35
Stobbe
ner
blootgetpoeld.e uortelslld6
langs de Donaa. De ondetste elage uordt geaormd d.oor de oortpronkelijke taortels. De hogere etages zijn. geuormd. tijdens opslibbingen (totaal ca.70 cn ).deelte staan ca. 400 bomen,/ha (afstand ca.
5 m). De
gemid-delde diameter is ca.40
cm en de gemiddelde jaadijkse aanwas bedraagtbijna
30 m3/ha.De
aantasting door bastvlekkenziekteis
veel
geringer, dekronen
zijn
groteten
dieperen er
komtminder
waterlot voor.De
onregelmatige dunningssterkte heeft bovendien ten gevolge dat de stammen krommerzijn
dan nodig is en dat ze opvallend ovaal op doorsnede zijn.De opstand
blijkt
ondanks de volgens de huidige inzichten min-der goede behandelingnog
eenvrij grote
aans'aste
vertonen,zij
het
met
eenvrij
laag percentage waardevolle sorrimenren.Dat
bij
eenwijder
verbandof
een sterkeredunning
de bomendikker
kunnen worden,blijkt uit
hetfeit
dat van de meer vrij-staande randbomen de dunste boom 50 cmdik
was en de diksteruim 60
cm.
Eengrote
diameteris
weliswaarniet
onder alle omstandighedenhet doel dat wordt
nagestreefd, maarhet
feit
dat de opstand ten gevolge van verschil
in
toegepastebehande-ling op
eenkleine
oppervlakte verschillende beelden verroont, is belangrijk.De
verkregen gegevenszijn
vooral waardevolom-dat
onder
bepaalde omstandighedeneen
nauw
plantverband noodzakelijkis
ter
beschermingvan
dedijken.
In die
gevallen tracht mendan
toch een zogroot mogelijke
opbrengsr rever-krijgen.
Dat
dezedan
bestaatuit
dunnere sortimentenis
vanminder
belang omdat thans deproduktie van pulphout
in
de eerste plaats komt.In
dehier
besproken opstand werd nog een ander karakteristiek beeld van de beplantingen langs de rivieroevers waargenomen.Dit
houdt verbandmet
denatuurlijke wijzigingen
vanhet
zo-merbed van de rivier.Op
de plaatsen, waar de Donau nier rechr-getrokken, gekanaliseerd en van een oeverbescherming voorzien is, kalven regelmatig stukken van de oevers af. De beplantingen vertragendit
proces, zoals ook hier bleek. Een aantal randbomenviak
langs derivier
was door het waterondermijnd
en daarom onlangs geveld.Van
de
overgebleven stronken warenin
som-mige
gevallen onlangsde
wortels
voor
eengroot
deel
bloot gespoeld. Daardoorwas
te
zien
dat het
wortelstelseluit
vijf
kransen is opgebouwd, overeenkomend mer 5 perioden van op-slibbing welke, sinds de aanleg22
jaar geleden,in
totaal 70 cm bedroeg.(wordt
vervolgd).M. Bol en
J.
L.Guldemond
/
Snoeien van populieren
in
wegbeplantingen
in
Nederland
1) BosbouwproefstationWaartoe
dient
snoeienDe
totale lengte van beplantingen van populieren langs wegen, waterlopen, grenzen, ervenen in
stedelijk groen
in
ons
land bedraagt rond 20.000 km.In
dergelijkerijbeplantingen
is
snoeien noodzakelijkom
twee redenen: ter verbetering van dehoutkwaliteit
en ook om takken te verwijderen, die om andere redenen ongev/enst ziin.Verbetering van
dehoutkwaliteit
Voor
sommige industrieëndie
populierenhoutverwerken
(fi-neer, lucifers,klompen)
hangt de gebruikswaarde van het hout nauw samenmet
de afwezigheid van kwastenin
de stam. Vander Meiden
(3)
belichtte
in
1957 de samenhang tussen snoei van populieren en de eisen van deindusrie.
