• No results found

Over den invloed van de fijnheid van het maïsmeel bij de voeding van mestvarkens

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Over den invloed van de fijnheid van het maïsmeel bij de voeding van mestvarkens"

Copied!
44
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Over den invloed van de fijnheid van het maïsmeel

bij de voeding van mestvarkens,

DOOR

J. C. DE RUIJTER DE WILDT.

(Ingezonden 2 9 April 1927).

Door de praktijk werd de vraag gesteld of eene zeer fijne m a l i n g der m a ï s een beter r e s u l t a a t geeft dan eene grovere maling, bij het mesten v a n varkens.

I n de literatuur treft m e n d a a r o m t r e n t weinig gegevens aan. I n Amerika, w a a r uit den aard de maïsvoeding der varkens een groote rol speelt, zijn vele proeven betreffende deze voeding genomen, doch deze liepen m e e s t a l over de vraag of de voedingswaarde v a n heele maïs geringer was dan die v a n het meel (waarvan de fijnheidsgraad niet wordt vermeld), een vraag die o.a. door H E N R Y en medewerkers

uitvoerig is behandeld gedurende m e e r dan 10-jarige proefnemingen.1)

Meer dan 18 proeven m e t varkens van verschillend gewicht werden g e n o m e n ; de varkens h a d d e n een gemiddeld aanvangsgewicht v a n

79,0 K . G . I n 11 proeven spaarde h e t fijnmalen v a n de maïs 2,5 tot

18,5 °/0 v a n de hoeveelheid voedsel, verbruikt voor 45,4 K . G .

(100 lbs) gewichtstoename, terwijl in de overige 8 gevallen de heele maïs de beste r e s u l t a t e n gaf. Bij de proeven waar de m a l i n g voordeel

afwierp bedroeg dit gemiddeld 6 °/0, d.w.z. dat gemiddeld 6 °/0 minder

voedsel noodig was voor h e t verkrijgen v a n 45,4 K . G . gewichtstoe-n a m e . Ook agewichtstoe-ndere Amerikaagewichtstoe-nsche ogewichtstoe-nderzoekers k w a m e gewichtstoe-n t o t derge-lijke r e s u l t a t e n . 2)

H e t bleek voorts aan K I N G dat de leeftijd der varkens v a n grooten jnvloed is; hoe ouder de varkens des t e m e e r t r a d verschil op ten

voordeele v a n de gemalen m a ï s . 3) Ook GDBBNSBY en BVVAKD k w a m e n

t o t dit resultaat, 4) zij n a m e n verteringsproeven m e t varkens van

70 ]bs en v a n 200 lbs gewicht, waarbij zij heele en gemalen maïs zoowel in drogen t o e s t a n d als geweekt voerden m e t houtskool. Zij

1) Zie d e diverse R e p o r t s v a n Wisconsin S t a t i o n u i t de j a r e n 1893 e n 1S9S—1906. 2) H E N K Y e n MOKRISON, F e e d s a n d F e e d i n g , 1922, bldz. 609.

3) A m . Soc. Animal P r o d u c t i o n , P r o c e e d i n g s , 1913, bldz. 22—31. 4) Biochem. Bulletin 3, 369—372, 1914.

(2)

bepaalden de tijden die noodig waren om de houtskool de verterings-organen t e doen doorloopen en ook de verteerbaarheid der droge stol v a n de m a ï s ; er bleek een correlatie tusschen beide te bestaan.

Yoor de varkens v a n licht-gewicht was de gemiddelde benoodigde tijd voor het passeeren van de verteringsorganen en de gemiddelde verteerbaarheid van de droge stof :

shelled grain dry 54 uren 88,80 °/0

,, soaked 48 ,, 88,09 ,, ground grain dry 57 ,, 88,40 ,,

,, soaked 40,5 ,, 84,52 ,, voor de zwaar-gewieht varkens waren deze cijfers :

48 uren 87,04 % 36 „ 84,97 ,, 36 ,, 86,46 ,, 50 ,, 88,61 ,,

JOKDAX en H A L L ]) bepaalden ook bij varkens de

verteringscoëffi-cienten voor gemalen en ongemalen maïs en vonden de volgende getallen :

droge ruw N. — vrije

stof. eiwit. vet. extr. stoffen, ruwvezel.

ongemalen 82,5 68,7 45,6 88,8 38,3 fijn gemalen 89,5 86,1 81,7 94,2 29,4

H I L L S 2) vergeleek ongemalen en gemalen maïs naast

ondermelk-voeding. D e gemiddelde aanvangsgewichten der varkens waren circa 18,5 K . G . , terwijl gemest werd tot een gewicht van 130—135 K . G . H e t meel rendeerde iets beter dan de ongemalen maïs, evenwel zegt H I L L S : „ i t is doubtful w h e t h e r t h e gain was equal to t h e extra cost of g r i n d i n g . " H I L L S h a d echter m a a r 3 varkens in een groep, hetgeen o.i. onvoldoende is.

STEWART en ATWOOD 3) vergeleken eveneens heele m e t gemalen

maïs. Zij n a m e n drie varkens in een groep; het soort varkens in elke groep was bovendien niet gelijk. Groep 1 kreeg heele maïs, groep 2 en 3 maïsmeel. D e varkens waren bij het begin der proef circa 6J m a a n d oud; de proef duurde één m a a n d . Groep 1 verbruikte 5,79 lbs. heele maïs per lb. gewichtstoename en groep 2 en 3 resp. 4,75 en 4 , 6 3 , l b s . Zij concludeerden, clat bij de toentertijd geldende prijzen:

„ i t will not pay t o grind corn for hogs, unless a farmer is located very close to a mill or h a s one upon his own f a r m . "

1) Digestibility of American F e e d i n g Stuffs. Office of E x p . S t a t i o n s , Bull. 77. pp. 97, 1900.

2) V e r m o n t S t a . R p t . 1898—'97, p p . 34—43. 3) W e s t Virginia S t a . Bull. 59, p p . 39—4,6, 1899.

(3)

KENNEDY en BOBBINS X) n a m e n gedurende een t w e e t a l jaren een

proef, m e t m e e r dan 300 varkens van verschillend levendgewicht (ouderdom), over de beteekenis v a n het m a l e n (en het weeken) van maïs naast weidegang of vleeschmeel. Zij k w a m e n tot h e t resultaat, dat h e t voor jonge varkens weinig u i t m a a k t of de maïs ongemalen dan wel gemalen of droog, dan wel vóórgeweekt doch ongemalen gegeven wordt. Bij oudere varkens heeft gemalen meel betere uitwerking dan ongemalen meel, m a a r in alle gevallen, waar de maling gunstiger werkte, kon 't zelfde bereikt worden m e t ongemalen doch vóórge-weekte m a ï s ; zij zeggen d i e n a a n g a a n d e : „ I n every case, where grinding h a s shown a saving of corn, simple soaking 12 hours in water h a s shown a still greater s a v i n g . "

TOMHAVE en H A V N E R 2) vergeleken o.a. maïs m e t diermeel (tankage)

m e t maïsmeel en diermeel bij 2 x 4 varkens gedurende 70 dagen. Zij k o m e n t o t de conclusie, dat er in het m a l e n v a n de maïs geen voor-deel is gelegen als de prijs minder dan 50 ets. per bushei was (1 H . L . is 2 | bushei).

Over h e t algemeen k a n m e n derhalve concludeeren, dat bij de ver-gelijking van ongemalen en gemalen maïs dit t e n voordeele der maling uitvalt bij varkens op ouderen leeftijd, dat het verschil nagenoeg niet optreedt bij jonge varkens en dat in elk geval het voordeel gering is, zoodat de vraag v a n een economisch voordeel der maling sterk afhankelijk is van den prijs der maïs benevens v a n de maalkosten. Tevens valt echter t e n opzichte van de Amerikaansche proeven op te merken, dat de uitkomsten nog al eens tegenstrijdig waren, het-geen wel voor een deel verband zal houden m e t de volgende feiten :

1°. dat h e t a a n t a l proefvarkens der vergelijkingsgroepen vele malen veel t e klein w a s ;

2°. dat de varkens in de groepen dikwerf geheel ongelijksoortig waren ;

3°. de voeding dikwijls zeer eenzijdig — b.v. zelfs alleen uit maïs

bestond 3) — en niet altijd voor de vergelijkingsgroepen gelijk

was ;

4°. de varkens der vergelijkingsgroepen niet altijd gelijke

hoeveel-heden kregen, 4) doch de vrije beschikking h a d d e n over

wille-keurige hoeveelheden 5) maïs, resp. maïsmeel en in verband

1) I o w a S t a . Buil. 106, p p . 305—359.

2) P e n s y l v a n i a S t a . R p t . 1915, p p . 226—231. Zie ook P e n s y l v a n i a S t a . Buil. 1917, p p . 3—14.

3) H A R T en Mc COLLUM k r e g e n m e t alleen m a ï s slechten g r o e i ; J o u r n . of Biol. chem. 19, 373, 395.

Zie ook NiTZBscu, Pflügers Arch. d. Physiol. 172, biz. 275, 317, 1918.

Door h e t hooge g e h a l t e v a n h e t maïseiwit a a n zeïne is h e t veel m i n d e r w a a r d i g e r d a n d a t der a n d e r e g r a a n s o o r t e n (gerst, t a r w e , r o g g e ) . H e t heele eiwit v a n maïs bevat 1,7 % t r y p t o p h a a n . (OTTO KESTNEK, Chemie der Eiweisskörper, bldz. 246, 1925).

4.) E n g . „ h a n d - f e d " ; D u i t s c h „ H a n d f ü t t e r u n g " . 5) E n g . „ s e l f - f e d " ; Duitsch „ S e l b s t f ü t t e r u n g " .

(4)

d a a r m e d e dan ook nagegaan werd of het eten van vrije hoe-veelheden gemalen maïs tot minder verbruik leidde voor de verkrijging van 100 K . G . levend-gewichtstoename dan bij ge-bruik van ongemalen maïs.

Uit E u r o p a vonden wij weinig gegevens aangaande dit vraagstuk vermeld.

TANGL en W E I S E R 1) verleken geen gemalen en ongemalen

maïs-korrels alleen m a a r de gemalen tegen de ongemalen heele kolven; bovendien had de proef niet plaats m e t varkens m a a r m e t schapen.

H u n materiaal bestond voor 75 °/0 uit korrels en 25 °/0 uit kolven;

de zetmeelwaarde van het geheel was 69. Zij vonden voor de physiolo-gische verbruikswaarde van het grove materiaal gemiddeld 56,3 °L

van het gemalene 57,7 °/0 en n o e m e n het „gleich g u t " .

