• No results found

Het gebruik van iPads bij cliënten met de ziekte van Alzheimer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het gebruik van iPads bij cliënten met de ziekte van Alzheimer"

Copied!
45
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Namen studenten: Annelise Disbergen (500636720) Milou Kist (500655151)

Lisanne Piek (500636503)

Naam opleiding: Ergotherapie, Hogeschool van Amsterdam Naam begeleidend docent: Miranda van Niel

Plaats: Amsterdam

Datum: 1 juni 2015

Opdrachtgever: Atlant Zorggroep Contactpersoon: Yvonne Zwaagstra

Aantal woorden: 8869

Aanzet tot een adviesrapport

Het gebruik van iPads

bij cliënten met de

ziekte van Alzheimer

Betreft: Afstudeeronderzoek

(2)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 2

Voorwoord

In het kader van het afstudeerprogramma van de opleiding Ergotherapie aan de Hogeschool van Amsterdam is een aanzet tot een adviesrapport geschreven voor Atlant Zorggroep. Het afstudeeronderzoek is uitgevoerd door drie studenten, in samenwerking met Atlant

Zorggroep. Het afstudeeronderzoek richt zich op het gebruik van iPads bij cliënten met de ziekte van Alzheimer ter bevordering van het uitvoeren van dagelijkse activiteiten.

Wij willen onze begeleidend docent Miranda van Niel bedanken voor haar begeleiding en ondersteuning gedurende het afstudeeronderzoek. Daarnaast willen wij onze opdrachtgever Yvonne Zwaagstra (leidinggevende paramedici Atlant Zorggroep) bedanken voor haar ondersteuning en samenwerking.

Tot slot bedanken wij de deelnemers van de enquête en de geïnterviewde ergotherapeuten voor hun bijdrage aan ons afstudeeronderzoek.

Annelise Disbergen Milou Kist

Lisanne Piek

(3)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 3

Samenvatting

Achtergrond

Door demografische verschuivingen neemt het aantal ouderen de komende jaren toe en zal ook de leeftijd van de ouderen toenemen. Door deze verschuivingen komen er meer mensen met dementie. Technologie zal een belangrijke rol gaan spelen om de zorg voor deze

personen te organiseren. Binnen Atlant Zorggroep (de opdrachtgever van het

afstudeeronderzoek) zijn iPads beschikbaar ten behoeve van de cliënt. De ergotherapeuten maken momenteel nog geen gebruik van de iPad tijdens de ergotherapie behandeling; wel staan zij hier voor open. De projectleden van dit onderzoek hebben de volgende hoofdvraag opgesteld: ''Wat is de huidige stand van zaken wat betreft het gebruik van iPads als middel

bij cliënten met de ziekte van Alzheimer tijdens de ergotherapie ter bevordering van het zelfstandig uitvoeren van dagelijkse activiteiten?''

Doel

‘’Het opstellen van een aanzet tot een adviesrapport waarin cliënten met de ziekte van Alzheimer centraal worden gesteld bij het gebruik van een iPad als middel tijdens de ergotherapie om de uitvoering van dagelijkse activiteiten te bevorderen.’’

Methode

In het kader van het afstudeeronderzoek zijn drie individuele literatuurstudies geschreven over de wensen en behoeften van cliënten met de ziekte van Alzheimer, de rollen en taken van mantelzorgers van cliënten met de ziekte van Alzheimer en applicaties op de iPad voor cliënten met de ziekte van Alzheimer. Tijdens het praktijkonderzoek is een enquête uitgezet bij ergotherapeuten werkzaam met cliënten met de ziekte van Alzheimer. De enquête is opgesteld om het gebruik van de iPad door ergotherapeuten te inventariseren. Naar

aanleiding van de enquête is een interview afgenomen met een ergotherapeut buiten Atlant Zorggroep, met als doel het verkrijgen van kennis en ervaring. Daarnaast zijn twee

interviews afgenomen bij ergotherapeuten van Atlant Zorggroep, met als doel zicht krijgen op de mening en visie van de ergotherapeuten over het gebruik van de iPad.

Resultaten

Uit de drie individuele literatuurstudies kwamen uitkomsten naar voren die belangrijk zijn voor het afstudeeronderzoek. Cliënten met dementie hebben onvervulde behoeften met betrekking tot het uitvoeren van betekenisvolle activiteiten. De rollen en taken van mantelzorgers van cliënten variëren sterk, het is van belang om de mantelzorger te

(4)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 4 is gedaan naar applicaties op de iPad voor de doelgroep. De eerste resultaten suggereren positieve uitkomsten.

Uit de enquête kwam naar voren dat één van de 21 ergotherapeuten de iPad gebruikt als middel tijdens de ergotherapie behandeling. Alle ergotherapeuten geven aan open te staan voor het gebruik van de iPad tijdens de ergotherapie behandeling.

