaan en indien er sprake is van een ondersteuningsbehoefte

- Ronde II: (niet-voorrangsronde) plaatsing (voor zover mogelijk) van alle Amsterdamse kinderen op een school van zo hoog mogelijke voorkeur waarop zij geen voorrang hebben.. -

Vier van de vijf scholen voor voortgezet onderwijs geven aan dat alle leerlingen die zich op de school aanmelden ook worden toegelaten, mits de leerling een passend advies heeft