• No results found

Ontvoeringen & gijzelingen - Voorwoord

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Ontvoeringen & gijzelingen - Voorwoord"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl)

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Ontvoeringen & gijzelingen

Knotter, J.C.

Publication date

2014

Link to publication

Citation for published version (APA):

Knotter, J. C. (2014). Ontvoeringen & gijzelingen.

General rights

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Disclaimer/Complaints regulations

If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible.

(2)
(3)
(4)

Ontvoeringen & Gijzelingen | Voorwoord | 11 Na afloop van een avondseminar loopt Richard Oetker, jongste zoon van een ondernemersgezin, naar het parkeerterrein van de universiteit waar zijn auto geparkeerd staat. Het is donker. Hij ziet dat naast zijn auto een Volkswagenbusje geparkeerd staat. Hierdoor is er maar een kleine ruimte tussen beide auto’s over. Plotseling verschijnt er een gemaskerde man. Hij heeft een pistool bij zich voorzien van een geluidsdemper. Richard wordt door de man naar het Volkswagenbusje gedirigeerd en hij moet plaatsnemen in een houten kist die achterin het busje staat. De kist is klein, waardoor hij op zijn knieën moet zitten. Het is er donker en stil. Richard is bang en heeft het koud. Het is december 1976.

Aan het woord is Richard Oetker, eigenaar van een multinational (bekend om de toetjes) die in mijn geboortejaar, 37 jaar geleden, slachtoffer is geworden van een van de bekendste ontvoeringen in Duitsland. Op woensdagavond 8 april 2009 vertelt hij zijn verhaal tijdens een lezing aan de Universiteit van Osnabrück (Duitsland), waar ik voor uitgenodigd ben. Wat me opvalt, zijn de vele details die hij, meer dan drie decennia na dato, nog weet te herinneren. In het begin weet Richard niet dat in de kist een babyfoon is gemonteerd. Hij vindt het dan ook vreemd om de stem van zijn ontvoerder te horen. Richard vertelt dat hij – om te overleven – vriendjes probeert te worden met zijn ‘gesprekspartner’. In zijn ogen “die einige Möglichkeit die ich habe”. Tijdens zijn verblijf in de kist tracht hij een band op te bouwen, maar vraagt zich daarbij continu af: Wie is deze man? Wat voor type is hij? Waarom doet hij dit? Waarom ik? Hoe loopt dit af?

Dezelfde vragen stellen de Nederlanders Heleen Janszen en Jan Hogendoorn meer dan 30 jaar later ook, als zij in Jemen worden ontvoerd door een groep gewapende mannen. Op dinsdag 31 maart 2009 is het echtpaar in een onopvallende, besmeurde tweedehands terreinwagen onderweg. Ze rijden uit de hoofdstad Sanaa naar hun eigen woonplaats, als ze door politiemannen – later bleek dat ze verkleed zijn, bewapend met automatische geweren tot stoppen worden gedwongen. Jan Hogendoorn, die aan het stuur zit, moet achterin de terreinauto plaats nemen en beide slachtoffers dienen kleden over hun hoofd trekken. Hierdoor komen ze eruit te zien als echte Jemenieten. Ze worden via hobbelige en stoffige binnenwegen naar een safehouse gebracht. Een rit van meerdere dagen, door een ruw en bergachtig landschap. In de tuin van hun woning in Nederland doen Heleen en Jan een paar maanden later uitvoerig hun relaas. Ze vertellen dat de daders tijdens de overrompeling een gespannen en zenuwachtige indruk maken, maar dat dit verandert tijdens de rit naar het safehouse. Sterker nog, er wordt tijdens de rit zelfs gelachen en ze mogen zelfs foto’s maken. Niet alleen van het landschap, maar ook van de ontvoerders zelf, het safehouse en de onderhandelingen die in de dagen erna worden gevoerd. In tegenstelling tot Richard Oetker kunnen Heleen en Jan hun ontvoerders zien, spreken en aanraken en leren zij hen gedurende de twee weken durende vrijheidsberoving steeds beter kennen. Het grootste gevaar vormt, hoe gek het misschien ook klinkt, de politie. Een interventie zou ertoe kunnen leiden dat deze ontvoering verkeerd afloopt.

