V-focus+ oktober 2011
18
W E L Z I J N
&
D I E R
V-focus+ oktober 201119
D I E R
&
W E L Z I J N
C o n t a c t
Martien Bokma T 0320-293379 E martien.bokma@wur.nl Ron Bergevoet T 0317-484656 E ron.bergevoet@wur.nlDit onderzoek is uitgevoerd binnen het beleidsondersteunend onderzoek in het kader van EL&I-programma BO-08-010-019 Bedrijfsgebonden dierziekten.
Geef hierbij inzicht in de economische schade van dierziekten, de maatschappelijke kosten van het antibioticumgebruik en aanpassingen in de bedrijfsvoering die haalbaar en effectief zijn gebleken.
3. Creëer een sterke prikkel voor de individuele varkenshouder in relatie met zijn afzetmarkt. Een meerprijs in de keten voor gezondere die-ren ligt niet direct binnen de invloedsfeer van de primaire sector. Indirect zijn er wel moge-lijkheden: onderzoek de mogelijkheden om dier gezondheidsmanagement en diergezond-heidsstatus van alle varkensbedrijven via inter-net te ontsluiten (zoals de aanpak bij Topigs-fokbedrijven). Transparantie in diergezondheid zal de marktvraag naar verwachting kunnen sturen en het verkrijgen van een meerprijs kunnen bevorderen. Het kengetal over anti-bioticumgebruik (dagdoseringen per dierjaar) dient onderdeel uit te maken van het streven naar transparantie.
4. Voer regie op de stimulering van en het plan-matig werken aan diergezondheid en de ont-wikkeling van hulpmiddelen. Bijvoorbeeld door de verantwoordelijkheid hiervoor neer te leggen bij een bestaande structuur, zoals de IKB-systemen, PVE Commissie Varkens-houderij, Monitoring Dierziekten GD. Koppel hieraan een deskundigen groep met onafhanke-lijke experts uit de relevante disciplines. 5. Zorg voor de ontwikkeling/selectie van
belangrijkste management-controlepunten (signaleren de kengetallen) voor het dierge-zondheidsmanagement, voor zowel zeugen, biggen als vleesvarkens. Koppel deze controle-punten aan de belangrijkste risicofactoren en geef daarbij ook de interventiemogelijkheden. 6. Identificeer de leerstijlen van de verschillende
typen varkenshouders en onderzoek de wijze waarop kennisoverdracht ‘op maat’ kan plaats-vinden.
7. Ontwikkel één portal voor diergezondheid (internet), waar een selectie van de meest relevante diergezondheidskennis voor het bedrijfsmanagement bij elkaar staat (kennis, tools). Geef de onder punt 4 genoemde instantie het beheer over de portal.
8. Laat de onder punt 4 genoemde deskundigen-groep ook adviseren over de ontwikkeling van lesprogramma’s voor het agrarisch onderwijs voor toekomstige bedrijfsopvolgers en -bege-leiders, alsmede over het curriculum van de faculteit Diergeneeskunde. Ten slotte zijn er aanbevelingen voor overheden, ketenpartijen en kapitaalverstrekkers voor onder meer sti-muleringsmaatregelen, ondersteuning van de opzet van specifieke marktsegmenten en het belonen van gewenst ondernemerschap.
Martien Bokma
Wageningen UR Livestock Research
Ron Bergevoet
Landbouw Economisch Instituut van Wageningen UR
Rapport 487 ‘Versterking van het diergezondheids-management in de varkenshouderij: belemmeringen en oplossingsrichtingen’ komt binnenkort beschik-baar op www.livestockresearch.wur.nl.
