• No results found

Rol van seksuele communicatie bij seksuele en relationele tevredenheid

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Rol van seksuele communicatie bij seksuele en relationele tevredenheid"

Copied!
29
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rol van Seksuele Communicatie bij Seksuele en

Relationele Tevredenheid

Naam: Lianne Bakker

Universiteit van Amsterdam, Psychologie

Studentnummer: 10185526

Begeleider: Mark Spiering

Studieonderdeel: Bachelorthese

Aantal woorden: 6692 woorden

(2)

Inhoudsopgave

Abstract 3

Rol van Seksuele Communicatie bij Seksuele en Relationele Tevredenheid 4

Seksuele en Relationele Tevredenheid 7

Seksuele Zelfonthulling, Seksuele en Relationele Tevredenheid 11 Seksuele Communicatie, Seksuele Tevredenheid en Relationele Uitkomsten 15

Conclusies en Discussie 17

Literatuurlijst 21

(3)

Abstract

De rol van seksuele communicatie bij de relatie tussen seksuele en relationele tevredenheid wordt in dit literatuuronderzoek bekeken. Allereerst is er een positieve relatie gevonden tussen seksuele en relationele tevredenheid in het kader van de sociale uitwisselingstheorieën. Dit is gespecificeerd tot het seksuele uitwisselingsmodel, genaamd Interpersonal Exchange Model of Sexual Satisfaction (IEMSS) (Lawrance & Byers, 1995). Vervolgens werd er een relatie gevonden tussen seksuele zelfonthullingen, seksuele en relationele tevredenheid. Seksuele zelfonthulling is het openstellen naar de partner over wat men op seksueel gebied wel en niet fijn vindt. Hierbij worden het instrumentele en het expressieve pad onderzocht. Volgens het instrumentele pad leert men door seksuele zelfonthullingen meer over de partners voorkeuren en afkeuren en verhoogt men daarmee de seksuele tevredenheid. Volgens het expressieve pad zorgen seksuele zelfonthullingen voor meer intimiteit en relationele tevredenheid en verhoogt men daarmee de seksuele tevredenheid. Het bestaan van het instrumentele pad werd voor zowel mannen als vrouwen empirisch ondersteund en het bestaan van het expressieve pad gedeeltelijk voor vrouwen. Tenslotte bleek seksuele

communicatie een rol te spelen bij seksuele en relationele tevredenheid, maar ook bij aanvullende relationele aspecten. Dit zou in therapie gebruikt kunnen worden om relaties te verbeteren.

(4)

Inleiding

Hoewel seksuele interactie een veel voorkomend aspect is van romantische relaties, wordt het vaak als lastig ervaren hier met de partner over te praten. Hierdoor kan het seksleven aanvaard worden zoals het is, ondanks dat deze niet bevredigend is. Dit kan gevolgen hebben voor de

relatietevredenheid en daarmee de relatie zelf. Of een relatie wel of niet stand houdt kan afhangen van de seksuele tevredenheid (Sprecher, 2002). Met de juiste communicatie zou de seksuele tevredenheid en daarmee ook de relatietevredenheid verbeterd kunnen worden. Een van deze manieren zou seksuele zelfonthulling (sexual self-disclosure) kunnen zijn. Doordat men aangeeft wat men wel en niet fijn vindt, zou het seksleven verbeterd kunnen worden.

Zelfonthulling wordt gedefinieerd als de bereidheid van een persoon om zich open te stellen over zichzelf in communicatie naar de partner. Bij seksuele zelfonthulling is dit gespecificeerd tot het open stellen betreft seksuele informatie. De seksuele tevredenheid wordt gedefinieerd als een affectierespons voortkomend uit iemands subjectieve evaluatie van de positieve en negatieve dimensies geassocieerd met de seksuele relatie (Byers, Demmons, & Lawrance, 1998). Het

optimaliseren van de seksuele tevredenheid door middel van seksuele zelfonthulling zou positieve effecten kunnen hebben voor de relatie zelf. Het is onwaarschijnlijk dat individuen een sterk seksueel bevredigende relatie kunnen ontwikkelen en behouden waarbij de partner precies hetzelfde fijn en niet fijn vindt op het gebied van seks (MacNeil & Byers, 2009). Het zou daarom positieve effecten kunnen hebben om door middel van seksuele zelfonthulling elkaar hierin beter te begrijpen en om zo dichter bij elkaar te komen.

Seksuele tevredenheid bestaat uit twee hoofdthema’s: persoonlijk seksueel welzijn en dyadische processen (Pascoal, Narciso, & Pereira, 2014). Tot persoonlijk seksueel welzijn behoren de positieve aspecten van de individuele seksuele ervaring. Het draait dus niet om de absentie van conflict of disfunctie. Tot dyadische processen behoren relationele dimensies, waarvan wederkerig plezier een cruciale component is voor seksuele tevredenheid. Uit eerder onderzoek blijkt dat hoe getrouwde individuen zich voelen over seks gerelateerd is aan hoe ze zich voelen over de gehele relatie (Sprecher, 2002).

Relatietevredenheid wordt gedefinieerd als een interpersoonlijke evaluatie van de positieve gevoelens voor de partner en de aantrekkelijkheid van de relatie (Rusbult & Buunk, 1993). Het tot stand komen van romantische relaties bestaat uit een aantal keerpunten en de eerste seksuele gemeenschap met een partner is daar een van (Theiss & Solomon, 2007). In de seksuele relatie geldt vervolgens dat hoe meer gelijkwaardige uitwisselingen plaatsvinden in de relatie betreft seksueel gedrag en gevoelens, hoe waarschijnlijker dat de partners tevreden zijn met de relatie (Sprecher, 2002).

(5)

De relatie tussen seksuele zelfonthulling, seksuele tevredenheid en relatietevredenheid wordt bekeken in het licht van de sociale-uitwisselingstheorieën (social exchange theories) (Harvey, Wenzel, & Sprecher, 2004). Deze suggereren dat relaties gebaseerd zijn op uitwisselingsprocessen van kosten en baten. Kosten worden gedefinieerd als uitwisselingen die fysieke of mentale moeite kosten of pijn, schaamte of angst veroorzaken (Byers et al., 1998). Baten worden gedefinieerd als uitwisselingen die plezierig en bevredigend zijn. Dit houdt in dat men verwachtingen heeft over de voordelen die zij zullen ontvangen uit een relatie, waarbij de kosten van de baten worden

afgetrokken (baten-kosten). In hoeverre men tevreden is met deze uitwisselingsprocessen zou effect kunnen hebben op de relatietevredenheid. Wanneer deze uitwisselingsprocessen betrekking hebben op seksuele interacties zou het effect kunnen hebben op de seksuele tevredenheid. Er is een model ontwikkeld door Lawrance en Byers (1995) dat zich specificeert tot seksuele uitwisselingsprocessen en de gevolgen ervan voor de seksuele en relationele tevredenheid. Volgens het Interpersonal Exchange Model of Sexual Satisfaction (IEMSS) hangt de seksuele tevredenheid af van (a) hoe belonend de seksuele relatie is (kosten-baten), (b) hoe de beloningen zijn in vergelijking met wat hierover werd verwacht, en (c) hoe de beloningen zijn in vergelijking met die van de partner, waarin gelijkheid hiertussen centraal staat. Zie figuur 1.

Figuur 1. Relatie tussen de Seksuele Uitwisselingen, Seksuele Tevredenheid en Relatie Tevredenheid (Kisler & Christopher, 2008).

In het kader van het IEMSS zou seksuele zelfonthulling kunnen zorgen voor meer kennis over de seksuele kosten en baten van de partner. De kosten en baten kunnen dan beter worden

afgestemd op wat men wel en niet fijn vindt, waardoor op een effectievere manier seksuele tevredenheid bereikt kan worden. Er zijn twee paden getheoretiseerd waarlangs seksuele

Beloningen (Kosten-baten) Beloningen vergeleken met verwachtingen Gelijkheid tussen partners

IEMSS Seksuele Uitwisselingen

Seksuele tevredenheid

Relatie tevredenheid

(6)

zelfonthulling de seksuele en relationele tevredenheid zou beïnvloeden (Cupach & Metts, 1991, aangehaald in Byers & Demmons, 1999). Het instrumentele pad staat voor de seksuele

zelfonthullingen van voorkeuren en afkeren die ervoor zorgen dat men beter weet wat de partner wel en niet fijn vindt, wat leidt tot een grotere seksuele tevredenheid. Het expressieve pad houdt in dat zelfonthulling de intimiteit en relatietevredenheid verhoogt, wat weer zorgt voor een grotere seksuele tevredenheid. Zie figuur 2.

Figuur 2. Instrumentele en expressieve paden, waarlangs seksuele zelfonthullingen de seksuele tevredenheid beïnvloedt (Cupach & Metts, 1991, aangehaald in Byers & Demmons, 1999).

Onderzoek naar seksuele communicatie was tot nu toe niet gericht op zelfonthullingen (Byers & Demmons, 1999). Het ging eerder over het gebruik van anticonceptie, over seksueel overdraagbare aandoeningen, of over seksuele voorlichting van een ouder aan een adolescent (Widman, Welsh, McNulty, & Little, 2006; Pliskin, 1997; Khurana & Cooksey, 2012). Deze

onderwerpen zijn relevant voor de seksuele veiligheid en gezondheid, maar minder relevant voor de relatietevredenheid en worden daarom verder niet besproken. Zelfonthulling in het algemeen is al gerelateerd aan relatietevredenheid (Meeks, Hendrick, & Hendrick, 1998, aangehaald in Coffelt & Hess, 2014). Of ook seksuele zelfonthulling gerelateerd is aan relatietevredenheid is nog onbekend. Kennis hierover zou relatietherapeuten kunnen helpen bij het verbeteren van relaties.

