• No results found

Magazines en hun visuele verschijningsvorm anno 2008

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Magazines en hun visuele verschijningsvorm anno 2008"

Copied!
27
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Onderzoeksvraag:

In hoeverre zijn heersende culturele waarden

in Nederland terug te zien

(2)

Inhoudsopgave

Voorwoord - 3

1. Maatschappelijke context van nu in Nederland - 4

* Associatie met zichtbaarheid - 5 * Individualisering & identiteit - 5 * Onderscheid - 6

* Afstand - 7

2. De kracht van het Nederlands grafische ontwerp - 8

* Nieuwe verantwoordelijkheid - 9

3. Verschillende lagen in het aanbod van magazines - 10

* Magazines voor het bewaren van een identiteit - 11 * Publieksbladen - 11

* Psychologie Magazine - 11 * Happinez - 13

* Verhoudingen ten opzichte van elkaar - 15 * Positie in de tijdschriftenmarkt - 17 * “Microzines” - 17

* Re- - 18

* Waarom de overgang van publieksbladen naar microzines? - 20 * Blend - 21

Samenvatting & Conclusie - 23

Literatuurlijst - 25

(3)

Voorwoord

Magazines hebben me altijd gefascineerd. Al op jonge

leeftijd kocht ik tijdschriften en abonneerde me op meidenbladen. Mijn voorkeur is vaak veranderd. Achteraf gezien heb ik altijd op de vorm van een tijdschrift gelet. Als 15-jarig meisje kocht ik de Fancy al niet meer omdat ik de fotografie ‘lelijk’ vond en de illustraties kinderachtig. Ook het papier stond me niet aan, het bladerde niet lekker.

Mijn interesse in magazines heb ik als uitgangspunt genomen in deze scriptie. Graag wilde ik meer inzicht krijgen in de context van de Nederlandse tijdschriften en de ontwikkelingen die zich momenteel voordoen. Daarnaast heb ik me verdiept in de veranderingen in de maatschappij, omdat ik het van groot belang vind voor een grafisch ontwerper om zijn omgevingsgerichtheid te ontwikkelen. Ik heb voor mezelf de volgende onder-zoeksvraag gesteld: In hoeverre zijn heersende culturele waarden in Nederland terug te zien in de visuele verschijningsvorm van magazines?

Hierop probeer ik antwoord te geven door middel van drie hoofdvragen die onderverdeeld zijn in subkoppen. Tekst wordt ondersteund door een aantal beelden. Met dank aan:

Ewan Lentjes, docent AKV/St. Joost Heleen Peverelli, Yoga

Annelinde Tempelman, Studio 100% Marijke Zomer, Retail Trends Marloes Blom, Weekbladpers Marije Brouwers, Blaadje

Ursula van Riel, 4e jaars GO deeltijd AKV/St. Joost Joke Mestdagh, docente AKV/St. Joost

En voor alle andere mensen die mij geholpen en geïnspireerd hebben bij het maken van deze scriptie.

Loes van der Plaat, 2007/2008

(4)

Een gevolg van alle ontwikkelingen is dat het produceren van beeld enorm toegenomen is. Dagelijks worden we gebombardeerd met beelden onder meer via tv, video, computerspelletjes, internet, reclamezuilen, lichtkranten en geïllustreerde tijdschriften. Waar je ook om je heen kijkt, bewust of onbewust worden er enorm veel beelden opgenomen in het geheugen doordat er gewoonweg veel beeld is. In principe kan iedereen op elk moment beeld maken. En dit wordt dan ook enorm veel gedaan. Naast de officiële beelden van bijvoorbeeld fotografen of cam-eramensen rouleren in het publieke domein steeds meer beelden die gemaakt worden door amateurs. Hierbij kun

je denken aan toevallige passanten, toeristen, slachtoffers of deelnemers van gebeurtenissen, die zichtbaar maken wat de professionele nieuwsmedia niet in beeld kunnen of mogen brengen. Kenmerken van deze beelden zijn dat ze ongecontroleerd en onbeheerst zijn. De beroepsmatige rapportage van de media die op afstand worden

gehou den of niet direct ter plekke kunnen zijn, wordt dan vervangen door de snapshot van een willekeurig iemand die er toevallig was en die toevallig een camera bij zich had.

Zo ging het bij de neergestoken en beschoten Theo van Gogh: Er was iemand in buurt die direct een foto nam.

Maatschappelijke

context van nu

in Nederland

De hedendaagse samenleving is voortdurend in beweging. Met nieuwe technologische

ontwikkelingen en snelheid waarmee diensten gedaan en producten gemaakt worden

leeft iedereen in een heel ander tempo dan jaren geleden.

(5)

Toen de pers ter plekke kwam, was er door de politie inmiddels een ondoordringbare bufferzone rond het lijk gecreëerd. Maar er was al een beeld, een vers, authentiek beeld, gemaakt voordat was vastgesteld of Van Gogh al of niet was overleden.1

Zulk soort amateurbeelden hebben niet alleen een onthullend, democratiserend of ‘bevrijdend’ effect, maar ook een meer perverse of obscene kant. Deze beelden komen deels voort uit een samenleving die zich steeds meer gedraagt als een permanent publiek dat standaard met een camera uitgerust is en gebeurtenissen waar ook ter wereld wil consumeren terwijl ze nog in volle gang zijn, van binnenuit. En dit geschiedt

noodzakelijkerwijze, omdat het publiek zelf niet overal fysiek bij aanwezig kan zijn, via het beeld.

De mate van zichtbaarheid van sociale, politieke, economische en culturele gebeurtenissen via publieke beelden, wordt aldus als indicatief beschouwd voor het democratische gehalte van een samenleving.

Zichtbaarheid wordt geassocieerd met openheid en communicatie, met sociale orde en politieke balans. Het onzichtbare is het ongecontroleerde, onbestaanbare of onderdrukte, maar ook dat wat erop wacht onthuld te worden. Binnen dit regime produceren de visuele media onophoudelijk beelden, maar is ook het ‘publiek’ zelf continu bezig zijn ervaringen te visualiseren. Het leven te midden van visuele media wordt beheerst door een permanente druk om ontbrekende beelden in te vullen; om beeldloze praktijken en processen te visualiseren. Beelden zijn weliswaar overal aanwezig, maar als maatschappelijke kracht vallen ze in het niet bij de drang om tot beelden te komen. Een voortdurende inspanning

is noodzakelijk om een situatie van instabiliteit te beperken en dit gebeurt dan ook in overeenstemming met het economische principe van de permanent groeiende bedrijvigheid. Succes betekent zichtbaarheid en zichtbaarheid succes. De meest uiteenlopende vormen van cultuurproductie − in de breedste zin van het woord − hebben zichzelf herleid (of laten herleiden) tot een me-diamiek fenomeen waarin de pure zichtbaarheid voorop staat. Zelfbewustzijn, gekoppeld aan het besef dat men zich van anderen onderscheidt, dient te worden uitgedra-gen aan een zichtbare vorm.2