Uit het interview naar aanleiding van de enquête werd kennis en ervaring verkregen over het inzetten van applicaties bij cliënten met dementie, de ziekte van Alzheimer en ouderen. De applicaties/tablets Don’t forget it, Compaan en SimTab zijn aan bod gekomen. De

ergotherapeuten van Atlant Zorggroep staan positief tegenover het gebruik van de iPad tijdens de ergotherapie behandeling. Zij hebben criteria gegeven waarvan zij denken dat deze van belang zijn bij het inzetten van de iPad binnen Atlant Zorggroep.

Conclusie

De projectgroep heeft gedurende het afstudeeronderzoek de doelgroep verbreed en de uitkomstmaat losgelaten. Dit resulteert in het niet volledig kunnen geven van een antwoord op de hoofdvraag. De gevonden resultaten uit de drie individuele literatuurstudies en het praktijkonderzoek laten zien dat het gebruik van de iPad als middel tijdens de ergotherapie behandeling zich in een beginfase bevindt.

(5)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 5

Inhoudsopgave

Inleiding ... 7 Aanleiding ... 7 Hoofdvraag ... 7 Deelvragen ... 8 Doelstelling ... 9

Aanzet tot een adviesrapport ... 9

1. Theoretisch kader ...10

1.1 De ziekte van Alzheimer ...10

1.2 Zorgtechnologie ...10 1.3 Ergotherapie ...10 1.3.1 Dagelijkse activiteiten ...11 1.4 Cliëntsysteem ...11 1.4.1 Cliënt ...11 1.4.2 Ergotherapeut ...12 1.4.3 Mantelzorger ...12 1.4.4 Betrokken zorgmedewerkers ...12 2. Methode ...13 2.1 Literatuurstudie ...13 2.2 Enquête ...14 2.2.1 Deelnemers ...14 2.2.2 Opstellen enquête ...15 2.2.3 Clustersteekproef ...15 2.2.4 Data-analyse ...15 2.2.5 Ethische aspecten ...16 2.3 Interviews...16 2.3.1 Deelnemers ...16 2.3.2 Data-analyse ...16

(6)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 6

2.3.3 Ethische aspecten ...17 3. Resultaten ...18 3.1 De cliënt ...18 3.2 De mantelzorger ...19 3.3 Applicaties ...20 3.4 Visie ergotherapie ...23 3.4.1 Resultaten enquête ...23

3.4.2 Achtergrondinformatie/mening geïnterviewde ergotherapeuten ...23

3.4.3 Beperkingen implementatie iPad ...24

3.4.4 Benodigdheden ergotherapeuten Atlant Zorggroep implementatie iPad ...25

4. Discussie ...26

5. Conclusie ...29

5.1 Aanbevelingen ...30

Literatuurlijst ...32

Bijlage 1 Informatiebrief ...36

Bijlage 2 Herinnering enquête ...37

Bijlage 3 Enquête ...38

Bijlage 4 Thema’s interviews ...40

Bijlage 5 Informed Consent ...41

(7)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 7

Inleiding

Aanleiding

De komende jaren neemt het aantal ouderen toe. Daarnaast zal de leeftijd van de ouderen toenemen. Kortom, er is sprake van (dubbele) vergrijzing. Door demografische

verschuivingen neemt het aantal personen met dementie toe. In Nederland zal dit aantal naar verwachting tot 2030 met 73% toenemen (Poos, Meijer & Willemse, 2014). De vraag naar zorg wordt groter en tegelijkertijd neemt het aantal werkenden in de zorg af. Hierdoor ontstaat een kloof tussen de zorgvraag en het zorgaanbod. De zorg zal op een andere manier georganiseerd moeten worden en de rol van technologie wordt daarbij steeds belangrijker (Peeters, Wiegers, de Bie & Friele, 2013).

Atlant Zorggroep, de opdrachtgever van dit afstudeeronderzoek, biedt huisvesting,

verzorging, verpleging en begeleiding aan cliënten in verpleeghuizen en woonzorgcentra. Atlant Zorggroep wil innovatief zijn. Zij staan open voor het gebruik van (nieuwe) technologie (Atlant Zorggroep, 2015). Zo zijn binnen Atlant Zorggroep iPads beschikbaar ten behoeve van de cliënt. Het gebruik van iPads is momenteel een ongestructureerd proces. De

ergotherapeuten maken nog geen gebruik van de iPads tijdens de ergotherapie behandeling, maar staan hier wel voor open.

Hoofdvraag

De projectgroep heeft de volgende hoofdvraag opgesteld:

''Wat is de huidige stand van zaken wat betreft het gebruik van iPads als middel bij cliënten met de ziekte van Alzheimer tijdens de ergotherapie ter bevordering van het zelfstandig uitvoeren van dagelijkse activiteiten?''