Op de jaarvergadering der „ D e u t s c h e Landwirtschaftliche Gesell-s c h a f t " ( D . L . G . ) t e KönigGesell-sbergen in 1925 hield Prof. F r . LEHMANN

v a n Göttingen een voordracht 2) over de varkensmesterij, waarin hij

proeven noemde, welke door h e m m e t Haberhauffe waren genomen, over de verteerbaarheid van verschillende graansoorten in verband met de fijnheid der maling.

Ondertusschen is de publicatie van HABERHAUFFE verschenen. 3)

H e t blijkt, dat alleen verteringsproeven zijn genomen gedurende perioden van één week m e t 2 varkens van aanvankelijk gemiddeld circa 90 K . G . levend gewicht en, wat betreft de maïs, m e t heele korrels, zeer grof gemalen (meer gebroken) maïs, middelfijn en fijn gemalen maïs.

De fijnheden der l a a t s t e drie worden als volgt opgegeven 4) (in °/0) :

Grof . . . . Middel fijn . . Fijn . . . . > 3 m.M. 9.80 > 2 m.M. 17.25 2.65 > 1* m.M. 15.35 12.65 > 1 m.M. 15.45 21.90 2.35 > i m.M. 27.15 36.00 63.65 < i m.M. 14.70 26.20 33.70 Verlies. 0.30 0.60 0.30

Derhalve by het grove 57.85% boven 1 m.M. en 42.15% onder 1 m.M. bij het middelfljn 37.20% „ „ ,. 62.80% „ „ .

,. „ fijne 2.35% „ „ , 97.65% „ ,., .

1) L a n d w . Versuchsst. Bd. 81, bldz. S5, 1913. 2) Zie Z t f t . f. Sehweinezucht, Heft 25, 1925.

3) J o u r n . f. L a n d w . , Bd. 74, bldz. 191, 1926. „ U e b e r d e n Einfluss d e r Z u b e r e i t u n g auf die V e r d a u l i c h k e i t d e r F u t t e r m i t t e l " .

4) De A m e r i k a a n s c h e proefnemers geven geen m a a t s t a f voor de beoordeeling van d e n fijnheidsgraad der meelsoorten bij h u n n e proeven.

(5)

De verkregen verteringscoëfficienten waren : Heele korrels . Grof . . . . Middelfijn . . Fijn . . . . Droge stof. 88.47 89.03 92.50 93.66 Ruw eiwit. 78.61 78.16 82.43 87.16 Vet. 51.67 59.68 78.96 78.75 Asch. 0.22 1.05 Ruw-vezel. 52.39 55.66 75.86 78.05 N- vrij e extract-stoffen. 94.70 94.99 96.80 97.50 Organi-sche stof. 89.65 90.42 93.75 94.90

Speciaal de verteerbaarheid v a n h e t vet en die der ruwvezel n a m bij maling t o e ; groot verschil t u s s c h e n middelfijn en fijn was er niet. I n de week der voedering m e t h e t grove meel werden vele grove maïs-resten in den m e s t aangetroffen.

LEHMANN geeft de volgende conclusie : ,, Schroten bis mittelfein ist das richtige, weiteres Sehroten bis zur Feinheit des Mehles bringt Vorteile, aber es ist zweifelhalt ob sich die höheren Mahlkosten l o h n e n " . HABERHAUFFB z e g t : , , E s ist nicht Zweck dieser Arbeit zu untersuchen, ob sich eine über das normale Schrot (d.i. middelfijn) hinausgehende Zerkleinerung r e n t i e r t . "

I n h e t bekende boek van KELLNER (9de druk, 1920) wordt op blz. 280 gezegd: „ D i e Schweine, die das F u t t e r bekanntlich verschlin-gen, ohne es viel zu kauen, erhalten ihr Körnerfutter ziemlich allge-mein geschroten. E i n e gröbliche Zerkleinerung n ü t z t hier meist nicht viel, da auch die B r u c h s t ü c k e oft massenhaft im Kote erscheinen, wenn m a n das Schrot nicht vorher durch heisses Wasser oder D a m p f aufweicht." Overigens worden dan dadelijk de reeds geciteerde Amerikaansche proeven v a n H E N R Y aangehaald. Over h e t voorkomen van maïsresten in de m e s t zie later.

DETTWEILER en MÜLLER zeggen in h u n boek (Lehrbuch der Schwei-nezucht, blz. 424, 1924) nog s t e r k e r : „ D i e Körnerfrüchte können nicht im natürlichen Zustande den Schweinen verabreicht werden. E s ist unbedingt notwendig sie mit Hilfe einer Schrotmühle möglichst fein zu schroten. Werden die Körner n u r grob geschrotet, so k a n n es vorkommen, dass Teile derselben mit in den Kot gelangen.

Ganze Körner passieren grösstenteils den Verdauungskanal, ohne dass sie von den Magensäften m i t Erfolg angegriffen w e r d e n ; " bewijsmateriaal wordt niet genoemd.

SCHLÜMBOHM x) bepaalde bij twee hannoversehe veredelde

land-varkens de verteerbaarheid v a n heele maïs en n a t en droog maïsmeel

(6)

van vermoedelijk normale fijnheid (middelfijn) en vond van de

orga-nische stof verteerd bij de heele korrels 75,9 °/0, meel (droog

gevoe-derd) 86,0 % , n a t 85,9 °/0; derhalve door het malen een m e t 10 °/0

stijgende verteerbaarheid. Hij n a m ook een mestproef m e t 3 x 5 varkens. De dagelijksche gewichtstoename was bij de heele korrels 587 gram, bij het droge meel 672 gram en bij het n a t t e meel 714 g r a m ; het voedselverbruik voor productie van 1 K . G . levend gewicht resp. 4,26 K.G., 3,67 K . G . en 3,82 K . G . H e t gemiddelde aanvangsgewicht der varkens was ongeveer 23,0 K . G .

Zooals m e n ziet zijn de gegevens over deze kwestie schaarsch en zijn deze mededeelingen en die van LEHMANN wel gunstiger t e n opzichte der maling van heele korrels tot , , m i t t e l f e i n " dan de Amerikaansche.

Wij hebben d a a r o m de kwestie der maling, m e t uitsluiting v a n heele korrels, aan nauwkeurige proefnemingen onderworpen, waartoe

voor-eerst m e t de welwillende medewerking van den Directeur v a n het Rijkslandbouwproefstation voor Veevoederonderzoek diverse m o n s t e r s maïsmeel, over het geheele land verspreid, zijn genomen, welke zoo-wel op steen als op walsen waren gemalen, teneinde vast t e stellen welke fijnheidstypes in de praktijk zoo ongeveer voorkomen. W a a r uit de reeds aangehaalde literatuur wel blijkt, d a t in geen geval groote verschillen t e verwachten waren in de mestwerking door grovere of fijnere maling, werd besloten twee uiterste graden v a n maling t e ver-gelijken, n.1. een zeer grove maling, die in de praktijk m e t „slecht g e m a l e n " werd betiteld en eene zeer fijne, veel fijner dan een der praktijkmonsters. Verder werd geen mixed-maïs doch de meer hardere L a P l a t a genomen, teneinde ook daardoor de kans op duidelijke ver-schillen te verhoogen.

De maïs werd bij een groot k w a n t u m tegelijk aangekocht en onge-m a l e n bewaard. N a a r gelang behoefte werd telkenonge-male een deel gemalen en wel de helft daarvan grof, de helft fijn. Doordat aldus

,,niet alles tegelijk" werd gemalen 1) h a d d e n de m a a l p r o d u c t e n niet

steeds denzelfden fijnheidsgraad; liepen zelfs belangrijk uiteen. Bij a a n k o m s t t e H o o r n werden m o n s t e r s getrokken en daarvan de fijn-heid bepaald door zeeven m e t openingen van 2, 1-|, I J , 1 en | m . M . Bij elke proefneming zijn de verkregen zeefresultaten vermeld.

Totaal werden drie proeven genomen, iedere proef m e t twee groepen, elk bestaande uit 12 varkens. Na eene vóórperiode van geheel gelijke voedering zonder maïs, alleen bestaande uit gerstemeel

en wei 2) , werd geleidelijk maïsmeel aan h e t rantsoen toegevoegd,

waarbij de eene groep het grove meel, de andere het fijne meel ontving. Bij de eerste twee proeven werden de hoeveelheden gerste-m e e l en gerste-maïsgerste-meel zoodanig opgevoerd, dat de verhouding in h e t

1) Dit geschiedde n i e t m e t h e t oog op de b e t e r e h o u d b a a r h e i d der ongemalen maïs ; in t o t a a l o n t v i n g e n wij 12 verschillende zendingen.

(7)

rantsoen was als 2 : 1, bij de derde proef daarentegen de omgekeerde verhouding gekozen, dus 2 dln. maïsmeel tegen 1 dl. gerstemeel; de redenen hiervan vindt m e n op blz. 200. De varkens werden in perioden

v a n + 4 weken gewogen.

P E O E F I .

Deze proef d u u r d e v a n 22 April—2 September 1925, derhalve 133 dagen. De vóórperiode v a n gelijke voedering, zonder maïsmeel, duurde van 22 April tot 10 J u n i (met tusschentijdsche weging op 18 Mei), derhalve 49 dagen. D a t deze periode zoo lang was, werd veroorzaakt doordat de dieren op 23 Mei ingeënt werden tegen vlekziekte.

H e t aanvangsgewicht der varkens bedroeg in beide groepen ge-middeld 40,58 K . G . ; aan het einde der vóórperiode op 10 J u n i in beide groepen 66,75 K.G. De varkens zijn derhalve zeer gelijkmatig opgegroeid.

I n deze periode werd totaal gevoederd van 22 April—18 Mei 468,0 K . G . gerstemeel, 2340,0 K . G . wei en 3,12 K . G . voederkalk per groep; van 18 Mei—10 J u n i 372,0 K . G . gerstemeel, 2070,0 K . G . wei en 2,76 K . G . voederkalk, derhalve totaal 840,0 K . G . gerstemeel en 4410,0 K . G . wei.

D e totale gewichtstoename per groep bedroeg 314,0 K . G . (zie tabel I) zoodat

voor 1 K . G . gewichtstoename in beide groepen verbruikt is 2,67 K . G . gerstemeel en 14,04 K . G . wei

of indien m e n 12,0 K . G . wei gelijkstelt m e t 1,0 K . G . gerstemeel, zooals uit de Deensche proeven van FJORD volgt, welke volgens N I L S

H A X S S O N X) nog steeds geldig zijn, is 1 K.G. gewichtstoename

ver-kregen met 3,8$ K.G. gerstemeel.