Het doel van dit literatuuroverzicht is om de relatie tussen seksuele communicatie, seksuele tevredenheid en relatietevredenheid te onderzoeken. Hiervoor wordt eerst gekeken naar de relatie tussen seksuele en relationele tevredenheid. Er wordt hierbij gekeken naar de rol van seksuele uitwisselingen. Vervolgens wordt er gekeken naar seksuele zelfonthulling als onderdeel van seksuele communicatie in relatie met seksuele en relationele tevredenheid. Hierbij kunnen seksuele

zelfonthulling gezien worden als een manier om de kosten en baten in de vorm van seksuele uitwisselingen efficiënter te maken. Tenslotte wordt de relatie tussen alle drie de aspecten wat

Seksuele zelfonthullingen

Kennis van seksuele voorkeur/afkeer Seksuele tevredenheid Instrumentele pad Seksuele zelfonthullingen Intimiteit en relatietevredenheid Seksuele tevredenheid Expressieve pad 6

(7)

breder genomen en wordt er gekeken naar seksuele communicatie, seksuele tevredenheid en relationele uitkomsten. Er wordt in dit literatuuroverzicht onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten relaties en daarmee ook relatieduur, en wordt er aandacht besteed aan sekseverschillen.

Seksuele en Relationele Tevredenheid

In deze paragraaf wordt de relatie tussen seksuele en relationele tevredenheid onderzocht in het kader van de sociale uitwisselingstheorieën. Hierbij wordt gekeken of het Interpersonal Exchange Model of Sexual Satisfaction (IEMSS) kan worden toegepast bij verschillende soorten relaties. Er zal gekeken worden naar de kosten en baten binnen een seksuele relatie en de rol hiervan bij de seksuele en relationele tevredenheid. Er zijn aanwijzingen voor de aanwezigheid van sekseverschillen binnen het model. Zo bleken bijvoorbeeld vrouwen in vergelijking tot mannen meer gevoelig en beïnvloedbaar te zijn voor relationele ongelijkheden (Kisler & Christopher, 2008).

Daarnaast wordt er gekeken of naast het model, gemeenschappelijkheid ook een rol speelt bij de seksuele en relationele tevredenheid. Dit wordt in deze paragraaf verder toegelicht.

Het IEMSS bleek toegepast te kunnen worden bij dating relaties (Byers, Demmons &

Lawrance, 1998). Een dating relatie wordt hierbij gedefinieerd als een relatie van 3 tot 36 maanden, waarbij men niet samenwoont, verloofd of getrouwd is. Partners dienen dus met elkaar af te spreken om elkaar te zien. Er deden 52 vrouwen en 47 mannen mee aan het onderzoek, die onafhankelijk van de andere deelnemers aan het daten waren met een partner. Om de

toepasbaarheid van het model te toetsen werd de Exchanges Questionnaire gebruikt. Hiermee werd gemeten hoe belonend hun seksuele relatie is (kosten-baten), hoe hun beloningen zijn in vergelijking met wat zij hierover verwachtten, en hoe hun beloningen zijn in vergelijking met die van hun partner. Daarnaast werd er gebruik gemaakt van vragenlijsten die maten hoe tevreden de deelnemers waren met hun seksuele relatie en met hun gehele relatie om de seksuele en relatietevredenheid vast te stellen. Tenslotte waren er vragenlijsten met betrekking op sekse en relatieduur.

Uit de resultaten bleek dat de relatietevredenheid positief gerelateerd was aan de seksuele tevredenheid, waarbij 67% van de variantie werd verklaard (Byers et al., 1998). Daarnaast bleken alle seksuele uitwisselingsvariabelen uit de Exchanges Questionnaire ook positief gerelateerd te zijn aan seksuele tevredenheid. Waarvan alleen twee variabelen 8% van de seksuele tevredenheid

verklaarden. Deze variabelen maten de beloningen (kosten-baten) en de gelijkheid van kosten tussen de partners. Daarnaast bleken sekse en relatieduur niets toe te voegen aan de voorspelling van seksuele tevredenheid. Hieruit kan geconcludeerd worden dat er een relatie is tussen seksuele tevredenheid en relatietevredenheid en dat seksuele uitwisselingen een rol spelen bij de seksuele tevredenheid. Hierdoor blijkt dat het IEMSS van toepassing is op dating relaties.

(8)

Met deze bevindingen zou gesteld kunnen worden dat seksuele uitwisselingen de seksuele tevredenheid verhoogt en daarmee ook de relatietevredenheid. Dit kan ervoor zorgen dat een relatie langer in stand blijft. Het gaat nu echter alleen over kortere relaties. Het is mogelijk dat lange en korte relaties van elkaar verschillen, omdat het ontwikkelen van een relatie een complex

fenomeen is en daarbij ook verschillende ontwikkelingsstadia en keerpunten doorloopt (Theiss & Solomon, 2007). Er wordt gesuggereerd dat bij de beoordeling van een korte relatie de seksuele tevredenheid een grotere rol speelt dan bij de beoordeling van een lange relatie (Lawrance & Byers, 1995). Het vorige onderzoek naar dating relaties (Byers et al., 1998) zal daarom vergeleken worden met een onderzoek naar lange relaties (Lawrance & Byers, 1995). Lange relaties worden

gedefinieerd als een relatie waarin men getrouwd is of samenwoont. Hieruit bleek dat bij de dating steekproef de relatietevredenheid meer variantie van de seksuele tevredenheid verklaarde (67%) dan bij de lange termijn steekproef (49%) (Byers et al., 1998). Bij de lange termijn steekproef werd deze variantie meer door de seksuele uitwisselingsvariabelen verklaard (31%), dan bij de dating steekproef (8%). Dit suggereert dat bij een lange relatie de seksuele tevredenheid meer afhangt van seksuele uitwisselingen en minder van de relatietevredenheid, dan bij een korte relatie. De

vergelijking van de twee onderzoeken laat verschillen zien tussen korte en lange relaties, terwijl bij het opzichzelfstaande onderzoek van Byers et al. (1998) relatieduur geen invloed had op het model. Mogelijk dat de soort relatie geen betrekking heeft op de relatieduur. Met andere woorden, of men wel of niet getrouwd is en samenwoont kan apart worden bekeken van de relatieduur. Dit kan verklaard worden vanuit de relationele ontwikkelingsstadia (Theiss & Solomon, 2007), waar samenwonen en trouwen toebehoren. Deze stadia worden door elk koppel in eigen tempo doorlopen, waardoor de relatieduur kan variëren.

Tot nu toe is de relatie tussen seksuele en relationele tevredenheid ondersteund, maar hoe deze relatie in elkaar steekt in combinatie met de uitwisselingsvariabelen is nog onbekend. In het volgende onderzoek worden twee modellen getoetst (Kisler & Christopher, 2008), waarbij de seksuele tevredenheid de relatie tussen seksuele uitwisselingen en de relatietevredenheid medieert of waarbij de relatietevredenheid de relatie tussen seksuele uitwisselingen en de seksuele

tevredenheid medieert. De eerste optie komt overeen met het IEMSS en met de tweede wordt er een alternatieve optie onderzocht. Daarnaast wordt de invloed van sekse bekeken bij de

verschillende relaties binnen het model. In het eerste onderzoek (Byers et al., 1998) werd sekse aan het model toegevoegd als voorspeller van seksuele tevredenheid, waaruit mannen en vrouwen niet van elkaar bleken te verschillen. Mogelijk dat er geen sekseverschillen aanwezig zijn bij de seksuele tevredenheid, maar wel bij andere relaties binnen het model.

(9)

Er deden 499 jongvolwassenen met verschillende soorten relaties mee aan het onderzoek (Kisler & Christopher, 2008). De seksuele uitwisselingen werden gemeten met variabelen die maten hoe belonend hun seksuele relatie is (kosten-baten), hoe hun beloningen zijn in vergelijking met wat zij hierover verwachtten, en hoe hun beloningen zijn in vergelijking met die van hun partner.

Daarnaast werd met vragenlijsten de seksuele en relationele tevredenheid gemeten. Uit de resultaten bleek dat seksuele tevredenheid de relatie tussen seksueel-gerelateerde uitwisselingen en hun relatietevredenheid medieert (zie figuur 1). Dit komt overeen met het IEMSS en houdt in dat seksuele uitwisselingen indirect gerelateerd zijn aan relatietevredenheid, maar dat zij beiden direct gerelateerd zijn aan de seksuele tevredenheid. Daarnaast werden bij dit model sekseverschillen gevonden, waarbij de relatie tussen seksuele beloningen en seksuele tevredenheid sterker was voor vrouwen dan voor mannen. Evenals de relatie tussen seksuele tevredenheid en relatietevredenheid. Bij de relaties tussen de andere uitwisselingsvariabelen en seksuele tevredenheid waren geen sekseverschillen gevonden. Er kan geconcludeerd worden dat de relaties uit dit onderzoek overeenkomen met het IEMSS, waarbij de seksuele uitwisselingen direct een rol spelen bij de seksuele tevredenheid en indirect bij de relatietevredenheid. Dit kan verklaart worden doordat IEMSS meer betrekking heeft op de seksuele relatie en daarmee dichter bij seksuele tevredenheid staat dan bij relatietevredenheid. Daarnaast bleken bij vrouwen de seksuele beloningen belangrijker voor de seksuele tevredenheid en de seksuele tevredenheid belangrijker voor de

relatietevredenheid, in vergelijking tot mannen.

