• No results found

Recente ontwikkelingen in plant-schimmel studies: het Cladosporium fulvum - tomaat model

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Recente ontwikkelingen in plant-schimmel studies: het Cladosporium fulvum - tomaat model"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

3.1.2

Recente ontwikkelingen in

plant-schimmel studies: het

Cladosporium fulvum – tomaat

model

B.P.H.J. Thomma en P.J.G.M. de Wit

Laboratorium voor Fytopathologie, Wageningen Universiteit en Research Center, Binnenhaven 5, 6709 PD, Wageningen. Cladosporium fulvum is de veroorzaker van

bladvlek-ken ziekte op tomaat. Sinds het inkruisen van bepaal-de resistentiegenen in bepaal-de commercieel geteelbepaal-de to-matencultivars vormt de ziekte nauwelijks een probleem in de dagelijkse praktijk. Desondanks is in Nederland de C. fulvum - tomaat interactie één van de best bestudeerde plant - schimmel interacties. Het feit dat C. fulvum in een tomatenplant uitsluitend tussen plantencellen door groeit en dus de integriteit van het plantenweefsel vrijwel intact laat, maakt dat deze interactie zich uitstekend leent voor onderzoek naar het tot stand komen van de ziekte en de com-municatie tussen pathogeen en waardplant die daar-mee gepaard gaat. Bijgevolg is de interactie tussen C.

fulvum en tomaat uitermate geschikt als

modelsys-teem om het tot stand komen van schimmelinfecties op planten in het algemeen beter te leren begrijpen. Onderzoek naar de moleculaire basis van resistentie in tomaat tegen C. fulvum heeft geleid tot de isolatie en karakterisering van een aantal eiwitmoleculen die door de schimmel worden uitgescheiden en waarop tomatenplanten met bijpassende resistentiegenen reageren met een overgevoeligheidsreactie. Deze ei-witmoleculen worden ook wel fysio-specifieke elicito-ren genoemd, en de overgevoeligheidsreactie van de plant zorgt ervoor dat de schimmel geen infectie tot stand kan brengen. Een aantal genen van de schim-mel die coderen voor zulke fysio-specifieke elicitoren is inmiddels gekloneerd, evenals een aantal bijpas-sende plant resistentiegenen.

Men kan zich natuurlijk afvragen waarom C. fulvum een aantal componenten produceert waardoor her-kenning in de waardplant wordt uitlokt en een over-gevoeligheidsreactie optreedt die ertoe leidt dat de infectie niet zal slagen. Natuurlijke evolutie zou moe-ten leiden tot de selectie van schimmelstammen die de eigenschap om deze fysio-specifieke elicitoren aan te maken verloren hebben, tenzij de aanmaak van de-ze elicitoren een bijkomstig voordeel voor de patho-geen heeft. De gangbare gedachte is momenteel dan ook dat de schimmel deze moleculen aanmaakt om-dat ze eigenlijk functioneren als virulentiefactoren. Dat wil zeggen dat ze een functie hebben in het tot stand brengen van de infectie in planten die de bij-passende resistentiegenen niet bezitten. Grote

in-spanningen zijn er momenteel dan ook op gericht om dergelijke functies van verschillende fysio-specifieke elicitoren bloot te leggen. Hierbij kan het bijvoor-beeld gaan om het onderdrukken van aspecifieke af-weermechanismen van de plant, het vrijmaken van voedingsstoffen in de plant voor opname door de schimmel, of zelfbescherming tegen schadelijke com-ponenten die de schimmel tegenkomt wanneer hij door het plantenweefsel groeit.

Onderzoek heeft aangetoond dat één van de fysio-specifieke elicitoren die C. fulvum aanmaakt een rol speelt in dit laatste proces. Om mogelijke belagers af te weren produceert een tomatenplant onder andere chitinasen. Dat zijn enzymen die chitine afbreken, een belangrijke bouwsteen in de celwand van schim-mels. Als gevolg van de activiteit van deze chitinasen zal schimmelgroei normaalgesproken sterk geremd worden. Echter één van de fysio-specifieke elicitoren die C. fulvum aanmaakt heeft chitine-bindende ei-genschappen. Als gevolg van deze binding is chitine in de schimmelcelwand beschermd, doordat ze on-bereikbaar is voor de chitinasen die de tomatenplant aanmaakt. Dit leidt ertoe dat de schimmel minder hinder ondervindt van deze schadelijke plantenzy-men en de waardplant dus makkelijker kan infecte-ren.

Zeer recent onderzoek heeft geleid tot aanwijzingen dat één van de andere fysio-specifieke elicitoren be-trokken is in de onderdrukking van aspecifieke af-weermechanismen van de plant. Transgene planten die aangezet worden om deze fysio-specifieke elicitor zelf aan te maken vertonen een algemeen verhoogde gevoeligheid voor verschillende ziekteverwekkers. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt doordat bepaalde enzymen die de plant aanmaakt tegen mogelijke in-dringers geneutraliseerd worden. Huidig onderzoek is erop gericht om dit experimenteel te bevestigen. Door een inzicht te verkrijgen in de strategieën die C.

fulvum gebruikt om zijn waardplant tomaat te

infec-teren zullen we dit infectieproces beter leren begrij-pen. De ervaring leert dat die kennis en dit soort be-vindingen voor een groot deel ook opgaat voor andere plant – schimmel interacties. In dat opzicht kan de C. fulvum - tomaat interactie, hoewel mis-schien niet direct één van de economisch meest be-langrijke, model staan voor belangrijke plantenziek-ten die op zichzelf moeilijker te bestuderen zijn. Uiteindelijk kan deze aanpak leiden tot nieuwe stra-tegieën voor de bestrijding van economisch belang-rijke plantenziekten.

Pagina 36 S Gewasbescherming jaargang 36, Supplement Gewasbeschermingsmanifestatie 27 april 2005 Mededelingenblad van de Koninklijke Nederlandse Plantenziektekundige Vereniging

[

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Development of prices on the art market 1940-1945 (index 1940=100), superimposed on part of a newspaper article on art as investment in De Telegraaf, 22 May 1941... 46

Had deze zijn siri' verloren dan ging zijn gemeenschap gebukt onder pësse of pacce, respectievelijk Buginees en Makassaars voor een gevoel van pijn, van lijden van de

Arung Palakka kon de Compagnie niet in de steek laten, omdat deze er door het onderwerpen van Goa voor had gezorgd dat zijn siri' werd hersteld.. On- trouw aan de VOC zou ideëel

Het Liber Floridus, een soort van middeleeuwse encyclopedie door Lambertus van Sint- Omaars (niet te verwarren met de gelijknamige abt van Sint-Bertijns) in de twaalfde eeuw

Hij heeft aan verscheidene struiken een nieuwen naam gegeven, die later bleek synoniem met een reeds beschreven soort te zijn; maar zijn Azalea rubra is volgens

Het systematisch onderzoek voor Noord-Holland en voor het Noorderkwartier in het bijzonder, toont evenwel aan dat deze inzichten dienen genuanceerd te worden en dat ook hier

In vele zaadonderzoek-inrichtingen in Amerika wordt dan ook gebruik gemaakt van eene soort blaastoestel, dat door windkracht licht zaad blaast uit zwaarder zaad.. Indien het kaf

De allround metselaar toont technisch inzicht en werkt snel en precies bij het aanbrengen van bouwkundige voorzieningen ten behoeve van het uit te voeren metselwerk zodat deze