Zijn
conclusie was dat als gevolg van deze eisen snoeien rot meer dan6 m
hoogte(in
uiterste gevallen 8 m hoogte) zinloos was.De
kistenindusuie had
geen speciale belangstellingvoor
ge-snoeid stamhout, maargaf
de voorkeur aan levend ingegroeide takken boven dode kwasten, die een gevolg waren van de snoei.De pulpindusrie
bleek
ook
de voorkeur
te
geven aan onge-snoeide bomen,omdat
een gesnoeidestam
altijd
enige
bast-insluitingenbij
de kwasten bevat. Deze conclusieszijn in
grote1)
Onder dezetitel is
door de auteurs een samenvatting gegeven op verzoek van de internationale unie van bosbouwproefstations. Veel van de inhoud is onze lezers wellicht bekend. Uw redactie meent dat het niettemin nuttig kanzijn
een overzicht van enkele facetten van het snoeien van populietenin
wegbeplantingen te geven.trekken nog
steedsvan
toepassing, hoewelde
hoogtevan
het snoeienthans vooral
om
economische redenenop
maximaal6 m wordt
gesteld.Hubert
(2)
schreefin
1964 dat het snoeien van populierenin
Frankrijk de 8
m
grensniet te
boven diendete
gaan.Soort-gelijke
opvattingen bestondenin
verscheidene andere Europese landen.Het verwijderen van
ongewenstetakken
Populieren
in weg- en
grensbeplantingen worden meestal niet alleen gesnoeid om derwille
van hun houtkwaliteit. De onderste takken van populieren kunnen devrije
doorgang en hetuitzicht
van het
verkeer belemmeren,te
veel
schaduw gevenop
een weg,op
gebouwenof
op
landbouwgrond, danwel
ongewenstzijn
om
esthetische redenen.Dit
is van
toepassingop
levende zowel als dode takken.Het is moeilijk
een algemeneregel
te
gevenvoor
de
hoogtevan
snoeien;in
de meeste gevallenis
een aantal verschillende overwegingenin
het spel. Vooral dode takkenzijn
gevaarlijk en deze zullen gesnoeid moeten worden, zelfsindien
ze hoogin
dekroon
voorkomen. Opgemerktmoet worden
dat in
rijbeplan-tingen van populier, vooral
langs wegen, vaak een abnormaal groot aantal takkenkwijnt of
afsterft als gevolg van(te)
nauwe plantafstandenof
een verminderdevitaliteit
door
wind,
weg-werkzaamheden, zout,luchtvervuiling
en-
in
samenhangdaar-mee
-
verhoogdegevoeligheid
voor
ziekten.
In
dergelijke gevallen kan hetnodig zijn
hoger te snoeien dantot
de boven-vermelde6 m
grens.16
Tabel
1
OnttaikÈelingtan
diameter, boogte en tuateilo,bij
oersebillende graà.etu !í,n rnoei.graad
diameter (cm) hoogte (m) aantal waterloten per boomvan snoei
1) t9t7 t9t9
1960
t96t r96t 1967 r9t7 r9r9
1960
196r
1965
1967
19t8
1959 1960
r96t2t
40t0
rr,3 1 1,1 11,0 11,5 r5,7 r4,7 18,6 17,7 t6,9 )1 ) 25,6 23,7 7,9 7,5 /"Jtt,6
lt,)
tr,1
16,) rc,1rt,g
18,1 17,9 17,9 4,16,j
t,89,7
4,2rr,9
6,9r8,2
11,5 21,2 20,2 19,0 32,8 27,4 27,4 t0,7 10,4 10,3 12,7 12,4 12,4 ),3 4,8 4,41)
25;
geen takkrans gesnoeidin
1958, na 1959 regelmatig gesnoeid tot40 I
50:2
takkransen boomhoogte. van2r%
4o 7o 5o vo de Bosbouwkundige aspectenIn
1964werd door
de\Terkgroep
Snoeienvan het
Bosbouw-proefstation een
rapport
uitgebrachtover de
bosbouwkundige aspectenvan de
snoei
van
populieren
(4).
Deze
werkgroepheeft
eengroot
aantal
onderzoekingen gedaan gedurende dejaren
1956-196I
en kwamtot
een aantal conclusies,die
hedenten dage nog geldig zijn.