De gemiddelde dagtoename per varken bedroeg in deze periode voor beide groepen 0,534 K . G . ; de gemiddelde t o e n a m e is niet hoog, doch m e n vergeté niet, dat de varkens 23 Mei ingeënt zijn tegen de vlek-ziekte, hetgeen voor eenige varkens zeer r e m m e n d op d e n groei heeft gewerkt (zie tabel I I ) .

De periode der maïsvoedering begon 10 J u n i , 2) derhalve bij een

gemiddeld aanvangsgewicht der varkens v a n 66,75 K . G . in beide groepen. Aanvankelijk werd per groep v a n 12 varkens per dag ge-voederd 9,0 K . G . gerstemeel en 45,0 K . G . wei en begonnen m e t | K . G . maïsmeel, welke l a a t s t e hoeveelheid langzaam werd ver-hoogd, zoodat op 3 J u l i per groep dagelijks 4 | K.G. maïsmeel werd gegeven en daardoor de verhouding van de hoeveelheden gerstemeel :

1) Zie o.a. M e d d e l a n d e n N ° . 284 fran C e n t r a l a n s t a l t e n för försöksväsendet p a j o r d b r u k s o m r ä d e t . H u s d j u r a v d e l n m g e n N ° . 44.

2) Feitelijk is eerst 12 J u n i m e t h e t voederen v a n maïsmeel begonnen, aangezien de v a r k e n s e c h t e r 10 J u n i gewogen w a r e n , zijn deze t w e e d a g e n m a a r bij d e periode der maïsmeelvoedering genomen.

(8)

ra Û. 0) <D E -D "o N (D O E C i l (0 E "o t . O

(9)

maïsmeel in h e t rantsoen 2 : 1 bedroeg. Deze verhouding werd ge-durende den geheeien duur der proef, ook bij stijging der hoeveel-heden gerstemeel en maïsmeel, gehandhaafd, m e t uitzondering van 3 dagen in J u l i en 10 dagen in Augustus, toen de hoeveelheid gerstemeel verhoogd en maïsmeel verminderd moest worden, o m d a t de nog aanwezige voorraad maïsmeel t o t aankomst van h e t nieuwe meel (van Wageningen) niet toereikend was voor deze verhouding. Gedurende 2 dagen (16 en 17 Augustus) ontvingen de dieren in verband daarmede in h e t geheel geen maïsmeel.

H e t maïsmeel werd in drie partijen ontvangen. D e fijnheidsbe-palingen leverden de volgende cijfers (in °L).

Partij. > 2 m . M . > i y2m . M . >174m.M. > l m . M . !> y2m.M. < y2 m.M. Grof maïsmeel. 1 II III 23.0 23.5 50.2 31.4 28.8 16.1 13.4 12.5 6.6 3.5 3.3 2.4 15.2 17.7 14.1 13.5 ]4.2 10.6 I II III Fijn maïsmeel. 0.3 0.5 0.2 0.9 1.1 1.3 1.8 1.6 1.6 0.8 1.4 1.3 44.0 47.9 67.8 52.2 47.5 27.8

De derde partij van h e t grove meel was derhalve veel grover dan het meel der eerste twee zendingen, terwijl ook h e t fijne meel der derde zending minder fijn uitgemalen was d a n de vorige meelen.

Alhoewel de fijnheid der beide meelsoorten in de verdere proef-nemingen meer overeenkomen m e t die der l a a t s t e zending, geven wij hierbij een fotographische opname v a n de beide meelen van partij I om duidelijk de verschillen t e illustreeren.

Ter toelichting diene, dat de vier grofste porties v a n h e t fijne meel nagenoeg uitsluitend bestonden uit schil- en vliesdeelen der maïskorrels en de verschillen hoofdzakelijk bestonden in eene wis-selende verdeeling der hoeveelheden der twee fijnste fracties. Voor het grove meel betroffen de verschillen meerdere fracties, zooals i e later te vermelden zeefcijfers doen zien.

(10)

Partij I werd gevoederd van 12 J u n i — 1 8 J u l i ; partij I I van 18 Juli—17 A u g u s t u s ; partij I I I van 17 Augustus—2 September, h e t einde der proef.

a. De eerste weging h a d plaats 8 Juli, dus na eene periode v a n 28 dagen, m e t h e t volgende r e s u l t a a t :

I grof meel. I I fijn meel. groepgewicht op 8 J u l i 1006,0 K . G . 1011,0 K G .

,, 10 J u n i 801,0 ,, 801,0 t o e n a m e 205,0 K.G. 210,0 K.G. gewicht per varken op 8 Juli 83,84 ,, 84,25 gemiddelde t o e n a m e per varken 17,08 ,, 17,50 ,, gemiddelde dagtoename 0,610 ,, 0,625 ,, De met het fijne meel gevoerderde varhens vertoonden dus een grootere gewichtstoename van 5,0 K.G. per groep.

Om de genoemde gewichtstoename te bereiken is in beide groepen gevoederd :

504,0 K . G . gerstemeel, 148,5 ,, maïsmeel, 2520,0 ,, wei.

Voor 1 K.G. geiuichtstoename is dus gevoederd in groep I (grof maïsmeel) 2,46 K.G. gerstemeel, 0,72 K.G. maïsmeel en 12,30 K.G. wei; in groep II (fijn maïsmeel) 2,40 K.G. gerstemeel, 0,70 K.G. maïs-meel en 12,00 K.G. wei.

H e t verschil t e n voordeele van het fijne maïsmeel is dus niet zeer groot.

b . D e tweede weging geschiedde 5 Augustus, derhalve wederom na eene periode v a n 28 dagen.

Uit de weegcijfers v o l g t : I grof meel. I I fijn meel. groepgewicht op 5 Augustus 1210,0 K . G . 1217,0 K . G .

,, 8 J u l i 1006,0 ,, 1011,0 t o e n a m e 204,0 K.G. 206,0 K . G . gewicht per varken op 5 Augustus ... 100,83 ,, 101,42 ,, gemiddelde t o e n a m e per varken 17,00 ,, 17,17 ,, gemiddelde dagtoename 0,607 ,, 0,613 ,,

Groep II (fijn meel) vertoonde dus een grootere gewichtstoename van 2,0 K.G. De meerdere gewichtstoename was dus weder in den-zelfden zin als in de vorige periode, alhoewel het verschil geringer -was.

Gevoederd is in deze periode totaal per groep : 556,0 K . G . gerstemeel, 248,5 ,, maïsmeel, 2520,0 ,, wei.

(11)

in groep I (grofmeel) 2,72 K.G. gerstemeel, 1,22 K.G. maismeel en 12,35 K.G. wei;

in groep II (fijn meel) 2,70 K.G. gerstemeel, 1,21 K.G. maismeel en 12,23 K.G. wei.

C. D e derde en laatste weging geschiedde 2 September, derhalve weder na 28 dagen ; de r e s u l t a t e n gaven :

I grof meel. I I fijn meel. groepgewicht op 2 September 1444,0 K . G . 1469,0 K.G.

,, 5 Augustus 1210,0 ,, 1217,0 t o e n a m e 234,0 K . G . 252,0 K . G . gewicht per varken op 2 September 120,33 ,, 122,42 gemiddelde t o e n a m e per varken 19,50 ,, 21,00 ,, gemiddelde dagtoename 0,696 ,, 0,750 ,, Door het fijne maismeel was dus in deze periode een meerdere groei van 18,0 K.G. per groep verkregen; derhalve niet onbelangrijk meer

dan in de beide vorige perioden.

Twee dingen zouden daaraan h e b b e n k u n n e n meegewerkt en wel •dat de varkens ouder waren (zie de Amerikaansche proeven) en dat van 17 Augustus af het verschil in fijnheid van het maïsmeel belang-rijk grooter was (Partij I I I ) .

Gevoederd werd in deze periode per groep : *) 764,5 K . G . gerstemeel, 208,0 ,, maïsmeel, 2520,0 ,, wei.

h e t g e e n in verband m e t de gewichtstoename beteekent, dat bij groep I 1 K.G. gcivichtstoename verkregen is met 3,27 K.G. gerstemeel, 0,89 K.G. maismeel (grof) en 10,77 K.G. wei en bij groep II (fijn maïsmeel) door 3,03 K.G. gerstemeel, 0,83 K.G. maismeel en 10,00 K.G. wei.

H e t voordeel is in deze periode duidelijk ten gunste der fijne maling v a n het maïsmeel.

Bezien wij t h a n s de geheele periode der differente maïsmeelvoede-ring, derhalve van 10 J u n i — 2 September, dan blijkt :

I grof meel. I I fijn meel. eind-groepgewicht op 2 September . 1444,0 K . G . 1469,0 K . G . aanvangs-groepgewicht op 10 J u n i ... 801,0 „ 801,0 ,, t o e n a m e 643,0 K . G . 668,0 K . G . gemiddelde t o e n a m e per varken 53,58 ,, 55,67 ,,

,, dag 0,638 ,, 0,662 ,, meerdere groei per varken — 2,09 ,,

,, groep — 25,00

(12)

Mag nu uit een dergelijk verschil besloten worden, dat het fijnere maïsmeel verhoogend op de gewichtstoename heeft gewerkt ? Hiervoor is het noodig de gegevens van de m a t h e m a t i s c h e zijde t e bezien. Uit de daarvoor uitgevoerde berekeningen, loopende over den geheelen duur der proefneming (zie tabel I ) , volgt voor de g e w i c h t s t o e n a m e :

I (grof). I I (fijn). o = ^ L A A ) = 5.7 6 K.G. 12.34 K.G. n—1 w P V = 0.6745 o = 3.88 „ 8.32 ..

m = o : i/n = ^ ^ J ) =

L66

»

3

'

56

"

w F M = 0.6745 m = 1.12 „ 2.40 ., mDiff. = K " m ^ + " l n 7 = 3.93 K.G. wFDiff. = 0.6745 mDiff. = 2.65 „

Op den meerderen groei per varken van 2,09 K.G. rust dus een middelbare fout van 3,93 K . G . (of een waarschijnlijke fout van 2,65 K . G . ) , waardoor de praktische zekerheid niet verkregen is dat de varkens, gevoederd m e t het fijne maïsmeel, inderdaad daardoor een meerdere gewichtstoename gehad hebben. *)

Beschouwen we over de periode van 10 J u n i — 2 September de verbruikte hoeveelheid voedsel in verband m e t de gewichtstoename, dan is verbruikt 1824,5 K . G . gerstemeel, 605,0 K.G. maïsmeel en 7560,0 K . G . wei. D e gewichtstoename was in groep I 643,0 K . G . , in groep I I 668,0 K . G .