De gesprekken met slachtoffers van vrijheidsberovingen die ik tijdens de startfase van dit dissertatieonderzoek heb gehouden, bevestigen mijn vermoeden dat er bij vrijheidsberoving de nodige variatie te bespeuren is: zowel in type delict als type dader. Maar ik vraag me wel af of dit ook voor Nederland geldt. Met deze studie

(5)

heb ik enerzijds voor ogen om de (veronderstelde) variatie voor Nederland in kaart te brengen, maar anderzijds leren de gesprekken mij ook dat er oog moet zijn voor de leef- en denkwereld van de plegers van ontvoeringen en gijzelingen. Wie zijn deze personen, waarom plegen ze een ontvoering of gijzeling, waarom kiezen ze voor deze slachtoffers, hoe reageren ze op de politie? Vragen waar de gesproken slachtoffers vaak geen antwoord op hebben gekregen.

Verrukt ben ik dan ook als ik een jaar later een van de Zuid-Molukse treinkapers in levende lijve ontmoet bij een bijeenkomst. Mijn gesprekspartner, die met een aantal anderen verantwoordelijk is geweest voor een van de meest geruchtmakende gijzelingsincidenten waar Nederland in de vorige eeuw mee is geconfronteerd, doet voor het eerst zijn verhaal in het openbaar. Hij is een van de daders geweest van de treinkaping bij het dorpje Wijster in 1975. Tijdens mijn middelbare schoolperiode passeert deze treinkaping regelmatig de revue, aangezien in mijn vriendenkring mensen zitten die familiebanden hebben met de bewuste kapers. Deze nazaten vertellen met gepaste trots wat deze kapers voor het Zuid-Molukse volk hebben betekend. Ze worden door hen als helden gezien. Nu ik een van treinkapers zelf ontmoet, krijg ik niet alleen een beeld van de man zelf, maar is het ook zeer intrigerend om het verhaal en de ervaring van een van de betrokken kapers uit eigen mond te horen. Ik krijg te horen welke keuze- en beslismomenten de treinkapers hebben gehad en op welke wijze ze de kaping hebben voorbereid en wat er is misgegaan tijdens de uitvoering. Er komen aspecten aan het licht die ik nog nooit heb gehoord of gelezen.

Vanwege deze ontmoetingen is bij mij het besef gerijpt dat voor het begrijpen en verklaren van ontvoeringen en gijzelingen het van wezenlijk belang is om hierbij ook de verhalen van de plegers mee te nemen.

Door vanuit de ogen van de daders naar vrijheidsberovingen te kijken kan er niet alleen een belangrijk kennishiaat gevuld worden. Het slaat ook een brug tussen verschillende werelden, waardoor het mogelijk is om nieuwe antwoorden en inzichten te verkrijgen met alle nuances en variatie die erbij horen.

Amsterdam, januari 2014 Jaap Knotter

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In order to study the effect of different acyl-CoAs on the activity of the enzyme N- acetylglutamate synthase, we first expressed human His-tagged NAGS in E.coli and

The activity of NAGS in mouse liver homogenates was measured using the same optimized conditions as described for purified human NAGS, with a final protein concentration

Methylmalonic acid, total homocysteine and homocystine levels in urine and plasma of our IVA patients were mostly within the normal ranges, except for one or two

The biochemical study was subsequently expanded to include a metabolomics approach (Chapter 4) inspired by the high expectations among the clinical fraternity on the

De in dit Hoofdstuk beschreven verbeterde methode kan gebruikt worden in de diagnostiek en zal daarnaast ook erg nuttig zijn in verdere studies die als doel hebben om

Your caring manner in solving problems (scientific and emotional) carried me through difficult times. Your works on peroxisomal disorders were and still are inspiring. I know that

If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of

Slices in the (a) true homogeneous soil plume model and the most likely models obtained with orders (b) 2, (c) 4, and (d) 5 as well as (e) the model obtained with classical