Sindsdien
zijn weinig
nieuwe
onderzoekingen uitgevoerd.Al-leen
onderzoek naarde
invloed
van
snoeienop
de
diameter-bijgroei
isin
geringe mate voortgezet.Kort
samengevatwaren de
belangrijkste
conclusiesvan
de werkgroep:1
Áan
het
eind van het
tweede groeiseizoenna
de snoei zijnde
snoeiwondenvan
l0-I5
jaar oudepopulieren
bijna
ge-sloten;
demate van
overgroeiingvan de
snoeiwonden wasnooit minder dan
807o,
in
bijna alle
gevallenmeer
dan90%. De
snelste overgroeiingder
snoeiwondenbij
winter-snoei werd verkregen indien laat
in
dewinter
werd gesnoeid.2
In
de
Nederlandse
klimaatsomstandigheden vercorzaaktsnoeien
in
juni-augustus (na
het
uitlopen en
voor het
af-sluiten van
hoogte-en
diametergroei)minder
wateilot
dan snoeien daarvoorof
daarna.3
De
meest gunstige periodevoot
snoeien, waarbij snelleover-groeiing
der
snoeiwonden gepaard gaatmet
eenminimum
aan waterlot, is die vanaf eind mei
tot
middenjuli.
4
I7elk
soort snoeiwerkruigwordt gebruikt
isniet
van invloed op de snelheid van het overgroeien der snoeiwonden.5
Snoeienvan waterlot heeft
devorming van
nieuwewater-loten
tengevolge.De
meestehiervan
ontstaaoop
andere plaatsen aan de stam, waardoorzij
weet nieuwe kwastenin
het hout zullen veroorzaken.
Bij
de snoei van dunner waterlot worden minder nieuwe waterloten gevormd.6
Zwaardere snoei heeft een significant ongunstige invloed opdiameterbijgroei maar
niet of
nauwelijksop
hoogtegroei; devorming van watedot
wordt
erdoor bevorderd.Toï 5 m opgesnoeide uegbeplanting aan popilier.
ALechanisatie aan de snoei met de klimzazg (ttoor bet opsnoeien ttan
PoPalier minder geschikt).
t
t
: 1 i I I37
hoogte
snoeigereedschap vanaf de grondaantal
diktevan de gesnoeide gesnoeidetakken
takken (cm)In
samenhangmet de
laatste conclusiewordt in
de
volgende tabel een overzicht gegeven van de gegevens van de \Terkgroep Snoeienmet
toevoegingvan
de resultatenvan
sedertdien uit-gevoerd onderzoek.Methotlen
van
snoeien Snoei met bandgereedschapIn
796I (7) en
1962werd met
behulpvan
tijdstudieshet
ge-bruik
van
een aantal snoeigereedschappen vergeleken.Bij dit
onderzoekwerden
1000 Populus 'Robusta', staande langs we-gen, op onderlinge afstanden van4-B
m
gesnoeid.Alle
takken, voorkomendop
een stamlengtevan 1 m,
waaronderéén
tak-krans, werdenin
één keer verwijderd.De
snoeiduurper
boom omvat het lopen van boomtot
boom, het snoeiwerk zelf en het verzamelen van alle afgesnoeide takhout, dat dan om de andere boomop
een hoop werd gelegd.De
zuivervoor
de arbeid be-nodigdetijd
is
in
deze berekeningmet
30/o
verhoogd (voor rust, onderhoud gereedschap enz.).Het
meest geschikte gereedschapis
in
de volgende tabel aan-Segeven:Tabel
2
Snoeigereed.schap.werket". De lengte van de steel is maximaal 2 m. Zagen
Draagbare zagen
met
benzinemotor(met
cirkelzaagbladof
met roterende frees) op stelen, maximaal 3.5m
lang, vanaÍ de grond gehanteerd. Totaal gewicht van het gereedschap ongeveer 14 kg.Dê
maximum dikte van
de takken,die
gesnoeid kunnen wor-den, is ongeveer 10 cm.Hydraulische
of
pneumatische kettingzagen, gehanteerd vanaf een ,,hoogwerker".Klimmende
zaag. Deze zaag bestaatuit
een ftamemet
een 2.7 P.K., 2-takt motor, die een aantal rubberwielenaandrijft
en een verticaal staande kettingzaag.De
machineklimt
langs een spi-raalvormigelijn
de boomin tot
maximaal 14m
hoogte.Maxi-maal
te
snoeien takdiameter5
cm.
