• No results found

Een vergelijking van de uit zijn factoren berekende en de werkelijke prijsstijging sinds 1938/'39 in enkele takken van industrie en landbouw

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een vergelijking van de uit zijn factoren berekende en de werkelijke prijsstijging sinds 1938/'39 in enkele takken van industrie en landbouw"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

LANDBÖUW-ECONOMISCH INSTITUUT

DEN HAAG KONINGINNEGRACHT 26 TELEFOON 117681 POSTREKENING 412235 & PUBLICATIE. NADRUK VERBODEN. EEK VERGELIJKING VAN DE UIT ZIJN FACTOREN BEREKENDE EN DE WERKELIJKE

PRIJS-STIJGING SINDS 1938/'39 IN ENKELE TAKKEN VAN INDUSTRIE EN LANDBOUW.

Doel van het navolgende prijsonderzoek iß, na te gaan welke prijsstijging van industrie- en landbouwproducten op grond van veranderingen in de verschillende factoren als gemotiveerd is te beschouwen en in hoe&verre de feitelijke prijs-stijging hiervan nog afwijkt.

Enkel restricties tenaanzien van de gebruikte cijfergegevens en de berekeningen in de bijgaande.tabellen dienen op denvoorgrond gesteld te worden.

üa. Wij hebben geheele takken van industrie in één rubriek samengevat en op grond

daarvan zullen d* gehanteerde cijfers steeds aanvechtbaar blijven: de berekeninge dragen duo een globaal karakter. Een nauwkeuriger analyse van diverse gegevens i3 alleszins wenschelijk,

b^ In tegenstelling tot de industrie zijn voor den landbouw eenige landbouwge-bieden in beschouwing genomen.

Cj. In de berekeningen voor 1946 is de procentueels kostenopbouw van 1938/*39 aan-gehouden (volgens de "Schema's van een Nationale"Boekhouding" van het C.B.3., 1538), hetgeen natuurlijk slechts eer. benadering van de werkelijkheid is. As. ^e n aanzien van de berekeningen met de bruto-groothandelsmargos moet opgemerkt

worden, dat deze marges momenteel niot volkomen vast staan.

je». Waar wij ons gebaseerd hebben op de indexcijfers van het C.B.S., dient vermeld te worden, dat de statistiek van de groothandelsprijzen van dit bureau in 1941 nieuw opgebouwd is en toen door het ontbreken in den handel enkele grondstoffen achterwege zijn gelaten, b.v. wol in de textielindustrie.

Bij de afgewerkte producten, die het C.B.S. kiest, wordt hier echter geen reke-ning me« e gehouden, zoodat de indexcijfers van groothandelspri jzen van afgewerkte producten van het C.B.S. niet ten volle correspondeoren met berekeningen, die gefundeerd zijn op de indexcijfers van groothandelsprijzen van grondstoffen van h e t 0 . jj, Li,

Wij geven thans een tabel, waarin naast elkaar opgenomen de uit zijn factoren berekende prijsstijging en de werkelijke prijsstijging van industrieele en agrarisch producten. De werkelijke prijsstijging is voor de industrie op te vatten alu de

indexcijfers van groothandelsprijzen van afgewerkte producten van hot C.B.S. (Mei 1946) en voor Oen landbouw als een gewogen prijsindexcijfer ( 1946 t.o.v. 1938/ '39)• I's gemotiveerde prijsstijging is door one zelf bereuend, de gegevens zijn allen to vinden in de tabellen 4, 5 en ó in de bijlagen. Voor do industfie

is daarbij een ondernemersinkomen ingecalculeerd aan de hand van de gegevens van

het Centraal Planbureau, x ) . De groothandelsmarges zijn procentueel gelijk gedacht aan die van 193^-/'39 (zelfde percentage van den fabrieksprijs). Voor den landbouw is het ondornemerc;loon gedacht als een gelijk percentage (als in 193^/'39) op de totale overige kosten.'

TABEL I, y

De uit zijn factoren berekende en de werkelijke prijsstijging in enkele takken van industrîe en landbouw.

Prijsstijging Berekende Werkelijke Industrie textielindustrie ledei-industrie houtindustrie papierindustrie metaalindustrie

[jS

256 241 (fc^i 299 258 Melkveehouderij geheel Nederland

" "• " Friesland " " " Holland Akkerbouw geheel Nederland

" " Noordolijke Bouwstreek " " Groninger Veenkoloniön

II

B

(

n

MR . t , "•

*

\ i-ui s i 207 "f, 'fr f T ^ 238 207 271 242

313.9

291.5

344.9

279.7

248.1

231 256 222 222 210 270

xx.

XX,

. • • • w ir ». „IJ. _i UMI in .. i l "il . »••»'I • n i t i . . n .1« É< m ii . • . - • . . »..i .f 1» - ••m •• • ~ - " • - * - - , , r • r - • •• ••

x) Hetgeen voor iedere bedrijfetak neerkomt op 'nvast percentage op de loonquote per eenheid product. Zie pagina 5 s u^

xx) Indices berekend in tabel 6 en 8; gro/thandelsindex onbruikbaar in verband mot EOÏJE.•idib^rir.g <.:i AVAÏV:* kvarvtitatiovo vorhouiing van het goederenpakket.

(2)

2

-Indien de gebruikte gegevens juist zijn, geeft het verschil tusschen de indices in de beide kolommen dus aan, de hoogere eventueel lagere winst voor den producent en bij de industrie ook voor den groothandel, dan overeenkomt mot hetzelfde percen-tage op de loonauote c.q. de overiere kosten per eenheid product als in 1938/'39

c' 'Opvallend is het verschil in de industrieele bedrijfstakken (uitgezonderd de

metaalindustrie). In de gedstailleerde tekst van dit onderzoek (zie pag.7) worden uit de werkelijke groothandelsprijzen van nu, de door ons berekende fabrieksprijzen van nu en de thans geoorloofde groothandelsmarges (alles in indices t.o.v. 1938/'39). de groothandelsmarE.es voor 1938/'39 afgeleid. Als uitkomst krijgen wij lage tot zelfs negatieve marges voor 1?3'~/'39» hetgeen een absurditeit lijkt. Wat moeten wij hier ochter uit ooncludeeren? Nieta minder dan dat op het oogenblik hoofere winstmarges •-vi?.'^'p.VI...£v;yo.--Q;\.-ds.n de officieel" toegestanet xT»Voert men de gegeven afleiding uit

:»et voor het ooge>?biik hoogere groothandalsmarges dan de officieel toegestane, dan vindt neu aid uitkomst voor 1938/'39 normalo groothandelsmarges, x x ) .

li&t iü mogelijk, dat er bij den groothandel gedurende den oorlog een verschui-ving in hbt bef rip van de bruto-winst heeft plaatsgevonden, hetgeen van hieruit na-tuurlijk niet beoordeeld kan v/orden. Deze verschuiving zou den dit karakter moeten hebben, dot wat in 193B beBchouwd werd als onkosten, die ten.laste_jvan de bruto-'

yJ-Ast, kwamen, /edurende den oorlog langzamerhand als inkoop werd beschouwd., waarover

JpJ^JL^yWj.ft.sfr we.od berekend.. Hoewel procentueel de bruto-winst dan gelijkgebleven zou

zijn, is de werkelijke bruto-winst aanzienlijk toegenomen.

