Eisen mbo-certificaat
Euthanaseren van kleine
proefdieren
Code
C0002
Het mbo-certificaat is verbonden aan beroepsgerichte
onderdelen van de kwalificatie:
Proefdierverzorger 25449
Proefdierverzorger 25578
Bijlage bij het kwalificatiedossier:
Dierverzorging (Gewijzigd 2016) 23214
Dierverzorging (Gewijzigd 2018) 23214
1. Algemene informatie
C1: Euthanaseren van kleine proefdieren Indicatie studielast:
Beroepsvereisten Ja ,
Wet op de dierproeven: Artikel 13f2 http://wetten.overheid.nl/BWBR0003081
1. De fokker, de leverancier en de gebruiker zijn, onverminderd hun gehoudenheid de desbetreffende voorschriften, verbonden aan een voor hen geldende instellingsvergunning of ontheffing, na te leven, verplicht ervoor zorg te
dragen dat zij over voldoende personeel beschikken en dat de dieren behoorlijk worden verzorgd, behandeld en gehuisvest, met in achtneming van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te dien aanzien te stellen
regelen.
2. Tot de in het eerste lid bedoelde regelingen kunnen behoren regelingen met betrekking tot: a. de deskundigheid en de bekwaamheid van degenen die de dieren verzorgen en doden; b. de deskundigheid en de bekwaamheid van degenen die dierproeven verrichten; Dierproevenbesluit 2014;
Artikel 8 http://wetten.overheid.nl/BWBR0035866 Dierproevenregeling 2014;
Artikel 6 http://wetten.overheid.nl/BWBR0035873 Toelichting
- Indien in een kerntaaktitel tussen haakjes (deels) staat, betekent dit dat uit de kerntaak van de kwalificatie waar het certificaat uit is voortgekomen, een selectie van werkprocessen is gemaakt, maar dat de kerntaaktitel gehandhaafd blijft.
- Indien in een kerntaak (en in de onderliggende werkprocessen) wordt gesproken van een beginnend beroepsbeoefenaar of een specifieke beroepsbeoefenaar, dient ‘certificaathouder’ te worden gelezen.
Beschrijving
Dit certificaat is bedoeld voor beroepsbeoefenaars die in voorkomende beroepssituaties kleine proefdieren moeten doden.
Scholingsbehoefte/Landelijke herkenbaarheid
Certificaat wettelijke beroepsvereisten groen middelbaar beroepsonderwijs.
Zelfstandige betekenis
Certificaat wettelijke beroepsvereisten groen middelbaar beroepsonderwijs.
Doelgroep
Certificaat wettelijke beroepsvereisten groen middelbaar beroepsonderwijs.
Onderdeel van kwalificatie
Dierverzorging (Gewijzigd 2016) Dierverzorging (Gewijzigd 2018) Proefdierverzorger 25449 Proefdierverzorger 25578
2. Inhoud eisen mbo-certificaat
3. Uitwerking
C1-K1: Uitvoeren proefdierwerkzaamheden Complexiteit
De complexiteit wordt bepaald door het werken in ruimtes met verschillende inperkingsniveaus en/of met verschillende microbiologische barrières. Het behandelen van dieren kent ook een emotionele component die het werk complex kan maken. Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid
De certificaathouder voert werkzaamheden zelfstandig uit op basis van instructie, werkprotocollen en binnen het wettelijk kader. Hij legt verantwoording af aan zijn leidinggevende en/of de onderzoeker die verantwoordelijk is voor de onderzoeksopzet. Vakkennis en vaardigheden
De certificaathouder heeft:
§ heeft kennis van de uitgangspunten van humaan doden
§ heeft kennis van de verschillende methodes waarmee dieren gedood mogen worden § heeft kennis van ethiek
§ heeft kennis van de invloed van methode van doding op wetenschappelijke resultaten § kan euthanasie-methodes vergelijken
§ kan regels uitleggen t.a.v. beschikbaarheid van bevoegd persoon in het bedrijf § kan per situatie de meest geschikte euthanasie-methode kiezen
§ kan vakkundig, humaan en veilig euthanasie toepassen § kan de dood van een dier vaststellen
§ kan kadavers afvoeren en/of verwerken
C1-K 1-W1: Assisteert bij dierproeven Omschrijving
De beginnend proefdierverzorger assisteert in voorkomende gevallen bij de uitvoering van dierproeven. Hij overlegt vooraf over zijn werkzaamheden met de onderzoeker. Hij voert taken uit in opdracht van de onderzoeker zoals het aangeven van materialen, fixeren van dieren, aannemen en verwerken van monsters, wegen van dieren, temperatuur opnemen en schoonmaken van bepaalde instrumenten.
Resultaat
De dierproeven worden betrouwbaar en reproduceerbaar uitgevoerd. Gedrag
De beginnend proefdierverzorger: - stemt werkzaamheden af; - is proactief;
- voert opdrachten correct en nauwgezet uit; - werkt volgens voorschriften;
- is alert op dierenwelzijn; - past hygiëneregels toe.
De onderliggende competenties zijn: Samenwerken en overleggen, Ethisch en integer handelen, Materialen en middelen inzetten, Instructies en procedures opvolgen