Uit beschrijvingen en analyses die er de afgelopen tien jaar over de ontwikkeling van de Nederlandse samen-leving zijn verschenen, wordt het begrip ‘individualisering’ als de meest kernachtige karakterisering van de

maatschappelijke dynamiek beschouwd, die zich overigens op zeer verschillende wijzen manifesteert. Individualisering treedt op als de bevolking zich afwendt van tradities, die daardoor hun uniformerende kracht verliezen, zodat mensen bij de inrichting van hun leven steeds meer hun eigen voorkeur kunnen laten gelden. Als individualisering als eigenschap van de samenlevings -s tructuur wordt be-schouwd, valt deze vooral op demografisch terrein te onderkennen. Het gaat om alle ontwikkelingen die afwijken van het kerngezin. Hiermee wordt een gezin bedoeld, bestaande uit een door het huwelijk verbonden paar met kinderen. Enkele te benoemen afwijkingen van een traditie daarvan zijn: Het eenpersoonshuishouden, het ongehuwd samenleven en het bewust gekozen kinderloosheid. Men kan daar andere verschijnselen aan toevoegen, zoals de vrouwen-emancipatie en daarbij het buitenshuis werken van de

Individualisering & identiteit

Associatie met zichtbaarheid

1. Jorinde Seijdel - Wilde beelden; in: Open 8, 2005 2. Camiel van Winkel; in: Het primaat van de zichtbaarheid

(6)

Onderscheid

gehuwde vrouw.

Individualisering kan eveneens worden beschouwd als een eigenschap van een cultuur, van de collectieve denk-beelden die de mensen erop na houden. Als er gekeken wordt naar bepaalde standpunten die Nederlanders innemen over onderwerpen met betrekking tot het gezin, lopen deze uiteen afhankelijk van de leeftijd, opleidingsniveau, sekse of kerkelijke binding die een persoon kenmerkt.

De aanhang voor een traditionele taakverdeling, waarbij de man het geld verdient, is over het algemeen vrij klein. Men mag aannemen dat er zich onder omstan-digheden van drukte en tijdgebrek spanningen gaan voordoen in de gezinnen. De laatste jaren is het percen-tage werkende vrouwen binnen een gezin drastisch toegenomen. Werken wordt niet meer alleen beschouwd als een manier om aan geld te komen. Daarentegen zijn verschillen in de prioriteit voor werk of privé-leven te klein om van betekenis te zijn. Het zou mogelijk kunnen zijn dat gehuwde werkende vrouwen anders over arbeid denken dan werkende vrouwen in het algemeen. Zij zouden het privé-leven bijvoorbeeld wat meer prioriteit kunnen geven dan het werk, omdat zij doorgaans ook de zorg voor het huishouden hebben. Dat neemt niet weg dat er tegenwoordig enorm veel gezinnen zijn waarbij er twee werkende ouders zijn die werk en prive op een heel andere manier combineren dan twintig jaar geleden. De ontwikkeling van de arbeidsverdeling in gezinnen wordt interessant als we het bekijken in combinatie met andere zichtbare ontwikkelingen die zich momenteel in de samenleving afspelen.3

We kunnen constateren dat de postmoderne conditie,

gestimuleerd door digitale technologieën, weliswaar ruimte heeft gecreeerd voor een veelvoud aan min of meer gelijkwaardige interpretaties van de werkelijkheid, maar tegelijkertijd een sterk gemis aan binding en identi-ficatie met zich heeft meegebracht. De notie van cultuur wordt aan het eind van de twintigste eeuw onmiskenbaar gethematiseerd als een samenstel van subculturen. Op het niveau van de begripsbepaling functioneert dit als spanningsveld: bijvoorbeeld tussen groepsbinding en ondefinieerbare fragmentarisering; tussen jeugdcultuur en alles wat niet tot deze categorie valt te herleiden; tussen dominante cultuur en interculturele aspiraties; tussen globalisering en ontwijkende strategieën. Op het niveau van de alledaagse praktijk lijkt elk van de gehanteerde onderscheidingen arbitrair. De maat-schappelijke werkelijkheid oogt eerder als een tamelijk bonte mix van onvermoede elementen en onherleidbare combinaties.

Het zoeken naar een identiteit in deze postmoderne con-ditie wordt haast pathologisch. We willen een identiteit voor onszelf, onze organisaties, onze bedrijven, landen, naties en nationaliteiten. Er is sprake van een gemis aan sociale onderscheidingen en de confrontatie met een voortgaande globalisering heeft bijgedragen aan de huidige claim om alles en iedereen te willen voorzien van een extra onderscheidende identiteit. Dit is een tamelijk gecompliceerde situatie.

We leven – zo wordt ons regelmatig voorgehouden – in een ogenschijnlijk open, globale gemeenschap geleid door het vrije marktbeginsel dat gelijke kansen belooft voor iedereen. Wat er gebeurt, ergens op het niveau van onzichtbare onderlagen lijkt ons niet aan te gaan: wij leven aan de oppervlakte.

De dynamiek van de moderne publieke ruimte is groten-deels gebaseerd op het verlangen naar zichtbaarheid of

(7)

transparantie als voorwaarde voor openheid, orde en communicatie. De amateuristische beelden die in toene-mende mate in deze ruimte infiltreren leggen bloot in hoeverre het paradigma van de zichtbaarheid een illusie is: ze zijn subversief en bevrijdend in hun ondermijning van de officiële of professionele beelden en hun opdracht-gevers, zover ze het vermogen hebben onderdrukte of verborgen realiteiten open te breken en zichtbaar te maken.4

Het lijkt erop dat het publiek verlangen naar beelden de afstand tot gebeurtenissen nagenoeg opheft, doordat de overvloed aan beeld in bepaalde situaties dode hoeken zichtbaar maakt. Digitale media en internet lijken de toenemende inmenging van amateurbeelden in de professionele media nu echt onafwendbaar te maken. Of de gebeurtenissen ook daadwerkelijk nader tot ons komen valt te betwijfelen.

Een verfijnde theorie over het feitelijk geheugen, die tot op de dag van vandaag nog steeds veel aanhang heeft, stelt dat het herinneren van een gebeurtenis of een feit verlangt, naast kennis te hebben genomen van dat feit in een verleden, dat er een soort van mentale voorstelling (representatie) van het desbetreffende feit ontstaat (en misschien wel een linguïstische voorstelling ervan). Een tweede conditie van deze theorie stelt dat er bovendien een continuïteit in de opslag tussen heden en verleden van een representatie van het betreffende feit plaats-vindt.5 Zo zijn bijvoorbeeld de eerste indrukken van

een dansvoorstelling niet dezelfde als we de rest van de compositie niet hebben gezien. Wat er gebeurt tijdens de voorstelling, is niet eenvoudigweg vast te leggen in een beeld. Alle indrukken die eerder kwamen worden

voort-durend gemodificeerd door die indrukken die later tot ons komen. Zo is dat met alle gebeurtenissen zo. De manier waarop iemand een herinnering ervaart verschilt van persoon tot persoon. Het overbrengen van informatie en ervaringen via beeld nemen de afstand tussen de ervaring en gebeurtenis niet weg. Het maken van communicatief werkend beeld in een maatschappij waar al een overvloed aan beeld is behoeft dus een zekere professionaliteit.

De praktijk van het maken van beeld is er door de zicht-baarheidsindustrie niet gemakkelijker op geworden. De nieuwe technologie maakt het mogelijk dat iedereen een potentiele zender, publisher of mediamaker kan zijn waardoor de enige verschillen tussen beeld van amateurs en dat van professionals enkel lijken te zitten in de belangen die er zijn bij het maken van de beelden, de technische bekwaamheid van de makers, de budgetten en de boodschap.