Voor denNederlandschen akkerbouw en melkveehouderij was het niet mogelijk ven

berekening op te maken voor den geheelen akkerbouw en do geheele melkveehouderij betreffende de gemotiveerde prijsstijging. Het vermoeden ligt echter voor de hand Qn is ook op te maken uit tabol 1, dat de gemotiveerde prijsstijging voor deze tak-ken als gehuöl in verhoi. dingscijfers weinig zal afwijtak-ken van het gemiddelde van de gekozen gebieden (resp, Friesland en Holland voor de melkveehouderij en de Noorde-lijke Bouwstreek en de Groninger Veenkoloniën voor den akkerbouw, xxx). Vaj mogen dan ook uit tabel 1 concludeoren, dat de feitelijke prijsstijging van de melk en de

JLykerbouwproflucten de uit zijn kostprijsfactoren berekende prijsstijging aanmerkelijk •Elfder "fcQ boven gaatMdan dit bij de onderscheidene takken van industrie hot geval is.

Beschouwen wij do cijfers voor de gekozen gebieden evenwel iets nader, dan val-len do groote Vorschuval-len tusschen de beide kolommen voor de Friesche melkveehouderij

on don akkerbouw in de Veenkoloniën op. Voor de Friesche melk ia dit verklaarbaar

uit hot feit, dat de Friesche boer een groote» ondernemerswinst geniet, omdat hij &oedkooper produceert dan zijn Hollandscha collega en da Friescht» melk tevens oen hoogor vetgehalte heeft. Voor de Hollandsche melkveehouderij is het cijfer in de twoode kolom zelfs lager dan in d« eerste, hetgeen er op duidt, dat hot ondernemers-inlvomen van don holländischen boer t.o.v. 1938/'39 minder is gestegen dan de overig© kosten. De Voonkoxoniën bieden >een representatief beeld voor den overigen Nedorlandsch akkerbouw, omdat de teelt van de fabrieksaardappel - het belan^rijkstts product in dit gebied - thans aanmerkelijk rendabeler-is geworden dan in 1938/'39»

Ua dezo inleiding waarin wij de resultaten van het prijsondorzoek reeds samen-vatten, stappen wij over o? een meer gedetailleerde weergave van het onderzoek, x ) . Men houde ook rekoning met restrictie a, bovengenoemd,

x x ) . Dit leert o.a. het volgende volgende voorbeeld uit dö lederindustrie (vgl.pag,7) Keem aan voor 1938/'39 do min of meer normale bruto-groothandolsmarga van 5$ en berekenen wij daaruit de bruto-marge voor nu: ( y - 1 ) , Dan krijgen w i j :

0.05 » 29Ï75 * "foö X y ~ 1» waaruit volgt:

291 5

y » 1.05 x 241 " 1»27 $ m.a.w, de thans door den groothandel berekendo

bruto-* . marge zou dan 27$ van den fabrieksprijs bedragen t

x x x ) , Ken vergelijke de werkelijke prijsstijging voor de goheole Nederlandsche melk-veehouderij (indox 23l) met het gemiddelde van Friesland en Holland (resp,256 on 222), evenzoo voor dem goheelen Nederlandschon akkerbouw (index 222) mut het gemiddelde van de Koordelijke Bouwstreek en de Veenkoloniën (resp.210 en 270)«

(3)

A» Do prijs- en kootenpti,1ffiag in de Industrie.

Do prijsstijging kont o.a. tot uitdrukking in do sterk gestegen kosten van

levensonderhoud (voerzoover het industrioartikelonbotreft) en in eon sterke stijging van de grocthandolsprijscn. Tabel \ en JJ geven een "beeld van die

stijging.

Tabel 2« Indexcijfers kosten van levensonderhoud voor arbeidersgezinnen (1938/'39 - 100). Omschrijving voeding kleeding schoeisel woninginrichting en huisraad overige uitgaven Dec. 1945 169.1 310.5 315.8 279.5 299.6 127.2 Moi 1946 187.6 315.9 328.7 303.4 302.4 128.0 Tabel 3. Indoxcijfcrs van groothandelsprijsen (1938/'39 = 100)

Omschrijving voedingsmiddelen grondstoffcnindustrio t tcxticlwarcn lcdorwr.rea houtwaren buitenlandsoh Papierwaren mctaalv;aren hulpstoffen Afgewerkte producten: toxticlwaren lederwaren houtproductcn Papierwaren motaalwaron gofabriceordc voedingsmiddelen Jan. 1946 192.7 234.8 166.8 436.5 •289.6 249.4 1 M . 5 291.0 265.7 347.8 266.5 193.2 202.3 Mei 1946 186.4 • 255.9 242.9 436.5 313.0 257.1 151.6 313.9 291.5 344.9 279.7 248.1 203.4 Do industrieproducten welke een sterken invloed uitoefenen op de keeten van levensonderhoud zijn vnl. -de eindproducten van de textielindustrie, de lcdcr-warenindustrio, de hcutindustrie, de papierindustrie en de metaalindustrie. Do prijsstijging van de eindproducten wordt uiteraard veroorzaakt door de stijging van de kostcnbostcnddcclcii.

Teneinde een zoo nauwkeurig mogelijk beeld te krijgen eijn de kostprijzen van do eindproducten van de verschillende industrieën ontleed in de samenstellende kostenfactoren, en daarna is de stijging van de afzonderlijke kostenfactoren nagegnan.

(4)

•-4-Vcrvolgcns is do hieruit voortvlociondc prijsstijging ven de eindproducten bepaald, dcor van de stijging van de kostenfactoren hot gewogen gemiddelde' to berekenen. Son en ander is gebaseerd op gcgcvcnB van hot C.B.S. x ) , van het Centraal Planbureau xx) en op de officicolc prijsvoorschriften xxx).

