Richtlijnen voor anti-infectieuze behandeling in ziekenhuizen BVIKM 2017
CELLULITIS:
POSTSEPTALE INFECTIE
• Klinische aspecten en commentaren
o Betreft orbitale cellulitis, peri-ostaal abces, orbitaal abces.
o Gekenmerkt door zwelling en roodheid van het ooglid, een zekere mate van oftalmoplegie, exoftalmie, die-pe oogpijn en pijn bij het bewegen van het oog.
o Visus kan verminderd zijn.
o Kan gepaard gaan met koorts (minder bij volwassenen dan bij kinderen).
o Indien de mobiliteit van het oog niet kan worden nagegaan, CT scan en oftalmologisch consult.
o Jonge kinderen met kleine abcessen (< 1 cm) reageren meestal goed op conservatieve behandeling.
o Drainage van de sinussen moet worden overwogen bij inadequate respons op anti-infectieuze behandeling.
o Risico voor thrombose van de sinus cavernosus.
• Betrokken pathogenen o Staphylococcus aureus.
o Groep A streptokokken (Streptococcus pyogenes).
o Streptococcus pneumoniae.
o Enterobacteriaceae.
o Haemophilus influenzae.
o Anaëroben.
o Rhizopus spp. (bij immuungedeprimeerde patiënten).
• Empirische anti-infectieuze behandeling o Regimes.
Eerste keuze: amoxicilline-clavulanaat. Alternatieven.
Cefuroxime + clindamycine. Cefuroxime + metronidazole. Cefuroxime + ornidazole.
o Standaard posologieën.
Amoxicilline-clavulanaat: (2 g amoxicilline + 200 mg clavulanaat) iv q8h of (1 g amoxicilline + 200 mg clavulanaat) iv q6h.
Cefuroxime: 1,5 g iv q8h. Clindamycine: 600 mg iv q8h.
Metronidazole: 500 mg iv q8h of 1,5 g iv q24h. Ornidazole: 1 g iv q24h.
o Totale duur van de adequate (empirische + gedocumenteerde) anti-infectieuze behandeling: intraveneuze behandeling tot de koorts is verdwenen en het oedeem van het ooglid vermindert, gevolgd door 10 dagen behandeling langs orale weg.