Test havo 3 NOVA hoofdstuk 2 versie 1 Berekeningen (ook) op papier!
Opgave 1 Welke eigenschappen zijn stofeigenschappen?
a olie drijft op water f aluminiumfolie is dun
b kandijsuiker is bruin g plastic folie is doorzichtig c kapok heeft een groot volume h natrium reageert met water d boetseerklei is vervormbaar i azijn is zuur
e lood heeft een grote massa j koper geleidt elektrische stroom Opgave 2 Noem telkens de beste scheidingsmethode:
a Om een suspensie te scheiden, moet je de suspensie ...
b Water dat erg stinkt door opgeloste geurstoffen kun je zuiveren door ……… c Als je de vloeistof ether koopt, bevat het altijd wat water. Als je absoluut zuivere
droge ether wilt, moet je de gekochte ether ………..
d In de aardkorst bevinden zich op sommige plaatsen zoutlagen in het aardgesteente. Daaruit kan zout worden gewonnen door warm water in de zoutlaag te pompen en vervolgens het opgeloste zout weer op te pompen. De toegepaste scheidingsmethode heet ...
Om daarna het zout uit de oplossing te winnen, moet je ...
Opgave 3 Bitterzout is een stof die veel gebruikt wordt als laxeermiddel. Als in een ziekenhuis een patiënt onderzocht of geopereerd moet worden en de darmen van de patiënt moeten daarvoor leeg zijn, wordt meestal een verzadigde oplossing van dit middel toegediend. De naam wijst er al op dat dat niet erg smakelijk is.
De oplosbaarheid van bitterzout wordt op de bekende manier bepaald: aan een hoeveelheid water wordt in een bekerglas zoveel bitterzout toegevoegd dat er zelfs na intensief roeren nog vast bitterzout op de bodem van het bekerglas ligt. Een deel van de heldere vloeistoflaag wordt in een tevoren gewogen schone en droge erlenmeyer overgebracht. Nadat de erlenmeyer met vloeistof opnieuw is gewogen, wordt de vloeistof ingedampt. Na afkoeling wordt de
erlenmeyer voor de derde keer gewogen. a Teken een erlenmeyer.
b Wat is oplosbaarheid? De lege erlenmeyer woog 58,32 gram.
De erlenmeyer met vloeistof woog 71,59 gram. Bij de derde weging woog de erlenmeyer 61,97 gram.
c Bereken met behulp van de bovenstaande gegevens de oplosbaarheid van bitterzout in water uitgedrukt in gram per 100 gram water.
d Waar hangt de oplosbaarheid, behalve van soort stof en vloeistof, nog meer van af? Opgave 4 Mieke laat 's ochtends op haar toilettafel per ongeluk de fles met nagellakremover open staan.
Nagellakremover is eigenlijk aceton. De MAC-waarde van deze stof bedraagt 1780 mg/m3. Het
is ook een stof met een laag kookpunt die heel gemakkelijk en snel verdampt.
Op de slaapkamer, waar het flesje staat, zijn de deur en alle ramen gesloten. De kamer is 2,40 m hoog en is 2,80 m breed en 4,20 m diep. In het flesje zat 's ochtends nog 65 mL aceton, maar als Mieke 's avonds op de slaapkamer komt, is alles verdampt.
De dichtheid van aceton is 0,79 g/mL.
a Wat wordt precies bedoeld met de MAC-waarde? b Hoeveel gram weegt 65 mL aceton?
c Laat zien of de MAC-waarde voor aceton in de slaapkamer is overschreden.
zie ommezijde
a Is de vloeistof een zuivere stof of een mengsel? Verklaar je antwoord.
b Wat is het kookpunt of wat zijn de kookpunten van de in de vloeistof aanwezige stof of stoffen?