Onderzoek & Praktijk Voorjaar 2014 Jaargang 12, nummer 1 7
FRANS RAVESTEIN
Dirk Verstegen
2Op zondagochtend 15 december 2013 overleed Frans Ravestein plotseling tijdens zijn geliefde bezigheid: sporten. Hij liet ons allemaal in grote verslagenheid achter. De aanwezigheid van honderden vrienden, collega’s en bekenden bij zijn afscheid getuigt van zijn grote betekenis. Frans is voor ons de man waar je op kon vertrouwen, volslagen oprecht en recht door zee. Zonder franje en met een persoonlijke, joviale stijl. Met een serieuze inslag, maar op het juiste moment humor en een breed grijnzende lach.
Voor ons als collega’s is het verlies van Frans nog steeds niet te bevatten. We missen elke dag zijn inspiratie en collegiale bijdrage. Hij stelde zijn mening of kennis niet voorop maar bracht deze op een terloopse en natuurlijke manier aan, zoals een metselaar zijn stenen legt in een muur. Gewoon, omdat die muur er moet komen. Juist omdat hij die voorgrond niet zocht, was hij een echte leider, die de kwaliteiten van de ander centraal stelde en tot ontplooiing bracht.
Bij de VOBC en het Landelijk Kenniscentrum LVB, waar Frans bestuurslid was, hebben we deelgenoot mogen zijn van zijn bijzondere combinatie van stijl en deskundigheid. Frans was op en top LVG-man. Door zijn jarenlange ervaring is hij uitgegroeid tot een autoriteit, een rol die hij met bescheidenheid invulde. Hij kende de doelgroep en de problematiek in al zijn aspecten, vanuit de praktijk en vanuit de wetenschap. Bij hem overtuigde altijd de inhoud van zijn boodschap, een boodschap die er toe doet om samen verder te komen.
In één van onze laatste projecten waren we op zoek naar achterliggende factoren bij zeer complexe problematiek van LVB-cliënten. Als ik daar nu op terug kijk zie ik dat Frans daarin bijna onopgemerkt het leeuwendeel van de uitkomsten heeft geleverd en bepaald. Zonder daarbij ook maar één moment te domineren. Hij kon zijn wenkbrauwen fronsen en met enkele ferme woorden zijn essentiële bijdrage geven.
Frans had geen verborgen agenda. Of hij heeft die perfect weten te verbergen. Hij werd ook niet gehinderd door ideologie of zoals hij zei; “dromerijen”. In het najaarsnummer van ons tijdschrift Onderzoek & Praktijk schreef hij een column over de dominantie van ideologen in de huidige periode van transities en decentralisaties. Daar had hij weinig mee op. Hij zag zichzelf als een realist die zich verzette tegen ideologen met blind geloof in maakbaarheid, zelfregie en empowerment. Zijn boodschap zou ik (in een variant op Elsschot) als volgt willen samenvatten: tussen droom en werkelijkheid staat de concrete daad.
Voor mij is Frans samen te vatten in dat ene telefoontje, toen ik hem vroeg waarom hij belde. Hij zei, "Hè joh! Gewoon omdat ik dacht dat je wel wat steun kan gebruiken”.
Dat was en blijft Frans ten voeten uit!
2