Richtlijnen voor anti-infectieuze behandeling in ziekenhuizen BVIKM 2017
CELLULITIS:
INFECTIE IN AFWEZIGHEID VAN EEN CATHETER BIJ PATIENTEN MET
ONDER-LIGGENDE PATHOLOGIEEN
• Klinische aspecten en commentaren
o Onderliggende pathologieën: terminale fase van levercirrose, diabetes, immuundepressie, ….
o Cellulitis ter hoogte van de onderste ledematen: kloven zijn een mogelijke ingangspoort voor bacteriële pathogenen (behandeling van mycosen ter hoogte van de voeten aangewezen).
o Omwille van het risico voor thromboflebitis van de sinus cavernosus, is een snelle behandeling van essen-tieel belang bij patiënten met cellulitis in het aangezicht.
o Rekening houden met het verschijnen van infecties door CA-MRSA, gekenmerkt door de productie van een specifiek toxine [Panton-Valentine leucocidine (PVL)]: ernstige en uitgebreide furunculose, cellulitis met spontane abcesvorming. Komt vooral voor bij risicogroepen zoals gevangenen, gebruikers van intrave-neuze drugs, mannen die seks hebben met mannen, beoefenaars van contactsporten, kinderen.
o Clindamycine in hoge doses (aangewezen in geval van fulminant verloop van de pathologie): bedoeld voor de inhibitie van de toxineproductie door groep A streptokokken (Streptococcus pyogenes) en PVL produ-cerende Staphylococcus aureus.
• Betrokken pathogenen o Staphylococcus aureus.
o Groep A streptokokken (Streptococcus pyogenes). o Groep B streptokokken (Streptococcus agalactiae). o Groep C streptokokken.
o Groep G streptokokken. o Enterobacteriaceae.
o Bij (septische) patiënten met een snel progressieve pathologie: Pseudomonas aeruginosa of anaëroben. • Empirische anti-infectieuze behandeling
o Regimes.
Traag progressieve pathologie.
Patiënten zonder risicofactoren voor infecties door MRSA. ▲ Eerste keuze: amoxicilline-clavulanaat.
▲ Alternatief: moxifloxacine.
Patiënten met risicofactoren voor infecties door MRSA. ▲ Eerste keuze: vancomycine + amoxicilline-clavulanaat. ▲ Alternatief: vancomycine + moxifloxacine.
Snel progressieve pathologie.
Patiënten zonder risicofactoren voor infecties door MRSA: piperacilline-tazobactam + clinda-mycine.
Patiënten met risicofactoren voor infecties door MRSA: vancomycine + piperacilline-tazobac-tam + clindamycine.
o Standaard posologieën.
Amoxicilline-clavulanaat: (500 mg amoxicilline + 125 mg clavulanaat) po q8h. Clindamycine: 600 mg iv q6h of 900 mg iv q8h.
Moxifloxacine: 400 mg po q24h.
Piperacilline-tazobactam: (4 g piperacilline + 500 mg tazobactam) iv q6h.
Vancomycine: oplaaddosis van 25 tot 30 mg/kg iv, onmiddellijk gevolgd hetzij door een continu infuus getitreerd om serumconcentraties te bereiken van 20 tot 30 µg/ml hetzij door een intermittent infuus q12h getitreerd om dalserumconcentraties te bereiken van 15 tot 20 µg/ml.
o Totale duur van de adequate (empirische + gedocumenteerde) anti-infectieuze behandeling: 10 tot 14 da-gen in functie van de klinische evolutie.