• No results found

Plaagbestrijding met omnivore roofwantsen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Plaagbestrijding met omnivore roofwantsen"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Plaagbestrijding met omnivore roofwantsen

Gerben Messelink, Ada Leman, Caroline Elfferich, Marjolein Kruidhof

Achtergrond

Doelstelling

Het doel van dit project is om tot robuuste bestrijdingsmethoden van meerdere plagen te komen door inzet van omnivore roofwantsen in de gewassen tomaat, gerbera en roos, waarbij eigenschappen van het

gewas en de omgeving worden aangepast voor een optimale vestiging en plaagbestrijding met minimale risico’s op gewasschade. De

bestrijding richt zich op de plagen wittevlieg (gerbera, roos, tomaat) en Echinothrips (gerbera en roos) en op de invasieve plagen Tuta

aboluta en Nesidiocoris tenuis (tomaat), maar is ook van nut voor andere plagen zoals spint, mineervlieg en bladluis.

Plannen

• Waardplantacceptatietesten voor 6 soorten roofwantsen.

• Beoordeling bloem- en vruchtschade en ontwikkeling methoden om dit te verminderen/voorkomen.

• Selecteren en testen van “companion plants” die de vestiging van roofwantsen ondersteunen.

• Bestuderen van interacties tussen roofwantsen. • Integratie met andere bestrijdingsmaatregelen.

Wageningen UR Glastuinbouw Postbus 20, 2665 ZG Bleiswijk

Contact: gerben.messelink@wur.nl T 0317 485649

www.wageningenUR.nl/glastuinbouw

Omnivore roofwantsen van de familie Miridae hebben de bijzondere eigenschap dat ze zowel van plantmateriaal als van prooien kunnen leven. Dit brede voedselmenu heeft enorme voordelen voor de

biologische bestrijding omdat ze daardoor verschillende plaagsoorten kunnen bestrijden en tegelijkertijd preventief ingezet kunnen worden doordat ze zich voeden met plantsappen en/of alternatief voedsel. Dit voordeel van plantenvoeding is tegelijkertijd een nadeel, omdat de

wantsen ook schade kunnen geven aan bloemen en vruchten. Een

verder beperking is dat het plantenweefsel van sommige gewassen te hard is voor eileg in het plantenweefsel, waardoor ze zich moeilijk

vestigen in deze gewassen. In het topsectorproject “plaagbestrijding met omnivore roofwantsen” (KV1509-020) worden de mogelijkheden voor inzet van deze roofwantsen onderzocht in gerbera, roos en

tomaat. Het project loopt 3 jaar (2016-2018) en wordt gefinancierd door de topsector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen, Stichting

Programmafonds Glastuinbouw, Koppert Biological Systems, en de gewascoöperaties gerbera, roos en tomaat.

Figuur 2. Dicyphus errans.

systeemaanpak

Figuur 3. De schadelijke Nesidiocoris tenuis. Figuur 1. Dicyphus maroccanus.

Gewascoöperaties

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als rode draad door de verhaallijnen lopen de aannames dat de zee in de komende decennia gebruikt zal gaan worden om maatschappelijke opgaven als energiezekerheid en

Geef per leefgebied en/of deel van het leefgebied ook het minimum en maximum aantal hectares aan waarvoor beheer wordt uitgevoerd en tegen welke kosten dit gebeurt.. Geef verder

Ondergewerkte gewassen of gewasresten (o.a. wortelen, aardappelen, bietenkoppen) kunnen aantrekkelijk zijn voor dieren en hierdoor schade in het opvolgende gewas veroorzaken.. Met uw

Als desondanks schade ontstaat, kunnen agrariërs in bepaalde gevallen bij het Faunafonds terecht voor een tegemoetkoming in de schade. Het Faunafonds is onderdeel van BIJ12,

Naas die Nederduits Hervormde ~f Gereformeerd~ gemeentes Meru en Vergenoeg, onderskeidelik in Duits-Dos-Afrika en Brits-Oos-Afrika, is die Gereformeerde Kerk

Alzoo, niet de waarde van ons werk, maar bet doel, dat we ons bij bet scbrijven daarvan voorstelden, en de redenen waarom wij de stof juist zoo en niet anders

Table 9.22: Results of two-way factorial ANOVA to test for differences between the Pielou`s evenness index (J′) for plant diversity in Localities (Amersfoort, Potchefstroom,