AFZETTINGEN WTKG 31 (3),2010 75
Lapilli
Lars vanden Hoek+Ostende
Een miocene atoomonderzeeër
Verder heb ik
eigenlijk
nooitzoveelmetduikbotengehad.
Met walvissen ietsmeer,maarook die interesse
vervaagde
snel. De behoordeal sneltotdepaleontologen
dieallerlei bot-tenvanijstijdzoogdieren
opnaamwisttebrengen,
maar er eenresthoop ‘zeezoogdier’
opnahield. Klaas Post vertelde meooit,
dat heteeuwige zinnetje
“Dat iszeezoogdier,
daar kunnenweniets mee”voorhem degrotemotivatiewas omzichop deze groepte
specialiseren.
Viazijn
connecties op devisafslag
in Urkontving hij regelmatig
botten die doorop
bijeenkomsten
vandeWerkgroep
PleistoceneZoogdie-renwerden
afgewimpeld
als ‘eenwalvis’. Klaas werdzijn
eigen specialist,
endeed datmetverve. Momenteelstaathij
bekend als éénvandegrotekennersvanfossiele
zeezoogdie-renin dewereld. Het kan dan ook geen toeval
zijn,
datuitge-rekend
hij
de ontdekker isvanhet ultiemezeezoogdier.
Deze werdop 1
juli
vanditjaar gepresenteerd
in Nature(lit. 1).
Devondst,
eenschedelvanzo’n driemeterlang,
werdge-daanaande
zuidelijk
kust vanPeru. De CerroColorado,
in dePisco-Ica
woestijn,
stond al bekend als eenbelang-rijke vindplaats
voor walvissen. Hierzijn
resten gevon-denvanzowel tand- als baleinwalvissen. Maar in ditge-zelschap
spantLivyatan melvillei,
zoals de nieuwe vondstgedoopt is,
zondermeerde kroon. Hetgaatom eentand-walvis,
enwatvoor een.Degrootste gemetendiametervaneentand is
12,1
cm,endegrootstetotalelengte
36,2cm. Nuzijn reusachtige potvistanden
uit het Mioceen al veellanger bekend,
enworden dieoverde hele wereld gevon-den.Maar,metmogelijke uitzondering
vanwatfragmen-tarisch kaakmateriaal uit
Califomië,
waren ernooit fossie-lengevonden
vanderest vanhet beest. Nu is erduseencomplete schedel,
waaruitweveel kunnen leren overdelevenswijze
vanhet dier.De vondstenvanCerro Coloradostammenuit het
Serrava-lien,
eenetagein het laat Midden Mioceen. Dat istevens eenperiode
waarin de walvisseneenbloeidoormaakten,
en metnamede baleinwalvissen sterkopkwamen. Volgens
deonderzoekers,
maakte deLivyatan
daar dankbaargebruik
van, envoedde
hij
zichmetnamemetandere walvissen.Hij
vormde danook,
samenmetdereusachtige
haai Car-charoclesmegalodon,
de marienetoppredator
vanzijn tijd.
Dat de fossielepotvisachtige
erandereeetgewoontesopna hield dan derecentePhyseter
macrocephalus
is al direct tezien. Derecentepotvis
heeftnamelijk
alleen tanden in de onderkaak.Zijn
favorieteprooi, reuzeninktvissen,
ver-orberdhij
doorze naarbinnentezuigen.
Hetgebit
vanLi-vyatandoetmeerdenkenaandatvande
orka,
dehuidige
toppredator
onder de walvissen.Hij
zal inzijn jacht-
eneetgewoontesdan ookmeeropde zwaardwalvis
geleken
hebben. Eenbelangrijk
verschilis,
dat orka’s alleen een baleinwalvisaankunnen,
doorerals groep op tejagen.
Voor
Livyatan
moetde andere walvissenvande Cerro Co-lorado,zelfs al konden dietottienmeterlang zijn,
geen en-kel
probleem
geweestzijn.
Een anderopvallend
puntaan hetgebit
vande fossiele walvis is het veelgeringere
aan-tal tanden. Daarstaat tegenover,dat de tanden veel gro-terwaren dan dievan depotvis.
Aan de handvande los-setandenzouje
het idee kunnenhebben,
dat het hierwer-kelijk
om eengigantisch
beest gaat.Dat valt opzich welmee.De onderzoekers schatten de
lengte
vanhet dier op13,5
tot 17meter,wat valt in hetgroottebereik
van vol-wassenpotvisstieren.
Tijdens mijn spreekbeurt
overduikboten, legde
ik uit hoe deze in deloop
vandetijd
steeds beterengroterwerden. Een U-bootkapitein
uit de tweedewereldoorlog
zouzijn
ogen
uitkijken
alshij
alle ruimte zag dieeenmoderne atoom-onderzeeërtebieden heeft. Dat heetvooruitgang (alhoewel
een ieder daarzo
zijn eigen gedachten bij
maghebben).
Maar walvissen
zijn
geen onderzeeërs. Niet alles in de evo-lutie wordt steedsgroterensterker. Je bentgrootensterkophetmomentdat dat het beste uitkomt. De midden mio-cene oceanen warenzo’nmoment,
getuige
ook hetgezel-schap
datLivyatan
hadvande Carcharoclesmegalodon.
Eenparadijs
voorwalvissen,
meteenmonstervanBijbel-sedimensiesopde loer. En
zijn
missie in deoceanen was weldegelijk
search anddestroy.
Mijn
moederwaserg creatief. Zewasdanook,
voor-datze full-time moederwerd,
kleuterleidster. Vooral dus in detijd
op delagere
school(zoals
dattoen nogheette),
wasdat ideaal.Toegegeven,
dat werdenigszins
gecompen-seerdtoenik inmijn puberdagen
haarzelfgemaakte
broe-kendroeg,
maardaar hebbenwehetnunietover. Samenmetmijn moeder, verzorgde
ik de visueleonder-steuning
voormijn
eersteoptredens
in hetopenbaar. Juist,
despreekbeurten. Bij
onsin huisbegon
datmeteenrolbe-hang
ofkastpapier (bestaat
dateigenlijk
nogwel?),
uitge-roldopde
overloop
boven. Daar konje
danheerlijk
kleuren enplakken.
Hetpapier
werdweeropgerold,
enkonzoge-makkelijk
meer naarschool genomenworden,
waarje
dan de show kon stelen nadatje je huisvlijt
op hetbordgeplakt
had. Alleen krulden de benedenhoekenaltijd
irritant op. Voor de inhoudmoestje
vooral nietbij mijn
moederzijn.
Maar daarvoor haddenwe de ‘Wat & Hoe’ reeksthuislig-gen,meteenaantal
geschikte onderwerpen.
Vooral deboek-jes
‘Duikboten’en‘Walvissenendolfijnen’
deden hetgoed
bij
de drie broers. Het israarhoesommige dingen je
bij-blijven.
Ik kanmenog
levendig
deopbouw
voor degeest halenvandeeersteaanvalsduikboot,
DeSchildpad.
Bril-jant stukje techniek,
maartevenshetbewijs
datgenieën
nietaltijd
slimzijn.
Wievalter numeteenhoutbooreenAFZETTINGEN WTKG 31 (3),2010 76
Literatuur
1
Lambert,
O., Bianucci,
G., Post, K.,
deMuizon,
C.,
Salas-Gismondi, R., Urbina, M. & Reumer, J., 2010. Thegiant
bite ofa newraptorial
spermwhale from the Miocene
epoch
of Peru.-Nature,
466: 105-108.Larsvanden HoekOstende, Nationaal Natuurhistorisch
Museum,