Uitwerkingen Mulo-A Examen 1962 Meetkunde Algemeen
Opgave 1
In een rechthoekige driehoek is de zwaartelijn naar de hypotenusa gelijk aan de halve hypotenusa. Dit betekent dat zijde AC twee keer zo lang is als het gegeven lijnstuk DE en dus is AC impliciet ook gegeven. De constructie kan dan als volgt uitgevoerd worden.
1) Teken een lijn m en kies daarop een punt D.
2) Construeer in D een loodlijn op m en pas daar lijnstuk DC op af.
3) Cirkel een lijnstuk dat twee keer zo lang is als DE om vanuit C waarbij punt A op m ontstaat. 4) Construeer de bissectrice van de hierbij ontstane hoek A en pas er AF op af.
5) Verbind C met F en verleng dit lijnstuk tot m gesneden wordt in punt B.
Opgave 2
0 (overst.hoeken) = 90 . TSC ASM A Driehoek AMC is gelijkbenig want MA = MC en dus is MCS .A
Omdat MCCT (straal naar raakpunt) is dus SCT 900 MCS90o A TSC en driehoek TSC
is derhalve gelijkbenig zodat TS = TC.
Opgave 3
Door vanuit D de hoogtelijn DF op AB te trekken, ontstaat rechthoek FBCD waaruit volgt FB = CD = 5 en
DF = BC = 4.
De stelling van Pythagoras in driehoek DAF geeft dan AD AF2FD2 3242 25 5.
Daar DC//AB, is EDC (F-hoeken). A
De rechthoekige driehoeken AFD en DCE hebben dan twee gelijke hoeken en zijn dus gelijkvormig. Hieruit volgt de evenredigheid AF AD
DC DE ofwel 3 5 5DE waaruit volgt 25 1 8 . 3 3 DE