I n groep I (grof maïsmeel is dus voor 1 K . G . gewichtstoename gevoederd 2,84 K . G . gerstemeel, 0,94 K . G . maïsmeel en 11,76 K . G . wei en in groep I I (fijn maïsmeel) 2,73 K . G . gerstemeel, 0,91 K . G . maïsmeel en 11,32 K . G . wei.

Stellen wij 12 K . G . wei weder gelijk aan 1,0 K . G . gerstemeel en drukken alles eenvoudig uit in „ m e e l " dan is voor 1 K.G. gewichts-toename in groep I verbruikt 4,76 K.G. meel en in groep II 4,56 K.G. meel, derhalve door het fijne meel een minder verbruik van 0,2 K.G. o / ï , 2 % .

1) Men mag de praktische zekerheid als verkregen beschouwen, indien de meer-dere toename het 3 à 4 voudige van de waarschijnlijke fout of het 2 à 2£ voudige van de standaardafwijking (middelbare fout) bedraagt.

o = standaardafwijking, middelbare fout per individu V; m = middelbare fout het groepgemiddelde M betreffende; mDiff. = middelbare fout het groepverschil Diff. betreffende; wP = waarschijnlijke fout.

(13)

m

<

I'S

a> bJ3 o <Sœ 3 SU) S'S 3

s^s

•<$"< o o o o q o o o o o q o i d c 3 w c D i o c o c ~ c ^ e o : o ö o o o o o o o q o c q p ö H ai CD o; <?i ö w ^ oo T-l x o S ! o o p p p o o p p p p p o o o o o o o o o o o o cd as as r> r ! i > [ > « c O H d c r H r H r H r H r H r H r H r H r H r H C l r H o o o o o o o o o o o o GO lO 03 CD X X L-" CC CO IQ cd cd o o p p c o o o p p p o id aï IH H oi od ce -^ i - c i lo oi rHrH(NrHrHrH.-HrHrHrHrHrH p iO CD i O 00 rH p q p o o o p o O ' O O O i~ Ö IO ci cd es' I-H o i> rA -HH ai

_j «u> ^_J J J ' ^ I ^ I ^ f ^ J '._^ uv WJ 5 * o i > x » c o o c - t i 5 ! û q o q q o o q q o o o o ^ c i d c o H r - i ' d o c i m d c d rHrHC^PatNKNClcNCCKMCNlrH p O O O O O O C ' O C O O io ö ci ö ce x as x" cd cd cd as H i M I S W H H r i n O l H r l p p p o o o p p p o o o d rH M Ci C C Ó ?J id O H DÏ H I M i - i H H W I N W W H H r H o o o o o o o o o o o o rH rH rH rH rH i-H r-i T - i i ^ l H H H O ? •CO p. CD I O O rH CD l > O rH CCC 00 ^ © PU M' o o p p p o o o p p p o ( M ^ M H C O W H H H H H H o o p p p o p o p p p p rH (M C> S3 ' O O r H O S . o o p o o o o o p p p o cdcdxidx'asas'asxcdx'cd o o œ c i c - c B x i M ^ t - x r - œ o o o o o o o o p o o o id cô cd es' ö r-î ci cd ö x' ci [* CCCDL-lCXL^CDCDCDCDCDCD l O i O l ^ i O C O C D i O i O ^ c D i C i O O O O O O O O O O O O O

ö as" ö ai cd ci x as »o cd i> ai

^ M i w C 0 ^ " * C O C O C 0 - * C O C 0 rQ N N N N N £ , D N Ä NpÛ O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O coi>i>aiH?caöcJi>(yicöi> CO L> [> CD CC CD L"- CD L- iO i© CD O O O O O O O O O O O O LO l > •<* X CÔ Ö rH Ö »O •«* rH CO I O C O C O I O I O L O C C I O C O " * L Q I O O O O O O O O O O O O O H i O t - X C l O H f M a O H T X rH rH rH rH CM Cl (M

fee

<ü CO

fil

-S S o a> H CS

(14)

' s o a S CO co ^3 *1 Sr* £?

^

s S s e n o co -s^ C l

^

^ i CD c «4—. O) O 0} T Î

3

3 O Ca s ' S Cb © t l CC 'S • ^

^

o O i A

'.

.^

S K> i p> b. ! ^ 7 i i - r O 1 H O ^ ' 2 -^ 2 3 a 2 S c c S c « o rt c O >** 5 o o « j - ï t O • H c i •-s ^ ^ c ! CC l O *Cd ._; 5 ^ 3 5 ^

-

•-• 3 | £

a g

re- _• a«'s CM 2 CM ^ 5 Ï s

*>>

• S '5^ 2 s a 2 S C M <D cc o O > ^ P^ CD

=§3

» ,o 's ^

s °°

• — i —H •« = j= 5 ^ o - j o.«>8 CM 2 C M ^ % ca d s rö rö ! z ü > » OS l O i O © T - H c^ i a ö C D C O ï O ö —1 r~ l O ö X L~

-*

ö

»

co l O ö T - H l O o cr> ö co r -© ö CO

-#

CD ö co - n CD ö l O co

-*

© c~ L ~ l O o CM

^<

T - H C^ d co c^ CD Ö ^H T - H r-ö

g

1 ^ ö l O C O ^ H Ö c q O i C D Ö l O 0 3 C D Ö CO ^e CD Ö M CD Ö C D C O l O © ' co

r-^<

ö CM OS CO ö co

-*

i a CD o' • * T H c-~

°

l O cc L -O

-*

co ^ t < CO o ÏS co'

-*

o CO O c~ 00 co l ~ d o i a c -CD X l ~ C O co' l O 0 0 L ~ -Ö r~ CXI ö

~

X o X O

-*

X co c~ ö T-H CM X ©

-*

T " H l > c X p -C D O X l ~ • * ö ^H i a C D © ' co co CO CD © T—1 CM X ö 1 ^ o CD © ~ H l . ^ ia_

°

^H OS co © co C d

-*

ö CD CO co ö o i a i > © T - H C^ i O

°

T—1 c~ i a ö • c c D

--*

© co co i a © CS l O l O C D © CO - H CO © X L -CD Ö C O -<p C D Ö CX] i a CD © T - H co L^ © CO T-t CM O L^ o ' O IO c~ © co

^*

CD Ö

-*

^H r-© ' oa oei l O o ' c - L^-i a © © ^H rH CO CO ö co

-*

CD © [ ^ O CO ö co ^J< CD o ' co i ^

-*

O CCI a> © d

•^

T - K CD CM L^ © ' l - O X l ^ d X L~ CO d

-*

^H r~ d ^ i C» CO d l O T—1 CD d i—i r - H CO CO co d l O X [ > ;

°

t ^ © CO O r^ co O X [ •

--*

d o © l O o ' l O T - H

^*

T — f r~ d ^H T - H L~ d co

-*

CD © i a X L ^ d CM CM l O d X co l O © CCI r H CO X o ©

-*

T - H r^ © ^H CD ^ t < d r - H 1 ^ i a © i a co

-*

d X co l O d co T - H L^ T - H a> o CC co © T H T - H CCI X d co 05 X © C C I C C I l O © O S C D t ^ O 03 T - H O CO CO © ^H l . ^ -© CO • H H CD d co

-*

CD d C2 © co d co CM M< O c-T - H C^ CD © T - H C3 X d

-*

•CD

^*

d co co i a © X

-^

co d co CM

-*

d © CM CM — H i a © c^ © © ö CO a> co © CD co i a d T - H CD CM d

_,

co r-© X T - H co C M l O d

-*

T - H l ^ O

-*

CD - H © •CO C3 CO d

^*

o CO d T - H ©

-*

O T - H C d © © © © '

-*

T - H 1 ^ d

-*

r^ d T - H [ ^ i a © i a co

^*

© 1 ^ t ~ i a d CM Cd - H ©

^*

O co © © T H CM CO d X CM "*.

°

cn © CD d i a CD d -n C C I l O C i l O d co ^ i © d T - H 1 -l O d T - H 1 ^ i a d © 03 © © T - H

-*

d co CM tM

»

55 O O i a L -d co T - H © © i a C M © d T-H \ "* J © i F •* l eo > l A © i © CP-l l O l d

]

i CD b t 2 à cc CD "O p 'Ö

5 s

cc co r J O o © © © ö t > ©

•^

© O T - H © © "*\ © "* J © 1 f "* { CO > i c i © l o rok i a l © 1 b c 2 à « p ^3

ëü

(15)

P K O E F I I .

Ofschoon uit de vorige proef niet m e t voldoende zekerheid viel t e besluiten, dat de fijnere maling v a n h e t maïsmeel de meerdere gewichtstoename t e n gevolge heeft gehad, wijst h e t verkregen r e s u l t a a t toch ongetwijfeld in die richting. Wij h e b b e n d a a r o m aller-eerst deze proef in onveranderden vorm herhaald m e t wederom 2 x 12 varkens.

Deze proef d u u r d e van 20 Jul i — 7 D e c e m b e r 1925. H e t gemiddelde aanvangsgewicht der varkens bedroeg 52,42 K . G . (groep I , grove maïs) en 52,33 K . G . (groep I I , fijne maïs).

De vóórperiode van gelijke voedering duurde 28 dagen, v a n 20 Juli —17 A u g u s t u s ; gegeven werd weder gerstemeel en wei. ')

Na de weging op 17 Augustus bleek :

I grof meel. I I fijn meel.

groepgewicht 17 Augustus 2) 827,0 K . G . 825,0 K . G .

20 J u l i 629,0 ,, 628,0 t o e n a m e 198,0 K . G . 197,0 K . G . gewicht per varken op 17 Augustus 68,92 ,, 68,75 t o e n a m e per varken 16,50 ,, 16,42 ,,

d a g t o e n a m e per varken 3) 0,589 ,, 0,586 ,,

De beide groepen zijn mooi gelijk opgegroeid. I n deze periode is gevoederd per groep :

609,0 K . G . gerstemeel, 2520,0 ,, wei,

zoodat voor 1 K.G. gewichtstoename gevoederd is 3,08 K.G. gerste-meel en 12,76 K.G. wei (als gemiddelde van beide groepen genomen, gezien h e t zeer geringe verschil).

