UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl)
UvA-DARE (Digital Academic Repository)
In kringen van Kanunniken. Munsters en kapittels in het bisdom Utrecht
695-1227
van Vliet, K.
Publication date
2002
Link to publication
Citation for published version (APA):
van Vliet, K. (2002). In kringen van Kanunniken. Munsters en kapittels in het bisdom Utrecht
695-1227. Walburg Pers.
General rights
It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons).
Disclaimer/Complaints regulations
If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible.
Voorwoord d
Schrijvenn is een solistische bezigheid, onvermijdelijk, maar een boek is ook het werk van velen.. Al degenen die in de voorbije jaren een bijdrage hebben geleverd aan de totstand-komingg van dit boek wil ik op deze plaats hartelijk bedanken.
Dee basis voor dit boek is gelegd in de jaren 1993-1997, toen ik de kans kreeg mij bij de Vakgroepp Middeleeuwse Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam verder te bekwamenn in het historisch onderzoek. Aanvankelijk richtte het onderzoek zich op de ontwikkelingg van de vroegste stedelijke nederzettingen in de noordelijke Nederlanden, maarr weldra heeft het zich toegespitst op die nederzettingen waar al in een vroeg stadi-umm een munster of kapittel aanwezig was. De Faculteit der Letteren en de Onderzoek-schooll Mediëvistiek hebben dit onderzoek gefinancierd.
Veell dank ben ik verschuldigd aan mijn promotor Piet Leupen die de opeenvolgende versiess van dit boek van kundig commentaar heeft voorzien en mij van stond af aan heeft gesterktt in het vertrouwen te varen op eigen kompas. Bijzondere waardering heb ik voor dee wijze waarop hij en de Faculteit in 1997 steun hebben verleend aan mijn besluit om dee wetenschap voor de archivistiek te verruilen en het werk aan het proefschrift voor anderhalfjaarr op te schorten.
Zeerr erkentelijk ben ik voorts mijn huidige werkgever Het Utrechts Archief, die mij allee medewerking heeft gegeven om het tijdrovende werk aan mijn proefschrift te vol-tooien.. Kostbaar waren de toewijding en collegialiteit die ik er vond. Een speciaal woord vann dank in deze geldt Arend Pietersma.
Mett veel genoegen kijk ik terug op mijn excursies en discussies met Jos Stöver en Es-therr Koch, die mij voorgingen in de wereld der kanunniken en kanunnikessen. Waarde-vollee opmerkingen en suggesties bij mijn onderzoek kreeg ik van Ineke van 't Spijker, Arnout-Jann Bijsterveld en Brigitte Meijns. Hans Mol en Bram van den Hoven van Gende-renn dank ik voor hun bereidheid om het manuscript vanuit hun grote vertrouwdheid met hett onderwerp aan een kritische blik te onderwerpen. Van hun grondige commentaar hebb ik met vrucht gebruik gemaakt. Nuttige redactionele aanwijzingen en correcties ontvingg ik van Erwin Mantingh, die ik gedurende de jaren van mijn onderzoek ook in anderee opzichten heb leren kennen als een formidabele sparring-partner. Joep Naber gaf hett boek met zijn camera een extra dimensie. Aan onze bezoeken aan de diverse locaties inn het vroege voorjaar van 2002 bewaar ik de beste herinneringen; zij vormden een wel-komee afwisseling van het noeste schrijfwerk in de eindfase van mijn onderzoek. Thea Summerfieldd dank ik voor haar vlotte en zorgvuldige Engelse vertaling van de samen-vatting.. Plezierig was de samenwerking met Maarten Slooves, die bereid was de vele kaartenn voor dit boek te bewerken. Als laatste in deze rij past de naam van Eelco van Welie,, die zich als uitgever namens de Walburg Pers uitstekend van zijn taak heeft ge-kwetenn en mij steeds ter wille was met nuttige aanwijzingen en adviezen.
Tall van collega's, vrienden en familieleden hebben mijn inspanningen in de voorbije jarenn met oprechte belangstelling gevolgd. Voor al hun vragen, opmerkingen, aanmoe-digingenn en goede zorgen ben ik hen zeer dankbaar. Heel in het bijzonder dank ik mijn ouders,, die mijn interesse voor het verleden al vroeg hebben gezien en gestimuleerd. Alleenn zij kennen de volle omvang van het traject dat aan de totstandkoming van dit boek iss voorafgegaan.
VOORWOORD D 7 7
Marlou,, als dit boek het werk is van velen, dan toch in de eerste plaats van jou. Wie diepp graaft in de tijd moet een stevig anker hebben in het heden. Jij was al die jaren mijn steunn en toeverlaat, en dat was waarachtig geen sine cure. Nu het werk is gedaan, zie ik eerstt goed: hoe groot jouw aandeel is geweest.
