• No results found

Mossen in de tuin

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Mossen in de tuin"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Naar aanleiding van

ee

n oproep)

e

in Oas

e 6 (4)

haft Dr.

W.

Mar

gadant,

zijn ervaringen met mossenin de tuin op papier

ge

zet. Hi) kan, sctirift hi), als bryoloog geen s

ympathie

hebben voor het midd

el

"M

osdood".

Al sinds

1934 h

eeft

hi) b

elong­

stelling voorde mossenw

ereld.

Vanuit de

ze

b

elangstelling

- dus

z

onder andere

pretenties,

schreefhi)onderstaand

anikel.

Mosse

n

in de tuin

Dr. W. Margadant

Scherp in mijn herinnering staan de

prachtige mostuinen langs de Eeuwige Laan te Bergen (N.H .), voor een deel onder oude beuken, in de dertiger ja­ reno Een belangrijk bestanddeel van het mosdek was haarmos (Politrichum), dat in vochtige weersomstandigheden mooie kussens kan vormen; met droog weer is het mindel' aantrekkelijk. Het was me toen al duidelijk dat weghar­ ken van het blad een belangrijke factor is in het instandhouden van de mosbe­ groeiing. Zoals een lid van de Bryolo­ gische Werkgroep KNNV eens zei: een afgevailen blad is een calamiteit voor een mos.

Later heb ik in onze zonnige tuin on­ dervonden dat het kort houden van het gras bijdraagt tot de ontwikkeling van een mooi mosdek, met name van haakmos (Rbytidiadelphus squarro­ sus). Tegenwoordig komt deze het hele jaar groenblijvende soort in veel ga­ zons voor. Mijn indruk is dat de toe­ voer van stiks tofverbindingen uit de bioindustrie deze soort sterk heeft doen toenemen. Af en toe maaien is gunstig, we brengen zelf geen kunstmest of an­ dere mest op de voedselarme zand­ grond van de Heuvelrug.

Jaren geleden heb ik pollen van deze soort bewu st in onze tuin gebracht. Daarnaast heb ik de indruk dat haak­ mos er gemakkelijk vanzelf komt. lk vermoed dar sporenuitzaai nauwelijks een 1'01 spee lt, ik zie praktisch geen sporenk apsels meer. Vegetatieve voort­ planting door fragmenten is ongetwij­ feld belangrijker. We weten dat vogels (mezen) voor hun nestbouw mossten­ gels losplukken; als ze af en toe iets verliezen is de verspreiding vrijwel verzekerd.

Zo is min of meer tot mijn verbazing bronsmos (Pleurozium schreberi ), vanzelf in onze tuin verschenen, niet in het gazon , maar onder de struiken, ter­ wijl we ook hiervan geen sporenkap­ sels zien . Het er op lijkende groot

lad-Haakmos

(Rhytidiadelphus sqarrosus)

dermos (Pseudoscleropodium purum) met nagenoeg dezelfde bolle beblade­ ring, maar geen rode stengels, kan ook gemakk elij k grote kussens in tuinen vormen, als het maar niet weggeharkt wordt; het stelt iets meer eisen aan de grond dan bronsmos.

lk heb geprobeerd het interessante kus­ sentjesmos (Leucobryum glaucum) in onze tuin te intrcxluceren, maar dat is niet gelukt. Het lijkt me dat hier de luchtverontreiniging een rol speelt: eni­ ge jaren geleden nam ik zowel in de tuin als in het bos vlakbij ronde witte plekken waar in de kussentjes, die aan een schimmelinfectie deden denken. Bij microscopisch onderzoek kon ik geen schimmeldraden waarnemen: de chlorophylkorrels werden wit. Toen het daama ging regen en herstelden de kussentjes zich min of meer. Deze soort gaa t achteruit; de gra te pollen (met vijf of meer vegetatieringen) die ik jaren geleden niet vel' van ons huis zag, zijn er niet meer. Dat de soort wei op grote schaal verzameld wordt voor verkoop aan bloemisten is bekend, maar daar heb ik bij ons niets van ge­ merkt.

Een soon die ik wei met succes in onze

ruin

heb gebracht is het puntmos (Cal­ liergonella cuspidata), een vochtmin­ nende soon . We hebben een betonnen vijver, waarvan de witte randen maar niet begroeid raakten. Van een vochtig terrein, waar puntmos overvloedig groeide, hebben we een grote zak vol meegenomen (er bleef nog veel meer overt ). Daarmee is de rand bekleed: de randen zijn sind sdien mooi groen en we hoeven aileen de groei af en toe iets in toom te houden.

