• No results found

Verdelen snijmais zinvol

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verdelen snijmais zinvol"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Afhankelijk van o.a. veebezetting, verkaveling, grasaanbod, arbeidsbehoefte en weersomstan-digheden kiest een veehouder voor een bewei-dingssysteem. Veel melkveehouders passen beperkte beweiding met snijmaïsbijvoeding toe. Deze vorm van beweiding voldoet in de praktijk goed, maar het aanbod van afbreekbaar eiwit en afbreekbare energie in de pens kan op bepaalde delen van de dag niet in balans zijn. Een over-schot aan stikstof in de pens leidt tot stikstofver-liezen. Bij een tekort aan stikstof in de pens blijft de vorming van penseiwit achter waardoor de melkproductie achterblijft.

Proef met twee maal daags snijmaïs

Door de dagelijkse snijmaïsgift te verdelen in twee porties kan op eenvoudige wijze winst worden geboekt in de afstemming van energie en eiwit op pensniveau.

Van 1995 tot en met 1998 zijn op de Waiboer-hoeve in totaal vier stalvoederproeven met vers gras uitgevoerd. Onderzocht werd of het verde-len van de dagelijkse snijmaïsgift in twee porties effect heeft op de voeropname en de melkpro-ductie. Voor alle proefgroepen gold dat dage-lijks in totaal zes kg ds snijmaïs per dier werd gegeven.

Hogere grasopname, iets meer melk In figuur 1 staat de stikstofbalans in de pens over een periode van ruim 24 uur bij twee vor-men van beperkt weiden. De ononderbroken lijn hoort bij een traditioneel beperkt bewei-dingssysteem van overdag weiden en ’s nachts opstallen met snijmaïsbijvoeding. De onderbro-ken lijn geeft de stikstofbalans weer indien twee maal gedurende een wat kortere periode wordt geweid en de snijmaïsgift in twee porties per dag wordt verstrekt.

De gemiddelde voeropname en melkproductie van de vier stalvoederproeven zijn vermeld in tabel 1.

De onderzoeksresultaten geven aan dat een meer gelijkmatige verdeling van de grasopname en de snijmaïsbijvoeding over de dag samen gaat met een verhoogde grasopname. De hogere grasopname resulteert echter wel in een wat lagere opname van snijmaïs.

De dieren die tweemaal daags snijmaïs kregen

● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● 1

Verdelen snijmaïs zinvol

Gert van Duinkerken Ronald Zom

Bijvoeren van snijmaïs in de weideperiode heeft een aantal duidelijke voordelen. Bij schommelin-gen in het grasaanbod kan snijmaïsbijvoeding de ruwvoeropname op peil houden. Rantsoenen met volop weidegras bevatten doorgaans een overmaat aan eiwit. Dit eiwitoverschot kan de koe niet benutten, waardoor veel stikstof via de urine verloren gaat. De eiwitarme snijmaïs past daarom prima in een rantsoen met weidegras. Door het bijvoeren van snijmaïs kan de verhouding ener-gie/eiwit in het rantsoen worden gestuurd. De stikstofverliezen kunnen, bij goede afstemming van de bijvoeding, voor een belangrijk deel worden voorkomen. Bijvoeding van snijmaïs heeft als bij-komend voordeel dat het in de maïs aanwezige zetmeel een uitstekende energiebron is voor met name de hoogproductieve dieren. Uit PR-onderzoek blijkt dat bij het tweemaal daags verstrekken van snijmaïs de melkproductie en het eiwitgehalte iets hoger waren dan bij 1x per dag bijvoeren.

Praktijkonderzoek 99-2

Figuur 1 Stikstofbalans in de pens

+

-

2 x daags snijmaïs + grasmaïs voeren

1 x daags snijmaïs + gras maïs voeren

0 3 6 9 12 15 18 21 24 uren

Maïs bijvoeren in de zomer zorgt voor goede eiwit en energie-benutting van het rantsoen.