De periode der maïsvoedering begon 17 Augustus en eindigde 7 December, en was verdeeld in 4 m a a l 28 dagen voor de termijn-wegingen.

H e t maïsmeel werd in 5 partijen ontvangen, waarvan het fijnheids-onderzoek h e t volgende opleverde (in % ) :

1) Dagelijks bovendien wat gras en 10 Gr. voederkalk per dier. 2)' Zie tabel I.

3) Zie tabel I I .

(16)

Partij. > 2 m . M . >lV2m.M. >lV4m.M. > lm.M. >V2m.M. <V2m.M. Grof maismeel. I II III IV V Gemiddeld . 50.2 41.3 42.1 51.6 60.3 49.1 16.1 23.4 22.3 17.8 14.8 18.9 6.6 8.5 7.3 7.3 5.4 7.0 2.4 2.9 2.8 2.7 2.0 2.6 14.1 13.0 15.1 10.5 , 8.4 12.2 10.6 10.9 10.4 10.1 9.1 10.2 Fijn maïsmeel. I II III IV V Gemiddeld . 0.2 0.4 0.4 0.2 0.1 0.3 1.3 1.2 1.5 0.7 0.5 1.0 1.6 0.7 1.1 0.7 1.0 1.0 1.3 1.1 1.9 1.8 1.9 1.6 67.8 56.3 56.9 55.5 44.7 56.2 27.8 ' 40.3 38.2 41.4 51.8 39.9

I is gevoerd van 17 Augustus—6 September. I I ,, ,, ,, 7 September—30 September. I I I ,, ,, ,, 1 October—20 October.

I V ,, ,, ,, 21 October—8 November. V ,, ,, ,, 9 November—7 December. a. De eerste weging der maïsperiode had 14 September plaats.

I grof meel. I I fijn meel groepgewicht op 14 September 1065,0 K . G . 1068,0 K . G .

,, 17 Augustus 827,0 ,, 825,0

t o e n a m e 238,0 K . G . 243,0 K . G . gewicht per varken op 14 September 88,75 ,, 89,00 ,, t o e n a m e per varken 19,83 ,, 20,25 ,, dagtoename per varken 0,708 ,, 0,723 ,,

(17)

De varkens van groep II zijn in deze periode dus per groep 5,0 K.G. •meer toegenomen dan de met het grove meel gevoede dieren.

Voor de verkregen totale t o e n a m e der groepen werd verbruikt : 614,0 K . G . gerstemeel,

180,5 ,, maïsmeel, 2520,0 ,, wei,

zoodat voor 1 K.G. gewichtstoename verbruikt is in groep I 2,58 K.G. gerstemeel, 0,76 K.G. maïsmeel en 10,58 K.G. wei en in groep II

2,52 K.G. gerstemeel, 0,74 K.G. maïsmeel en 10,36 K.G. wei.

b . Op 12 October had de tweede weging plaats, dus weder na eene periode van 28 dagen maïsvoedering.

I grof meel. I I fijn meel. groepgewicht op 12 October 1291,0 K . K . 1307,0 K . G .

, , 1 4 September 1065,0 ,, 1068,0 t o e n a m e 226,0 K . G . 239,0 K . G . gewicht per varken op 12 October 107,58 ,, 108,92 ,, t o e n a m e per varken 18,83 ,, 19,92 ,, dagtoename per varken 0,673 ,, 0,711 ,,

In dit tijdperk bedroeg de meerdere gewichtstoename per groep derhalve 13,0 K.G. ten gunste van het fijne maïsmeel.

Verbruikt is in deze periode per groep :

633,0 K . G . gerstemeel, 316,5 ,, ,maïsmeel, 2520,0 ,, wei,

of voor 1 K.G. geivichtstoename 2,80 K.G. gerstemeel, 1,40 K.G. maïsmeel en 11,16 K.G. wei in groep I en 2,64 K.G. gerstemeel,

1,32 K.G. maïsmeel en 10,54 K.G. wei in groep II.

C. V a n de derde weging op 9 November werden de volgende resul-t a resul-t e n genoresul-teerd :

I grof meel. I I fijn meel. groepgewicht op 9 November 1533,0 K . G . 1559,0 K . G .

,, 12 October 1291,0 ,, 1307,0 t o e n a m e 242,0 K . G . 252,0 K . G . gewicht per varken op 9 November 127,75 ,, 129,92 ,, t o e n a m e per varken 20,17 ,, 21,00 ,, dagtoename per varken 0,720 ,, 0,750 ,,

(18)

I n dit tijdvak dus wederom een grootere gcivichtstoename bij de fijne maïsmeel-varhens en wel 10,0 K.G. voor de groep.

Aangezien per groep verbruikt is

672,0 K . G . gerstemeel, 336,0 ,, maïsmeel, 2520,0 „ wei,

beteekent dit voor 1 K.G. geivichtstoename een verbruik van 2,78 K.G. gerstemeel, 1,38 K.G. mdismeel en 10,92 K.G. wei voor groep I en 2,66 K.G. gerstemeel, 1,3$ K.G. maïsmeel en 10,00 K.G. wei voor groep II.

d. Op 7 December had de l a a t s t e weging p l a a t s ; periode derhalve weer 28 dagen.

I grof meel. I I fijn meel. groepgewicht op 7 December 1766,0 K . G . 1799,0 K . G .

, , 9 November 1533,0 ,, 1559,0

t o e n a m e 233,0 gewicht per varken op 7 December 147,17

t o e n a m e per varken 19,42 dagtoename per varken 0,693

240,0 149,92

20,00 0,714 De meerdere gewichtstoename der fijne maïsmeel-varkens bedroeg in dit tijdvak 7,0 K.G. per groep.

Verbruikt is aan voer :

676,0 K . G . gerstemeel, 338,0 ,, maïsmeel, 2880,0 ,, wei.

Voor 1 K.G. gewichtstoename is derhalve opgenomen 2,90 K.G. gerstemeel, 1,56 K.G. maïsmeel en 12,36 K.G. wei in groep I en 2,82 K.G. gerstemeel, 1,90 K.G. maïsmeel en 12,00 K.G. wei in groep II.

W a n n e e r wij het resultaat v a n de geheele periode der maïsmeel-voedering (dus v a n 17 Augustus—7 December) overzien d a n blijkt :

I grof meel. I I fijn meel. eind-groepgewicht op 7 December ... 1766,0 K . G . 1799,0 K . G . aanvangs-groepgewicht op 17 Aug. .. 827,0 ,, 825,0 toename

gemiddelde t o e n a m e per varken .. ,, dag meerdere groei per varken

,, groep 939,0 78,25 ,, 0,699 ,, — — 974,0 81,17 0,724 2,92 35,00

(19)

Wij zien hieruit dat het resultaat geheel analoog dat van de eerste

-proefneming is.

Indien wij wederom de waarschijnlijkheidsberekening op de

ver-kregen gegevens der geheele proefneming toepassen, dan vinden wij

de volgende cijfers betreffende de gewichtstoenamen.

I (grof). I I (fijn).

a = ^ ' A A )

= a 8 8 KG

._

a 5 0 K G

_

n—1

wPV = 0.6745 a — 5.99 „ 4.38 ,,

m = o : l / n = ^ J Ä A )

= 2

.56 ., 1.87 „

n (n—1) "

wFM = 0.6745 m = 1.72 „ 1.26 „

mDiff. = l / n V ~ + m 7 = 3.17 K.G.

wFDiff. = 0.6745 mDiff. = 2.14 „

Ook bij deze proefneming is derhalve de practische zekerheid van

het resultaat niet verkregen. Gezien echter de groote overeenstemming

tusschen beide proeven, alsmede het regelmatig verloop ten gunste

der fijnere maling Is de waarschijnlijkheid zeer groot, dat het verschil

inderdaad door de fijnere maling is ontstaan.

Indien wij voor de geheele periode der maïsmeelvoedering het

netto-rendement berekenen dan blijkt, dat in totaal door elke groep

ver-bruikt is :

2595,0 K.G. gerstemeel,

1171,0 ,, maïsmeel,

10440,0 ,, wei.

Daar de toenamen der groepgewichten 939,0 en 974,0 K.G.

bedroe-gen is voor 1 K.G. gewichtstoename verbruikt in groep I 2,76 K.G.

gerstemeel, 1,24 K.G. maïsmeel en 11,12 K.G. wei, en in groep II

2,66 K.G. gerstemeel, 1,20 K.G. maïsmeel en 10,72 K.G. wei.

Wordt 12 K.G. wei weder gelijkgesteld met 1 K.G. gerstemeel en

alles in Kilogrammen „meel" uitgedrukt dan is in groep I voor 1 K.G.

gewichtstoename 4,92 K.G. meel verbruikt en in groep II 4,74 K.G.,

zoodat derhalve door de fijnere maling een minder verbruik is van

0,18 K.G. of 3,7 °/

0

, eene uitkomst vrijwel overeenkomende met die

(20)

v-3

<

o P.

S

fi <D S CS s o X Ä Ü

'S

O 6 M s o Ä c s 03 O * * fcJ)0J

*3

P o r - +? H ^ £

_,

'S iS bc o

5 ^

o -^ ® 55-80 0! •>

°°1

01

i - i O S Cu o M " g . ^ O j ) r- - * T - ( H ^ 3 b ß 5 « 3 ^ o < <

s s

ô fi O O Os

^

O CM T-i "ft r H fcß fi <t D -fi id 1-2 8s OH C M fi

>

p p p o p o o p p p p p t > IQ CO L^ t > l" TH c i d c d Q L -l > 00 ^> L - L - L - 00 t > L— OS OS CD o p p p p o o p p p p p os "<p oo i d ce cd ç" o -*f I-H io cï c o o o o o s o s c s o a s o o i - i O G O o o o o p o o p o o p p r H C M d o d i - ^ r H C - ' X - ^ C Ï d ( M ( M H ( M H C g ( M H i H ( M N H o o o o o o o o o o o p ö ai d od i d c i d o co cd có t> C C I C l r H r H C M r H C M C M r H C i C M T - H o o o o p o o o o o p p O Ó o C - r H T H O S ^ O S ' C Ó O O ' ^ O Ö O HHIMIMH«HHPI(MHH o o o o o o o o o o o p GO e i T-i 00 L-^ i-i r-î l> CD CM O* 00 i - i l M W r H H C M C M H r i C I C M i - i o c o p p o o o p o p p e i a s i d c d a s d c i x " * x i d i d o o o o o o o o o o o p r> ö ai oó o o? d --* i d o TA cd c o o c C ' * - * ' * 0 " t o : L ' - < n C ' i T-H T - l i - t T - I r H I-H I - l 1—1 o o o o p o o o o o p p d cc -+ x ' o e i os t--^ r^ d a i i> r - . C C C M C J C O C J C O C l r H - c l H C O O o o o o p o o o o o p p cc" i d x o i d cd o ' r^ os cc o d o n C ' H C O ' - o a j t M H a i o o o o o o o o o o o p oc o" t> as d L- d a; T-i os có -*" t c x x c o œ o x c o c s o c -o -o -o -o -o -o -o -o p p p p d i d d - - ï c i d o s c i i d i > ' ^ d c i ' - i ' r ' C C i > i ' ' ö i > r - i o p p p p p p p p p p p p o d d r H c d d o d - ^ — - c s d r H ^ H i S i O i O i O i O ï O i O i O i O i O " * N ^ / O , Q N^^,^ N N N îs] X O S O r H C M C O - ^ O r H d C O " * H H r l H r - 1 CM CM CM CM CM fc " * » * * * * «« «« ft§5 g p ' r t ° b Ö O o a i co O S l O ca cd [ > p C O o cd co CM O c i