Er is duidelijk geworden wat de rol is van de seksuele uitwisselingen bij de relatie tussen seksuele en relationele tevredenheid en dit ondersteunt het IEMSS. Dit is gebaseerd op case control onderzoeken. Deze methode is echter beperkt. Het kan alleen hypotheses evalueren en met elkaar vergelijken, maar niet de richting van causaliteit vaststellen (Webley & Lea, 1997). Er kan dus niet met zekerheid worden gesteld dat het ene het andere beïnvloedt. Een hiervoor betere methode is de longitudinale studie, waarbij over verschillende momentopnames vragenlijsten worden

afgenomen om verandering over tijd te detecteren.

Uit een longitudinale studie van 18 maanden (Byers, 2005) bleek dat seksuele en relationele tevredenheid tegelijkertijd veranderden. Byers’ interpretatie hiervan is dat er geen causaliteit aanwezig is en dat seksuele tevredenheid de relatietevredenheid niet beïnvloedt. Dit komt niet overeen met het IEMSS, waarbij seksuele tevredenheid de relatietevredenheid zou beïnvloeden. Mogelijk dat er wel causaliteit aanwezig is, beide constructen zouden snel na elkaar kunnen veranderen. Het is echter mogelijk dat er andere factoren aanwezig zijn die beide constructen beïnvloeden. Een van deze factoren kan intieme communicatie zijn. Uit ditzelfde onderzoek (Byers, 2005) bleek namelijk dat de gelijktijdige veranderingen tussen seksuele en relationele tevredenheid

(10)

gedeeltelijk werden verklaard door intieme communicatie. Dit komt in de volgende paragraaf aan bod.

Aangezien de relatie tussen seksuele en relationele tevredenheid maar gedeeltelijk werd verklaard door intieme communicatie, zouden er nog andere factoren een rol kunnen spelen. Het IEMSS bleek tot nu toe geschikt om toegepast te worden bij verschillende soorten relaties. Dit is enkel gebaseerd op de uitwisselingstheorieën. Er zou naar alternatieve theorieën gekeken kunnen worden om zo een breder beeld te krijgen van de factoren die een rol spelen bij de relatie tussen seksuele en relationele tevredenheid. Een mogelijke aanvulling is gemeenschappelijkheid. Waar uitwisselingsrelaties zijn gebaseerd op de uitwisseling van kosten en baten om gelijkheid te

behouden, zijn gemeenschappelijke relaties gebaseerd op een wederkerige zorg en wens om aan de partners behoeften te voldoen. Volgens Peck, Shaffer en Williams (2005) is er in intieme relaties sprake van gemeenschappelijkheid. Men zou ondanks dat de uitwisselingen niet gebalanceerd zijn, tevreden kunnen zijn met het tevredenstellen van de partner. Naast seksuele tevredenheid,

relatietevredenheid en de uitwisselingsvariabelen, werden ook de wederkerige gemeenschappelijke gedragingen gemeten. Hieruit bleek dat gemeenschappelijkheid gerelateerd is aan seksuele

tevredenheid. Daarnaast bleek gemeenschappelijkheid de relatie tussen seksuele uitwisselingen en de relatietevredenheid gedeeltelijk te mediëren. Wanneer er werd gekeken naar sekseverschillen, bleek dat de gelijkheid van beloningen positief gerelateerd was aan de seksuele tevredenheid bij vrouwen en niet bij mannen. Betreft relatieduur waren er geen verschillen gevonden. Er kan geconcludeerd worden dat zowel de seksuele uitwisselingen van het IEMSS en

gemeenschappelijkheid een rol spelen bij de relatie tussen seksuele en relationele tevredenheid. Uit deze paragraaf kan geconcludeerd worden dat seksuele en relationele tevredenheid positief aan elkaar gerelateerd zijn en dat het IEMSS (Lawrance & Byers, 1995) hierop van toepassing is. Er geldt hoe meer belonend de seksuele relatie is, hoe meer deze beloningen in overeenstemming zijn met de verwachtingen, en hoe meer deze beloningen gelijk zijn met die van hun partner, hoe groter de seksuele tevredenheid is. Bij toepassing van de gewenste seksuele uitwisselingen zou de seksuele tevredenheid omhoog gebracht kunnen worden en daarmee ook de relatietevredenheid. Dit suggereert dat er causale relaties aanwezig zijn. Uit een longitudinale studie blijkt echter dat seksuele en relationele tevredenheid tegelijkertijd veranderen. Dit is niet voldoende om de causale relaties te verwerpen, waardoor het niet mogelijk is een eenduidige conclusie te trekken.

Gemeenschappelijkheid speelt naast de seksuele uitwisselingen ook een rol spelen bij zowel de seksuele als de relationele tevredenheid, en zou een aanvulling van het model kunnen zijn. Betreft de soort relaties bleek dat bij een samenwonend of getrouwd koppel de seksuele tevredenheid meer afhangt van seksuele uitwisselingen en minder van relatietevredenheid, dan bij een datend koppel.

(11)

Relatieduur bleek geen effect te hebben. Betreft sekseverschillen werd gevonden dat voor vrouwen beloningen belangrijker zijn dan voor mannen.

Seksuele Zelfonthulling, Seksuele en Relationele Tevredenheid

Er is reeds een relatie gevonden tussen seksuele en relationele tevredenheid. Intieme communicatie bleek veranderingen van seksuele en relationele tevredenheid gedeeltelijk te verklaren (Byers, 2005), maar of communicatie over seks, in dit geval seksuele zelfonthulling, hier ook aandeel in heeft wordt in deze paragraaf onderzocht. Volgens Cupach en Metts (1991,

aangehaald in Byers & Demmons, 1999) zou seksuele communicatie deze relatie op twee manieren kunnen beïnvloeden. De twee paden waarlangs seksuele zelfonthulling de relatie zou beïnvloeden, zijn het eerdergenoemde instrumentele en expressieve pad (Figuur 2). Het instrumentele pad stelt dat de seksuele zelfonthullingen ervoor zorgen dat men leert over de seksuele voorkeur en afkeer van de partner, wat leidt tot een grotere seksuele tevredenheid. Het expressieve pad stelt dat seksuele zelfonthulling de intimiteit en relatietevredenheid verhoogd, wat zorgt voor een grotere seksuele tevredenheid.

Er wordt eerst gekeken naar verschillende kenmerken van seksuele zelfonthullingen, zoals verschillende soorten relaties, relatieduur en sekseverschillen. Er wordt verwacht dat mannen meer seksuele zelfonthulling laten zien, omdat volgens het traditionele seksuele script vrouwen seksueel naïef zijn en mannen directief en assertief over hun seksuele behoeften (Lawrance, Taylor & Byers, 1996). Naast seksuele zelfonthulling wordt het nodig geacht om niet-seksuele zelfonthulling te onderzoeken. Volgens Byers en Demmons (1999) zou de relatie tussen seksuele zelfonthulling en seksuele en relationele tevredenheid kunnen reflecteren naar een algemeen niveau van

zelfonthulling in de relatie, in plaats van naar seksuele zelfonthulling. Er is tot nu toe gevonden dat zowel niet-seksuele als seksuele communicatie onafhankelijk van elkaar de seksuele tevredenheid voorspellen (MacNeil & Byers, 1997, aangehaald in Byers & Demmons, 1999).

Later in de paragraaf wordt er naar de relatie gekeken, waarbij de instrumentele en expressieve paden worden onderzocht. Nu wordt er gekeken naar de kenmerken van seksuele zelfonthulling en de relatie hiervan met seksuele en relationele tevredenheid bij dating relaties (Byers & Demmons, 1999). Er deden 52 vrouwen en 47 mannen mee aan het onderzoek. In het kader van het IEMSS werd een uitwisselingsvragenlijst afgenomen. Daarnaast waren er vragenlijsten waarmee de seksuele communicatie, de algemene communicatie en de seksuele zelfonthullingen werden gemeten, evenals de seksuele en relationele tevredenheid. Hieruit bleek dat seksuele zelfonthulling meer gedaan werd over seksuele voorkeuren, dan over seksuele afkeren. Men vindt het waarschijnlijk gemakkelijker om positieve feedback aan de partner te geven, dan negatieve

(12)

feedback. Daarnaast bleek dat vrouwen meer seksuele zelfonthullingen rapporteerden dan mannen. Er werd verwacht dat juist mannen dit meer zouden rapporteren, omdat zij meer directief en assertief zijn betreft hun seksuele behoeften. Mogelijk dat mannen wel directief en assertief zijn in hun doen en laten, maar er minder graag over praten. Betreft de relatieduur bleek dat hoe langer de relatie duurde, hoe meer tevreden de deelnemers waren met de relatie en hoe meer seksuele zelfonthullingen zij toonden. Algemene zelfonthulling bleek vervolgens positief gerelateerd te zijn aan seksuele en relationele tevredenheid. De specifieke seksuele zelfonthulling was niet gerelateerd.