Do stijging van do kostenfactoren %

a. Grondstoffen. Do prijsstijging'hiervan is direvt af to lessen uit de cindoijfars van gr<->othandclGpri"jzen (Mei 1946)« Hot was niet mogolijk de grondstoffen te

splitsen naar binnonlandschc en buitenlandsohe herkomst, teneinde speciaal dt prijsstijging vàn do geïmporteerde grondstoffon uit te lattn konen« Van do houtindustrie zijn uitsluitend do prijzen van de buitonlandacho grondstoffen bekend (-waarschijnlijk ondat de grondstoffen niut noemenswaard van binncn-landscho herkomst zijn).

b. De stijging van het arbeidsloon por conhoid product is drieledig.

In do cersto plaats zijn de gcldlooncn gestegen, voor de gchoolo industrie b.v, tot het cijfer 163 (Moi 1946 t.o.v. 1938/*39). In do tweede plaats is do

productiviteit van don arbeid gedaald5 voor do gchoolo industrie schat ncn do arbeidsproductiviteit ton opzichte van' voor don oorlog op ca. 70$. Daarnaast is do druk van de sociale lasten op het loon 'tocgonomen. Algemeen stelt jpen ' deze toename op Einstens 10$ van hot loon xxjcjl. Zoodoende laat sich do

loon-stijging por eenheid product voor de 0chcele industrie dus berekenen op

-—^ x 100 x 1.1 = 256.

Voor de afeonderlijko bedrijfstakken zijn de cijfers zoowel wa.t betreft do stijging van het gcldlocn als wat betreft de daling dor productiviteit andere. Wc hebben &ns te dien aanzien gebasoord op de gegevens van het Planbureau.

c. Halffabrikaten. De20 betreffen hoofdzakelijk hulpstoffen, waarvan wc de prijs-stijging hierboven in tabel 3 reeds hebben weergegeven» Voerzoover naast do hulpstoffen nog andere halffabrikaten worden verwerkt, is hot indexcijfer volgens gegevens'van hot Planbureau dicnovcreenkönatig gewijzigd.

d. Onkosten» De stijging van deze procontsgewijs minder belangrijke koptenfaotór is niet oxact bekend. We hebben genieend, dat voor do textielindustrie, do

lcderindustrie en de ^staalindustrie de gemiddelde stijging van.het arbeids-loon 'en do grondstoffen de boste aanduiding zou geven, terwijl voor do hout-en papierindustrie allehout-en do loonstijging do onkosthout-enstijging boter zal •benaderen (in verband met de zoor sterk gestegen grondstoffenprijzen van'dozo

2 industrietakken geeft de grondstefprijsstijgihg geen goede aanwijzing), c. Afschrijvingen. Volgens de officicolc prijsvoorschriften moeten deze nog

gebaseerd.worden op den historischen kostprijs en niot op de momentuclc ver-vanging swaarde. Evenmin nag eventmeelo onderbezetting in den kostprijs van het eindproduct verrokend worden xxxxx). . _ •

x) Stat isatis che bulletins, inzonderheid Nieuwe serie ITo. 30.

xx) Par. 4. Het prijsniveau en de prijsstructuur. Vertrouwelijke publicp,tie. xxx)Volgons ncdodceling van het Direct :raat-Generaal v.d. Prijzen.

xxxx)Aldus het Planbureau} eveneens Ir. J.I. van Uijmcgen-Schonogovcl in con artikel in Econ', Statistischo Berichten van 29 ïïoi 1946.

xxxxx)N.B. Door do aanname van de geringere arbeidsproductiviteit ±z de

invloed van de onderbezetting feitelijk al voor het grootste, deel in don kostprijs van het product verrekend«

(5)

D Q prijsstijgondo invlood, die .van dozo ko3tonfactor uitgaat» bodraagt dus nihil.

f. Ondorncmorsinkomon. -In do officioolo prijsvoorochrifton wordt do 'bolooning van don ondcrncmorsarboid op dozolfdo wijzo gorcgold als do "bolooning van don ovcrigon arboid. Do stijging in gold gedacht kunnon v/ij dorhalvo als gelijk aannomon. Om don druk per oonhoid product to krijgen diont dit cijfer dan nog godoold to wordon door hot indexcijfer van don goraiddoldon produoticomvang van het oogcnblik. Dit cijfer van don product ie orr,vang hebben wij overgenomen

van het Planbureau; vergeleken bij de produotie-indices van het C.B.S. blijkt het aan den lagen kant. x ) , •

-g. Ronto on risicopremie, Hiorvoor mag volgons do officioolo prijsvoorschrifton

4 + 2 « 6$> van hot bedrijfskapitaal gocalculoord wordon. In genoomdo

voor-schrifton gaat mon or ochtor rood3 van uit, dat hot rendement van hot bodrijfe-' kapitaal in do practijk wol do &fo zal benadoren, daar deze factor in

togen-Btclllng tot do overige kostonfactoron hot restkaraktor draagt. Aangozion do prijsvoorochrifton zich in alles zoovool mogelijk houden aan don toostand van voor don oorlog, mogen wij aannomon, dat hot normaio rondement van hot bodrijff • kapitaal zich in 1938/'39 op ongovccr dozolfdo hoogto bowoog. Do prijsstijgende

invlood van dozo faotor por oonhoid product wordt dus niot bepaald door oon stijging van hot rendomontsporcentago, doch uitsluitend door do toonamo Van hot bedrijfskapitaal por oonhoid product. Darr deze grootheid niot exact

bo-kond isf hobbon wij gemeend, haar het best te benaderen door haar polijk to

stollon aan do pomiddoldo stijf-in^ van de ovoripo kostonfactoron.

Do tot nu too boroikto ro3ultaton zijn in tabol 4 systematisch gerangschikt,xx> Voor iodcro bedrijfstak vinden wij naast elkaar do stijging van do kostonfac-toron ton opzichto van 1938/'39» door oen indoxcijfor aangogevon. Boven dozo indicos zijn de percontagos vermeld, dio do kostenfactoren uitmakon van don prijs van hot eindproduct, x x ) . In do laatsto kolom is do stijging van do totaio productiokoston bcrokond als de gewogen gomiddoldo stijging van allo kostenfactoren, mot als woging do procontuoclo kostenopbouw.

x) Dit hooft tot consoquentio, dat de prijsstijgondo invlood van dozo koston-factor door ons maximaal genomon is,

xx) Volgens do "Schema's voor oon Nationale Bookhouding" van hot C.B.S» Deze hobbon betrekking op hot jaar 1938.