Afstand

4. Ewan Lentjes - Voortgang en debat; in: Notities bij een nieuwe ontwerpmethodiek 5. Micha Rakier - Aantekeningen voor later gebruik; in: Simulacrum, jaargang 11, nummer 4

(8)

Het is belangrijk dat de grafisch ontwerper in de gaten heeft dat het publiek overladen wordt met beelden en informatie en dat er een continue behoefte is aan het ontwikkelen van een identiteit. Daar kan een ontwerper op inspelen door aan te voelen wat echt is en van binnenuit komt en wat er geïmiteerd wordt. Lang niet alles wat zichtbaar gemaakt wordt is inhoudelijk interessant te noemen. Van alle beelden die een mens per dag te verwerken krijgt wordt een groot deel ongevraagd en

zelfs onbewust opgenomen in het geheugen. Ontwerpers hebben een goed communicatief vermogen en kunnen ervoor zorgen dat beelden die zij vervaardigen in ieder geval inhoudelijk goed en functioneel zijn en daardoor iets toe kunnen voegen aan het beeld dat er al is. Want terwijl de huidige marktwerking vraagt om een steeds beter inzicht in specifieke doelgroepen, blijken mensen steeds minder gemakkelijk in eenvoudige hokjes onder te brengen.

De kracht van het

Nederlands

grafische ontwerp

De positie van de grafisch ontwerper is door de ontwikkelingen die zich in

de afgelopen jaren in Nederland hebben afgespeeld in hoge mate veranderd.

Professionaliteit is een vereiste bij ontwerpers omdat ze verantwoordelijkheden

moeten kunnen dragen bij het maken van een goed ontwerp.

(9)

Gedrag, ook consumptiegedrag, vloeit voort uit een diversiteit aan opvattingen, leefstijlen, behoeften en mogelijkheden, die dwars door alle maatschappelijke geledingen vorm krijgt. Er is bijvoorbeeld allang geen sprake meer van één jeugdcultuur of van één consumptie-stijl die past bij alle mensen ouder dan 50 jaar. De voort-gaande individualisering van de Westerse mens nodigt uit tot eclecticisme en mensen kiezen dan ook uit allerlei stijlen en tradities wat hen het beste bevalt. Segmenteren is daardoor een delicate aangelegenheid geworden, en dat terwijl de behoefte aan een goede segmentatie eerder groter dan kleiner geworden is.6 Grafisch ontwerp is rijk

aan betekenis; de massacultuur van nu is armoedig en plat. Grafisch ontwerpers kunnen zorgen dat hun werk verdiepend werkt voor de samenleving.

De beeldcultuur is ondertussen zo invloedrijk geworden dat over elke toepassing heel bewust dient nagedacht te worden. We moeten ons bewust zijn van de kracht die in een beeld schuilt en welke gevolgen deze kan hebben. Positief of negatief.

Ontwerpers krijgen in dit opzicht een nieuwe verant-woordelijkheid. Ze zijn in staat om met de vormentaal die zij hanteren een belangrijke bijdrage te leveren aan sociale thema’s die aan de orde zijn binnen de heden-daagse samenleving. Daarbij is de huidige positie van een grafisch ontwerper veranderd. De grenzen tussen verschillende ontwerpdisciplines worden kleiner. Je kunt zeggen dat de aandacht van ontwerpers verschuift van een eindprodukt naar de processen die eraan vooraf gaan, waarbij het vak zich verplaatst van een visuele benadering naar een functionele benadering. Daarin heeft de ontwerper steeds meer een redactionele rol

en is interactie met het publiek een belangrijk punt. In de inleiding van het eerste hoofdstuk uit “HD Holland Design: new graphics” staat: ‘Graphic design is becoming more interactive, and not only in the field of multimedia. Printed matter can also suggest new forms of communi-cation and seek an active reaction from the public. These are examples of how design media becomes a process of mutual participation between the producer and the user. Design awaits your reaction.’7

De interactie met het publiek is veranderd naarmate de digitalisering zich verder heeft ontwikkeld. De computer heft het verschil op tussen tekst, beeld, geluid, beweging en stilstand. De vormen die op het beeldscherm

verschijnen, verdwijnen met een klik van de muis. Een-zelfde muisbeweging definieert een blok tekst of een tijdsverloop, zet het in een parkeerstand, wachtend op welke bewerking dan ook.

De voorlopigheid van elke informatie die in een computer is opgeslagen, heeft een paradoxale tegenhanger in de idee van de totale beschikbaarheid van alles, op elk mo-ment, die evenzeer met het apparaat is verbonden. Zelfs nu er sprake is van terugkeer naar de eenvoud, woedt daaronder het complexe netwerk van contexten. Een grafisch ontwerp hoeft zichzelf niet meer verklaren, dat doet de kijker wel…8

Doordat er zoveel aandacht is voor het digitale netwerk en alle ontwikkelingen en gevolgen daaromheen is het interessant om te kijken hoe de ontwikkelingen zich binnen het drukwerk uiten. In hoeverre is het drukwerk onderhevig is aan de duur van de media-aandacht en de aandacht van het publiek? Zijn de ontwikkelingen die hierboven genoemd zijn terug te zien in de uitingsvorm van het werk van grafisch ontwerpers? De aandacht in deze scriptie wordt gevestigd op een van de vele gedrukte media: magazines.

Nieuwe verantwoordelijkheid

6. Sociaal & cultureel rapport 2000 Hoofdstuk 6 zie voor bron: literatuurlijst www, p. 27 7. Tomoka Sakamoto & Raymond Prat; in: HD Holland Design: new graphics, mei 2001 8. Max Bruinsma - Kijk maar, er staat niet wat er staat; in: Items, nummer 7, 1995

(10)

Verscheidene lagen

in het aanbod

van magazines

Tijdschriften beschikken over een centrale rol binnen de visuele cultuur.

Ze representeren een medium dat een aantal essentiële elementen combineren,

zoals draagbaarheid, representativiteit, tastbaarheid en de combinatie van tekst en

beeld. Dit geeft makers van magazines de mogelijkheid om continu te vernieuwen

en relevant te blijven.

Deze factoren, gecombineerd met recente ontwikkelingen in productiemethodes en de invloed van nieuwe media, hebben ervoor gezorgd dat magazines hun positie hervat hebben op de voorgrond van moderne communicatie en deze een inspiratiebron zijn voor grafisch ontwerpers over de hele wereld.

De televisie en het internet zijn op het terrein van vrije tijdsbesteding geduchte concurrenten van magazines. Het lezen in algemene zin is in de afgelopen decennia afgenomen en dat is ook zichtbaar als we kijken naar de tijd die de Nederlander besteed aan het lezen van tijdschriften. Toch is het medium tijdschrift goed

(11)

meegegaan met de ontwikkelingen. Door vergroting van de efficiency, door tijdschriften voor nieuwe doelgroepen uit te geven, door buitenlandse bladen in licentie uit te brengen en door bestaande bladen aan een continue restyling te onderwerpen, blijven magazines toch erg populair op de Nederlandse markt.