Uit de statistische analyses blijkt dat zowel seksuele uitwisselingen als relatietevredenheid de relatie tussen seksuele zelfonthulling en seksuele tevredenheid mediëren (Byers & Demmons, 1999). Met andere woorden, of seksuele zelfonthulling gerelateerd is aan de seksuele tevredenheid, hangt af van de seksuele uitwisselingen en relatietevredenheid. Mogelijk dat de kennis over

voorkeuren en afkeren pas van invloed is op de seksuele tevredenheid wanneer het wordt toegepast in de vorm van seksuele uitwisselingen. Hierdoor blijft het niet alleen bij kennis, maar wordt dit ook omgezet in gedrag. Dit zou de tweede stap na seksuele zelfonthulling kunnen zijn om de seksuele tevredenheid te verhogen.

Als een van de kenmerken van seksuele zelfonthulling bleek dat men meer zelfonthulling toont met betrekking tot voorkeuren dan afkeren. Dit komt ook overeen met het onderzoek van Pascoal, Narciso, en Pereira (2014). Zij vonden in een exploratieve studie, zoals al eerder genoemd, dat seksuele tevredenheid uit twee hoofdthema’s bestaat: persoonlijke seksuele welzijn en

dyadische processen. Het persoonlijke seksuele welzijn wordt bepaald door de positieve aspecten van de individuele seksuele ervaring. Hierbij gaat het meer om de aanwezigheid van het positieve, dan om de afwezigheid van het negatieve, zoals een conflict of disfunctie. Seksuele zelfonthulling kan gebruikt worden om het persoonlijke seksuele welzijn te verbeteren en zou daarom de nadruk leggen op het positieve.

Als een ander kenmerk van seksuele zelfonthulling bleek dat zelfonthullingen meer werden getoond door vrouwen dan door mannen en naarmate de relatie langer duurde. Dit wijst op verschillen bij zowel sekse als relatieduur. In het volgende onderzoek wordt daarom sekse en relatieduur onderzocht als moderatoren bij de relatie tussen seksuele zelfonthulling en relatietevredenheid (Montesi, Fauber, Gordon & Heimberg, 2010). Hieruit bleek dat seksuele zelfonthulling niet significant gerelateerd was aan sekse en relatieduur. Dit is tegenstrijdig aan het vorige onderzoek (Byers & Demmons, 1999). Dit komt mogelijk doordat de deelnemers van de twee onderzoeken niet gelijk zijn aan elkaar. De ene steekproef (Montesi et al., 2010) bevat mensen met allerlei verschillende soorten relaties, zoals datende, samenwonende en getrouwde koppels. De andere steekproef (Byers & Demmons, 1999) bevat alleen datende individuen. Wanneer alle soorten

(13)

relaties samen worden genomen, kan dit verstorend zijn voor het effect van relatieduur. Zoals al eerder genoemd kan de relatieduur bij verschillende soorten relaties variëren. De afwezigheid van sekseverschillen komt mogelijk door de homogeniteit van de koppels, in plaats van de meer heterogene individuen die een relatie hebben met een niet-deelnemende partner.

Tevens is uit dit onderzoek (Montesi et al., 2010) gebleken dat seksuele tevredenheid niet gerelateerd is aan geslacht, maar wel aan relatieduur. Dit was een negatieve relatie, waarbij geldt dat hoe langer een koppel samen was, hoe minder seksueel tevreden zij waren. Seksuele

zelfonthulling bleek positief gerelateerd te zijn aan seksuele en relationele tevredenheid. Dit komt ook niet overeen met het vorige onderzoek, waaruit bleek dat alleen algemene zelfonthulling gerelateerd was aan seksuele en relationele tevredenheid. Er is veel inconsistentie te vinden tussen de onderzoeken, wat mogelijk veroorzaakt wordt door de verschillen tussen de deelnemers. Het lijkt voor vervolgonderzoek beter wanneer de verschillende soorten relaties onderscheden worden en er geen koppels deelnemen.

Inmiddels is er meer bekend over de kenmerken van seksuele zelfonthulling. Wat er precies wordt besproken wanneer men zich seksueel onthult, is nog onbekend. Om hier een beter beeld van te krijgen wordt er in het volgende onderzoek gekeken naar hetgeen wat er wordt besproken tijdens seksuele zelfonthullingen en de frequentie hiervan (Coffelt & Hess, 2014). Dit werd gemeten aan de hand van een hiervoor bestemde meetschaal (Snell, 1998, aangehaald in Coffelt & Hess, 2014). Daarnaast werd de relatietevredenheid gemeten. Hieruit bleken de meeste frequent besproken thema’s te zijn als volgt: onthullingen over voorkeuren, over positief affect, over de seksuele geschiedenis, over uitdagingen, en over negatief affect. Daarnaast werd er een positieve relatie gevonden tussen het aantal besproken onderwerpen en de relatietevredenheid. Ook werd er een positieve relatie gevonden tussen frequentie van zelfonthullingen en relatietevredenheid.

Relatieduur had geen effect op beide relaties. Er waren geen sekseverschillen gevonden betreft seksuele zelfonthulling, de onderwerpen en de frequenties hiervan. Hieruit kan geconcludeerd worden dat hoe vaker men seksueel onthult over verschillende onderwerpen, hoe beter dit is voor de relatietevredenheid, ongeacht sekse of relatieduur.

Er is nu meer bekend over de kenmerken van de zelfonthullingen en over de relatie tussen seksuele zelfonthulling, seksuele en relationele tevredenheid. Hoe deze relatie in elkaar steekt is echter nog onbekend en wordt in het volgende onderzoek onderzocht (MacNeil & Byers, 2005). Dit wordt onderzocht binnen het theoretische kader van de instrumentele en expressieve paden. Hieruit bleek dat het instrumentele pad wordt ondersteund voor zowel mannen als vrouwen. Dit houdt in dat seksuele zelfonthulling leidt tot beter begrip van de partner over seksuele voorkeuren en afkeren, en zo leidt tot een grotere seksuele tevredenheid. Waarschijnlijk dat de seksuele uitwisselingen

(14)

(gedrag) ervoor zorgen dat begrip van voorkeuren en afkeren (kennis) wordt omgezet in seksuele tevredenheid. Het expressieve pad wordt alleen ondersteund voor vrouwen. Dit houdt in dat seksuele zelfonthulling leidt tot intimiteit en relatietevredenheid, wat op zijn beurt weer leidt tot seksuele tevredenheid. Bij mannen is alleen de niet-seksuele zelfonthulling gerelateerd aan relatietevredenheid. Dit suggereert dat mannen een meer instrumentele rol hebben in seksuele relaties en vrouwen zowel een instrumentele als een expressieve rol.

Om te kijken of de resultaten betreft de instrumentele en expressieve paden afhangt van de relatieduur, wordt er nu gekeken naar een steekproef met lange termijn relaties in plaats van dating relaties (MacNeil & Byers, 2009). Het instrumentele pad wordt wederom ondersteund voor zowel mannen als vrouwen. Het expressieve pad werd niet ondersteund betreft seksuele zelfonthulling. Dit was wel het geval bij vrouwen en niet-seksuele zelfonthulling. Wederom bleken mannen een

instrumentele rol te hebben in seksuele relaties en vrouwen beiden. Betreft het expressieve pad bleek in vergelijking met het vorige onderzoek dat bij dating relaties seksuele zelfonthulling wel direct effect hebben voor de relatietevredenheid, maar bij lange termijn relaties is dit alleen het geval bij de algemene zelfonthullingen. Daarnaast lijkt expressiviteit een grotere rol te spelen bij dating relaties dan bij lange relaties. Een verklaring hiervoor kan zijn dat koppels bij een lange relatie genoeg intimiteit en relatietevredenheid hebben opgebouwd en dit niet meer hoeven te verkrijgen door middel van zelfonthullingen.

In een ander onderzoek (Mark & Jozkowski, 2013) werd gevonden dat relatietevredenheid gerelateerd was aan seksuele en niet-seksuele communicatie, wat op hun beurt weer was

gerelateerd aan seksuele tevredenheid. Seksuele en niet-seksuele communicatie medieerde hierbij de relatie tussen seksuele en relationele tevredenheid. Dit verschilt van het instrumentele pad betreft de aanwezigheid van relatietevredenheid. Mogelijk dient relatietevredenheid toegevoegd te worden aan het instrumentele pad, waarbij het de zelfonthullingen stimuleert. Wanneer men tevreden is met de relatie bleek men namelijk meer zelf te onthullen (Coffelt & Hess, 2014).

Uit deze paragraaf kan geconcludeerd worden dat er een relatie is tussen seksuele

zelfonthullingen, seksuele en relationele tevredenheid. Hierbij bleken de seksuele zelfonthullingen meer te gaan over seksuele voorkeuren dan over seksuele afkeren, en over het uiten van positief affect. Het aantal besproken onderwerpen en de frequentie hiervan was positief gerelateerd aan de relatietevredenheid. De bevindingen over sekseverschillen zijn inconsistent, waarbij uit een

onderzoek is gebleken dat vrouwen meer seksueel onthulden dan mannen, terwijl uit een ander onderzoek dit verschil niet was gevonden. Mogelijk dat het ligt aan de verschillen in deelnemers van beide onderzoeken. Betreft de getheoretiseerde paden (Cupach & Metts, 1991, aangehaald in Byers & Demmons, 1999) kan geconcludeerd worden dat het instrumentele pad ondersteund wordt voor

(15)

zowel mannen als vrouwen en het expressieve pad alleen gedeeltelijk voor vrouwen. Mogelijk dat relatietevredenheid dient worden toegevoegd aan het instrumentele pad en zelfonthullingen stimuleert. Betreft het expressieve pad waren bij de korte relaties de seksuele onthullingen

gerelateerd en bij de lange relaties alleen de algemene onthullingen. Er is bewijs gevonden voor het idee dat binnen het expressieve pad zelfonthulling meer zou toebehoren tot het algemene niveau.

