• No results found

Analyse van zorg bij patiënten met non-STEMI hartinfarct

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Analyse van zorg bij patiënten met non-STEMI hartinfarct"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Analyse van zorg bij patiënten met non-stemi-hartinfarct

In het kader van haar wettelijke taak om systematische doorlichting te doen van de

verzekerde zorg, heeft het Zorginstituut Nederland gekeken naar een paar onderdelen van de zorg voor patiënten met een non-stemi infarct (non ST-segment elevation myocardial

infarction). Deze analyse is gedaan met data uit het DBC Informatie Systeem (DIS) en het Geneesmiddelen Informatie Project (GIP). De analyses zijn intern gereviewd.

De onderzoeksvragen waren:

• Hoeveel nieuwe non-stemi patiënten zijn er per jaar in Nederland?

• Hoeveel procent van de nieuwe non-stemi patiënten komt als eerste in een PCI-(interventie)centrum terecht?

• Hoeveel procent van de nieuwe non-stemi patiënten krijgt een spoed coronair angiografie (CAG)?

• Welke initiële behandelingen krijgen non-stemi patiënten? Mogelijkheden zijn:

− percutane coronaire interventie (PCI) − coronary artery bypass graft (CABG)

− medicamenteuze behandeling, bestaande uit de ‘Golden Five’: acetylsalicylzuur, statines, ACE-remmers, bètablokkers en thienopyridines.

Hieronder staan de uitkomsten:

Tabel 1: Aantal hartinfarctpatiënten in DIS Jaar Aantal patiënten met

DBC stemi Aantal patiënten met DBC non-stemi Som van kolommen stemi en non-stemi

2012 11.483 14.780 26.263

2013 11.330 15.683 27.013

De Hartstichting schrijft dat er per jaar circa 30.000 patiënten met een hartinfarct zijn1. Tabel 2: Verdeling van patiënten over de typen ziekenhuizen2

Niet-PCI ziekenhuis op dag

van hartinfarct

Zowel PCI als niet-PCI-ziekenhuis op dag van hartinfarct

PCI-ziekenhuis op dag van hartinfarct Aantal nieuwe

non-stemi-patiënten in 2012 en 2103 14.661 876 14.451

Procent 48,9% 2,9% 48,2%

1 https://www.hartstichting.nl/hart-vaten/cijfers Bezocht: 7-2-2017. Het gaat niet om brondata uit hetzelfde jaar. 2

De getallen tussen tabel 1 en 2 komen niet exact overeen, omdat in tabel 1 een patiënt zowel mee kan tellen bij 2012 als 2013, terwijl dat in tabel 2 niet kan.

(2)

Op basis van DBC-informatie is het niet mogelijk te bepalen of een patiënt, die op de dag van zijn hartinfarct in twee verschillende ziekenhuizen een DBC kreeg, als eerste in een PCI- of in een niet-PCI-ziekenhuis terecht kwam. Deze patiënten hadden vaak een CAG op de dag van hun infarct. Omdat een niet-PCI-ziekenhuis in het weekend geen spoed-CAG kan doen, hebben we bij het maken van tabel 3 deze patiënten samengevoegd met hen die als eerste een niet-PCI-ziekenhuis bezochten.

Tabel 3: Zorg bij patiënten met non-stemi-infarct Type ziekenhuis bezocht op dag van

non-stemi-infarct In ieder geval een niet-PCI-ziekenhuis Uitsluitend een PCI-ziekenhuis

Aantal patiënten (in 2012) 7.512 7.213

Aantal patiënten met CAG op de dag van non-stemi-infarct (soms gebeurt een CAG op dezelfde dag omdat dat praktisch is, niet omdat het medisch noodzakelijk is)

265 1.216

Aantal patiënten met PCI binnen 2

weken na non-stemi-infarct 522 3.214

Aantal patiënten met CABG binnen 2

weken na non-stemi-infarct 286 437

Aantal patiënten met Golden-Five medicatie in de vier maanden volgend

op het non-stemi-infarct 3 3.716 3.785

Diemen-Zuid, 8 februari 2017 Zorginstituut Nederland

3

Het is niet goed mogelijk het gebruik van acetylsalicylzuur te meten, omdat dat ook door de drogist verstrekt kan worden. Daarom gaan we er vanuit dat als de patiënt statines, ACE-remmers, bètablokkers en thienopyridines gebruikt, hij waarschijnlijk alle Golden Five –geneesmiddelen voorgeschreven krijgt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De CD&V-kamerleden Els Van Hoof en Nathalie Muylle willen komaf maken met de verenging van palliatieve zorg tot stervensbegeleiding... LEES

Daarnaast moet u altijd een vast bedrag per jaar betalen voor uw vervoer naar de GZSP-zorg. In 2020 was dat een bedrag van 105 euro voor het

De resultaten laten zien dat de praktijkondersteuners die aan dit onderzoek meededen behoefte hebben aan aan meer tijd en ruimte voor samenwerking en afstemming van zorg

Dit heeft als gevolg dat de eerder gestelde hypothese: Het positieve effect op de mate van angst en depressie van COPD GOLD IV patiënten is groter na invoering van het nieuwe

De zorg voor patiënten met mild tot matige ziekte-ernst (astma stap 1, 2 en deels 3, COPD GOLD stadia 1 en 2) en bij wie met een adequate behandeling volgens de richtlijnen

• Vinden verpleegkundigen dat zij over voldoende kennis en vaardigheden beschikken om levens- en zingevingsvragen te signaleren tijdens de verpleging van patiënten en, heeft

Als u door ons voor verdere behandeling naar een andere zorgverlener wordt doorverwezen, heeft het ziekenhuis géén toestemming nodig.. Het Maasstad Ziekenhuis stuurt als

Hiertoe behoren twee aspecten van Bereikbaarheid/toegankelijkheid die in 2005 (nog) niet of nauwelijks gangbaar waren (zonder verwijzing bij de fysiotherapeut terechtkunnen