Het begrip magazine is veel breder geworden de afgelopen twintig jaar. Steeds meer producten en diensten gaan hun behoefte aan het verspreiden van informatie visualiseren in de vorm van een magazine. Dagbladen bijvoorbeeld, voegen op tijdschriftlijkende bijlagen toe aan de krant en ook geven leveranciers van goederen en diensten, grootwinkelbedrijven et cetera hun eigen sponsored magazine of reclametijdschriften uit. Een andere insteek van het begrip magazines is dat veel merken en winkelketen via deze weg een groot publiek proberen te bereiken. Magazines die hiervoor gemaakt worden, worden verspreid over winkelketen waar ze ingekeken of zelfs gratis aan klanten meegegeven mogen worden. Ook zie je steeds vaker dat catalogi veel weg hebben van een magazine. Niet alleen de producten staan erin, maar er worden pogingen gedaan om het hele imago van het desbetreffende merk erin op te nemen. De collectie is dikwijls verwerkt in een collageachtige fotoreeks waarbij er sterk zichtbaar gebruik wordt gemaakt van beeldbewerkingen die op dezelfde manier terug te zien zijn in magazines. Het gaat veel verder dan alleen het presenteren van het merk, er wordt zorg vuldiger omgegaan met het communiceren met de klant en de representatie van het product of de winkel tegenover de klant.

Publieksbladen behoren tot een andere laag in het aanbod van magazines. Deze markt is sterk in beweging en aantal titels neemt in rap tempo toe. Doordat de samen-leving voortdurend verder individualiseert en versplintert wordt het lastig om enigszins een doelgroep voor ogen te hebben. Makers van tijdschriften gaan steeds dichter op de mensen zitten met wie ze willen communiceren. Er is sprake van een explosieve groei van nieuwe tijd-schriften waarin aandacht wordt besteed aan specifieke onder werpen dat maar een klein deel van de bevolking interessant vindt. Met de komst van deze zogehete special interestbladen is het totale aanbod er steeds gelaagder uit gaan zien.

Ontwerpers van magazines reageren adequaat door te kiezen voor een verdere segmentatie van het aanbod. Het inspelen op smaakvoorkeuren van uiteenlopende doelgroepen past binnen het streven om lezers continu aan tijdschriften te binden.

Opvallend binnen de segmentatie van tijdschriften is de ontwikkeling van het blad Psychologie Magazine. Al in 1982 werd het tijdschrift Psychologie op de markt gebracht. In het blad werd verdieping gegeven aan thema’s en vraagstukken op het gebied van relaties, werk en gezondheid. Het was in die tijd een populair weten-schappelijk tijdschrift voor een selecte groep die daarin geïnteresseerd was.

In de loop der jaren is het blad veranderd van een gespecialiseerd tijdschrift met een kleine lezersgroep in een publieksblad met een opvallende oplagestijging. De titel van het blad werd aangepast in de naam

Magazines voor het bewaren van een identiteit

Publieksbladen

(12)

Catalogus Sacha, Autumn/Herfst 2007

(13)

‘Psychologie Magazine’ en het mikte steeds meer op een bredere doelgroep van mensen dat geinteresseerd was in actuele maatschappelijke en sociale trends.

Je kunt je afvragen hoe het komt dat bij Psychologie Magazine de segmentatie van de doelgroep is verminderd en het blad juist een bredere lezersgroep aan is gaan spreken. Dit is te verklaren door te kijken naar de ontwikkelingen in de maatschappij.

Naast eerdergenoemde ontwikkelingen staan Nederlanders steeds meer stil bij de dingen die we doen. We werken in haast, leven met vragen die knagen, vragen als: ‘waar doe ik het eigenlijk voor?’ De welvaart is de laatste jaren enorm toegenomen. We zijn steeds rijker, gezonder en hebben meer vrije tijd. Permanent lijken we op jacht naar geluk. Het zogehete hedonisme lijkt een dominant waardepatroon onder de Nederlanders te worden. We zijn rijk in welvaart, maar zijn we ook rijk van geest? De behoefte aan een bezoek aan de kerk neemt af, terwijl het lijkt of er een permanente honger naar bezieling en zingeving is ontstaan waar zich een hele industrie omheen ontwikkeld heeft. Een industrie van gidsen, begeleiders en van overzees volledig gediplomeerd geraakte therapeuten die je komen vertellen wat je moet doen als je je kinderen opvoedt, als je gaat solliciteren of wanneer je met pensioen gaat.9 Zien we deze

professio-nals als vervangers van de kerk? Waarschijnlijk niet. Het zit hem in de wijze waarop we met onze levensvragen omgaan. Nederlanders zetten hun leven minder op de automatische piloot en zoeken steeds meer zelfstandig naar antwoorden.

Zoals eerder beschreven heeft de hoge mate van individuali sering ervoor gezorgd dat men andere priori-teiten voorop is gaan stellen. Men is meer aandacht gaan besteden aan relaties en persoonlijkheid, gevoel en verstand, gezondheid en therapie, werk en loopbaan en

samenleving en cultuur. Er kwam dus automatisch ook meer aandacht voor bladen met een psychologisch karakter. Dit heeft Psychologie Magazine een stuk populairder gemaakt bij een breder publiek zonder af te wijken van eigen conceptuele en redactionele keuzes.

Sinds 2003 verschijnt Happinez. In het eerste nummer wordt het tijdschrift als volgt omschreven: ‘Een tijd-schrift voor mensen die met twee benen op aarde staan, die zich bewust zijn van een veranderende hectische samenleving en juist daarom zoeken naar wegen om rust te vinden – als startpunt voor een gelukkig en har-monieus leven.’10 Materiele zaken zijn een stuk minder

in het blad te vinden dan bij lifestyle magazines. Deze bieden aan wat je kunt kopen en hoe je naar de buiten-kant kunt kijken. Happinez kijkt naar de binnenbuiten-kant. Omdat het blad staat voor een nieuwe ontwikkeling in de maatschappij, hebben de verschillende media er vrij veel aandacht aan besteed. De kritieken waren dat het ‘zweverige’ en de ‘wierookstokjes’ niet aan zouden slaan bij het publiek. Het tegendeel was waar. In winkels zijn inmiddels aparte schappen zichtbaar waarin magazines liggen die zich met psychologie en zingeving bezighouden. Het aanbod van dit soort bladen is enorm toegenomen. Naast Psychologie Magazine en Happinez bestaan er bladen als Zens, Mind Magazine, Aware Psychologie en Yoga. Dit is slechts een kleine greep uit het enorme aanbod van aandacht voor zingeving in magazines. Er is een nieuwe laag ontstaan in de massa van de bladenwereld, en Happinez is daar de voorloper van. Vastomlijnde selectiecriteria voor de onderwerpen die wel en niet in Happinez aan de orde kunnen komen worden niet gehanteerd. De onderwerpen die ze als

Happinez

9. Ruut Veenhoven, Hoogleraar Erasmusuniversiteit in de documentaire ‘Wat bezielt ons?’, 28 mei 2007, zie voor bron: literatuurlijst www, p. 27 10. Inez van Oord; in: Happinez 1, 2003, p. 5

(14)

H

Happinez

Linksboven & rechtsonder: Verbinden Nr. 3 2007 Rechtsboven & linksonder: Leven & hierna Nr. 4 2006

(15)

redactie kiezen, moeten dicht bij henzelf liggen. ‘Als wij een onderwerp te magisch vinden of een beetje eng, of te zweverig, dan zullen we er niet gauw over schrijven. We zoeken een mix tussen openstaan en nuchter blijven en gaan daarbij af op ons eigen gevoel en intuïtie. Mensen willen zingeven aan hun bestaan omdat het vergaren van spullen en mooi wonen niet bevredigt, dat blijkt nu,’ aldus Inez van Oord, hoofdredacteur van Happinez.11

Ook al komen in Happinez veel immateriële onderwer-pen aan bod, toch hoort het blad duidelijk thuis in de categorie glossy magazines. Aan het fotowerk wordt, zoals het een glossy betaamt, veel aandacht besteed. Maar enkel fraaie fotografie is in Happinez niet te zien. Het beeld wordt bewust gemaakt of gezocht in samen-hang met de geschreven tekst.

