Persoonlijke hygiëne
cliënt en bezoeker
H .4 0 0 2 9 .1 2 1 8Inleiding
Micro-organismen zoals bacteriën en virussen zijn overal om ons heen. Iedereen draagt meer bacteriën dan menselijke cellen bij zich. De meeste “eigen” bacteriën zijn nuttig, daar wordt u niet ziek van. Micro-organismen kunnen vanuit diverse bronnen overgedragen worden. Vooral ouderen en zieken zijn vatbaarder voor “vreemde” bacteriën, omdat de afweer minder wordt.
Infecties voorkómen
Goede handhygiëne is belangrijk om overdacht van (ziekmakende) micro-organismen te voorkomen. Er zijn twee vormen van
handhygiëne: wassen en desinfecteren. Hieronder is beschreven op welke manier u de handen moet wassen of desinfecteren.
Handen wassen:
maak de handen nat en voorzie ze van vloeibare zeep;
wrijf de handen minimaal 10 seconden over elkaar, waarbij vingertoppen, duimen, handpalmen, gebied tussen de vingers en polsen goed
ingewreven worden, zie afbeelding;
spoel de handen goed af;
droog de handen met wegwerphanddoekjes;
sluit de kraan met de elleboog of gebruik wegwerphanddoekjes.
3 Handen desinfecteren:
gebruik voldoende handdesinfectans (2x pompen), zodat de handen na 30 seconden wrijven droog zijn;
zorg dat alle delen van de handen bereikt worden, zoals vingertoppen, duimen, handpalmen, tussen de vingers en de polsen, zie afbeelding;
wrijf tot de handen droog zijn, niet droog wapperen, geen wegwerphanddoekje gebruiken.
Infectiepreventiemaatregelen voor de cliënt
Pas handhygiëne toe:
voor het eten;
na toiletbezoek;
na gebruik van po of urinaal;
na hoesten of niezen.
Verzorger(s) moeten bij het uitvoeren van verzorgende
handelingen, zoals voor het helpen van cliënten bij het eten en na het helpen bij het toiletbezoek handhygiëne toepassen.
Gebruik voor de algemene lichaamsverzorging schone en persoonsgebonden toiletartikelen.
Raak wonden, katheters en/of verbanden niet met de handen aan.
Gebruik bij niezen, hoesten en/of neus snuiten een papieren zakdoek of hoest in de elleboog. Pas daarna handhygiëne toe.
4
Infectiepreventiemaatregelen voor bezoekers
Ga bij voorkeur niet op bezoek als u een infectie (zoals bijv. een huidinfectie), diarree, koorts, verkoudheid of griep(verschijnselen) heeft. Wanneer bezoek aan een cliënt toch noodzakelijk is, moet u zich eerst melden bij de verpleging.
Pas handhygiëne toe:
na toiletbezoek;
na hoesten of niezen;
Bij het uitvoeren van verzorgende handelingen (helpen bij het eten en helpen bij het toiletbezoek).
Raak wonden, katheters en/of verbanden niet met de handen aan.
Gebruik bij niezen, hoesten en/of neus snuiten een papieren zakdoek. Pas daarna handhygiëne toe.
Volg de instructie(s) van de medewerker op als u iemand bezoekt die in isolatie wordt verpleegd.
Vragen
Voor eventuele vragen kunt u terecht bij de verpleegkundige of u kunt bellen met de afdeling infectiepreventie.