Een soon die er heel anders uitziet en waarvan ik niet verwacht had die in een tuin te zien, is het kegelmos (Co­ nocephalum conicum) uit de thalleuze levermossen (Hepaticae). Een van de medeoprichters van de Bryologische Werkgroep KNNV had de soon in zijn

Oase lente 1997 10

(2)

Naast d

it a

rtikel

v

an Dr

.

Margadant ontvin

gen

w

e oo

k n

eg ee

n

aan

tal t

elefoni­

s

che

t

ips

v

oor

i

edereen

die meer mos in de tuin

w

il.

va

rierend

va

n

tiet

bewust

aa

nbrengen van aantrekkelijke substraten voor

mosse

n

,

zo

ais b

oomstronken,

o

ude

ste

nen e

.d.

(waarop ze bovendien zeer goed t

ot

hun r

echt kome

n) t

ot

het

ve

rzuren van d

e

bodem, met b.v. tuinturf Mossen

z

ijn

ec

hte p

ionierplanten;

ove

ral w

aar

de condities (nog) niet zo goed zijn vo

or he

t k

iemen va

n

za

adplan­

l

en

kri

jgen ze

kansen en

scheppen

ze de voorwaard

en

v

oor

hu

n o

pvolgers. Wil

j

e

du

s mosse

n houden dan zul je ervoormoeten

zo

rgen

dat

d

e

b

odem ges

loten

b

lijjt

e

n

o

ngewenste kiemplantjes weggewi

ed wo

rden.

I

n het boe

k

"De Ecologische Siertuin"

van1. Ri

gaux e

n R

,

V

an Ca

uteren

(

uit­

gegeven

d

oor V

ELT, 1

992)

wordt

ee

n he

el hoofds

tuk

aan mossen in de tui

n

ge

­

wijd

.

Z

ij

ve

rwijzen

daarb

ij oo

k na

ar

d

e

Japan

se

tu

inen, wa

ar

i

n

mo

s

ee

n

e

re­

plaat

s

h

eeft gekregen

"al

s

d

e

bak

ermat

van

het leven".

Onde

r

mee

r i

n

D

en

Ha

ag v

alt

zo

'n tu

in

t

e bewo

nderen - d

e

Japanse

tuin

,

d

ie

d

eel u

itmaakt

v

an

Land

goed C

iingendael

,

o

pen in mei

e

n d

e ee

rste h

elft

van

j

uni

, z

ee

r aanb

evolen

voo

r

mos

iiefhe bbers!

Voor

w

ie zic

li

e

cht in mo

ssen (en/of ko

rstmossen

)

wi

l

ve

rdiepen, h

et

c

ontacta­

d

res

va

n de

Bryologische en

Lichenologis

che

w

erkgroep

van de KNNV: Le

o

Spie

r,

Ko

ning Anhurpad 8,3813 HD Am

ersfoon,

t

el: 033·272

3016

.

D

eze

werk­

gro

ep

o

rganiseert o.a

.

excursies, b.v. op

26

a

pril a

.s

.

naar

de

Bl

oemkampen

bi)

H

arderwijk

o

.l.v.

Bart van Tooren (030-2

210613) e

n H

einjo

Dur

ing.

D

e

t

ekeningen

bi) dit

anikel

zijn van

de

vori

g

jaar

o

verleden

Dr.

J.

Landwehr,

d

ie

m

et

onvoorstelbaar veel gedul.d en aanda

cht

ail

e

N

ederlandse b

ladmossen,

i

nclusief

v

ele details, getekend heeft voor h

et

b

oek

"Nieuwe AtlasNederlandse Bladmossen" , uitgegeven bij Thieme in

s

amenwerking m

et

d

e

KNNV

.

B

ij

Th

ieme

kwam ook uit de

"Beknopte flora vande Blad-en

Levermossen"

,

gesc

hreven d

oor

d

e

auteur

v

an dit artik

el,

Dr. W.D

.

M

argadant en

Dr

.