Meerdere bladen met overeenkomstige onderwerpen voor het publiek. Hoe verhouden deze bladen zich ten opzichte van elkaar? Om daarachter te komen kijk ik niet alleen naar het conceptuele deel in de magazines, maar ook naar de vorm.

In principe was Happinez het eerste mindstyle magazine dat op de markt gebracht werd. Ten opzichte van Psychologie Magazine is er in Happinez een stuk minder psychologie en wetenschap te vinden. Artikelen en columns hebben een meer spiritueel karakter door compleet ander soort bronnen te gebruiken. In Happinez verschijnen met name uitspraken en teksten die afkomstig zijn van Indiase wijsheden en -meesters. Het blad heeft drie vaste columnisten en deze maken de invalshoeken wat breder, omdat deze personen verschillende achter-gronden hebben en al eerder bekend waren bij een groter publiek.12 Happinez is een tijdloos blad dat je kunt

bewaren en later weer opnieuw kunt gaan lezen. Psychologie Magazine speelt meer in op de huidige tijdsgeest, heeft onderwerpen die later ook goed terug te lezen zijn, maar de onderwerpen zijn vrij recent en sluiten aan bij de ontwikkelingen in de wereld. Happinez kun je beschouwen als een zoektocht. Een zoektocht van onderwerpen, bronnen en inzichten die bij elk nummer variëren.

Qua vorm zijn de twee bladen opgemaakt naargelang de verschillen ook in de onderwerpen zitten. Psychologie Magazine ziet er, zoals de inhoud ook is, wetenschap-pelijk uit. De basis van de pagina’s voornamelijk altijd bestaat uit een blanco achtergrond met zwarte tekst. Na de restyling in 2007 is de ‘afstandelijke’ smalle schreefloze letter die, naast een hoge mate van zichtbaar-heid op de cover ook vaak ingezet werd als lopende tekst, vervangen door een ‘vriendelijkere’ schreefletter. Ook de accentuering van tekst en het gebruik van koppen werd opvallend anders door een sierlijk font in te zetten. Met deze veranderingen heeft het blad een vrouwelijker en een meer toegankelijke uitstraling gekregen. Vooral de aanpassing van beeld en lettertype op de cover heeft het blad meer van deze tijd gemaakt. Tenslotte heeft ook het veranderen van formaat (het blad is nu minder hoog), het aanpassen van de dikte en het lumbacken in plaats van het gebruik van nietjes om te binden bijgedragen aan het verbeteren van de uitstraling en gebruiksvriendelijk-heid van het blad.

Happinez is zeer uitgesproken met kleur en beeld. Het blad gaat uit van de teksten die erin staan, maar beeld heeft daarbij wel een belangrijke rol. Sommige teksten zijn vrij zwaar om te lezen en gaan diep op een onder-werp in. Om het geheel wat luchtiger te maken wordt zorgvuldig gekeken naar passende beelden en illustraties die er tevens voor zorgen dat de artikelen meer uitnodigen

Verhoudingen ten opzichte van elkaar

11. Cokky van Limpt; in: ‘Nieuwe glossy zoekt naar verdieping’, interview met Inez van Oord, in: Trouw, 15 oktober 2003, zie voor bron: literatuurlijst www, p. 27

(16)

Psychologie Magazine Rechtsb

oven: oudere versie

Onder: Na de restyling 2007

(17)

tot lezen. In het midden van het blad zit Het Hart: Zeven pagina’s met kleine stukjes tekst en plaatjes waarin “feiten en nieuwtjes met een extra’tje” verwerkt zijn. De pagina’s die bij Het Hart horen zijn van ruwer papier en geven het totaal zo een extra gelaagdheid. Het accentueert letterlijk ‘het hart’ van het tijdschrift. De teksten in het blad hebben dikwijls een schreefloze letter, maar krijgen daardoor niet het zakelijke karakter dat Psychologie Magazine wel had. Dit komt door het sprekende kleur-gebruik dat veel gevoel in het blad aanbrengt en het kiezen voor een minder smalle letter. De fotografie geeft het blad een oosters en warm karakter en vooral de bloem- en ornamentpatronen maken het tijdschrift anders dan de andere (mindstyle) magazines die momen-teel in de schappen liggen. De basis van elk omslag is een cirkel, met daarin één woord, dat het thema van het nummer aankondigt.

Het ongemakkelijke gevoel dat het blad erg succesvol is, terwijl de journalist niet kan zien waarom, is duidelijk aanwezig. Toch gaat het erg goed met Happinez. In 2007 is het blad in populariteit alleen maar gestegen en vanaf 2008 wordt het blad uitgegeven door Weekbladpers. (Tevens uitgever van Psychologie Magazine en Yoga)...

Duidelijk merkbaar is dat Psychologie Magazine en Happinez een belangrijke positie innemen op de Nederlandse tijdschriftenmarkt. Ten opzichte van de andere genoemde bladen zijn zij de voorloper van het aantal magazines die recent in dezelfde kring verschenen zijn. Eigenlijk kun je zeggen dat door het succes van Happinez iedereen een stukje van de populariteit van de aandacht voor zingeving wil meepakken. Er zijn namelijk niet alleen nieuwe bladen op de markt gekomen; welk

blad je ook openslaat, dikwijls staat er wel iets in over yoga, zelfkennis, of een ander gevoelsmatig onderwerp. Volgens Heleen Peverelli, hoofdredactrice van Yoga, kunnen deze bladen elkaar versterken: ‘Hoe meer aandacht voor spiritualiteit en zingeving, hoe beter. Ze vormen samen een mooi pakketje in de winkel!’

Op weer een andere laag in het enorme aanbod van magazines bestaan er bladen met een meer autonoom karakter.

Sommige jonge ontwerpers en kunstenaars maken tegenwoordig een eigen magazine. Deze magazines, ook wel microzines genoemd, worden dikwijls geproduceerd in kleine oplages en verspreid in een opvallend kleine cirkel van de maker zijn eigen kennissenkring. Het magazine is een perfect medium voor designers en artiesten om hun werk in te presenteren. Dit geldt ook voor kunstenaars. Deze kunnen via deze weg buiten het museum of galerie publiciteit krijgen. Zo dient een magazine ineens als portfolio. Het belangrijkste uitgangs punt van microzines van ontwerpers en kunstenaars is dat het onafhankelijke magazines zijn en niet commerciëel. Zulke ‘portfolio’magazines bestaan al in verschillende landen. Bekend in Nederland zijn onder andere Re-, Butt en Sec.