-^

CM O d C 3 CQ O É C l O cd O r H O d CD L-* o cd co l O p

s

o i d C D O T* O [ ^ C 3 X O a i C l CD 1 'rt CÔ O H l O o CM O S o d C l CO X X co X a i o l O d

1 1 r -f >

1

s

X l O o 1 Ö cd X CM a: 0 0 o • — 1 C l C 3 l O l—~' 1

's

CD O o q o o o o o q q o o q a i x e i i d e i L> cd >d d i--' d d CO X X X X 1 - X L- X X l - OS p p o o p p p o p o p p có i d o" cd r-^ i d - * cd x OJ -h t ^ O O O O O O S O i O S O S O i O a s O p p p p p o p p p p p o i d d d d d i—" o d F- x* a i cd T M C l C l C J C J C J C > l r - ' i - H C J T - - ( C l OOOOOOOOO'OOO i > m H H H d - * d c c ' d c w r - i C l C 3 CM CM r H C J C a C l CM C J CM p o o o o o p p p o o o D - ^ a i c d c d c i o c i r - T - i d d c d H r t t M C M t M N n n l M n r H N o o o o o o o o o o o o o d co H d L^ d c4 d ie' H - ! C J C ^ r H d i - i T ~ I C M C M r - I C M C M C 3 o o o o o o o a O ' O o o - t V o ö c d d c o H X c o d x i > p o o o p o p p p c o o a i - * o cd cd x" d i> i— x' -* d C l IC lO i C T U - f - t T f i C ie- i e o r l H H H n H H H r - I n r - i n p O ' O O O O O O p O O ' O •rfH X O CO CO [ ' - d r H -fH i d l d c d O OO OO OO OOO OO I-' i d a i c i c i x" c i i-î rA >d id o O S O O r H O O O r H r - 1 — I r i O l o o o o o o o o o p o p o d d as o x cd - * o ' d o r-' x x x x x x o o o s a s a s c s o s p o o o p p p p p o p o d d x c o r H r - î c d c M t - î ^ x d C f f i O c O c o r - c D r - r - r - c - i > p p p p p p p p p p p p zódc>cizöcQoi-^c6'^5c^ci ^ ^ ) O i O ^ ( O i O ) O u : i O C O N , Q N ^ ^ . 0 N N ^ 3 , 0 ^ , 0 r H C Q C O - ^ i O O I > i O C O [ > X O S o " [Zj K ^ ^ ^ ^ ^ P ^ ^ ^ ^ ft^:2 £-Sfi O " p

-*

as r-X p L -O o

-*

C M O c i o c q O Oi CO ca O cd C3 O l >

^

O

^

O o" 1 0 r H O I . ~ O OZ 1-1 o

i

T

~

{ o i d C l X o X C J CO 1 1 oi o H Os O r> o o o

s

8 CM CM O Os ie> CM d CM CM T C d

—1

1 1 p

-*

§ as C l CM as od o o o a i X u Q [ > X * CC

—1

——

C C co CM l d 1 1 1 3 § co t i

(21)

M

t l

s

a •_; - s en e s ÖS s 13 ^3 05 4> O m

8

s

<S

t — 1 1—1

ft

S-i r h T3 3 g S e s ^ 3 0 -*-* -iJ » S o "* S 5 - ^ ® ^ &i> 2 « ri S^s s a « 2 s> ^ m a o h-r

ft

CD s-( rh T 3 1 > 0 § ° 0 + ^ <D Z;3R CM i-t C i •K ^ ** 2 3-s ° i—« i—i a tua s + j 2

^s<

8 S l-ëc 3 S J {z; !» s* CD r H CD O CD CO î O o r^ O CD O c~ O CD O

-*

r-i c~ o o o l O o r H ta et) r~ o m I N co <-> ^ H

CT

0 0 O ( X I L -CD O H , T — , t > o t ^ o CD O

CT

C<1 CO t > o H H 7 - { r~ r-> o l O L ^ O r H

CT

oo o CO

-*

CO o CO

-*

CD O CO CO l O [ ^ O ^ H r H C -o

(~>

l O c-o T — ,

CT

oo o o l O i ~ o CO H < CO o ^x

CT

CO L ^ O •* - H C ~ r->

S

c^ o L O '.!) L -O on r ~ co O CD CO l O O l O [ ~ OO CD O t " > l O l > t - > on c^ CD O

-*

^ H l > O t -o CD O CO ^ K CD O co ^-<

-*

r~ o

-*

r-<~>

c~ ta 0 0 o or) c~ CO o ^*< r - \ c-o CO a> CO o [ ~ CO CD CO o ~ H c~ l O o ^ H ^ H l > O c~ o CO o ta 0 0 c^ o CO ^j< CO o ta ^ H ^ H C -o r^ o CD O

^

CT

0 0 O o ta

\^~

o GO L ^ CO O CO ~v CO o CD H r^ t ~ [ ^ O r ^

CT

0 0 o

-*

7—t D ^ O oo l ^ co o co co oo o CO co ta o [ ~ r H 0 0 r~ co O 0 0 £ ~ CD O

-*

i—i D ~ O - M C ^ l O o o l O l > o co

^*

CD O 0 0 T—, CO o oo o

^

CT

oo o r H

CT

0 0 ö 1—1

CT

0 0 o o l O [ ^ o t ^ o C D O CO r H

3S

I > O

^

T - H E^-O

s

c-o r ^ r-t c~ o co

CT

L ^ O œ QO l O © • o 2

ë

S

0 0 oo CD o o UO F -o M< ^ H Ö CO H < CD O CO • H * CD O oo ( M

-#

O 0 0 0 0 l O c~ o l O 0 O c~ o r H CT oo d CO H , CD O l O 0 0 I > o 0 0 L ~ CD O CC'

CT

l O CD O CD CO i d O r H L ~ d r~) 1G> t ~ O o l O L ^ O CD CO ta o o r H oo 0 0 CD o

-*

r H l~-o CO

-*

CO d o o L ^ o CO ^ H CD o CO H I CD o r H r H c^ ! 7 I CD O ^ H L ^ m o CO ca 00 ö oo c~ CD O c^ f ) CD O OO E ^ CD O

CT

T—I [ > • 0 0 CO o o ta V-o 0 0 1 ^ CD Ö t > ta o o l O c~ o

_,

L ~ l O O CO T — 1 CO

CT

c~ o !-> l O [ > -o ^n T - H 0 0 [ > CD O <-t ta c^ o oo L ^ CD O

-*

T — , CO ^ f CD O L ^ < •> CD O

-*

CO

•*

CD O t ~ o CO o CO • - H CO O O

CT

l O

CT

C D O co

-*

co o co

-*

co CD CO ^ H CD O - H [ > ta o o c 1 l O o ^ H

CT

•~>

C O oo o r-,o 0 0 o r-A

CT

0 0 ö t r ~ ta 0 0 o l O (X) t ^ o co ^n C D O

CT

CT

co o 0 0 o l O it) L ~ O r H

CT

00 ö co

-*

CO o

-*

CD CO O CD CO l O o CO CM 0 0 CO l O o ^_, o l O o r~ o CD Ö r H I C O co H < co o co co l O o - H

CT

os os œ o co co 'CO o o CM d co c~ co o 0 0 o [ ^ o os oo tfi o i>r£ c j ) 2 CD ^

(22)

P E O E F I I I .

Uit de beschreven proefnemingen volgde dus — m e t zeer goede overeenstemming in het geheele verloop en resultaat •— dat de varkens, welke gevoed waren m e t het fijne maïsmeel een meerdere gewichts-t o e n a m e per dier gewichts-toonden van 2,09 en 2,92 K . G . en voor 1 K . G .

ge-wichtstoename een minder voedselverbruik van 4,2 resp. 3,07 °/0 ; de

practische zekerheid, dat deze verschillen door de fijnere maling van het maïsmeel waren veroorzaakt ontbrak evenwel.

I n d i e n nu de fijnere maling toch de oorzaak is geweest, dan zou t e verwachten zijn, dat bij de verhooging van de hoeveelheid maïsmeel in het rantsoen en een langere voedering tot zwaarder gewicht, de verschillen grooter zouden worden t e n voordeele der fijnere m a l i n g ;

dit bleek ook inderdaad het geval te zijn.

Deze derde proef duurde van 6 J a n u a r i tot 22 J u n i 1926, dus 167 dagen en werd uitgevoerd m e t twee groepen, elk van 12 varkens. H e t lichaamsgewicht der varkens was bij het begin der proef op 6 J a n u a r i voor groep I 36,33 K . G . en voor groep I I 36,25 K . G . (zie tabel I ) , terwijl gemest werd tot een gemiddeld gewicht v a n circa 300 pond. D e hoeveelheid maïsmeel werd n u zoo gekozen, dat de verhouding van dit tot gerstemeel 2 : 1 naderde (bij de eerste proefnemingen was deze verhouding juist andersom).

De vóórperiode v a n gelijke voedering, zonder maïsmeel, duurde 28 dagen, van 6 J a n u a r i tot 3 F e b r u a r i . D e voeding bestond wederom uit gerstemeel en wei en voorts vischmeel, hetwelk langzaam in het r a n t -soen werd ingevoerd en w a a r v a n gedurende het geheele verloop der proefneming de hoeveelheid m a x i m a a l 150 G r a m per dier per dag bedroeg, welke hoeveelheid aan het einde weder verminderd werd tot 50 G r a m per dag, hetgeen zoo bleef tot aan den dag v a n de slacht.