H. Du­

r

ing

.

scbaduwrijke kleituin in de Water­ graafsmeer gebracht: die groeide uit­ stekend en breidde zicb uit tot grate plakkaten. Alleen wieden

was

nodig. Zelf heb ik naar aanleiding daarvan in het moerasje binnen het vijverbassin (zo nde r klei ) de soort uitgezet; die doet het er ook prima. Ik denk dat deze soort niet kan concurreren met bet al­ gemene parapluutjesmos (Marcbantia polymorpha)

uit

dezeIfde groep met ronde broedbekertjes op de tballusstro­ ken of met bet er op lijkende halve­ maantjesmos (Lunularia cruciata) met maansikkeivorrnige broedbekertjes, die op binnenplaatsjes en grindranden we­ lig willen tieren; ik beb het maar niet geprobeerd.

Minder goed doen veenmossoorten

h

er

.

Deze

s

taan

in een

i

ets

dieper

mo

rasgedeelte van bet bassin, waarvan ik hoopte dat het voedselarm kon blij ven. Van de verscbillende soorten die ik er gebracht heb. is er nog maar een over. Of dit nu door schaduw of luchtvervui­ ling of verrijking komt durf ik niet te zeggen.

Een

soo

rt w

aar ik

blij mee ben is het

mooie Thuja-rnos (Thuidium tamaris­

. cinum), die vooral onder een mooie pol koningsvaren groeit die in bet moerasje is geplant (toen bij nog niet beschermd was, de betreffende natuurlijke groei­ plaats is later vernield door wegwer­

k

ers,

die ik er

wel

op geattendeerd had). Deze houdt het vol door goede vocbtcondities en

sch

aduw

.

Natuurlijk zijn er nog andere subs tra­ ten waar

s

pecifieke

mossen op

s

taan.

Op vermolmde stronken groeit bet merkwaardige vtertandmos (Tetraphis pellucida), weliswaar zonder de ken­ merkende

sp

orenkapsels

(die vier

p

ristoomtanden hebben), maar weI met de broedbekertjes met broedkorrels er in of bet knopjesmo s (Aulacomniurn androgynum) met gesteelde broedkor­ relhoopjes. Op bakstenen muurtjes ko­ men vanzelf muurrnos (Tortula mura­ lis) en muisjesmos (Grimmia pulvina­ ta), ongetwijfeld weI door sporenver­ spreiding.

L

angs

de zijkant kan fijn laddermos of fijn snavelmos (Am­ blystegium serpens)

g

roeien,

dat al gauw verdrongen wordt door bet vrij­ wel alomtegenwoordige gewone dlk­

kopmos (Bracbytbecum rutabuIum) met de licbtgroene uiteinden van de stengeis en zijtakken.

Muurmos (Tonula muralist Een volledige opsomming van wat er in onze

ruin

groeit is bier

ni

et

op zijn plaats. Samenvattend kan ik zeggen dat bet heel goed mogeIijk is allerlei mos­ sen in de tuin te bouden, maar dat so

mige soorten aandacbt nodig bebben. Van soorten als baakmos en puntmos kan ik

materiaal zend

en

aan serieus

ge­

mter

esseerden

.

Dr. W. D. Margadant Ginkelseweg 2 3956 Kj Leersum Oase lente 1997

0

11

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Plak het werkblad met de rode kaarten op een stuk karton en knip de kaarten van de „kleine tafel van vermenigvuldiging“ uit. Tot slot kunnen jullie er ook nog een

Wat is het voordeel van het DSM-classificatie systeem voor de psychiatrische diagnostiek ten opzichte van een psychiatrische diagnose, die zonder hulp van dit systeem

Met de gegevens uit de staafgrafiek en de bijbehorende tabel maken ze de opdrachten op werkblad 2.. De

5 Reken uit wat het duurste dagje uit kost voor de hele groep.. Reken ook de lunch en het

5 Reken uit wat het duurste dagje uit kost voor de hele groep.. Reken ook de lunch en het

Daarnaast mag er ook wel ge- keken worden naar de Spoorlaan, want daar worden ook snelheidsli- mieten dik overschreden, zeker nu er veel meer bedrijfsverkeer is

Stichting Onderzoek Velser Af- faire wil zich niet alleen beper- ken tot het wetenschappelijk onderzoek naar de Velser Af- faire, maar heeft zich ook ten doel

Regio - Vanaf 30 juni is het in Noord-Holland niet meer mo- gelijk om met de strippenkaart te reizen. Reizigers moeten dan in het bezit zijn van de OV-chip-