(6)

6

-Aan t a b e l 4 s l u i t aan t a b e l 5» aie °P i l l u s t r a t i e v e wijze d e n p r i j s s t i j g e n d e n

i n v l o e d van i e d e r e k o s t e n f a c t o r op h e t eindproduct a a n g e e f t . DÔ k o s t e n f a c t o r e n

z i j n o c n i g s z i n s anders gegroepeerd dan i n t a b e l 4» B i j do borekoning van don

p r i j s s t i j g o n d o n invlood van de k o s t e n f a c t o r e n op hot eindproduct i s s t o e d s van

do vraag u i t g e g a a n : I n wölke mate'zou hot eindproduct i n p r i j s gostogen s i j n

tongcvolgo van do p r i j s s t i j g i n g van oen bepaalde groop van k o s t e n f a c t o r e n i n

do v c r o n d c r n t o l l i n g , dat do r o s t o o r e n d o k o s t e n f a c t o r e n i n p r i j s onveranderd

b l i j v e n ? Eon c i j f o r v o o r b o o l d onderaan t a b e l 5 l i c h t don opbouw van de t a b e l t o e .

De r e o k r e n van o n d o r s t r e s p t o i n d i c o s , dio w i j k r i j g e n voor do p r i j s s t i j g i n g

van };ot (."•indTiredact, b e t r o f f e n don p r i j s "af f a b r i o k " , doch zoolang mon do

prorv.-h;ii'dolrxrr,f o;-: , ' ^

3

,cp-i pprcon!;a,qo

i

v?.n don f a b r i e k s p r i j s o n v e r a n d e r d denkt t o n _

SL\ ;'• b. ':

:

l

Tj

'?.., Y.'

n

, h9''

c

„ ,'-:pf,'V

;

.lu &V?->.--'''!• ~ f:*

0

- .

fi

~°, ,g

r

p o t h a n d e l s p r i jzon i n p r e c i o a d o ^ o l f f o

, La do l o t a i c p r i j s e t i j g i n g van hot eindproduct t o n govolgo van do s t i j g i n g

dor k o s t e n f a c t o r e n berekend t e hebben i s i n do l a a t s t e kolom van t a b e l 5 ^ ° r

v e r g e l i j k i n g de w e r k e l i j k e p r i j s s t i j g i n g

1

i n don vorm van do i n d e x c i j f e r s

van g r o o t h a n d o l s p r i j s e n van afgr/workto producten van h o t C.B.S. opgenomen, I n

-t o r o s s a n -t i i , i n d i -t o p z i c h -t de v e r g e l i j k i n g van do c i j f e r s dor boido l a a -t s -t o

kolommon^uit do k o s t o n f a c t o r e n bcrokondo p r i j s s t i j g i n g v o r s u s w o r k o l i j k o p r i j s

-s t i j g i n g ) , xx)

Ter b o o c r d o o l i n g van do v r a a g i n hooverro of do groothandolsmargos g e

s t e g e n z i j n , moot opgemerkt worden, d a t h i e r o v e r geen e x a c t e gegevens t e r b e

-s c h i k k i n g -s t a a n . . W o l z i j n bekend do o f f i c i e o i o p r i j -s v o o r -s c h r i f t c n van 1946.

Benaderend kan h i e r v a n g o s t c l d worden, d a t volgens do Nederlandsche S t a a t s

-courant \

:

an 10 A p r i l 1946 No.71 de groothandolsmargo voor t e x t i e l schcmmolt

rindom de 2 / $ ,

Do N.D.C, van 26 J u n i 1946 No.123 b e p a a l t do groothandolsmargo voor

s c h o e i s e l gomiddold op c a . 7$»

Voor do h o u t i n d u s t r i e v i n d t men i n do N . S . C , van 2 J u l i 1946 No.127 do

momenteel t o c g e s t a n o groothandolsmargo voor moubols b e p a a l d op 5$»

Voor do p r p i o r i n d u s t r i o wordt i n de N.S.C, van 18 A p r i l 1946 No.77

"be-p a a l d , dat de zo i n gold u i t g e d r u k t t e n hoogste 200$ van do bruto-winstmargo

van voor den oorlop; mag b e d r a g e n . »

Vclfoni- da N,C,C. van 17 A p r i l 1946 No. 76 i s de groothandolsmargo voor

do motaalwarcn gemiddeld ca 3 0 $ . Al dezo marges z i j n p r o c o n t o n van den i n k o o p

-p r i j s van don g r o s s i e r .

I n do o n d e r s t e l l i n g , dat do heorschondo marges w e i n i g v e r s c h i l l e n v c r

t oon.cn met do voor deze l a a t s t o p u b l i c a t i o goldondo on v o o r t s d a t do g r o o t

-handel dose marges ook w e r k e l i j k i n h a a r p r i j z e n doorborekendo, kan men op

do' volgende wij2,0 de groothandolsmargos i n 1938 b o p a l o n :

Gogevcn zijn» (Zio b l z . 7 . )

Ter illustratioj

Jaar

1938

1946

Prijs af Fabriok

125

150

Index

100

120

Bruto winst

groothandol

50

60

In

fa

van

Prijs af

Fabriek

40

40

Groot-

handols-prijs

175

210

Indox

100

120

E,) Waar in t a b o l _ 5 _ b l i j k t , d a t do w o r k o l i j k o i n d i c e s varw££oot handc 1 ^ r i j z

;

c n

booker l i f y c n dan do door ons borekcndO} lijTw, hot. porcentaf;o van óe b r u t o

-/i^roothanUilsmarfiO dus t h a n s h o o i e r dan i n 1938/^39.,

(7)

1) Do industricclo prijs 1938 (A,) plus do winstmargo 1938 (x,) » groothandclsprijs 1938 (B.). *.

Do industrioolo prijs 1946 (A«) plus do winstmargo 1946 (x2) »

groothandolsprijs 1946 (Bp).

2) Do vorhouding van A_ ton opzichto van A., van B_ ton opzichto van B., bonovons x«. (Bij don papiorhandol is dozo 2x.)

Do onbokcndhoid mot do absoluto grootto van do A's bohooft goon bo-zwf.ar to zijn tot do volgondo op stol ling s

A1 ( 1 + x ^ - B1

A2 ( 1 + x2) » B2

Door dooling vorkrijgt mons A. (. 1 + x,) . B.