Boomdiameter30-12
cm. Totaalgewicht 50 kg. Deze klimmende zaag isontwikkeld
voor hettot
op grote hoogte snoeien van rechte naaldbomen.Snoeien
in
depraktijk
In
depraktijk
worden populieren langs wegen gesnoeidmet
de bovengenoemde handgereedschappen (schaar, beitelsof
zagenmet
lange steel). Gemechaniseerd snoeienkomt
tot
nu toenau-welijks
voor wegens de kwaliteitseisen, gesteld aan hetwerk
en de beperkteproduktiviteit
van de methode.De
klimmende zaag heeft de neiging vast te lopenin
onregelmatig gevormde popu-lieren en beschadigt dan de bast. Bovendien is deproduktiviteit
gering
alsper
keer over korte
stamlengtenmoet worden
ge-snoeid, hetgeenbij
populieren
het
geval
is.
Tegenwoordig is gemechaniseerd snoeien beperkttot
bomenin
parkenen
stra-ten.
Dit werk wordt
daar gedaanom
andere redenen (kroon-snoei, wegnemenvan
zwaretakken)
onder andeÍe omstandig-heden(b.v.
in
bebouwdekommen) en de
kwaliteitseisenzijn
anders.In
die
gevallen
zijn het vooral de
hydraulische scharen en zagen, die,in
combinatie met ,,hoogwerkers", ingang hebben ge-vonden. Deze bieden waarschijnlijkook
de beste perspectieven voor de aanpak van de gemechaniseerde snoei langs wegen. Literataar1 Bol, M. Snoeigereedschappen voor populier. Ned. Bosb. Tijdschr. 34
(4),
1962 (145-147); Berichten Bosbouwproefstation, rJí'ageningen,m.
25, 1962.2
Hubert,M.
I'Elagage des poupliers. Pepinieristes, Horticuleurs Ma-raichers,t.
45, t964 (1861-1875).3
Meiden,H.
A. van der. Snoei van populier, gebaseerd op kwaliteits-eisen van de houtindustrie. Ned. Bosb. Tiidschr. 290),1957 (l-l);
Korte Mededeling Bosbouwproefstation, Wageningen,m.
28, 1917.4
\íerkgroep Snoeien. De snoei van laanbomenin
het bijzonder van populieren.Uiw.
versl. Bosbouwproefstation, 'Wageningen6
(1),1964 (L-47).
P. YA]I
DEII
BERK
BOOMKWEKERIJEN ST. OEDENRODE
-
TE1.04138-2331 b.g.g. 04í38-2038*
LAANBOMEN
EN
BOSPLANTSOEN
Specialiteit:
POPUTIEREN
EN
WILGEN
Ad.aiezen en beplantinget h*nnen door
ou
geregeld u,orden snoeitijd per boom (min.) 0-1 m 7-2 snoeischaar schaar met korte handvattengewijzigde Jirizaagl) met lange steel of EIÁ beitel met klopper I2) EIA beitel met lange steel met klopper II 2)
oÍ Jiizaag met ladder lirizaag met ladder
rj
l1 1,8 1,8 ,0 ,2 )_zt-4
4-5)-o
tJ- /)
)
3 5 8I
I
8 2,6 2,6 2,6 2,6 4,0 ,6 ,6 ,6 ,4 12,63)1)
z.g. ,,snoeizaa'g van Foische" (met Jiribetanding).2) I :
eenmanswerk,II :
tweemanswefk.3)
Detiid
dient te worden verdubbeld(II)
als er gevaar bestaat we-gens verkeer.G enzec h anis e erd' s no eien
Mechanisatie
van
het
snoeienvan populieren
langs wegen en grenzenis
uiwoerbaar.Men dient
echterde
volgende puntenin
het oog te houden:om
dehoutkwaliteit te
verbeterenis
het
meestal noodzakelijk zo vroegmogelijk
te snoeien, wanneer de takken nogdun
zijn(niet
dikker dan ongeveer4
cmaan de takbasis);om
deze redenwordt niet
hoger opgesnoeiddan
tot
+
7
m hoogte;de stamlengte
die
in
een keer kan worden gesnoeid is beperkt; één takkranswordt
weggenomen,,of
de8-i0
takken,die
zich op een stamstuk van ongeveer 1m
bevinden.Hoewel
het mogelijk
lijkt
lichamelijke inspanning
door
me-chanisatie te verminderen, maken dejuist
vermelde punten hetmoeilijk
om
de arbeidsproduktiviteitte
verhogen en de snoei-kosten te verlagen.P neunuris c h e en hy d'r aulis c h e tno eis c lt aren
Pneumatische scharen worden aangedreven