Seksuele Communicatie, Seksuele Tevredenheid en Relationele Uitkomsten Eerder bleek seksuele zelfonthulling een rol te spelen bij de relatie tussen seksuele en relationele tevredenheid. Aangezien een romantische relatie complex is, zijn er naast

relatietevredenheid mogelijk ook andere relationele aspecten die belangrijk zijn. Er zal in deze paragraaf worden gekeken naar liefde en commitment, huwelijkstevredenheid, de uitkomsten na een eerste seksuele ervaring, en tenslotte naar dyadische aanpassing in een huwelijk. Daarnaast zal naast seksuele zelfonthullingen worden gekeken naar andere soorten communicatie. Wederom wordt er gekeken naar verschillende soorten relaties, waaronder het huwelijk.

Dat seksuele tevredenheid positief gerelateerd is aan relatietevredenheid was al aangetoond, maar uit de volgende longitudinale studie bleek dat seksuele tevredenheid ook effecten heeft op andere aspecten van een relatie, namelijk op liefde en commitment (Sprecher, 2002). Dit werd onderzocht aan de hand van 101 datende koppels. Vragenlijsten werden gebruikt om de seksuele tevredenheid, de relatiekwaliteit waaronder tevredenheid, liefde, en commitment te meten. De vragenlijsten werden op vijf tijdsmomenten afgenomen verdeeld over vijf jaar. Uit de resultaten bleek dat seksuele tevredenheid naast relatietevredenheid positief gerelateerd was aan liefde en commitment voor zowel mannen als vrouwen bij alle metingen over tijd. De veranderingen in seksuele tevredenheid tussen tijdstip 1 en tijdstip 2 was geassocieerd met de verandering in relatietevredenheid, liefde en commitment betreft dezelfde periode. Daarnaast was er bewijs gevonden dat seksuele tevredenheid was gerelateerd aan relatiestabiliteit. Hieruit kan

geconcludeerd worden dat seksueel tevreden zijn niet alleen gerelateerd is aan de tevredenheid met de relatie, maar ook met de hoeveelheid liefde voor de partner en de commitment voor de relatie, ofwel de verbintenis. Dit suggereert dat seksuele tevredenheid belangrijk is voor de instandhouding van de relatie.

Seksuele tevredenheid blijkt dus belangrijk te zijn voor meerdere facetten van een relatie. Om de instandhouding van een relatie te bevorderen dient seksuele tevredenheid verbeterd te worden. Een mogelijke manier hiervoor is communicatie. Het is gebleken dat communicatie compenseert voor de relatie tussen seksuele tevredenheid en huwelijkstevredenheid (Litzinger & Gordon, 2005). Wanneer de communicatie goed is, blijkt seksuele tevredenheid geen invloed meer

(16)

te hebben op de huwelijkstevredenheid. Terwijl wanneer de communicatie slecht is, blijkt de huwelijkstevredenheid afhankelijk te zijn van de seksuele tevredenheid. Dit suggereert dat

communicatie belangrijk is voor een relatie. Hierbij werd communicatie echter geconcretiseerd als communicatiepatronen die gebruikt worden om relatieproblemen op te lossen, waarbij

constructieve, vermijdende of eisende communicatie werden onderscheden. Dit is vrij simplistisch weergegeven, waarbij de communicatiepatronen sterk van elkaar verschillen. Daarnaast gaat het over algemene communicatie en niet over communicatie met betrekking op de seksuele relatie. Seksuele communicatie zou een crucialere rol kunnen spelen bij de relatie tussen seksuele tevredenheid en relationele uitkomsten.

Het is gebleken dat seksuele communicatie al een rol speelt bij de uitkomsten na een eerste keer seksuele gemeenschap (Theiss & Solomon, 2007). In dit onderzoek werden 437 studenten gevraagd naar de meest recentelijke eerste seksuele gemeenschap met een nieuwe partner. Seksuele communicatie werd gemeten aan de hand van vragen over het bespreken van potentiële risico’s, het starten van seksuele activiteit, hoe ze zich erbij voelden en de impact ervan op de relatie. De emotionele uitkomsten werden gemeten aan de hand van de emoties die werden ervaren na de seksuele ervaring. De cognitieve uitkomsten werden gebaseerd op gedachten over herinneringen en piekeren. De relationele impact werd gemeten aan de hand van wat de seksuele gemeenschap voor impact had op de relatie en of het als positieve of negatieve relationele gebeurtenis werd ervaren. Uit de resultaten bleek dat communicatie tussen partners over de eerste seksuele ervaring

gerelateerd was aan meer positieve emotionele uitkomsten en minder negatieve emotionele uitkomsten. Daarnaast was communicatie ook gerelateerd aan positieve cognitieve uitkomsten en niet aan negatieve cognitieve uitkomsten. Tenslotte was communicatie gerelateerd aan de

percepties van een belangrijke en positieve relationele impact en niet aan de percepties van negatieve relationele impact.

Reeds zijn een algemenere vorm van communicatie en seksuele communicatie over potentiële risico’s, het starten van seksuele activiteit, hoe ze zich erbij voelden en de impact ervan op de relatie onderzocht. Een andere vorm van seksuele communicatie, zoals eerder besproken, is de seksuele zelfonthulling. De seksuele communicatie uit het vorige onderzoek bleek gerelateerd te zijn aan de consequenties van een eerste seksuele gemeenschap. Dit zegt echter niet veel over seksuele communicatie bij een langere relatie. Bij lange relaties kan communicatie namelijk een andere rol spelen. Om elkaar op seksueel gebied beter te leren kennen, kan gebruik gemaakt worden van seksuele zelfonthullingen, waarbij men aangeeft wat men wel en niet fijn vindt. In het volgende onderzoek wordt de rol van seksuele zelfonthulling bij de dyadische aanpassing onderzocht (Cupach & Comstock, 1990). Met dyadische aanpassing worden de relatiekwaliteiten van een

(17)

huwelijk bedoeld. Dit zijn de dyadische aanpassing, dyadische tevredenheid, dyadische cohesie, affectieve uiting en dyadische consensus (Spanier, 1976, aangehaald in Cupach & Comstock, 1990). Uit de resultaten bleek dat seksuele tevredenheid de relatie tussen seksuele zelfonthulling en echtelijke aanpassing medieert. Seksuele zelfonthullingen dienen eerst de seksuele tevredenheid te verhogen, voordat het positieve effecten heeft voor de echtelijke aanpassing.

Seksuele tevredenheid bleek gerelateerd aan een aantal positieve uitkomsten van een relatie, namelijk aan liefde, commitment en stabiliteit. Daarnaast zijn verschillende soorten communicatie onderzocht, waaruit bleek dat algemene communicatie de relatie tussen seksuele tevredenheid en huwelijkstevredenheid compenseert. Wanneer de communicatie goed is, blijkt seksuele tevredenheid geen invloed meer te hebben op de huwelijkstevredenheid. Goede communicatie zou dan naast het verhogen van de seksuele tevredenheid een manier zijn om de huwelijkstevredenheid te verhogen. Seksuele communicatie bleek ook een rol te spelen bij de relationele uitkomsten. Seksuele communicatie bleek namelijk al effect te hebben na de eerste seksuele gemeenschap met een nieuwe partner en is gerelateerd aan meer positieve emoties, meer positieve gedachten en meer positieve relationele consequenties. Seksuele communicatie bleek vervolgens ook een rol te spelen bij een goede huwelijkstevredenheid. Dit betreft verschillende aspecten van een huwelijk, namelijk dyadische aanpassing, dyadische tevredenheid, dyadische cohesie, affectieve uiting en dyadische consensus. Relatieduur en het geslacht bleken geen effecten te hebben op de hoeveelheid seksuele communicatie. Wel bleek relatieduur negatief gerelateerd te zijn aan seksuele tevredenheid. Naarmate een relatie lang duurt, wordt men minder tevreden met hun seksleven.

Conclusies en Discussie

In dit literatuuroverzicht is een relatie gevonden tussen seksuele communicatie, seksuele en relationele tevredenheid. Uit de eerste paragraaf is gebleken dat er een positieve relatie is tussen seksuele tevredenheid en relationele tevredenheid. Het IEMSS (Lawrance & Byers, 1995) kan als model gebruikt worden om deze relatie te benaderen, waarbij seksuele uitwisselingen een rol spelen bij de seksuele en relationele tevredenheid. Enerzijds bleken seksuele uitwisselingen direct

gerelateerd te zijn aan seksuele tevredenheid en daarmee indirect aan relatietevredenheid (Kisler & Christopher, 2008). Anderzijds bleken seksuele en relationele tevredenheid in een longitudinale studie tegelijkertijd te veranderen (Byers, 2005). Het tweede onderzoek telt zwaarder dan het eerste, maar sluit het eerste niet uit. Daarnaast is gebleken dat bij een serieuze relatievorm (samenwonend of getrouwd) seksuele uitwisselingen belangrijker zijn voor de seksuele tevredenheid dan de

relatietevredenheid, in vergelijking met een minder serieuze relatievorm (daten) (Byers et al., 1998).