1 1 1

A2

1 1

+

x

2

) - r

2

1 + x. . B1 . A2 . (1 +

B2 A1

Voor den papiorhandol wordt

1 + X1 » B1 x A2

(1)

(2)

(3)

*2) do formuloî 1 +2x<

B,

L1 2 1

Voor A9 nomendo do uitkomston van t a b c l ^ , krijgt men do volgondo uitkomsto

Toxtiolhandol: Loderhandoli Houthandelt Papiorhandol: x. = 100 ' 1 313.9 100 1 " 291.5 100 . 1 • 344.9 1 + Z1 100 X X X T 25£ 100 24J. 100 222 100

258

1 +2x

1

Motaalhandol: In ovorzicht gebracht« toxtiolhandol lodorhandol houthandol papiorhandol motaalhandol 279.7 100 "248.I 100 231 100 x 1,24 - 1 - 0,01 x 1,07 - 1 » neg* 0,12 x 1,05 - 1 » neg. 0,09 » 0.933 waaruit x.. « 0,08 x 1,30 - 1 - 0,21

Borokondo marge 1938 Toogostano

margo 1946

0,01 nog, 0,12 nog. 0,09 0,08 0,21 • 0,24 0,07 0,05 0,16 0,25

(8)

-8-Eon nogaticvo winstmargo i n 1938 is niot erg waarschijnlijk to achton. Dit

zou botookonon, dat do groothandol mot vorliczon vorkocht dostijds. Opvallond

is ovonwol do stijging.

Opmerking,

Hot is onjuist do volgondo rodonooring too to passon.

Uit do indox van do groothandclsprijzon kan mon do indox van don

inkoopprijs van don grossier bcrckonon volgons do formulo*

100

x groothandolsindoz, waarin a do groothandelsmargo i s .

100 + ;

De inkoopprijs grossier is gelijk aan don verkoopprijs van don fabrikant

on mon komt or gemakkelijk too do volgondo tabol to ontworpons

iw<.'j_"L'utiia a s

1

,Textiol

Lederindustrie

Houtindustrie

P ap i e ri ndust ri o

Motaalindustrio

Index

grooi-handelS"

prijiün

2

313.9

291.5

344.9

279.7

248.1

î'o. rokende

•Ainst-marga

3

60.8

19.1

16.4

"*• mm

57.3

Berekende

prijs af

Fabriek

4

253.1

272.2

328.5

mm %

190.8

-Berekende

prijs af

Fabriek

vgl,tabel

5

256

241

299

258

238

Hooger

6

31.4

29.5

" • • ^ Ä. • •

Lager

7

2,9

mm» % mm — a — -c

-47,2

Do onjuistheid om kolom 4 to vergelijken mot kolom 5» on bot gevaar om

oonclusios to trekkon uit do kolommen 6 en 7 moge uit het volgondo voorboold

blijken;

Voorbeeld bs

Jaar

1938

1946

•»—.* v«

Absolute Prijs

af Fabriok

125

150

Indox

100

120

Absolute Prijs

Groothandel

140

196

Indox

100

140

Bruto

winst

15

46

In

%

Fabrioks-prijs

12

31

i •• • • • \

Do bruto-winstmargo groothandel i n 1946 is 3'

107.

van don inkoop. Inkoopsprijs is

dus: 100

*.

n

Î3T

x 14

°

Mon kan dozen prijs niet stollen togenovor do indox van don Fabrieksprijs ad

120. Dit is geschiod i n voorboold a o n is dus onjuist, omdat men dan twao

indoxcijfors togenovor olkaar stolt, die gobasoord zijn op basiscijfers, dio

con verschil hebben in absoluto grootto.

Men kan wel tot de zo fabricks-indox concludcoron door to stollen, dat in 1938

de inkoopprijs was

2J2Q.

i

.

fiQ

,

TÏ2

"

°'^*

107 godoold door 89.3 geeft het indexcijfer van 120, dat men tegenover hot

groothandeleeijfor van 140 moot stollon om oen juiste vergelijking mogelijk

fco maken«

Hot is ovenwol overbodig, om dozo borokoningon hier uit te vooren, daar i n do

voorgasndo formule do winstmargos van 1938 borokend zijn o n con negatieve

winstmargo op zichzelf roods voldoende is om hot onwaarschijnlijke van het

rocultaat aan te tooncn.

(9)

RECAPITULATIEt

1, Op grond van de overweging, dat de winstmarges gewoonlijk berekend worden

als een percentage van den prijs àf fabriek, kan men conoludeeren, dat

wanneer de groothandelsmarges gelijk waren gebleven aan die van 1938, do

groothandols-indox precies ovonrodig eou zijn gestegen mot de indox van do

prijzen à fabriek«

Over de gansche linie is evenwel te bespeuren een stijging van de

groot-handels-index boven hot niveau van de be

re kendo index der prijzon àf fabricj

Hot vermoeden ligt voor do hand, dat de procontuoolo winstraargos gostogon

zijn bovon het nivoau van 1938/*39•

Waar dozo stijging gozocht moot wordon, hotzij in hot wol aannomolijk go*

achto officiool toestaan van hoogoro winstmarges, hotzij in do mogolijkhoid

dat in 1938 vorschillondo onkosten ton lasto van do bruto-winst kwamon,

tor-wijl zo thans als inkoop boschouwd worden, waarovor bruto-winst borokend

mag wordon, is niot na to gaan,

2, Do borokoningendragon oon uiterst globaal karaktor on do juisthoid van hot

sub 1 gonoomdo staat allerminst volstrekt vast, Niot alleon do borekondo

nogatiovo winstmargos van 1938, ovcnoons do vaststelling van do gangbaro

winstmargo, do wijzo van vaststelling dor indox dor kostonolomonton on do

wijzo van woging is voor nauwkeuriger analyse vatbaar,

B. DE PRIJS- EN KOSTENSTIJGING IN DEN LANDBOUW,

Op soortgolijko wijze els bij do industrio is ook voor don landbouw in tabol 6

woorgegevon do prijsstijgendo invlood van do vorschillondo gostogon

kosten-factoron op don uitoindolijkon kostprijs van do verschillende

landbouwproduc-ten. Tabel 6 hooft cvonwol dit grooto verschil mot tabel 5» dat, waar in

tabol 5 gopoogd is oon algomoono borokoning voor do gohoolc industrio to govon,

in tabol 6 met oon concrete borokoning voor wat akkorbouw botroft, moost

wor-don volstaan,

In tabol 7-b vindt mon do bouwplannon on do borokoning van hot indoxcijfor

af boerderij voor dit concroto goval,

Tabol 6 geeft aanleiding tot do volgondo opmorkingon:

1, Wat do tochniok dor borokoning botroft is hot grootste bezwaar, dat do

prijsstijgendo invlood der vorschillondo kostonfactoron gewogen word naar

do samenstolling van den kostprijs in 1939*

Do prijsstijgendo invlood op het oindproduct van voovoor, moststoffon,

zaaizaad on pootgood, dio gowogon word mot don faotor 34$» 35$» 13$ on 29$

is vormoodolijk niet juist, omdat in 1946 mindor moststof word gobruikt

dan in 1939«

Zoo is do arboidsproductivitoit in don landbouw ovonoons vormindord als

in do industrio. Do grooto vraag is of do op do plaatsgovondon woging mot

rasp, 30$, 29$, 25$ on 30$ niot oon corrootio diont to wordon toogopast,

In do borokoning is dit nagolaton. Do quantitatiovo botookonis dor

onkos-ton zal door gebrek aan matorialon godaald eijn, terwijl dio van do ronto

is toogonomon,^^^^ »

Ton opzichto varr1930 is do opbouw dor koston dus veranderd on woging van

do prijsstijging dor kostonfactoron mot do quantitoiton van hot oudo jaar

gooft dus mot vrij grooto zekorhoid con schoof boold. Door do vormoodolijk

toegonomen invlood van don faotor arboid, dio do grootsto prijsstijging

hooft to zion gogoven, zal do borokoning te laag zijn.