Het is interessant om te zien hoe magazines ons iets vertellen over onze generatie. Volgens Armand Mevis staat het zelfgeïnitieerde tijdschrift zelfs voor “een nieuw soort idealisme”.13 Ontwerpers van microzines mikken

op een kleine kring van vrienden en vertrouwden en kunnen zo heel bescheiden, alledaags familiaire thema’s aansnijden. Het neemt tegelijk het heft in eigen handen: Er wordt niet om ruimte gevraagd, die wordt zonder

Positie in de tijdschriftenmarkt

“Microzines”

(18)

enige reserve (zowel qua vorm als inhoud) toegeëigend. Het particuliere, ogenschijnlijk intieme is daarmee uitgangspunt voor (openbare) publicatie. Het gaat hier om de meest prominente uitdrukking van een nieuw soort representatie: de wens om vooral een ander tijdschrift te maken.

Deze generatie zoekt de erkenning zelf op. Zo ziet de ontwerper van Re- magazine, Jop van Bennekom, het tijdschrift als een functioneel medium. Zijn magazines zijn hilarisch en (quasi)diepzinnig. Maar soms ook een beetje obscuur. De verschillende nummers hangen van de contradicties aan elkaar. Re- Magazine is een ‘real life magazine’ gevuld met fictieve personages. Een onafhan-kelijke magazine, en niet commerciëel. Het blad toont een desillusie met de commerciele sector. In een interview vertelt hij hoe zijn tijdschrift geinterpreteerd wordt. De covers van de eerste vijf edities van Re- hebben het uiterlijk van een glossy. Sla je het blad open dan blijkt de inhoud totaal niet aan de verwachting van de cover te voldoen. Het tijdschrift speelt met het idee van fictie. Deze twee elementen verhouden zich normaal gesproken niet met elkaar. Alles wat er in een tijdschrift staat is actualiteit of werkelijkheid. In twee edities van Re-, nummer negen en tien, gaat de inhoud over het leven van een persoon. Dit speelt in op de verwachting van mensen. Tegelijkertijd wordt er aan het einde van het tijdschrift precies uitgelegd waar de teksten uit bestaan. Zo ontstaat een balans van een perfect geregisseerde show waar tegelijkertijd een enorme gelaagdheid in is aangebracht, door juist het ontstaanschrift van dingen zelf te laten zien. Dat is een methode om dingen op een andere manier transparant te maken.

Voor het nummer Marcel zocht Van Bennekom de contradictie in onze verhouding tot voedsel: Het continue besef dat de ene hap gezond kan zijn, de ander puur vergif. In Re-Magazine heeft hij dat willen omdraaien. ‘Met Marcel. Iemand die al het eten bewust omarmt, als een uitweg uit die Oprah Winfrey-wereld van dieten. Marcel is extreem. Toch geloof ik dat Marcel echt zou kunnen bestaan,’ aldus Van Bennekom.’14a

Want Marcel is een verzinsel. Van Bennekom: ‘Maar wel een dat de werkelijkheid dient.’ Of zoals in het nawoord van Re-Magazine staat: ‘Marcel is opgebouwd uit teksten die de redactie heeft gelezen, interviews die zij heeft gehouden. Want wat je wilt vertellen is toch een verhaal dat hysterischer is dan de werkelijkheid.’14b

Ook het idee dat alles inhoud is, is een reden waarom Van Bennekom het tijdschrift Re- is begonnen. ‘Je kunt schrijven over het glas bier wat hier op tafel staat of het feit dat wij nu een gesprek hebben. Je kunt je eigen leven in alles opschrijven. Dat is het een mooie methode om de wereld om je heen te beschrijven; als een autobiografie, aldus Van Bennekom.’14c

Een ander blad van Van Bennekom is BUTT: een homo blaadje met de wegwerpesthethiek van de stencil-machine. Maar waar dan weer wel een interview met R.E.M.-voorman Michael Stipe - nota bene gefotografeerd door Turner Prize winnaar Wolfgang Tillmans - in staat. Hoewel Van Bennekom ook de restyling verzorgde van grote bestaande bladen (zoals Blvd. en architectuur-tijdschrift Forum) en daarnaast catalogi en affiches

ontwierp, zijn het toch vooral die door hem zelf opgerichte, kleinere tijdschriften waarmee hij furore maakt.

Ook in het buitenland groeit Van Bennekoms faam. BUTT mag Tom Ford en Elton John onder zijn trouwe fans rekenen. En al kent het blad slechts een oplage van zesduizend, het Umfeld van vormgevers,

(19)

R

Re- magazine

(20)

mode-ontwerpers en andere kunstenaars dat het blad op de voet volgt, maakt BUTT ook voor adverteerders als Gucci, Dior en Helmut Lang interessant.

Ontwerpers als Jop van Bennekom doen alles wat ze maken voor hun magazine bewust: De keuze van de soort fotografie; met welke fotograaf; het soort teksten; wat voor soort research er gedaan gaat worden; welke concessies hij gaat doen en hoe hij dingen anders aanpakt dan bij de vorige nummers. Allemaal onderdelen die de kwaliteit van een blad kunnen verhogen. Hij houdt aan zijn thema’s vast. Van Bennekom: ‘Hoe verschillend de diverse afleveringen van Re-Magazine ook zijn, het is een tijdschrift dat altijd gaat over media-bewustzijn wat heel reactionair is, wat altijd reageert op een wereld waarin media domineren en wat daaraan tegelijk probeert te ontsnappen.’14d In een tijd van informatiegeweld

introduceerde Van Bennekom vertraging door het inzetten van strakke vorm geving en met sobere foto’s. Die recalcitrante houding maakt het blad uniek.

In zekere zin besteden zowel Happinez als Re- aandacht aan de zoektocht in verhalen. Jop van Bennekom zoekt de uitdaging in de mate waarin je als lezer deel uit kun maken van een verhaal. Het is de gelaagdheid waarin je een weg kunt zoeken. Mensen moeten Re- van A tot Z lezen willen ze het begrijpen. In Happinez speelt de zoektocht een rol in de variatie aan onderwerpen. Op zoek naar inspiratie en inzicht in die de lezer in zichzelf kan krijgen.

Bij Re- is het ontwerpen meer dan alleen het gericht zijn op het maken van beeld. Het gaat om de inhoud, gecom-poneerd door de ontwerper en alles wat uiteindelijk bij

Waarom de overgang van publiekstijdschriften naar microzines?

elkaar komt: het medium tijdschrift, de tekst, het concept, de verhaallijn, fotografie en interactie. Interactie in de zin van gelaagdheid en reflectiviteit. Bij Happinez gaat het ook om de totaliteit van het geheel. Tekst is het grootste aandachtspunt, de vorm volgt daaruit. Daarentegen is de ontwerper niet degene die alle taken regisseert. Teksten worden aangeleverd en van daaruit worden redactionele keuzes gemaakt, zoals beeld en opmaak.

