UNIFORM EXAMEN HAVO 2015
VAK : NATUURKUNDE
DATUM : DINSDAG 23 JUNI 2015
TIJD : 07.45 – 10.45
Aantal opgaven: 5 Aantal pagina’s: 6
Controleer zorgvuldig of alle pagina’s in goede volgorde aanwezig zijn. Neem in geval van een afwijking onmiddellijk contact op met een surveillant.
Naam:……… examennummer: …………. Geef de uitwerking van de opgaven steeds op de lege zijde rechts naast de opgave. Geef duidelijk de onderdelen aan.
De vragen moeten op de stencils beantwoord worden. Lever geen andere vellen papier in.
Bij alle antwoorden moet duidelijk zijn hoe je aan het antwoord komt.
Het gebruik van een tabellenboek is niet toegestaan en wordt als fraude aangemerkt. Het gebruik van een rekenmachine is toegestaan onder de gepubliceerde voorwaarden. Werk rustig. Besteed niet teveel tijd aan één enkele opgave. Ga dan liever eerst een
andere opgave maken.
Indien nodig mag bij de beantwoording van de vragen gebruik gemaakt worden van de gegevens hieronder: cwater = 4,18 J/g. ºC g = 10 m/s2 cijzer = 0,44 J/g. ºC 1 bar = 1,0. 105 N/m2 Normering Basis 10 punten Opgave 1 18 punten Opgave 2 18 punten Opgave 3 18 punten Opgave 4 18 punten Opgave 5 18 punten
Een auto met een massa van 1000 kg rijdt met een snelheid van 90 km/h. Op het tijdstip t = 0 s komt de auto frontaal in botsing met een stilstaande vrachtwagen. De massa van de vrachtwagen bedraagt 11500 kg. De botsing duurt 1,15 s.
[3] a. Bereken de snelheid direct na de botsing als de auto onder de bumper van de vrachtwagen blijft vastzitten.
[3] b. Bereken hoeveel kinetische energie is omgezet in o.a. warmte tijdens de botsing. [4] c. Bereken de gemiddelde kracht die op de auto werkt tijdens de botsing.
Het vermogen van de auto komt na de botsing weg te vallen. Na 2 seconden komt het geheel tot stilstand.
[4] d. Bereken de wrijvingskracht die op het geheel heeft gewerkt.
[4] e. Teken van het botsingsproces de v,t-diagrammen van de auto en de vrachtwagen in één figuur.
Onderstaande figuur stelt een koord AL voor waarin een lopende transversale golf zich naar rechts verplaatst.
Punt A wordt op t = 0 s in harmonische trilling gebracht. Er ontstaat daardoor een golf in het koord. De golf heeft het vaste uiteinde L dan nog niet bereikt. De amplitudo is 2 cm. De stand van het koord is getekend op t = 0,65 s.
AB is 15 cm, BD is 10 cm, KL is 10 cm en AQ = 52,5 cm. L is een vast uiteinde. [3] a. Beschrijf precies de beweging die men A heeft laten uitvoeren.
[3] b. Laat zien dat de trillingstijd gelijk is aan 0,20 s. [3] c. Bereken de snelheid van de lopende golf.
[3] d. Op welk tijdstip zal er voor het eerst interferentie optreden? [6] e. Teken de stand van het koord op t = 1,05 s.
10 cm
A D S2 L A S1 R2 B C R1 R4 R3
In de schakeling hierboven is een spanningsbron met een bronspanning van 20 V en een inwendige weerstand van 1 Ω opgenomen. In de schakeling zijn verder opgenomen een lamp waarop staat 6V/3W en o.a. de weerstanden R1 = 12Ω, R2 = 5 Ω en R4 = 2 Ω.
De meters zijn ideaal.
Beide schakelaars staan open en de ampèremeter wijst 1 A aan. [4] a. Bereken de klemspanning.
[4] b. Laat middels een berekening zien dat R3 = 2 Ω.
S1 blijft open terwijl S2 wordt gesloten.
[4] c. Bereken de aanwijzing van de ampèremeter voor deze situatie.
De spanningsbron wordt vervangen door een ideale spanningsbron van 13 volt. S1 is gesloten en S2 is open.
De lamp brandt normaal.
[3] d. Bereken de potentiaal in de punten A t/m D.
Een cilinder is door middel van een zuiger met een doorsnede van 0,5 dm verdeeld in twee ruimten A en B. De zuiger is vastgezet.
In de ruimte A bevindt zich lucht met een druk van 40 mbar. In ruimte B is er waterdamp van 35 mbar. De damp is net verzadigd. De dichtheid van de damp bedraagt 25 g/m3 . In beide ruimten is de temperatuur 27 °C.
Zie de tekening.
[2] a. Bereken het volume van de ruimte A in dm3. [4] b. Bereken de massa van de waterdamp in ruimte B.
Uitsluitend de temperatuur in ruimte A wordt verhoogd tot 37 °C. [3] c. Bereken de nieuwe druk in A.
Vervolgens wordt de zuiger losgelaten.
[2] d. Beredeneer in welke richting de zuiger beweegt. [4] e. Bereken de verschuiving van de zuiger.
[3] f. Bereken hoeveel gram waterdamp hierbij condenseert in ruimte B.
60 cm 40 cm
A
Een cilindervormige aluminium pot heeft een diameter (d) van 20 cm en een hoogte (h) van 20 cm (zie figuur). De kamertemperatuur is 27 ºC.
De pot wordt tot 15 cm hoogte gevuld met water van 37 ºC. [3] a. Bereken de massa in kg van het water.
In de pot met water zet men vervolgens een blok ijzer met een temperatuur van 327 ºC. Na enige tijd heeft het geheel een temperatuur van 77 ºC.
[4] b. Bereken de warmteopname van het water in kJ.
Het aluminium blijkt 50 kJ aan warmte te onttrekken van het blok ijzer. [4] c. Bereken de warmtecapaciteit van de pot.
De lucht om de pot neemt 5 kJ aan warmte op.
[3] d. Bereken de totale hoeveelheid afgestane warmte door het blok ijzer in KJ. d = 20 cm