Hot oigonaardigo is voorts hior, dnt do daling dor productivitoit niot

toogoschrovcn kan wordon aan den erboid allocn, maar rosultento is van

hot gohocl. Men ziot don invlood van het gobrok aan krachtvoor on aan

kunstmost bij uitstek rosp, in hot consumptiomolkgobiod van Holland en

in do VoonkolPniSn» Door dezo productivitoit in do kostprijsborokoning

to betrekkon hooft men do index van do kostonstijging por oon zokoro

hoe-veelheid eindproduct in de kolom g. borokond.

In.vorband mot do vormoodolijk wol toogenomon quantitatiovon invlood vnn

don arbeid kan men mot grooto mate van waarschijnlijkhoid concludooron,

dat de borokendo indox in kolom g, to laag is.

(10)

-10-2, Aandcn andoron kant ken mon constatooren, dat do gof.cvon voorbeelden oen toe-vallig zoor hoogo indox "borekondon voor de akkorbouw-bGdrijvcn,

Indion mon do richtprijzen vnn 1939 on 1946 woogt niet do gemiddcldo totaio opbrengst van 1939 on 1946 in kg, dan blijkt, dat voor allo akkerbouwproducton , in Nederland de prijsindex 22X-bedraagt in 1946, togonovor 100 in 1939. In het

voorbcold dat voor onze borekening word gonomon, vindt men voor do Noordolijko Bouwstrook oon indox van 210 on voor de Voonkoloniön oen index van 270,

Do oorzaak van deze grooto stijging dient gezocht te worden in hot foit, dat in do Vconkolonie'n 16 van do 36 ha bûbouwd word geacht mot fabricksaardappolon, waarvan do grooto prijsstijging nogmaals word gowogon mot 29,000 kg por ha. In do Noordelijke Bouwstrcck werd do zcor grooto prijsstijging van do suikor-biotcn gewogen mot oen factor waarvan do invloed kan worden bepaald door to ovorwogon, dat men por ha 36.000 kg verkrijgt, torwijl 4 van do 31 ha met dit product word bebouwd eodacht (zio tabol 7 ^ %

3. Noch voor do molk, noch voor de akkerbouwproducten is in hot eindcijfer in kolom g. do prijsstijgondo invloed van hot ondornemersloon op ds totaio pro-dictiokoston ingocalculoord. Hot vorschil tusschen do boido laat3to kolommon is dus oon aanwijzing in hoevorro hot ondornomersinkomon van don landbouwer ingevolge do vaststelling van do richtprijzon storkor of minder stork is ge-stegen, de.n do overige productiekosten«.

Ten slotte heeft in tabel 8 teEää een berekening plaats gevonden van den prijs- en opbrengstindex van den akkerbouw en melkveehouderij voor geheel Nederland•

Deze indices zijn evenwel niet zonder meer vergelijkbaar met do indioes van ta-bel 7a en 7b en van tata-bel 6.

Het onderstaande moge dienen ter verduidelijking. 1. Technische productiviteit.

In de negende kolom van tabel 8 vindt mön de oogstraming voor 1946 uitge-drukt, nl. per H.A.'90$'van de opbrengst per H.A. in 1939« Voor de aardap-pelen is deze schatting te. hoog.(zie bijvoorbeeld de Veenkoloniën) 2. De Prijsindex.

De prijsindex in tabel 7a en 7b is gelijkwaardig aan de uit tabel $

bereken-d e prijsinbereken-dex.

In formule gebracht is hot Hoeveelheid 1939 X Prijs 1946 Hoeveelheid 1939 X Prijs 1939 3» De opbrengst index.

De opbrengst index berekend in tabel 7a en 7b is evenwel verschillend van do opbrengst index van tabel 8.

In formule gebracht is deze opbrengstindox gelijk in beide tabellen 7 en 8, n.1« Hoeveelheid 46 X Prijs 46

Hoeveelheid 39 X Prijs 39

Men dient evenwel te overwegen dat de totale hoeveelheid van de tabel 7 iets volkomen anders is dan de totale hoeveelheid van tabel 8.

In tabel 7 werd de hoeveelheid per H.A. vastgesteld on deze werd voor het

melkvee bodrijf bepaald door lagere veebezetting per H.A. en lagere melk op-brengst per koe. Beide factoren vinden een causale verkïaring~voor hun vormin-doring door het feit dat er minder krachtvoer^saikbaar was, terwijl voor Hol-land daar nog bij kwam , dat do in de oorlog plaats vindende eigen opfok do

V002? verkoop beachikbaraumalkhoeveelheid verminderde, terwijl de vleeschpro-ductie daar toenam.

In tabel 8 is in de opbrengst-index nog een nieuw'element ingevoerd n.1. de veranderde aanwendingsrichting van den grond heeft de capaciteit van de melk-veehouderij aanmerkelijk verminderd en die van het akkerbouwbedrijf earenerms vermeerderd.

(11)

4 » Cst^a. c_± t e ±_-t s_—_± iod._e DC »

Men diont dus, om de methode van berekening, die toegepast werd bij de tabellen

7a en

Tb

(en dus tabel 6) ook toe te passen voor het maken van conclusies uit de

tabel 8, de opbren -et indexen van tabel 8 te corrigeeren met de gewijzigde

capaci-teiten.

Voor de melkveehouderij is de:e capaciteit index»

Aantal H.A. 1jM6 JL_118_.066

fl

Iântârn7A.''i9T9

=

1.34*0.9T8'

=

Voor den akkerbouw ia dezo capaciteit indexs

Aantal

ZJi.

1946 857.675 .

n Q

.