(18)

De soort relatie bleek hierbij effect te hebben, relatieduur niet. Vrouwen bleken binnen de seksuele uitwisselingen beloningen belangrijk te vinden en mannen niet. Gemeenschappelijkheid binnen een relatie bleek naast de seksuele uitwisselingen ook een rol te spelen (Peck, Shaffer, & Williams, 2005). Hiermee zou het model mogelijk aangevuld kunnen worden.

In de tweede paragraaf is een positieve relatie gevonden tussen seksuele zelfonthulling, seksuele en relationele tevredenheid. Seksuele zelfonthullingen gaan voornamelijk over het uiten van voorkeuren en positief affect, en gaan minder over conflict of disfunctie (Coffelt & Hess, 2014). Hoe vaak men seksueel onthult en hoeveel verschillende onderwerpen hierbij worden besproken zijn positief voor de relatietevredenheid. De sekseverschillen waren inconsistent, waarbij enerzijds werd gevonden dat vrouwen meer seksueel onthulden dan mannen (Byers & Demmons, 1999) en anderzijds werd er geen verschil gevonden (Montesi et al., 2010). Wanneer de relatie werd bekeken vanuit de getheoretiseerde paden (Cupach & Metts, 1991, aangehaald in Byers & Demmons, 1999) bleek het instrumentele pad ondersteund te worden voor zowel mannen als vrouwen en het expressieve pad gedeeltelijk voor vrouwen.

In de derde paragraaf is een positieve relatie gevonden tussen seksuele communicatie, seksuele en relationele uitkomsten. Seksuele tevredenheid is gerelateerd aan een aantal positieve uitkomsten van een relatie, namelijk aan liefde, commitment en stabiliteit (Sprecher, 2002). Daarnaast bleek algemene communicatie de relatie tussen seksuele tevredenheid en

huwelijkstevredenheid te compenseren (Litzinger & Gordon, 2005). Wanneer de communicatie goed is, blijkt seksuele tevredenheid geen invloed meer te hebben op de huwelijkstevredenheid.

Daarnaast speelt ook de seksuele communicatie een rol bij de relationele uitkomsten, zowel na de eerste seksuele gemeenschap als bij een huwelijk en de dyadische processen die daar toebehoren. Relatieduur en het geslacht bleken geen effecten te hebben op de hoeveelheid seksuele

communicatie. Wel bleek relatieduur negatief gerelateerd te zijn aan seksuele tevredenheid. Naarmate een relatie lang duurt, wordt men minder tevreden met hun seksleven.

De effecten van sekse werden het gehele literatuuronderzoek onderzocht. Vrouwen vonden beloningen belangrijker en onthulden mogelijk meer dan mannen. Dit was tegen de verwachtingen in. Er werd namelijk verwacht dat mannen meer onthulden, vanwege hun directheid en assertiviteit (Lawrance, Taylor & Byers, 1996). Mogelijk komt dit door de verwachtingen die men over het algemeen heeft ten opzichte van vrouwen en de verschillende sekserollen. Een voorbeeld hiervan is de dubbele standaard, waarbij vrouwen er meer op worden afgekeurd om casual seks te hebben voor het huwelijk dan mannen (e.g., Sprecher & Hatfield, 1996, aangehaald in Harvey, Wenzel, & Sprecher, 2004). Er wordt daarom verwacht dat vrouwen minder vaak seks hebben dan mannen en mogelijk ook dat zij minder plezier beleven aan seks dan mannen. Dit heeft mogelijk te maken met

(19)

het traditionele idee dat seks alleen voor genot diende bij mannen en niet bij vrouwen. Dat uit dit literatuuroverzicht is gebleken dat vrouwen meer seksueel onthullen en beloningen belangrijker vinden dan mannen, kan een feministische reactie zijn hierop. Vrouwen zouden het belangrijk kunnen vinden beloningen te ontvangen en te onthullen om zo hun seksueel genot te vergroten.

De gebruikte onderzoeken komen uit Westerse landen, waarbij er geen aandacht wordt besteed aan verschillende culturen. Mogelijk dat hier verschillen in te vinden zijn, onder andere betreft sekseverschillen. In een Chinees onderzoek (Renaud, Byers & Pan, 1997) werd verwacht dat seksueel genot alleen bedoeld is voor mannen. Echter bleek uit het onderzoek dat vrouwen een grotere seksuele tevredenheid rapporteerden dan mannen. Een mogelijke verklaring hiervoor kan zijn dat een man wel zijn best doet om een vrouw te bevredigen, maar dit als kosten ziet, waardoor hij uiteindelijk een lagere seksuele tevredenheid heeft dan een vrouw. De verwachtingen over sekseverschillen in verhouding tot de daadwerkelijke resultaten wekt verwarring op, net zoals hierboven beschreven. Deze verschillen hiertussen en de invloed van de verwachtingen op de resultaten is interessant om verder te onderzoeken.

Veel onderzoekers proberen te achterhalen wat de richting is van de relaties. Zij doen hier wel suggesties over, maar dit is meestal gebaseerd op het beperkte case-control onderzoek. Hiermee kunnen alleen causale hypotheses geëvalueerd en met elkaar vergelijken worden, maar niet de richting van causaliteit vastgesteld worden (Webley & Lea, 1997). Om de gevonden

resultaten zekerder te kunnen stellen, dient er meer longitudinaal en/of experimenteel onderzoek te worden gedaan. Hierbij dient gekeken te worden naar causale relaties en de

veranderingsmechanismen. Welke richtingen de relaties hebben en vervolgens hoe deze relatie in elkaar steekt is hierbij belangrijk. Pas dan kan het in de praktijk gebruikt worden, bijvoorbeeld in therapie. Wanneer een koppel seksueel en relationeel ontevreden zou zijn, is het handig om te weten welk probleem eerst moet worden aangepakt, zodat het andere probleem mogelijk mee veranderd. Als seksuele en relationele ontevredenheid tegelijkertijd veranderen, is het belangrijk te onderzoeken welke factoren van invloed zijn hierop. Deze factoren kunnen dan aangepakt worden.

Het is mogelijk dat veel andere factoren een rol spelen bij de relatie tussen seksuele en relationele tevredenheid. Deze constructen liggen in een complex netwerk met veel andere constructen, en het is daarom onmogelijk deze te isoleren. Hierbij zorgt ook sekse voor verschillen. Zo zou seksuele tevredenheid door andere factoren beïnvloed worden bij mannen, zoals seksuele frequentie, dan bij vrouwen, zoals context (McNulty & Fisher, 2008, aangehaald in Montesi et al., 2010). Om de relatie tussen seksuele en relationele tevredenheid beter te begrijpen is het belangrijk om deze factoren in vervolgonderzoek te detecteren.

(20)

Er zijn een aantal mogelijkheden benoemd voor vervolgonderzoek. Wanneer er meer informatie bekend wordt over de seksuele en relationele tevredenheid, weten we ook meer wat er gedaan moet worden om deze te verbeteren. Relaties kunnen langer in stand blijven en mensen kunnen hier beter bij geholpen worden. Een stabiele relatie met een goed seksleven zou dan in het bereik liggen van meer mensen en zou hopelijk leiden tot een liefdevollere wereld met betere seks.

(21)

Literatuur

Byers, E. S. (2005). Relationship satisfaction and sexual satisfaction: A longitudinal study of individuals in long-term relationships. Journal of Sex Research, 42, 113-118.

Byers, E. S., & Demmons, S. (1999). Sexual satisfaction and sexual self-disclosure within dating relationships. Journal of Sex Research, 36, 180-189.

Byers, E. S., Demmons, S., & Lawrance, K. A. (1998). Sexual satisfaction within dating relationships: A test of the interpersonal exchange model of sexual satisfaction. Journal of Social and

Personal Relationships, 15, 257-267.

Coffelt, T. A., & Hess, J. A. (2013). Sexual disclosures: Connections to relational satisfaction and closeness. Journal of Sex & Marital Therapy, (ahead-of-print).

Cupach, W. R., & Comstock, J. (1990). Satisfaction with sexual communication in marriage: Links to sexual satisfaction and dyadic adjustment. Journal of Social and Personal Relationships, 7, 179-186.

Harvey, J. H., Wenzel, A., & Sprecher, S. (Eds.). (2004). The handbook of sexuality in close

relationships. Psychology Press.

Khurana, A., & Cooksey, E. C. (2012). Examining the effect of maternal sexual communication and adolescents' perceptions of maternal disapproval on adolescent risky sexual involvement.

Journal of Adolescent Health, 51, 557-565.

Kisler, T. S., & Christopher, F. S. (2008). Sexual exchanges and relationship satisfaction: Testing the role of sexual satisfaction as a mediator and gender as a moderator. Journal of Social and

Personal Relationships, 25, 587-602.

Lawrance, K. & Byers, E.S. (1995). Sexual satisfaction in long-term heterosexual relationships: The interpersonal exchange model of sexual satisfaction. Personal Relationships, 2, 267-85. Litzinger, S., & Gordon, K. C. (2005). Exploring relationships among communication, sexual

satisfaction, and marital satisfaction. Journal of Sex & Marital Therapy, 31, 409-424.

MacNeil, S., & Byers, E. S. (2005). Dyadic assessment of sexual self-disclosure and sexual satisfaction in heterosexual dating couples. Journal of Social and Personal Relationships, 22, 169-181. MacNeil, S., & Byers, E. S. (2009). Role of sexual self-disclosure in the sexual satisfaction of long-term

heterosexual couples. Journal of Sex Research, 46, 3-14.

