• No results found

Vegetatieve vermeerdering van Asparagus plumosis door middel van in vitro culturen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vegetatieve vermeerdering van Asparagus plumosis door middel van in vitro culturen"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

à? Bibliotheek Proefstation Naaldwijk

A

1 R 22 BIBLIOTHEEK

PROEFSTATION voor de GROENTEN- en FRUITTEELT onciôr GLAS te NAALDWIJK

v&umejidejilng van Ä4 pcoiag uó pùmoi>ÂJ> daofi vivLddeJL van .in vttna cultuJinn.

li) o

VnßzfatoutLon voon dz Groenten- en FAiUttzeZt ondeji Glau,, NaaJLdwijk

dooft •'

Xng. l!la. van Ravutljn

NaaldiM-ijk, AnptvmboA 1975

(2)

Ui o b ^ t ö f ~ / 2 û : # y •

\\

^32"7

Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas, Naaldwijk

Vegetatieve vermeerdenng van A

àpcuLagm pZumo-à-câ

door middel van in vitro culturen

door :

ing. W

a

. van Ravestijn

Naaldwijk, september 1975

No. 701/9/1975. .

2 Z ^ \ ^ ' o i q \ \ i

(3)

I n h o u d

Inleiding

Proefopzet

Resultaten

Bijlagen

(4)

Plaats : Plantenziektenkas,

kapje 1

Tijd : 17 april

-12 november 1973.

Project : C-4

Proefje : I.

Inleiding

In eerste instantie is naar de plant gekeken. Hierbij bleken witte wortelstokken aanwezig te zijn, waarop vliezen — enigszins vlezig — waren ingeplant. Deze vliezen of schubben verbergen uitein­ delijk een wit gekleurd groeipunt.

Bij de takken met veren vindt men aan het onderste gedeelte van de tak doornen. Dit bleken niets anders dandoor een scherpe schub(= blad) omhulde knoppen te zijn. Na verwijdering van deze buitenste bruin-beige gekleurde, puntige schub, werd een duidelijke knop gevonden.

Deze knop werd beschermd door diverse groene en aan de buitenzijde meestal een gedeeltelijke groene schub. Hiervan waren de toppen licht-bruin tot beige van kleur.

Na volledige preparatie van deze "dooAMtYl" werden 3 groeipunten zichtbaar. Centraal een vrij groot groeipunt, geëscorteerd door 2 zijdelings gelegen kleinere groeipunten. Alle 3 groeipunten waren donker groen van kleur.

Bij het gedeelte met veren, is het centraal gelegen groeipunt uitge­ lopen. Daarom wordt in dit verslag dit centrale groeipunt het hoofid-groeipunt genoemd en de 2 zijdelings gelegen hoofid-groeipunten, dus z-ij-groeipunten. De zijgroeipunten waren'bi j de uitgroei van een veer wél terug te vinden, hoewel dit niet gemakkelijk was. •

Steeds werden bij het uitprepareren vergrotingen gebruikt van 16 of 25 keer.

(5)

De "naatdjW van de veren zijn in feite stengeldelen

(Cladodia).

In werkelijkheid zijn het syinpodia, waaraan hier en daar bloemen kunnen worden gevormd.

Aangezien Aipa/LOgui plumoAÂJ> een monocotyl is, moeten op de knopen intercallaire meristemen aanwezig zijn. Aangezien een meristeem,

althans een werkzaam meristeem, de potentie tot callusvorming en knop-vorming bezit, werden ook stukjes veer als explantaat gebruikt. Even­ tueel zal ter zijner tijd door middel van microtoom-coupes worden onderzocht in hoeverre ook in werkelijkheid intercaJ-air deelweefsel aanwezig is.

Proefopzet

Op 12 april 1973 werd een bodem bereid volgens het recept van bijlage 1. Hierop werden de volgende explantaten gezet.

1. Groeipunten van wortelstokken, wortelstok ontsmetten 2. Groeipunten van doornknoppen, doornknoppen ontsmetten

a. Groeipunten van doornknoppen, doornknoppen ontsmetten met dubbele concentratie ontsmettingsvloeistof

3. Groeipunten van veerknoppen, veerknoppen ontsmetten 4. Stukjes stengel met doornknoppen, geheel ontsmetten 5. Stukjes stengel met veerknoppen, geheel ontsmetten

6. Stukjes veer, 0,5 cm lang, jonge veren. Veren ontsmetten a. Stukjes veer, 1 cm lang, jonge veren. Veren ontsmetten b. Stukjes veer, 0,5 cm lang, oude veren. Veren ontsmetten c. Stukjes veer, 1 cm lang, oude veren. Veren ontsmetten

d. Stukjes veer, 1 cm lang, oude veren. Veren ontsmetten, afsnijden tussen 2 knopen.

e. Stukjes veer, 0,5 cm lang, jonge veren. Veren ontsmetten.

(6)

-5-7. Grpeipunten van doornknoppen, doornknoppen niet ontsmetten 8. Groeipunten van veerknoppen, veerknoppen niet ontsmetten. Ontsmet werd met 0,5% werkzaam chloor uit chloorbleekloog + 0,1% Teepol bij behandeling 1, 2, 3, 4, 5, 6a, b, c, d en e.

Voor behandeling 2a werd een dubbele concentratie chloorbleekloog gebruikt. De Teepol-concentratie was ook hierbij 0,1%.

(De uiteindelijke concentratie chloorbleekloog is ongeveer het dub­ bele ten opzichte van de concentratie berekend op basis van werkzaam chloor).