A a n t a O . À T T 9 3 9 * " "'78*77606"

= 1,(jy

'

5

'•'

Gewy^ijgdo _ o^bren^st^indejC;. - ,

Öm oen opbrengst index per

T

Ï.A. to verkrijgen, in welke richting alle berekeningen

van tabel 6 tendeeren, dient

men

dus de uit tabel 8 berekende opbrengst index te

corrigeeren met het omgekeerde van de caoaciteitcinde."..

De' gowijsigde opbren;;«tindex voor de melkveehouderij is dus gelijk aan?

-1.395 x -•$- -

1

68.1

en voor de akkerbouwbedrljven gelijk aan:

2.251 x .}2P- = 205.5

Ter verduidelijking diene? ' .

De ophron

w

ntindex werd gedefinieerd als ^oevoellieid .194.6 .x Rrjjs. J%4_6

;%oe've"eïïieid~ 1939

~i

prijs "l939

Hierin v/as in tabel 8 do hoeveelheid 1946 rameni-estold uits Aantal H.A. 1946 x

technische opbrengst (Quantiteit) 1946 en voor 1939 geldt hetzelfde.

Uitvoerig beschreven is dus do opbrengst van tabel 8s

s&antal _H.A._Jj^i6^x_£uant.itat;Le_ve jpr_oductJ.o_ _19.4AJ^

j££JL

3

. .19.4.6

•aantal *H~.'Ä\ 1939 x quantitatieve productie 1939

x

3?rys 1939

Vermenigvuldiging met de omgekeerde capaciteitsindex geeft nuï

* %

a

Jlt?l_J-.ïA.*. J.246>A.Ji

u

i

an

X

i

iê^2yP..PviL

d

J!3.?J

:

.

:l

.

c

? ,1946,x prijs. Ij? 46, aantal H.A- 1939

siAantal H.A. 1939 x quant it at i eve productie 1939 x prij3 1939 aantal H.A. 1*946

De aantallen H.A. in 1939 vallen dus uit en

man

hooft do o Vbrengstindex per H.A.

van tabel

la

en 7b. Deze wordt thans dus do gewijzigde opbrengstindex van tabel 8

genoemd.

6• ftconoraiisehe

_of

^y^l-S^JPP^^aó-^^^tS^P^-^JL

In de "tabelien 7a en 7h werd" een gewogen productiviteitsindox berekend voor de

melkveehouderij en wel vol.'-ens de formules Opbrengst index

Prijsindex

Om vergelijking met de tabel 8 mogelijk te maken diont nen thans dus deze gewogen

productivitéitsindex

vin

volgt te bepaleni

gewijzigde productiviteit a index van tabel 8

prijsindex van dengeheeïmïïe'derï&ndschen "Eandbouw

Deze index krijgt het volgende beeld:

melkveehouderij = pTï o

=

°°^^

aidcerbouw - ||||-/- 0.S3 .

.. :

Voor de melkveehouderij is de se gewogen productivité it sindex voor het geheele land

dus lager dan die van ^riesland O.87, zooals is te verwachten, en hooger dan die

van Holland O.65 zooals eveneens voor de hand ligt. Voor de akkerbouw is deze

ge-wogen productiviteitsindex hoogor V.\n de technische productiviteit, die in tabel

'8 in de negende kolom

00 QO',1

was bepuald. Dit laatste verschijnsel veivlient nadere

verklaring.

Deze verklaring•wordt als vol;t gevonden.

De opbrengst per H.A. wordt behaald door tweeërlei economisch verklagende

facto-ren

5

eenerzijds de causale productiviteit, die bij de veebedrijven in geringere

veebe-zetting per H.A. en geringere melkopbrong.rt per koo als uitingsverschynsel naar

voren kwam en zijn vrij ackere oorzaak vindt in verminderd krachtvoer. Bij den

land-bouw vinden wij dezelfde causale productiviteit terug in een verminderde

quantita-tieve opbrengst per H.A. (de 90/3 van de negende kolom) met als oorzaak minder

kunstmest; anderzijds heeft men als economische categorie hei interdependentie

be-grip (onttrekking van productieve energie aan de eeno richting beteekent

(12)

aanwon 12 aanwon

-ding in een andere richting) en dat tot uitdrukking komt in hot bedrijfseconomi-sche "begrip capaciteit.

Van deze capaciteitswijzigin-'.en werd uitgeschakeld de wijziging in de hoeveelheden. H.A., aangewend in melkveehouderij en aidcerbouwbed-.?ijf o ïïaar niet werd uitgescha-keld de aanmerkelijke verdrooting van het areaal voordeeli'^e aardappelproductie en bijvoorbeeld de inkrimping van het areaal lijnzaad en gerepeld stroovlas. De hoer sal de aanwending van zijn productieve energie in die richting doen.plaats vinden, waar de causaal gof.even lijnde productiviteit zooveel mogelijk opgeheven ''ordt door de disju'ictiof bepaalde grootere winstgevendheid van bepaalde producten en wij

tien dan ook, dat hij do technische productiviteit, die eenvoudig segoven is als

$0'/o te zijn, weet te ncutraliseoren, doordat zijn economische productiviteit o:'' om mif.bruik van hot woord ocononisch te voorkoaen, sijn gebogen productiviteit slechts

93','J bedraagt. Wil non het voorafgaande ten overvloede door analyse uit de

formu-les bevestigd vindon, dan diene het volgende: De gebogen produc t i vi te i t__ we rd gedefinieerd alB

£ïïllls.i:Xl.?^2ï-£.^HG'tiy^.S.\$sinç^x yp-?-.,J&'b.o.l iL.

prijsindex v«.n "den ge'höeïcn ifeTlerlandachen landbouw Dit is s

4aantal H.A. ^A^^.SL^^^Ï^.^py.^.J^^SJ'i^. 1,94,^„per ".A. x prijs 194$)

: ,

\âantal r.AY "19*31TX*quantitatievê* productie "Î939 per Tï.A.'x prijs 1939)

,, aantal ?.A. 1939 , -, -,

a

^ S S û r ! ï T À r T 9 4 f f

e e d e o l d d o o r !

s( aantal H.A. 1946 x'quantitatieve X'--Ji. 9ïÜ2I.?M2JL.lS.%_JLJ?JJi3._J-2-4jL )

'^'aantal H.A. ~1939 x qü&nTit":Tt i^^^ 1939)

dit is

0

3^J$~~&$ïf&SL?j'A'. P&FSÏH-Sji. J2£§.

T^P1^3,,,

12.4.^ -r PüMS—15.^2.)

quant i t at ieVe~rf.~A. opbrêri^öt*"1939" (prijs 1939 "" prijs 1946) dit i' • S^J^-JrJ-^.^ÀGy.0, ;•,« A.% P P ! ; ? e n?s.lL J2.4JÎ

quant itatievê 7..A. opbrengst 1939

Doordat deze quantitatievê opbrengst per H.A. gewogen is geweest in 194& en in 1939 niet de diverse opbrengsten, v/o rät het een samengestelde grootheid, die een hoogere coefficient geeft dan dé technische productiviteit zonder moer.