Mark, K. P., & Jozkowski, K. N. (2013). The mediating mole of sexual and nonsexual communication between relationship and sexual satisfaction in a sample of college-age heterosexual couples. Journal of Sex & Marital Therapy, 39, 410-427.

(22)

Montesi, J. L., Fauber, R. L., Gordon, E. A., & Heimberg, R. G. (2011). The specific importance of communicating about sex to couples’ sexual and overall relationship satisfaction. Journal of

Social and Personal Relationships, 28, 591-609.

Pascoal, P. M., Narciso, I. D. S. B., & Pereira, N. M. (2014). What is sexual satisfaction? Thematic analysis of lay people's definitions. Journal of Sex Research, 51, 22-30.

Peck, S. R., Shaffer, D. R., & Williamson, G. M. (2005). Sexual satisfaction and relationship satisfaction in dating couples: The contributions of relationship communality and favorability of sexual exchanges. Journal of Psychology & Human Sexuality, 16, 17-37.

Pliskin, K. L. (1997). Verbal intercourse and sexual communication: impediments to STD prevention. Medical Anthropology Quarterly, 11, 89-109.

Renaud, C., Byers, E. S., & Pan, S. (1997). Sexual and relationship satisfaction in mainland China. Journal of Sex Research, 34, 399-410.

Rusbult, C. E., & Buunk, B. P. (1993). Commitment processes in close relationships: An interdependence analysis. Journal of Social and Personal Relationships, 10, 175-204. Sprecher, S. (2002). Sexual satisfaction in premarital relationships: Associations with satisfaction,

love, commitment, and stability. Journal of Sex Research, 39, 190-196.

Theiss, J. A., & Solomon, D. H. (2007). Communication and the emotional, cognitive, and relational consequences of first sexual encounters between partners. Communication Quarterly, 55, 179-206.

Webley, P., & Lea, S. (1997). Opgehaald van http://people.exeter.ac.uk/SEGLea/multvar2 /pathanal.html

Widman, L., Welsh, D. P., McNulty, J. K., & Little, K. C. (2006). Sexual communication and

contraceptive use in adolescent dating couples. Journal of Adolescent Health, 39, 893-899.

(23)

Onderzoeksvoorstel

Lianne Bakker

Docent: Mark Spiering

Datum: 2 juli 2014

Woorden: 1784

Universiteit van Amsterdam

(24)

Seksuele Zelfonthullingen in een Interventie, en de Seksuele en Relationele Tevredenheid L. Bakker

Universiteit van Amsterdam

Abstract

De werkzaamheid van seksuele zelfonthullingen toegepast in een interventie wordt onderzocht bij 50 koppels. De helft krijgt de interventie en de andere helft komt op een wachtlijst voor koppeltherapie. De werkzaamheid wordt bepaald door het meten van seksuele zelfonthullingen, kennis van seksuele voorkeur en afkeer, seksuele en relationele tevredenheid. Er zullen 6 wekelijkse sessies plaatsvinden en 7 metingen. Hiermee wordt zowel gekeken naar de toepasbaarheid van seksuele zelfonthullingen in een interventie als naar de longitudinale veranderingen over tijd. Er wordt verwacht dat de interventie werkzaam is en dat meer seksuele zelfonthullingen zorgen voor meer kennis van seksuele voorkeuren en afkeren, wat weer zorgt voor een seksuele en relationele tevredenheid.

Hoewel seksuele interactie een veel voorkomend aspect is van romantische relaties, wordt het vaak als lastig ervaren hier met de partner over te praten. Hierdoor kan het seksleven aanvaard worden zoals het is, ondanks dat deze niet bevredigend is. Dit kan gevolgen hebben voor de

relatietevredenheid en daarmee de relatie zelf. Of een relatie wel of niet stand houdt kan afhangen van de seksuele tevredenheid (Sprecher, 2002). Met de juiste communicatie zou de seksuele tevredenheid en daarmee ook de relatietevredenheid verbeterd kunnen worden. Een van deze manieren is seksuele zelfonthulling (sexual self-disclosure). Doordat men aangeeft wat men wel en niet fijn vindt, zou de partner hier meer kennis over hebben en zou het seksleven verbeterd kunnen worden.

Zelfonthulling wordt gedefinieerd als de bereidheid van een persoon om zich open te stellen over zichzelf in communicatie naar de partner. Bij seksuele zelfonthulling is dit gespecificeerd tot het open stellen betreft seksuele informatie. De seksuele tevredenheid wordt gedefinieerd als een affectierespons voortkomend uit iemands subjectieve evaluatie van de positieve en negatieve dimensies geassocieerd met de seksuele relatie (Byers, Demmons, & Lawrance, 1998). Het

optimaliseren van de seksuele tevredenheid door middel van seksuele zelfonthulling zou positieve effecten kunnen hebben voor de relatie zelf. Het is onwaarschijnlijk dat individuen een sterk seksueel bevredigende relatie kunnen ontwikkelen en behouden waarbij de partner precies hetzelfde fijn en niet fijn vindt op het gebied van seks (MacNeil & Byers, 2009). Het zou daarom

(25)

positieve effecten kunnen hebben om door middel van seksuele zelfonthulling elkaar hierin beter te begrijpen en om zo dichter bij elkaar te komen. Dit kan leiden tot relatietevredenheid, wat wordt gedefinieerd als een interpersoonlijke evaluatie van de positieve gevoelens voor de partner en de aantrekkelijkheid van de relatie (Rusbult & Buunk, 1993).

Volgens het instrumentele pad zorgen de seksuele zelfonthullingen voor meer kennis van seksuele voorkeuren en afkeren van de partner, wat leidt tot een grotere seksuele tevredenheid (Cupach & Metts, 1991, aangehaald in Byers & Demmons, 1999), zie figuur 1. Dit stelt de partner in staat meer te weten over wat de ander wel en niet fijn vindt en als hij of zij hierop anticipeert kan dit de seksuele tevredenheid en daarmee ook te relatietevredenheid verhogen.

Figuur 1. Instrumentele pad, waarlangs seksuele zelfonthullingen de seksuele tevredenheid beïnvloedt (Cupach & Metts, 1991, aangehaald in Byers & Demmons, 1999).

In eerder onderzoek is een positieve relatie gevonden tussen seksuele zelfonthulling, seksuele en relationele tevredenheid (Byers & Demmons, 1999). Bij zowel mannen als vrouwen bleek deze relatie de vorm aan te nemen van het instrumentele pad (MacNeil & Byers, 2009). Dit is gebleken uit case control onderzoek. Hierdoor kon echter geen causaliteit vastgesteld worden. Het is nog onbekend of het vermeerderen van seksuele zelfonthullingen leidt tot een grotere seksuele tevredenheid, en dat dit gebeurt via meer kennis over de seksuele voorkeuren en afkeren. Daarnaast is het nog onbekend of seksuele zelfonthulling toegepast kan worden in een interventie. Wanneer het zo zou zijn dat seksuele zelfonthulling de seksuele tevredenheid verhoogd, kan toepassing in relatietherapie de cliënten helpen hun seksleven en daarmee hun relatie te verbeteren. Deze twee onbekendheden leiden tot de onderzoeksvraag: de invloed van seksuele zelfonthullingen, in een interventie, op de kennis van seksuele voorkeur en afkeer, en op de seksuele en relationele tevredenheid.

In de interventie zullen de cliënten worden aangemoedigd meer seksueel te onthullen. Hiervoor zullen zij oefeningen doen en huiswerk meekrijgen. Vervolgens zullen tijdens de sessies de kennis van seksuele voorkeuren en afkeren, de seksuele en de relationele tevredenheid gemeten worden. Bij een follow-up meting wordt dit wederom gemeten en zal er worden gekeken of de seksuele onthullingen naar verwachting leiden tot meer kennis van seksuele voorkeuren en afkeren, Instrumentele pad

Kennis van seksuele voorkeur/afkeer Seksuele tevredenheid Seksuele zelfonthullingen 25

(26)

en tot verhoging van de seksuele en relationele tevredenheid. Er wordt verwacht dat de interventie waarin seksuele zelfonthullingen worden toegepast werkzaam is en de seksuele tevredenheid verhoogt.

Methode Deelnemers

Er zullen 50 koppels deelnemen aan het onderzoek, die zich hebben aangemeld voor koppeltherapie, maar die hiervoor nog op de wachtlijst staan. Deze koppels worden uitgenodigd om deel te nemen aan het onderzoek. Via de telefoon werd eerst gevraagd naar de aanwezigheid van psychologische of seksuele stoornissen. De mensen die hier positief op antwoordde werden bij voorbaat uitgesloten van het onderzoek. De andere koppels, die instemmen met het onderzoek, zullen vervolgens random over twee groepen worden verdeeld. De ene helft, de interventiegroep, krijgt een seksuele zelfonthullingen interventie en de andere helft, de wachtlijstgroep, niet en zij blijven zonder enige interventie te ontvangen op de wachtlijst staan. Aan het einde van het onderzoek zullen alle deelnemende koppels de daadwerkelijke koppeltherapie ontvangen.