Per ontsmetting (11 stukjes) werd 100 ml ontsmettingsvloeistof gebruikt in erlenmeijers van 150 ml met ingeslepen stop. De

ontsmettings-duur was 10 minuten (schudden). Na het ontsmetten werd 3 x met steriel demi-water uitgewassen.

De stukjes "vzeJL" waren moeilijk rechtop te planten. Alleen als ze tegen de glaswand van de buis konden steunen ("g&pZafvt" werden,

i door het uitzetten van de bodem gedurende het autoclaven) bleven ze goed staan.

Bij het uitplanten van groeipunten bleven veelal enkele bladprimor-dia aan het explantaat zitten. Aangezien geen virusziekte geëlimi­ neerd moest worden, leek dit niet bezwaarlijk.

Bij het uitplanten van veerknopgroeipunten werden enkele kleine veren mee uitgeplant. Bij de gehele proef werden de buizen met wattenproppen afgesloten. Bovendien werd de helft van de buizen nog met parafilm bedekt. De andere helft werd met alluminium-folie afgesloten.

(7)

in

Resultaten

Van de 156 explantaten verontreinigde er slechts één (behandeling 8;

*

één van de 10 explantaten, dus 10%. Verontreiniging door bacterie). De samenvattende uitkomsten staan hieronder vermeld.

hanr ling

Iets uitgroei Spruitvorming Bruin-geel kleuring

hanr ling

% Aantal dagen % Aantal dagen % Aantal dagen

gem. min. max. gem. min. max. gem. min. max.

1 33,3 208 208 208 0 26,7 208 208 208 2 10,0 207 207 207 0 10,0 207 207 207 a. 29,4 159 9 208 0 23,5 130 51 208 3 0 0 0 4 0 60 11 9 13 80 51 51 51 5 0 10 13 13 13 60 52 51 52 6 0 0 50 12 9 14 a. 0 0 33,3 13 13 13 b. 0 0 100 11 10 14 c. 0 0 100 12 10 14 d. 0 0 90 13 10 14 e. (v 0 0 100 11 9 13 7 0 0 0 8 • 0 • * 0 0

1

In" dit proefje gaf het uitplanten van groeipunten soms enige groei, maar een duidelijke spruit of wortelvorming werd niet gevonden. Laat viel de geringe vergroting van het explantaat op (dus zeer langzame groei). Het gewonde weefsel kleurde direkt zeer donker.

Enig succes leek.het uitplanten van stengelstukjes met vegetatieve knoppen te geven, zoals de doorn en veerknoppèn. Vooral de doornknop­ pen gaven veel en snel spruitvorming te zien. Helaas gingen de scheuten

(8)

7-snel ten gronde, vermoedelijk door het achterwege blijven van enige wortelvorming.

Veren groeiden helemaal niet uit. Vrij snel nä het uVtplanten gingen ze verdorren.

(9)

-8-Bijlage 1

Bodem

I

Oplo&&Zng

A.

(1 liter goed voor 10 liter; per liter gebruiksoplossing dus 100 ml van onderstaande vloeistof)

NH. N0_ 4 3 KCl

KNO

3 kh2 PO4 Ca(N03)2. 4 H20 Mg SO.. 7 Ho0 4 2 H BO 3 3 MnSO .. 7 H„0 4 2

K J

Na H 2 p04* 4 H2° 4.000 mg 650 mg 800 mg 125 mg 1.440 mg 720 mg 16 mg 27 mg 7,5 mg 1.700 mg 0ptoi6A,ng B.'

( 1 liter goed voor 10 liter; per liter gebruiksmedium, dus 100 irl van onderstaande vloeistof)

N.A.A.

Kinetine Thinamine KCl . Pyridoxine KCl Nicotine-zuur Myo-inositol Adinine-su'lfaat 3 mg 1 mg 10 mg 50 mg 50 mg 1.000 mg 400 mg

Bereiding bodem

100 ml A.

100 ml B.

5 ml K.Fedta/Na Fedta

500 mg Moutextract

25 g Saccharose

6 g Agar

1 liter

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Figuur 4 Ontwikkeling aantal akkerbouwbedrijven naar regio en subtype in 2020 ten opzichte van 2015 in Noord-Nederland (absoluut).. -300 -250 -200 -150 -100 -50 0 50 100

 Vroege introductie van Orius Laevigatus plus bijvoeding met kwaliteits artemia (van BioBee Biological Systems ) kan trips in chrysant bestrijden. montdorensis vestigde zich

Een kwaliteitsvoorspelling te kunnen doen voor verwachte kwaliteit, in dit geval de kans op een bepaalde hardheid van een partij peren, op een bepaald moment in de keten, gegeven

Per opname zijn leeftijd, opnamedatum en opperhoogte bekend en per toestand voor, na en van de dunning stamtal, grondvlak, diameter, hoogte en volume.. De hoogteontwikkeling

Die verslaving is een ‘addiction by design’, wat volgens hem onderdeel is van een sociaalecono- misch systeem dat hij limbisch kapitalisme noemt: een technisch hoogstaand

As if they confirmed this development, the chapters on the nineteenth century deal exclusively with workers of one racial or ethnic category, like Hamish Max- well-Stuart and

Daarna beschrijven Martine Vermandere, onderzoeker bij het Amsab-Instituut voor Sociale Geschiedenis te Gent, en Ka- rin Hofmeester de internationale dimensie van

In hun boek richten de auteurs zich niet zozeer op het geld, de financiële en bancaire ontwikkelingen die het wel en wee van de spaarbank en haar spaarders bepaalden, maar op