D e samenstelling van h e t gebruikte vischmeel was :

6 J a n . — 1 8 M r t . 18 M r t . — 2 2 J u n i . totaal eiwit 66,90 % 64,73 % werkelijk eiwit 45,30 ,, 41,43 vet 5,11 ,, 4,67 asch 16,90 ,, 17,87 zand 0,66 ,, 0,65

vocht 13,55 ,, 13,35

keukenzout 3,25 ,, 2,17

phosphorzuur ( P205) 4,91 ,, 5,26 w a t e r oplosb.-N 4,45 ,, 4,61 ammoniak-N 0,28 ,, 0,38

D e fijnheid van het gerstemeel :

> 2 m.M. > F/2 m.M. > V/t m.M. > 1 m.M. > 72 m.M. < ya m.M.

f\ Cl (\J. o 1 ft/. o A ft/ n a ft/ ctn r\ r\t û o A e\l

(23)

Uit de weging op 3 F e b r u a r i bleek (zie voor de individueele cijfers der gewichten en t o e n a m e n de tabellen I en I I ) :

groep I (grof) groep I I (fijn) groepgewicht op 3 Februari 592,0 K . G . 589,0 K . G .

,, 6 J a n u a r i 436,0 ,, 435,0 t o e n a m e 156,0 K . G . 154,0 K . G . gewicht per varken op 3 Februari 49,33 ,, 49,08 t o e n a m e per varken 13,00 ,, 12,83 dagtoename per varken 0,464 ,, 0,458

De gelijkmatigheid in beide groepen is goed. Gebruikt is in deze periode per groep aan voedsel :

425,0 K . G . gerstemeel, 4,0 ,, vischmeel, 2520,0 ,, wei.

I n verband m e t de gewichtstoename per groep is in groep I ver-bruikt 2,72 K.G. gerstemeel, 0,02 K.G. vischmeel en 16,16 K.G. wei en in groep II 2,76 K.G. gerstemeel, 0,02 K.G. vischmeel en 16,36 K.G. wei voor 1 K.G. gewichtstoename.

D e periode der maïsmeelvoedering begon 3 F e b r u a r i en eindigde 22 J u n i en was verdeeld in 3 tijdvakken, elk v a n 28 dagen, één van 35 en één v a n 20 dagen. H e t voor dezen geheelen tijd van 139 dagen benoodigde maïsmeel is in 5 partijen v e r m a l e n ; de fijnheidscijfers

(in °/0 ) waren : Partij > 2 m . M . > i y2m . M . > i y4m . M . > 1 m.M. > y2 m.M. < y2 m.M'. Grof maïsmeel. I II III IV V G-emiddeld . 66.1 42.7 58.6 58.7 64.6 58.1 13.8 22.7 14.3 13.8 13.3 15.6 5.7 7.6 5.8 5.5 5.4 6.0 1.7 3.8 2.3 3.0 1.6 2.5 5.9 10.5 10.0 8.3 6.7 8.3 6.8 12.7 9.0 10.7 8.4 9.5 I II III IV" V Gemiddeld. 0.1 0.3 0.1 < 0 . 1 spoor 0.1 Fijn 0.4 0.7 0.4 0.4 0.1 0.4 maïsmeel. 0.1 1.7 2.1-1.0 0.3 1.2 2.6 2.8 4.3 1.5 0.4 2.3 49.4 49.0 52.1 46.1 29.3 45.2 46 5 45.5 41.0 51.0 69.9 50.8

(24)

Voorts geven wij in onderstaande tabel de verdeeling van h e t eiwit e n de minerale bestanddeelen over de verschillende fracties, uitge-d r u k t in procenten v a n uitge-de totaal aanwezige hoeveelheiuitge-d uitge-dezer be-standdeelen. Eiwitachtige stoffen. Partij. > 2 m . M . > i y2m . M . >174m.M. > lm.M. > Va m.M. <y2m . M . Grof maïsmeel. I II III IV V •Gemiddeld. 64.84 41.22 57.19 56.67 63.55 56.69 14.01 22.80 14.08 14.06 13.46 15.68 6.13 8.28 6.32 5.91 5.53 6.43 1.85 4.05 2.45 3.15 1.70 2.64 6.20 10.90 10.40 8.78 7.15 8.69 6.97 12.75 9.55 11.43 8.61 9.86 I I I III IV V Gemiddeld . 0.06 0.18 0.06 0.06 Fiji 0.28 0.48 0.30 0.27 0.05 0.28 maïsrueel. 0.93 1.50 1.98 0.91 0.20 1.10 2.62 2.78 4.23 1.53 0.32 2.30 48.16 48.35 50.24 44.79 29.46 44 20 47.95 46.72 43.18 52.55 69.97 52.07 Minerale bestanddeelen. Partij. > 2 m . M . > i y2m . M . > PA m.M. > l m . M . > 72 m.M. < V2 m.M. I II III IV V Gemiddeld . 42.51 17.68 34 15 33.13 36.95 32.88 G 16.89 18.50 16.29 15.39 16.00 16.61 •of meel. 9.61 10.97 8.35 8.11 9.58 9.32 3.04 6.19 3.40 4.68 2.97 4.06 11.85 19.08 16.38 14.03 13.44 14.96 16.10 27.58 21.43 24.66 21.06 22.17 Fijn meel. I II III IV V Gemiddeld . 0.09 0.34 0.09 0.10 0.49 0.80 0.46 • 0.47 0.44 0.95 1.27 1.15 0.84 0.34 0.91 1.49 1.36 1.85 0.91 0.32 1.19 25.94 26.93 29.07 24.04 14.10 24.02 71.04 69.30 67.38 73.74 85.24 73.34

(25)

Men ziet uit deze cijfers dat de verdeeling van het eiwit ongeveer

gelijken tred houdt met de fijnheidsverdeeling van de maïskorrel,

ter-wijl dit bij de minerale bestanddeelen niet het geval is. Euim de

helft van het eiwit bevindt zich bij het grove meel in de grofste en bij

het fijne meel in de fijnste fractie, evenals deze verhouding ten

opzichte der -fijnheidsverdeeling is; daarentegen bevinden zich van de

minerale bestanddeelen maar

1

/

3

deel in de grofste fractie van het

grove meel en circa

3

/

4

in de fijnste fractie van het fijne meel.

x

)

Partij I werd gevoerd tot 8 Maart, I I tot 5 April, I I I tot 30 April,

IV tot 25 Mei en V tot het einde op 22 Juni.

De fijnheid van het in beide groepen gebruikte gerstemeel was :

3 Februari— 3 Maart . 3 Maart—31 Maart . . 31 Maart—28 April . . 28 April—2 Juni . . . 2 Juni—22 Juni . . . Gemiddeld . . . > 2 m.M. 1.6 1.6 1.3 1.7 1.0 1.4 > 1 V . m.M. 2.9 2.9 2.4 3.1 . 2.4 2.7 > IV4 m.M. 3.3 3.6 3.7 4.4 4.9 4.1 > 1 m.M. 2.2 3.2 2.8 3.8 3.6 3.1

> V.

m.M. 28.9 31.2 34.2 29.2 35.1 31.7

< V.

m.M. 61.1 57.5 55.6 57.8 53.0 57.0

a. De eerste weging in de maïsmeelvoedering vond plaats op

3 Maart.

I grof meel. I I fijn meel.

groepgewicht op 3 Maart 817,0 K.G. 837,0 K.G.

,, 3 Februari 592,0 ,, 589,0

t o e n a m e gewicht p e r varken op 3 M a a r t gemiddelde t o e n a m e p e r varken .. ,, d a g 225,0 K . G . 68,08 ,, 18,75 ,, 0,670 ,, ' 248,0 69,75 20,67 0,738 ' K ) , j G.

In dit eerste tijdvak van 28 dagen was dus nu de meerdere groei

per varken reeds hijna even groot als bij de vorige proeven in alle

tijdvakken samen.

Verbruikt is in dit tijdvak :

389,0 K.G.

228,0 „

38,7 ,,

2520,0 ,,

gerstemeel,

maïsmeel,

vischmeel,

wei,

1) Zie voor d e verdeeling v a n m i n e r a l e stoffen e n eiwit i n <de verschillende lagen

d e r m a ï s k o r r e l ook K L E I N , A N I E L A , H A R R O W , P I N E en F U N K , T h e n u t r i t i v e v a l u e of

various layers of t h e w h e a t a n d corn k e r n e l , Americ. J o u r n . of Physiol., B d . 76, n ° . 2, bldz. 337—246, 1926.

(26)

zoodat in verband m e t de gewichtstoename der groepen, voor 1 K.G. gewichtstoename verbruikt is in groep I 1,73 K.G. gerstemeel, 1,01 K.G. maïsmeel, 0,17 K.G. vischmeel en 11,20 K.G. wei en in groep II 1,57 K.G. gerstemeel, 0,92 K.G.maïsmeel, 0,16 K.G. vischmeel en 10,16 K.G. wei.

H e t verschil is reeds zeer duidelijk.

b . D e tweede weging geschiedde op 31 M a a r t , dus weder na eene periode van 28 dagen.

I grof meel. I I fijn meel. groepgewicht op 31 M a a r t 1024,0 K . G . 1088,0 K . G . ,, 3 M a a r t 817,0 ,, 837,0

251,0

90,67

20,92

0,747

K.G.

,,

i t t o e n a m e 207,0 K . G .

gewicht per varken op 31 Maart 85,33 ,, gemiddelde t o e n a m e per varken 17,25 ,,

,, dag 0,616 ,,

H e t verschil is n u reeds niet onbelangrijk t e n voordeele der fijnere m a l i n g ; het groepverschil bedraagt reeds 6$,0 K.G.

Aan voedsel is in dit tijdvak verbruikt :

233,0 K . G . gerstemeel, 460,0 ,, maïsmeel,

50,4 ,, vischmeel, 3000,0 ,, wei.

Aangezien de gewichtstoenamen 207,0 en 251,0 K . G . bedroegen, is voor 1 K.G. gewichtstoename verbruikt in groep I 1,13 K.G. gerste-meel, 2,22 K.G. maïsgerste-meel, 0,24 K.G. vischmeel en 14,49 K.G. wei; in groep II 0,93 K.G. gerstemeel, 1,83 K.G. maïsmeel, 0,20 K.G. vischmeel en 11,95 K.G. wei.

"Wederom derhalve een voordeel t e n gunste der fijne maling. C. H e t derde tijdvak eindigde 28 April, dus n a een tijdsduur v a n 28 dagen.