Materialen

Om de seksuele zelfonthullingen, kennis van seksuele voorkeuren en afkeren, de seksuele en relationele tevredenheid te meten worden een aantal vragenlijsten gebruikt. De Global Measure of Sexual Satisfaction (GMEX; Lawrance & Byers, 1998) wordt gebruikt om de tevredenheid met de seksuele relatie te meten. Deelnemers dienen vijf keer op een 7-puntenschaal aangeven hoe zij hun seksuele relatie zouden beschrijven. De vijf verschillende schalen bestaan uit goed-slecht, plezant-onplezant, positief-negatief, tevreden-ontevreden, waardevol-waardeloos. Lagere scores staan voor een lagere seksuele tevredenheid.

De Global Measure of Relationship Satisfaction (GMREL; Lawrance & Byers, 1998) is identiek aan de GMSEX, alleen wordt hierbij de algehele relatietevredenheid gemeten. Waarbij wordt gevraagd hoe de deelnemers hun algehele relatie zouden beschrijven aan de hand van dezelfde vijf schalen. Tenslotte werd de Sexual Self-Disclosure Questionnaire (SSQ; Byers & Demmons, 1999) gebruikt om de seksuele zelfonthullingen tussen de partners te meten. Zes van de 12 items gaan over onthullingen aan de partner over wat als prettig wordt ervaren betreft bepaalde seksuele activiteit (zoals kussen, aanraken en seksuele gemeenschap). De andere zes items gaan over onthullingen over wat zij als niet prettig ervaren betreft diezelfde seksuele activiteiten.

Kennis van seksuele voorkeuren en afkeren wordt vastgesteld door middel van een opsomming die deelnemers dienen te maken aan het begin van de interventie. Hierbij worden zij

(27)

gevraagd op te schrijven wat ze wisten van de partners zijn of haar seksuele voorkeuren en afkeren. Elke keer als zij iets nieuws zullen leren door middel van een seksuele zelfonthulling van de partner dienen zij de opsomming aan te vullen. Uiteindelijk kan worden vastgesteld wat de deelnemers meer aan kennis verkrijgen van de seksuele voorkeuren en afkeren van de partner aan het eind in

vergelijking met het begin. Hierbij worden enkel de aantallen van de opsomming gebruikt, de inhoud mag privé blijven.

De interventie over seksuele zelfonthulling is voor dit onderzoek zelf bedacht en bestaat uit een aantal onderdelen. Er zal tijdens de sessies uitleg worden gegeven over het nut van seksuele zelfonthullingen, en er zullen oefeningen worden gedaan, waarbij de partners leren op welke manier zij het beste seksueel aan elkaar kunnen onthullen. De partners kunnen aan elkaar aangeven hoe zij het prettig vinden te communiceren en hier kan in de vorm van rollenspelen mee geoefend worden. Daarnaast zal er tussen de sessies in een dagboek worden bijgehouden, en zullen er opdrachten worden gegeven om seksueel aan elkaar te onthullen. In de eerste paar sessies zal worden

besproken waarom bepaalde onderwerpen wel en bepaalde onderwerpen nog niet wordt onthuld. Hierbij worden de redenen vastgesteld waarom de individuen binnen het koppel hier moeite mee hebben en wordt er gekeken naar de mogelijkheden om dit in de toekomst wel te bespreken. Er wordt enkel ingegaan op de achterliggende redenen, bijvoorbeeld schaamte, maar niet op de inhoud van de seksuele zelfonthullingen. Tussen de sessies door krijgen de deelnemers de opdracht om in het dagboek te schrijven welke seksuele zelfonthullingen er worden gedaan en om de opsomming van seksuele voorkeuren en afkeren van de partner eventueel aan te vullen. Dit is om de deelnemers bewust te maken van en te letten op de aanwezigheid van seksuele zelfonthullingen. Daarnaast dient er tussen de sessies door individueel worden opgeschreven hoe zij de aanwezige sekspartijen evalueren, wat er beter kan en hoe zij dit zouden vinden om met de partner te bespreken. Hierop volgend krijgen beide partners de opdracht om na elke sekspartij een positief punt en een

verbeterpunt aan elkaar voor te leggen. In de latere sessies zullen problemen besproken worden die de partners zijn tegengekomen bij het bespreken van de seksuele zelfonthullingen.

Procedure

De mensen die waren ingedeeld in de interventiegroep kregen zes sessies die waren verdeeld over zes weken. De mensen in de wachtlijstgroep kregen geen interventie. Tijdens elke sessie werden de drie vragenlijsten over seksuele tevredenheid, relatietevredenheid en seksuele zelfonthullingen afgenomen. Zes weken na de zesde sessie (week 12) werd er nog een follow-up meting gedaan en werden de deelnemers gevraagd de vragenlijsten nogmaals in te vullen. De

(28)

voorwaarde hiervoor was wel dat de deelnemers nog niet waren begonnen met de daadwerkelijke koppeltherapie waarvoor zij op de wachtlijst stonden.

Data analyse

De data zal geanalyseerd worden aan de hand van mixed ANOVA’s. De herhaalde metingen waarbij tijdens iedere sessie de vragenlijsten werden ingevuld dienen als within subjects. Het verschil tussen de interventiegroep en wachtlijstgroep dient als between subjects. Voor de verschillende vragenlijsten, als afhankelijke variabelen, zullen meerdere mixed ANOVA’s uitgevoerd worden.

Interpretatie van mogelijke resultaten

Er wordt verwacht dat de interventie over zelfonthullingen ervoor zal zorgen dat er

verschillen te vinden zijn op de scores van de vragenlijsten voor seksuele zelfonthullingen, seksuele en relationele tevredenheid tussen eerdere metingen en latere metingen. Er wordt met name verwacht dat bij de zesde sessie en de follow-up meting significant hoger zal worden gescoord op deze vragenlijsten dan bij de eerste sessie werd gescoord. Daarnaast wordt er verwacht dat de interventiegroep hoger zal scoren op de verschillende vragenlijsten dan de wachtlijstgroep. Er wordt met name verwacht dat het verschil van scores op de vragenlijsten tussen de eerste sessie en follow-up meting groter zal zijn voor de interventiegroep dan voor de wachtlijstgroep. Dit zou dan

implicaties kunnen bieden voor de bestaande relatietherapie, waar dit mogelijk als element zou kunnen worden toegepast om de kennis van voorkeuren en afkeren, de seksuele en relationele tevredenheid te vergroten. Wanneer de vragenlijst betreft seksuele zelfonthulling qua scores niet veranderd, wordt er verwacht dat de interventie niet werkt en dat deze mogelijk aangepast moet worden om wel effect te hebben. Als deze scores wel veranderen binnen de zes weken, maar er geen verschil is betreft de kennis van seksuele voorkeuren en afkeren, de seksuele en relationele tevredenheid, kan dit betekenen dat het veranderen van de zelfonthullingen hier geen effect op heeft. Het is mogelijk dat zoiets specifieks als seksuele zelfonthullingen maar een heel klein aspect van de seksuele en relationele tevredenheid beïnvloeden en omdat deze begrippen erg breed zijn en door veel factoren beïnvloed worden deze invloed mogelijk niet gevonden kan worden. Ook is het mogelijk dat seksuele zelfonthullingen wel andere aspecten beïnvloeden, maar niet de kennis van seksuele voorkeuren en afkeuren, de seksuele en relationele tevredenheid.

Literatuur

Byers, E. S., & Demmons, S. (1999). Sexual satisfaction and sexual self-disclosure within dating relationships. Journal of Sex Research, 36(2), 180-189.

(29)

MacNeil, S., & Byers, E. S. (2009). Role of sexual self-disclosure in the sexual satisfaction of long-term heterosexual couples. Journal of Sex Research, 46(1), 3-14.

Lawrance, K., & Byers, E. S. (1998). Interpersonal exchange model of sexual satisfaction

questionnaire. In C. M. Davis, W. L. Yarber, R., Baureman, G., Schreer, & Davis, S. L. (Eds.). Sexuality related measures: A compendium (2 nd ed., pp. 514-519). Thousand Oaks, C A: Gage.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hoe ouders denken over de relationele en seksuele opvoeding van hun kinderen, hoe de communicatie over seksualiteit tussen ouders en kinderen verloopt en welke opvoedingsdoelen

De meeste ouders uit dit onderzoek geven aan dat ze het (redelijk) makkelijk vinden om gelijkwaardigheid op het gebied van seksualiteit tussen jongens en meisjes bespreekbaar

• Nu is de seksuele vorming te beperkt; leerlingen willen meer onderwerpen bespreken zoals seksuele identiteit, wensen en grenzen, sexting en plezier in seks.. • Praten over

Patiënten met erectiele disfunctie met een overwegend lichamelijke oorzaak kunnen misschien enige baat hebben bij verwijzing (acceptatie, niet-coïtale vormen van seks) als

Goede melding van deze bijwerkingen, met bij voorkeur een beschrijving van de gestoorde seksuele responscyclus, kan bijdragen aan een verbetering van het farmacotherapiebeleid en

In hoeverre voelen aankomende en beginnende docenten Biologie zich vanuit de lerarenopleiding voorbereid op het geven van seksuele en relationele vorming en op het omgaan met seksueel

Dat een arts de patiënt moet informeren over de gevolgen van diagnostiek en behandeling voor de seksuele gezondheid en zo nodig moet vragen naar diens seksuele leven spreekt voor

rollen van mannen en vrouwen – mannen zijn de baas in seksuele relaties en vrouwen gedragen zich als lustobjecten en (b) opvattingen over de vrijblijvendheid van seksuele