Ook zit er een verschil in de keuze van beeld dat gemaakt wordt. Het gebruik van stockbeelden zal je bij Re- niet zien, hoewel Happinez wel zorgvuldig met de keuze van deze beelden omgaat. In de meeste publieks-bladen kun je duidelijk onderscheid maken in de zicht-baarheid van stockbeelden en zelf gefotografeerde foto’s. Bij Happinez is dat minder zichtbaar.

Het grootste verschil tussen de twee magazines zit hem in het feit dat Happinez een publieksblad is en Re- niet. Daardoor is de werkwijze anders en hanteren beide verschillende redactionele keuzes. Happinez is in zekere zin afhankelijk van advertentie-inkomsten. Dit heeft invloed op de visuele verschijningsvorm van het blad. Het slimme van advertenties tegenwoordig is dat ze zichtbaar zijn in de vorm van advertorials; advertenties die vermomd zijn als redactionele pagina’s. Zo sluimert er aardig wat ruis in het magazine. In sommige gevallen is dit verschijnsel funest is voor de vorm van het blad. In Happinez is duidelijk te zien dat de ontwerpers de advertenties zo passend mogelijk in het blad proberen te laten verlopen en zo min mogelijk de aandacht af willen laten leiden van de teksten.

Re- maakt vrijwel geen gebruik van inkomsten via adver-tenties. Dit sluit aan bij de autonome benadering op het begrip magazines. Van Bennekom weigerde zich slaafs op te stellen tegenover adverteerders.

(21)

De keuze van makers van tijdschriften om een blad onder te brengen bij een kleine uitgever kan soms heel bewust zijn. Zo was het bij Happinez en zo is het bijvoorbeeld ook bij het blad Blend. ‘Grote uitgevers zitten te veel vast in het starre clusterdenken met scherp afgebakende doelgroepen. Dat werkt niet. Het grootste deel van de nieuwe titels wordt binnen de kortste keren weer van der markt gehaald. Daar heb ik geen zin in. Blend. is voor mij als een zeilbootje dat om een grote tanker heen vaart, vertrouwend op zijn eigen kracht’, aldus Jurriaan Bakker, uitgever van Blend..15a

De aanleiding om het blad Blend. te ontwerpen had te maken met de veranderingen die zo’n tweeeneenhalf jaar geleden in de jongerencultuur is ontstaan: De duidelijke subculturen van voorheen liepen door elkaar, een shirt van H&M werd opeens moeiteloos gecombineerd met een tas van Dior. Dat gevoel wilde Jurriaan Bakker vertalen in een tijdschrift en daarmee af van de reguliere segmentatie (in mannen- en vrouwenbladen). Blend. werd in september 2004 gelanceerd.

De gedachtegang achter Blend. is als volgt: Breng mode, kunst, films en muziek uit jongerenculturen in een blad en voorzie het blad daarmee van toegankelijke cult. ‘Er komt steeds meer publiek voor Blend., de creatieve industrie wordt alsmaar groter, het aantal kunstzinnige opleidingen neemt toe. Die mensen willen we bereiken, zij staan open voor verschillende stijlen en pikken daar naar hartelust stukjes uit om er zelf een unieke mix van te maken,’ aldus Bakker.15b

Magazines van tegenwoordig hebben dikwijls speciale bijlagen, bedoeld om advertenties aan te trekken. Bladen zoeken nieuwe strategieën om lezers en lezeressen aan zich te binden, zoals cadeautjes, aanbiedingen en service-diensten. Lucratief blijkt ook de (mede)-organisatie van

grootschalige evenementen en festivals, het verbinden van een tijdschriftennaam aan producten voor consumptief gebruik.

Blend. biedt uitkomst voor adverteerders op een andere manier en met een ander doel. Bakker: ‘Veel merken willen van de bekende paden af, maar krijgen weinig medewerking en lopen bij grote uitgeverijen tegen muren op. Blend. heeft wel minder middelen, maar dat maakt creatief.’

Het blad gebruikt verschillende tactieken om aandacht te krijgen. Zo hebben ze tijdelijke winkels opgezet, Blend. Guerrilla Stores genaamd. Dit project droeg ook wel de naam 60daysofspace. Rotterdam, Den Haag, Arnhem, Amsterdam en Groningen waren ieder zestig dagen in de ban van exclusieve producten, opmerkelijke lectuur en creatieve uitspattingen van lokale smaakmakers. En er zijn meer plannen. De wisselwerking tussen print en de winkels is volgens de redactie geslaagd, ze denken erover op hetzelfde principe uit te breiden en toe te passen bij bijvoorbeeld restaurants of clubs.

Opvallend in het blad is de uitgesproken fotografie. Het beeldmateriaal onderscheidt zich enorm van eerder genoemde tijdschriften. Blend. heeft een “edgy” uitstra-ling die ze zelf “upperground” noemen. De inhoud daarentegen is toegankelijk en besteedt aandacht aan veel nieuwe jonge ontwerpers en artiesten. Hierdoor heeft Blend. een geheel eigen visie en inbreng gecreëerd.

Blend.

(22)

B

Blend www.blend.nl

(23)

Samenvatting

&

Conclusie

Het overmatig visualiseren van dingen en gebeurtenissen

heeft tot gevolg dat een mens steeds meer te zien krijgt. Een belangrijke ontwikkeling hierbij is dat mensen wel veel toegereikt krijgen, maar steeds minder ervaren. Tijdschriften beschikken over een centrale rol binnen onze visuele cultuur. In bepaalde magazines wordt aandacht geschonken aan het ontbrekende vermogen van mensen om bewust te ervaren.

Bij autonome tijdschriften als Re- wordt er zeer bewust omgegaan met de verwachtingen en belevingen van de lezer. Op een andere manier doen publiekstijdschriften als Happinez en Psychologie Magazine dat ook. Zij spelen in op de heersende waarden die Nederlanders momenteel hechten aan hun leven. Het materialistische denken van de jaren ’90 is in zekere zin afgenomen en men wil meer inzicht in de zingeving van het leven. Daardoor is

Psychologie Magazine van een gespecialiseerd tijdschrift met een kleine lezersgroep uitgegroeid tot een glossy met een enorme populariteit in het publieke domein. Happinez bestaat sinds 2003 en heeft een enorm hoge mate van populariteit. De afgelopen twee jaar is de aandacht voor zingeving opvallend toegenomen. Er is een nieuwe groep magazines ontstaan; mindstyle magazines. In tegenstelling tot Happinez zijn alle andere mindstyle magazines gemaakt vanuit een commerciele doelstelling. De zichtbaarheid van de populariteit van de aandacht voor zingeving hebben ervoor gezorgd dat andere publieksbladen daarop gereageerd hebben. Het uitein-delijke doel van Happinez was wel om een publiek te bereiken en te kunnen voortbestaan, maar de basis is gemaakt vanuit een gevoel om iets moois van binnenuit te maken met veel aandacht voor de kwaliteit van de