B
edrijfsgebonden dierziekten kunnen het welzijn van productie-dieren sterk onder druk zetten. Bovendien zijn er voor de behan-deling vaak antibiotica nodig. Een versterking van het diergezondheidsmanage-ment op het primaire bedrijf is belangrijk om de problematiek van deze dierziekten en het gebruik van antibiotica terug te dringen. In een studie in opdracht van het ministerie van EL&I, uit gevoerd door Wageningen UR in samenwerking met de KNMvD (Vakgroep Gezondheidszorg Varken; Gerard van Eijden) en GD (sectie Varkensgezond-heidszorg; Paul Franssen) is in kaart gebracht wat versterking van het diergezondheids-management door de grote middengroep aan varkenshouders op dit moment belemmert. Ook is gekeken naar oplossingsrichtingen. Voor deze studie zijn vragen voorgelegd aan varkens-houders, dierenartsen en andere stakeholders, via persoonlijke interviews en e-mail.Belemmeringen
Door de respondenten is een breed scala aan belemmeringen genoemd, die versterking van het diergezondheidsmanagement in de weg staan. De top drie van belemmeringen is:
1. Een sterke prikkel ontbreekt. De motivatie
ont-breekt bij een belangrijk deel van de varkens-houders om anders dan via (preventief) gebruik van antibiotica de diergezondheid te verbeteren. Antibiotica zijn in hun ogen nog steeds een ‘goedkope en effectieve’ oplossing om problemen als gevolg van bedrijfsopzet of bedrijfsvoering op te vangen. Tot voor kort werd men nog niet indi-vidueel afgerekend op een hoog antibioticum-gebruik. Ook biedt de keten geen meerprijs voor gezondere dieren die met minder medicijnen zijn geproduceerd. Er zijn bovendien nog weinig voorbeelden voorhanden, of ze bereiken de
doel-groep onvoldoende, van collega-varkenshouders die met beperkt gebruik van antibiotica een goede bedrijfsgezondheid en goede bedrijfsresultaten realiseren en daardoor meer verdienen.
2. Samenwerking en kennisoverdracht functioneert onvoldoende. Voor een efficiënt
gezondheids-management is samenwerking in de driehoek varkenshouder-dierenarts-voervoorlichter bepa-lend. In de praktijk komt dit nog onvoldoende uit de verf. Er wordt in kennisoverdracht geen onderscheid gemaakt in leerstijlen bij verschil-lende varkenshouders (niet voor ieder type varkens houder zijn lerende netwerken een oplossing). Daarnaast is er onvoldoende aan-dacht voor kennisoverdracht tussen ondernemer en zijn personeel (dat steeds vaker uit het buiten-land komt). Het kennisaanbod via ketenpartijen, dienstverleners, kennisinstellingen en anderen is vaak weinig op elkaar afgestemd.
3. Dataset en analysestructuur voor diergezondheid ontbreken. De bestaande technische kengetallen
hebben te weinig relatie met diergezondheids-problemen en de aanpak daarvan. Een dataset voor diergezondheid en achterliggende risico -factoren ontbreekt, net als een efficiënte analyse-structuur.
Oplossingsrichtingen
Kansrijk zijn de volgende oplossingsrichtingen: 1. Zorg voor inbedding van praktische oplossin-gen in een vaste structuur, binnen de driehoek varkenshouder-dierenarts-voervoorlichter. De ingezette systematiek met bedrijfsgezond-heidsplannen binnen de private IKB-systemen verdient verdere uitbouwing.
2. Zorg voor aansprekende demonstratie-bedrijven: varkenshouders met ‘doorsnee-bedrijven’ die met weinig antibiotica aan-sprekende resultaten op het gebied van diergezondheid en inkomen realiseren.
Versterken diergezondheid
varkenshou
derij
De veehouder is de eerstverantwoordelijke voor de gezondheid van zijn dieren (Nationale Agenda
Dier-gezondheid). In een studie is gekeken wat versterking van het diergezondheidsmanagement door de
grote middengroep aan varkenshouders op dit moment belemmert. Ook is er aandacht voor
oplossings-richtingen die nadere verkenning verdienen.
D R I E H O E K
Voor een efficiënt gezondheids-management is samenwerking in de driehoek varkenshouder-dierenarts-voervoorlichter bepalend. In de praktijk komt dit nog onvoldoende uit de verf.
Foto: Marcel Bekken
“Volgens de Nationale Agenda Diergezondheid moet de bedrijfsgebonden diergezondheid worden opgepakt door de veehouderijsector zelf. In deze studie is specifiek gekeken naar de belemmeringen bij de versterking van het diergezondheidsmanagement in de varkenshouderij en de oplossingsrichtingen. Deze specifieke studie kan interessant zijn in het kader van de reductie van het antibioticumgebruik. Wij zullen de resultaten van deze studie gaan bespreken met de betrokkenen uit de varkenssector en hen vragen of zij de resultaten herkennen en hoe de sector met deze conclusies wil omgaan. Het gaat er in de eerste plaats om dat de sector de problemen zelf aanpakt. En waar nodig probeert EL&I de sector daarbij te stimuleren en te faciliteiten. Die stimulering probeert EL&I vooral via de Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij voor elkaar te krijgen.”