Meten en verbeteren van bodemgezondheid
109
-Contact: Gerard Korthals
Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Postbus 430, 8200 AK Lelystad T 0320 29 14 25 - F 0320 23 04 79 gerard.korthals@wur.nl
www.ppo.wur.nl
397 - IV - 012
G.W. Korthals, J.H.M. Visser, M. de Boer, L.P.G. Molendijk
Uitgangspunt
• Er is een groeiende aandacht voor bodemgezondheid en plantweerstand.
• Dit grote veldonderzoek richt zich op de ontwikkeling van een pakket aan maatregelen om ziekten en plagen in de bodem te onderdrukken.
• Binnen verschillende landbouwsystemen zijn maatregelen genomen om de bodemgezondheid van het systeem te beïnvloeden. Bijvoorbeeld:
o biologische grondontsmetting, o de teelt van afrikaantjes, o compost,
o chitine en een combinatie van verschillende factoren, o onbehandelde controles.
Onderzoek
• Veel partijen en disciplines kunnen gebruik maken van een groot proefveld, specifiek voor het achterhalen wat bodemgezondheid is en wat je er mee kunt.
• Gedurende het project worden zeer veel verschillende metingen gedaan, zoals: aantallen aaltjes, biotoetsen (o.a. Rhizoctonia-biotoets, Meloidogyne-Rhizoctonia-biotoets, Verticillium-biotoets), en moleculaire technieken zoals DGGE.
• De parameters worden gebruikt om te beoordelen welke maatregelen in staat zijn om de bodemgezondheid (in dit geval de vermindering van schade aan gewassen door bodemziekten zoals o.a. P. penetrans) te verbeteren.
Resultaten
De eerste resultaten geven aan dat het mogelijk is om de
bodemgezondheid te verbeteren. Dit uit zich onder andere in lagere aantallen aaltjes en minder schade in gewassen zoals waspeen en suikerbiet.
De praktijk
• Verschillende mogelijkheden om de bodemgezondheid te veranderen.
• Eén of een set van meettechnieken die helpen bij het vroegtijdig signaleren van veranderingen in de bodemgezondheid.