I grof meel. I I fijn meel. groepgewicht op 28 April 1251,0 K . G . 1373,0 K . G .

,, 31 M a a r t 1024,0 ,, 1088,0 t o e n a m e 227,0 K.G. 285,0 K . G .

gewicht per varken op 28 April 104,25 ,, 114,42 gemiddelde t o e n a m e per varken 18,92 ,, 23,75

,, dag 0,675 ,, 0,848 D e gemiddelde gewichtstoename per dag en per varken is dus in dit tijdvak 0,173 K.G. m e e r geweest bij de varkens der fijne maïsmeel-groep; het groepverschil bedraagt reeds 122,0 K.G.

(27)

E r werd aan voedsel verbruikt :

273,0 K . G . gerstemeel, 546,0 ,, maïsmeel,

38,1 ,, vischmeel, 3360,0 „ wei,

d. i. voor groep I per 1 K.G. gewichtstoename 1,20 K.G. gerstemeel,

2 , ï l K.G. maïsmeel, 0,17 K.G. vischmeel en l ï , 8 0 K.G. ivei, en in

groep II 0,96 K.G. gerstemeel, 1,91 K.G. maïsmeel, 0,13 K.G. visch-meel en 11,79 K.G. wei.

H e t voordeel der fijnere maling blijft aanhouden. d. De vierde weging h a d na 35 dagen *) plaats, op 2 J u n i .

I grof meel. I I fijn meel. groepgewicht op 2 J u n i 1523,0 K . G . 1680,0 K . G .

,, 28 April 1251,0 ,, 1373,0 toename 272,0 K . G . 307,0 K.G. gewicht per varken op 2 J u n i 126,92 ., 140,0

gemiddelde t o e n a m e per varken 22,67 ,, 25,58 ,, dag 0,648 ,, 0,731 D e fijne maïsmeel-varkens zijn dus in dit tijdvak bijna 1 ons per dag m e e r toegenomen; het groepverschil bedraagt thans 157,0 K.G.

Verbruikt is in die 35 dagen :

350,0 K . G . gerstemeel, 700,0 ,, maïsmeel,

21,0 ,, vischmeel, 4200,0 ,, wei,

d.i. voor 1 K.G. gewichtstoename in groep I 1,29 K.G. gerstemeel,

2,57 K.G. maïsmeel, 0,08 K.G. vischmeel en 1 5 , M K.G. wei en in

groep II 1,14 K.G. gerstemeel, 2,28 K.G. maïsmeel, 0,07 K.G. visch-meel en 13,68 K.G. wei.

e. De l a a t s t e weging geschiedde 22 J u n i , na een tijdvak van

20 dagen.

I grof meel. I I fijn meel. groepgewicht op 22 J u n i 1675,0 K.G. 1861,0 K.G.

,, 2 J u n i 1523,0 ,, 1680,0 t o e n a m e 152,0 K.G. 181,0 K gewicht per varken op 22 J u n i 139,58 ,, 155,08 , t o e n a m e per varken 12,67 ,, 15,08 , dagtoename per varken 0,633 ,, 0,754 ,

G

1) In verband met drukke werkzaamheden, andere 'proefnemingen betreffende, is deze periode een week verlengd.

(28)

De meerdere groei in de fijne maïsmeel-groep is wederom duidelijk en bedroeg 0,120 K . G . per dag; het groepgewicht is thans 186,0 K . G . hooger dan dat van groep I .

Aan voedsel werd in deze periode verbruikt : 200,0 K . G . gerstemeel,

400,0 ,, maïsmeel 1) ,

12,0 ,, vischmeel en 2400,0 ,, wei,

zoodat voor 1 K.G. gewichtstoename verbruikt is in groep I 1,32 K.G. gerstemeel, 2,63 K.G. maïsmeel, 0,08 K.G. vischmeel en 15,79 K.G. wei; in groep II daarentegen 1,18 K.G. gerstemeel, 2,21 K.G. maïs-meel, 0,07 K.G. vischmeel en 13,26 K.G. wei.

Beschouwen wij t h a n s eens de geheele periode van 3 F e b r u a r i tot 22 J u n i der gedifferentieerde maïsmeelvoedering dan blijkt :

I grof meel. I I fijn meel. eind-groepgewicht op 22 J u n i 1675,0 K . G . 1861,0 K . G . begin-groepgewicht op 3 Februari ... 592,0 ,, 589,0 ,, totale t o e n a m e 1083,0 K . G . 1272,0 K . G . meerdere t o e n a m e — 189,0 ,, meerdere t o e n a m e per varken — 15,75 ,, gemiddelde t o e n a m e per varken 90,25 ,, 106,00 ,,

,, dag 0,649 ,, 0,763 ,,

Wij zien uit deze cijfers dus een belangrijk verschil ten gunste der

voedering met het fijne maïsmeel.

Indien wij de waarschijnlijkheidsberekening toepassen om na t e gaan of deze conclusie gewettigd is dan blijkt (over het verloop d e r geheele proefneming) :

I grof meel. I I fijn meel

o = ^ « A A J = 7.64 K.G. 16.35 K.G. n—1 w F V = 0.6745 a = 5.15 „ 11.02 „ m = a : l / n = ^ J A A > = 2.20 ,, 4.72 ,, n (n—1) " " w F M = 0.6745 m = 1.49 „ 3.18 „ mDiff. = 1 / n V ~ + m ? = 5.20 K.G. wFDiff. = 0.6745 mDiff. = 3.50 „

W a a r het verschil der groepgemiddelden (toenamen) 15,58 K . G . =

4,45 x de waarschijnlijke fout is, bestaat de practische zekerheid,,

dat het verschil in groei der twee groepen veroorzaakt is door het

verschil in fijnheid van het gegeven maïsmeel.

1) De laatste vier dagen was het maïsmeel in de twee groepen van gelijke fijn-heid, doordat de partij gebruikt was en het, met het oog op het eindigen der proef, niet noodig geoordeeld werd daarvoor nog een extra maling in Wageningen te laten-plaats hebben.

(29)

I n totaal is in h e t tijdvak der gedifferentieerde voeding (3 F e b r u a r i —22 J u n i per groep verbruikt :

1445,0 K . G . gerstemeel, I 160,2 ,, vischmeel, 2334,0 ,, maïsmeel, | 15480,0 ,, wei,

terwijl de gewichtstoenamen per groep waren 1083,0 K . G . (I) en 1272,0 K . G . (II) d.i. derhalve voor 1 K.G. gewichtstoename verbruikt in groep I (grof meel) 1,33 K.G. gerstemeel, 2,16 K.G. maïsmeel,

0,15 K.G. vischmeel en 14,29 K.G. wei en in groep II (fijn meel)

1,14 K.G. gerstemeel, 1,83 K.G. maïsmeel, 0,13 K.G. vischmeel en

12,17 K.G. wei.

B r e n g e n we wederom 12 K . G . wei in rekening als 1 K . G . gerste-meel en drukken alles totaal in Kilogrammen „ m e e l " uit, dan is door de varkens van groep I (grof meel) voor 1 K.G. gewichtstoename verbruikt 4,83 K.G. meel en door die uit groep II (fijn meel) 4,11 K.G. derhalve een minder verbruik van 0,72 K.G. of 14,9 %.

I n het volgende overzicht hebben wij de r e s u l t a t e n der drie proeven t e dien opzichte samengesteld; een toenemend verschil naarmate de

dieren ouder zijn volgt uit deze cijfers niet. Perioden der gediffe-rentieerde maïsmeel-Toedering. a. b. c. a. b. c. d. a. b. c. d. e. Gemiddeld lichaams-gewicht der varkens

in K.G. : Groep I. 66.75 83.84 100.83 120.33 Groep II. 66.75 84.25 101.42 122.42

Besparing ten gunste 68.92 88.T5 107.58 127.55 147.17 68.75 89.00 108.92 129.92 149.92

Besparing ten gunste 49.33 68.08 85.33 104.25 126.92 139.58 Besparing 49.08 69.75 90.67 114.42 140.00 155.08 ten gunste Meerdere toename in K.G. door groep II (fijn meel). 5.0 2.0 18.0 Totaal 25.0 van het fijne m

5.0 13.0 10.0 7.0 Totaal 35.0 van het fijne m

23.0 44.0 58.0 35.0 29.0 Totaal 189.0 van het fijne m

Kilogrammen „meel" verbruikt voor 1 K.G. gewichtstoename. Groep I. 4.20 4.97 5.06 Gem. 4.76 Groep II. 4.10 4.93 4.69 Gem. 4.56 eel 1 O.20 = 4.2 o/n 1

4.22 5.13 4.12 4.84 5.03 4.83 5.39 Gem. 4.92 5.22 Gem. 4.74 eel 1 0.1s = 3.7 o;n | 3.84 4.80 5.01 5.23 5.35 Gem. 4.83 3.50 3.96 3.98 4.63 I 4.67 1 Gem. 4.11 2 e l | '1.72 = 1<i.y o/„ | Nummer der proef. I. II. I I I .

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De (eerste) autospuiter ordent, voor aanvang van het voorbewerken van de ondergrond, de werkplek en verzamelt de benodigde gereedschappen en materialen die hij nodig heeft voor

Het overstappen naar een A-label voor veiligheid kan leiden tot 364 minder lichtgewonden, 260 minder zwaargewonden en 43 minder verkeersdoden per jaar in Nederland. Dit resulteert

De oplossing moet daarom primair worden gezocht in hetzij vormen van samenvoeging van organisaties of herverkaveling van taken, dan wel een verplichte en meer omvattende vorm

Het werken in de land- en tuinbouwsector gaat voor heel wat jobs gepaard met fysieke activiteit en bewegingen die reeds bijdragen tot de fysieke conditie: het vaak door

Deze mening is ook SCHEEEER toegedaan (17 pag. 183), die zegt, d a t toename in gehalte aan werkelijk stabiele h u m u s (dus geen ge- conserveerde niet-stabiele producten)

Voor deze selectie uit het werk van de behandelde filosofen lijkt Scheurwater zich enigszins te verontschuldigen, maar sinds de opmars van de histoire problème lijkt dat

Wie wat afgeleid raakt door dit taalgebruik, moet bedenken dat de beide overzichten niet bedoeld zullen zijn voor de lezer van de BMGN.. Die zal misschien van de recensent willen

Een boek over de verschil- lende vormen van 'renaissance' waarin een hoofdstuk over Italië ontbreekt of waarin op zijn minst niet systematisch en doordacht wordt gerefereerd