(2)

produceerden wat meer melk en bovendien wat meer eiwit. De verschillen in melkvetproductie zijn gering, maar door de hogere melkgift is het gehalte aan melkvet bij de groep met twee maal daags snijmaïs iets lager.

Bij de groep tweemaal daags snijmaïs werd door de hogere grasopname gemiddeld een iets hoger gehalte aan melkureum gemeten.

2

● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●

Praktijkonderzoek 99-2

Ureumgehalte

Het gehalte aan melkureum is een waardevol hulpmiddel bij het beoordelen van het rantsoen. Het getal is een graadmeter voor de stikstofbenutting van de melkgevende veestapel. In de weide-periode is het echter moeilijk om een rantsoen met een stabiele samenstelling te verstrekken. Het aanbod en de samenstelling van het weidegras schommelt vaak zodanig dat het ureumgehalte niet op een constant niveau blijft. Het is dan ook verstandig om het rantsoen niet te beoordelen op basis van uitsluitend het laatst bepaalde ureumgehalte in tankmelk, maar te kijken naar een wat langere reeks van bijvoorbeeld zes analyse-uitslagen. Indien het ureumgehalte 20-30 bedraagt, is er in het algemeen voldoende stikstof in de pens aanwezig voor de vorming van penseiwit. Lagere ureumcijfers wijzen op een mogelijk tekort aan stikstof op pensniveau, terwijl hoge gehaltes een aanwijzing zijn voor verhoogde stikstofverliezen via de urine.

De soort en mate van bijvoeding is een belangrijk instrument om de stikstofbenutting door de koe en daarmee het gehalte aan melkureum te sturen. Bijvoeding met snijmaïs heeft als voordeel dat het relatief eiwitrijke weidegras wordt aangevuld met een energierijk, maar eiwitarm ruwvoer. Een goede verdeling van de snijmaïsbijvoeding biedt enig perspectief voor verhoging van de melk(eiwit)productie en een verbeterde stikstofbenutting op dierniveau.

Tabel 1 Resultaten voederproeven

1 maal daags snijmaïs 2 maal daags snijmaïs Opname Vers gras (kg ds) 11,5 12,3 Snijmaïs (kg ds) 5,4 4,8 Krachtvoer (kg ds) 3,7 3,7 Droge stof (kg) 20,5 20,8 Productie Melk (kg) 26,9 28,0 Vet (%) 4,39 4,28 Eiwit (%) 3,31 3,30 Meetmelk (kg) 28,1 28,8 Ureum (mg/100 g) 23 25 Advies

Het verdelen van de snijmaïsbijvoeding in meerdere porties per dag is niet alleen toe-pasbaar in combinatie met beperkt weiden. Ook op bedrijven waar dag en nacht wordt geweid is het goed mogelijk om tweemaal daags bijvoorbeeld na melktijd snijmaïs bij te voeren.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hoewel koeien wel voorkeur hebben voor grassen met een hoger WOK-gehalte, leiden grasrassen met een hoger WOK-gehalte niet tot een hogere grasopname als de dieren geen keuze

Onderlinge samenwerking tussen primaire ondernemers (agrari- ers) biedt veel mogelijkheden voor versterking van hun positie in de keten.. In het kader van het

19 AardappelmeelfaP3rieken en enige

Archive for Contemporary Affairs University of the Free State

God’s people in the second century may have read the prayer and prophecy with reference to the Antiochene crisis, but the Babylonian exile in the narrative world of Daniel 9:1 must

de Agrarische Onderwijs Centra (AOC’s) en Praktijkonderzoek Plant & Omgeving (PPO4 Wageningen UR)..  Informatiebron met afbeeldingen en beschrijvingen  Meer dan 700

The Health Promoter Questionnaire was developed to obtain quantitative data regarding health promoters’ biographical information, training and qualifications, work description, way

The study consisted of three groups of participants. The first group was an availability sample of 187 participants, obtained to investigate the differences in