Uitwerkingen MULO-B Meetkunde Algemeen 1941
Opgave 1
Voor de straal van de ingeschreven cirkelDNgeldt O
DN s
met O de oppervlakte van ABCen sde halve omtrek van ABC.
We vinden dus ND s s a s b s c( )( )( ) s 21(21 15)(21 13)(21 14) 84 4 21 21 .
Voor de straal ME van de aangeschreven cirkel geldt 84 12 21 14 C O r s c . Verder geldt AD s a 21 15 6 en 21 15 6 BE s a , dus 14 6 6 2
PN DE . Met behulp van de stelling van Pythagoras vinden we MN 22162 260
2 65 16,12 .
Opgave 2
ADR BPR omdat (overstaande hoeken) (verwisselbare binnenhoeken) ARD BRP ADR BPR dus AR AD BR BP: : . Omdat BR BP(raaklijnen aan een cirkel geldt dus ARAD (1) EAQ PCQ omdat (overstaande hoeken) (verwisselbare binnenhoeken) CQP AQE CPQ AEQ dus EA AQ PC CQ: : . Omdat CP CQ
(raaklijnen aan een cirkel geldt dus AE AQ (2) (1)
(2)
(raaklijnen aan een cirkel) AR AD AE AQ AD AE AQ AR
Opgave 3
AEM is construeerbaar. We weten immers
o 1 2 2 , 90 ME AEM en 1 o o 2 60 30 EAM . Teken een willekeurige lijn, richt in het punt E een loodlijn op met lengte 1
2
2
EM , construeer EMA60o
. Dit levert het punt Aop. We kunnen nu AB8afpassen. Door
o
30
EAM
te verdubbelen binden we de lijn waarop D ligt. Teken nu cirkel ( ,M ME). Door de raaklijn vanuit B aan deze cirkel te construeren vinden we het punt F en de lijn waarop C ligt.
Omdat ABCD tevens koordenvierhoek is, is bekend, dat
o
120
GCF
en is dus FMG60o
. Construeer deze laatste hoek, hetgeen het punt G oplevert. Tenslotte tekene we een loodlijn door G op MG. Dit levert de punten C en D op.