Door bedrijfseconomische analyse kan men deze gewogen productiviteit weer verder ontleden in causaal bepaalde technische productiviteit en disjunction gekozen grootere winstgevendheid van hot bouwplan. •

Onze conclusie .is dan ook dezes

i^di_er^_men_de_ _.'jpstpnindox^moh kan natuurlijk ook de prijsindex met hét omgekeerde

vermenigvuldigen) yermenigyuldig-t met dozen economischer! of gewogen productiyi~

teitsfactor, inplaats van met de technische productiviteit, gaat non een_ tjpiscjie

.9Ä4.9^!.Pe^.r.?yrAp,S,*;.»... foi-,, Y° l^P^n normaal op .grond van de prysvoorschrif'ten genaakt

kan worden ,M „niet als' kostenfactor beschouwen..

Bij de melkveehouderij bestond i.i tabel 7a geen endere mogelijkheid. Bij tabel S bestaat die mogelijkheid */al.

De kost e ni ndox.^

De geheelo opzet van he'; onderzoek is ei* op gericht om door tegenoverstelling van ' de kostenindox en de prysindox een conclusie te verkrijgen .'«ingaande de vraag in

hoeverre de prijsverhooging is toe te' ochrijven :.an toegenomen ond^rnonerswinsten.

De moeilijkheid is, om een behoorlijke kosteninde:: te vinden, tie eveneene

repre-sentatief is voor den -.ekoelon J-'Oderlandschen landbouw.

De prijsindex, dio de prijzen aan do volledige productie weegt, kan als zoodanig representatief beschouwd worden.

(13)

Voor de kostenindex hebben wij evenwel in tabel 6 in de 10e kolom (na de

kolom d) voor de melkveehouderij deze berekend voor Friesland op 180, voor

Holland op 176. Een gemiddelde voor geheel Nederland op 178 stellend, geeft

als vergelijkbaar met de prijsindex, wanneer met de economische of gewogen

produc-tiviteit wordt rekening gehouden 178 x J00

OAA

In tabel 8 werd de prijsindex voor de melkveehouderij voor ons geheels

land berekend op 231,

De rentabiliteit van het melkveehouderabedrijf is dus vermoedelijk, eerder

gedaald dan gestegen. .

Wanneer wij bij het akkerbouwbodrijf dezelfde bewerking toepassen, door

in da 12e kolom van tabel 6 (na de kolom e) £e kosten-index te vermenigvuldigen

met de omgekeerde productiviteit, dan krijgt men e6rst te bepalen, welkü

kosten-index men zal nemen. Zoowel de "oordelijkcs Bouwstreek als -\e Veenkoloniën zijn

zeer rationeel werkende bodrijven. Het gemiddelde tusschen 186 en 194 ie dus

vermoedelijk niet te hoog.

Deze kosten vermenigvuldigend met de-omgekeerde technische productiviteit

geeft als resultaat ,100

x

^

Q m 2

11 -j

De kosten vermenigvuldigende wet de omgekeerde economische productiviteit

geeft als resultaat Jfiû

x

^

Q m 2

Do prijsindex bedraagt volgens tabel 8s 2223.,

- I>e conclussie zou bijgevolg moeten luiden, d.-t de bruto-winst in het

landbouwbedrijf, indien deze evenals bij de industrie wordt boschouwd als een

percentage op den Kostprijs, sterker is gestegen den de gemiddelde

kosten-stijging.

De juiste omvang van deze bruto-winst is niet te bepalen. Wanneer men de

technische productiviteit als maatstaf noemt, hetgeen volgens de conclussie

uit het voorgaande punt 6 de eenig juiste maatstaf is om de 1c sten-index te

wegen, dan is de afwi j M n g tussclion koeten-inde^ en prijsindex dermate gering,

dat niet gosprokan kan worden van &en gdbrek van de prijsbaheorsching.

Neemt men do economische productiviteit in aanmerking, d m is de afwijking

tusschen kosten-indox in prijsindex iets grooter, riaar de geconcludeerde

grootere onderuemorswinst ia voor oen belangrijk deel toe te schrijven aan de

aanpassing van den boer aan de voor hem voordü^li^, gestelde richtprijzen.

ONIg&iatt&tUiTNSTj. •

Indien wij veron&orstell&n, dat de normale ondernamerswinst te bepalen is

als 20/j van don kostprijs dan is ^c^oven?

1,20 kostprijs 1939 » Prijt nf boerderij 1939

(1 + x) Kostprijs 1946 = Prije af boerderij 1946

Dealing' geeft s

(1 + x) kostprijs 1946 Prijs af boerderij 1946

~1,20

X

Kostprijs 1939*

=

Prijs af boer"dTrij 1939

!

+ x m

Iïlj$„

af boerderij IQ46 Kostpyijs 1?39.

x 1 2

o •

Prijs af boerderij 1939 kostprijs 1946 ' '

geeft wanneer men de technische productiviteit in den kostprijs alleen in

aanmerking wil namens

X =

^1§0

X

Tfl*°"l

X 1 , 2

° "

1

"

26

^ brutowinst in 1946j

geeft waneer men de economiucho productiviteit in den kostprijs alleen in

aanmerking wil nemens

x » ™ * x 1 , 2 0 - 1

'm

30,6$ bruto winst in 1946.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Data elementen (van een collectie D) kunnen worden ontvangen door X via kanaal 1, waarna ze worden doorgestuurd naar Y via

Wat is de waarde van een variabele met een klasse als type, en wat is het verschil in de manier waarop zo’n waarde wordt opgeslagen vergeleken met de waarde van een variabele met

aangenomen motie Borstonderzoek elke 2 jaar, gemeente Woensdrecht donderdag 23 september 2021 13:44:12.. image001.png image002.png image003.png

heeft de gemeenteraad van Nissewaard een motie aangenomen van de partijen ONS, PvdA, CDA en LOB waarin wordt opgeroepen tot een wetswijziging tot afschaffing van de 6

Zo lagen de vergelijkingswaarden voor HCB in 2003 (zeer lage afvoer) voor alle meetstations rond de doelstellingen, terwijl de doelstellingen in 2002 (zeer hoge afvoer met hoge

[r]

Merk op: Een betrouwbaarheid van 95% voor een interval betekent niet dat de juiste waarde θ met kans 95% in het interval ligt, maar dat onze methode om het interval te schatten voor

[r]