(24)

teksten en de verschijningsvorm. Immers, de extreem hoge mate van aandacht voor zingeving is voornamelijk ontstaan in de afgelopen paar jaar, toen Happinez al bestond. Het is me nu duidelijk hoe die ontwikkeling zich heeft afgespeeld in Nederland en hoe de

tijdschriften markt over het algemeen reageert op veranderingen in (culturele) waarden. Eigenlijk zijn nieuwe magazines vrijwel altijd reacties op gebeurte-nissen en ontwikkelingen en maken gebruik van het feit dat de samenleving zo actief deelneemt. Zo is er onderscheid te maken in de verschillende lagen die in het enorme tijdschriftenaanbod aanwezig zijn. De grafisch ontwerper heeft een belangrijke positie gekregen binnen de maatschappij waarbij een hoge mate van professionaliteit een vereiste is. Grafisch ontwerpers moeten onderscheid kunnen maken binnen de segmen-tatie van het aanbod van magazines en ze moeten in staat zijn om de magazines die gemaakt zijn vanuit een enorme passie voor het vak en bewuste aandacht voor heersende ontwikkelingen in de samenleving te kunnen herkennen. Makers van tijdschriften die over deze kwaliteit

beschikken kunnen onderling veel inspiratie uit elkaar halen. Veel meer dan magazines die enkel in hetzelfde segment zitten. Voordat ik aan het onderzoek begon had ik het idee dat magazines uit hetzelfde segment elkaar voornamelijk inspireerden. In mijn onderzoek heb ik dus ontdekt dat dat niet zo hoeft te zijn. Veel tijschriften worden gemaakt als reactie op heersende ontwikkelingen in de maatschappij. Daarbij is een groot deel gemaakt vanuit een commercieel uitgangspunt. Het is erg

belangrijk om hierbij stil te staan en ik als ontwerper wil daar absoluut niet aan deelnemen. Bladen mogen best populair zijn bij het publiek en ook best goed verkopen, maar dat mag niet ten koste gaan van de inhoud en vorm van het blad.

De kwaliteit van een verantwoord tijdschrift zit hem onder andere in de passie waarmee het gemaakt wordt en de mate van inzicht in omgevingsgerichtheid waarover de ontwerper beschikt. Magazines waarin die kwaliteiten terug te zien zijn zijn onder andere: Psychologie Magazine, Happinez, Re- magazine, Butt en Blend. Deze tijdschriften zijn zeer uiteenlopend, maar hebben daarentegen allemaal een geheel eigen visie en daaruit voort komende redactionele keuzes bij het maken van het blad. Het is belangrijk deze bladen te koesteren en er inspiratie uit te halen, zodat wij als ontwerpers met ons werk een functionele bijdrage kunnen leveren aan het enorme aanbod dat er al is.

(25)

Literatuurlijst

Boeken:

Marieke van Delft, Nel van Dijk, Reinder Storm Magazine! 150 jaar publiekstijdschriften

Uitgave van de Koninklijke Bibliotheek, Den Haag Waanders Uitgevers, Zwolle

2006

Jeremy Leslie

magCulture, new magazine design Laurence King Publishing, Londen 2003

Steven Heller & Teresa Fernandes Magazines Inside & out

PBC International Inc., New York 1996

Patrick Andersson & Judith Steedman Inside Magazines

BIS Publishers, Amsterdam 2002

Camiel van Winkel

Het primaat van de zichtbaarheid NAi Uitgevers, Rotterdam 2005

Armand Mevis

OHNO Another Magazine

Uitgave van Jan van Eyck Academie, Maastricht 1999

Ewan Lentjes

Notities bij een nieuwe ontwerpmethodiek Uitgave van het lectoraat visuele retorica, AKV St. Joost, Avans Hogeschool, ’s-Hertogenbosch 2006

Het Tijdschriftenboek

Uitgave van de Koninklijke Bibliotheek, Den Haag Waanders Uitgevers, Zwolle

(26)

Tijdschriften:

- Willem van Weelden Kijken: zien: wegkijken - Jorinde Seijdel Wilde beelden - Jouke Kleerebezem Het postmonumentale beeld Open nr. 8, ‘(on)zichtbaarheid’ NAi Uitgevers, Rotterdam 2005

Marjan Unger

Ik hou van tijdschriften Morf 1

2004

Mischa Rakier

Aantekeningen voor later gebruik Simulacrum

Jaargang 11, nummer 4 Juni 2003

Maaike Severijnen, Anne Broekman, Ariëtte Ettema Moderne Tijden

Blaadje 3, ‘romantiek’ Juni 2006

Max Bruinsma

Kijk maar: er staat niet wat er staat Items 7

1995

Algemene inspiratie opgedaan:

Magazine! over 150 jaar tijdschriften

Uitgave van Koninklijke Bibliotheek, Den Haag Winter 2006/2007

Happinez

Hoofdredacteur: Inez van Oord www.happinez.nl

Blend.

Hoofdredacteur: Jurriaan Bakker www.blend.nl

Psychologie Magazine

Hoofdredacteur: Ruud den Hollander www.psychologiemagazine.nl

Yoga

Hoofdredacteur: Heleen Peverelli www.yogaspecial.nl

Re- Magazine

Hoofdredacteur: Jop van Bennekom www.re-magazine.com

Mind Magazine

Hoofdredacteur: Renie van Wijk www.mind-magazine.nl

Goodies

Hoofdredacteur: Fons Burger www.goodies.nl

Retail Trends

Hoofdredacteur: Marcel ten Holte www.retailtrends.nl

(27)

Algemene inspiratie opgedaan

- vervolg:

Sacha Autumn/herfst 01 Catalogus www.sacha.nl

WWW

http://www.wptonline.nl/wptonline/show/id=47488 www.weekbladpers.nl (noot 8) http://www.uitzendinggemist.nl/index.php/serie?serI D=2315&md5=e2f59459479fb85dad7e72a0989326a8 http://archief.trouw.nl/artikel?text=inez%20van%20o ord&SORT=date&ED=ola&SEC=%2A&SO=%2A&P RD=10y&fdoc=1 http://archief.trouw.nl/artikel?text=inez%20van%20o ord&SORT=date&ED=ola&SEC=%2A&SO=%2A&P RD=10y&fdoc=7 (noot 11) http://archief.trouw.nl/artikel?text=inez%20van%20o ord&SORT=date&ED=ola&SEC=%2A&SO=%2A&P RD=10y&fdoc=9 (noot 3, 6) www.scp.nl/boeken/9037700152/Sociaal_en_Cultu-reel_Rapport_2000-Hoofdstuk_06.pdf (noot 14) http://www.mugmetdegoudentand.nl/foodcoma/volk-skrantfoodcoma-jop.html

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In each of the following definitions, the argument hpagesi is the page list for which the frames are defined, hni is the number of columns required, htypei is the type of frame to

The flowfram package is designed to enable you to create frames in a document such that the contents of the document environment flow from one frame to the next in the order that

The flowfram package is designed to enable you to create frames in a document such that the contents of the document environment flow from one frame to the next in the order that

The flowfram package is designed to enable you to create frames in a document such that the contents of the document environment flow from one frame to the next in the order that

The flowfram package is designed to enable you to create frames in a document such that the contents of the document environment flow from one frame to the next in the order that

The flowfram package is designed to enable you to create frames in a document such that the contents of the document environment flow from one frame to the next in the order that

Although the group, whose parents only had exposure to the parental guidance programme, showed a decline in depressive feelings, it was not as dramatic as the

MCP richt zich op zowel de consumentenmarkt als de business-to-business markt en maakt vooral magazines, maar ook internet/nieuwe media, personeelsbladen, nieuwsbrieven, boeken en