De doelgroep cliënten met de ziekte van Alzheimer is gekozen om het afstudeeronderzoek af te bakenen. De ziekte van Alzheimer is een veelvoorkomende vorm van dementie en

kenmerkt zich in een degeneratief proces waarbij sprake is van geheugenverlies en cognitief verval (Bakker, 2007). Dit afstudeeronderzoek richt zich specifiek op de eerste twee stadia van de ziekte van Alzheimer.

In de huidige samenleving wonen deze cliënten nog regelmatig in verpleeghuizen of woon-zorgcentra. De verwachting is dat deze doelgroep in de toekomst langer thuis moet blijven wonen (Rijksoverheid, 2015). Het onderwerp van dit afstudeeronderzoek bevindt zich in een explorerende fase. Omdat er nog weinig onderzoek is gedaan naar deze vorm van

(8)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 8 technologie in de zorg zal dit afstudeeronderzoek zich echter niet specifiek richten op de woonvoorziening van de cliënt.

Deelvragen

De hoofdvraag is opgedeeld in drie deelvragen die beantwoord zijn door middel van drie individuele literatuurstudies. Naast de individuele literatuurstudies is een praktijkonderzoek (enquête en interviews) uitgevoerd om een compleet antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag van het afstudeeronderzoek.

De overheid wil zorg en ondersteuning zo goed mogelijk afstemmen op de persoonlijke behoeften van kwetsbare ouderen (Rijksoverheid, 2015). Een van de uitgangspunten van ergotherapie is cliënt gecentreerd werken; de cliënt wordt in staat gesteld te handelen en de ergotherapeut sluit aan bij de behoeften van de cliënt (Le Granse, van Hartingsveldt & Kinébanian, 2012). Om goed aan te kunnen sluiten bij de behoeften van de cliënt met de ziekte van Alzheimer is de eerste deelvraag opgesteld: ''Wat zijn de wensen en behoeften

van cliënten met de ziekte van Alzheimer met betrekking tot het zelfstandig uitvoeren van dagelijkse activiteiten?''

Van Bodegom & Désiron (2012) beschrijven dat technologie steeds meer invloed krijgt op de relatie tussen de cliënt en de ergotherapeut. Krijgsman et al. (2013) verwachten dat

zorgtechnologie de vrijheid en zelfredzaamheid van cliënten kan verbeteren. Om de huidige stand van zaken wat betreft applicaties voor cliënten met de ziekte van Alzheimer in kaart te brengen is de tweede deelvraag opgesteld: ‘’Welke applicaties op de iPad zijn geschikt voor

cliënten met de ziekte van Alzheimer ter bevordering van het zelfstandig uitvoeren van dagelijkse activiteiten?’’

De mantelzorger is een belangrijk persoon in het cliëntsysteem van een cliënt met de ziekte van Alzheimer. Het cliëntsysteem speelt een belangrijke rol binnen de ergotherapie (Le Granse et al., 2012). Het is van belang dat de ondersteuning die de mantelzorger biedt wordt afgestemd op professionele hulp (Rijksoverheid, 2015). Daarom is de derde deelvraag opgesteld: ‘’Welke rollen en taken van mantelzorgers ondersteunen cliënten met de ziekte

(9)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 9

Doelstelling

Door de uitkomsten van deze individuele literatuurstudies aan het praktijkonderzoek te koppelen kan er een antwoord worden gegeven op de hoofdvraag. Daarmee kan tevens de doelstelling van het afstudeeronderzoek worden behaald, namelijk:

‘’Het opstellen van een aanzet tot een adviesrapport waarin cliënten met de ziekte van Alzheimer centraal worden gesteld bij het gebruik van een iPad als middel tijdens de ergotherapie om de uitvoering van dagelijkse activiteiten te bevorderen.’’

Aanzet tot een adviesrapport

In eerste instantie was de doelstelling van het afstudeeronderzoek het schrijven van een adviesrapport. Tijdens het afstudeeronderzoek bleek deze doelstelling echter niet realistisch en haalbaar. De projectgroep heeft de doelstelling daarom aangepast naar het schrijven van een aanzet tot een adviesrapport. Een adviesrapport kenmerkt zich namelijk in een

overtuigend rapport waarin de lezer overtuigd wordt om de adviezen over te nemen (Taalwinkel, 2014). Dit afstudeeronderzoek bevindt zich in een eerste, explorerende fase, waardoor het niet haalbaar is om een compleet adviesrapport te schrijven. Tijdens dit afstudeeronderzoek is er vooronderzoek gedaan om de huidige stand van zaken in kaart te brengen betreft het gebruik van een iPad als middel tijdens de ergotherapie. Hierbij is er geredeneerd vanuit verschillende perspectieven van het cliëntsysteem van de cliënt met de ziekte van Alzheimer. Met het cliëntsysteem worden de cliënt, mantelzorger en

ergotherapeut bedoeld.Deze aanzet tot een adviesrapport bestaat uit de volgende hoofdstukken: samenvatting, inleiding, verwerking van literatuur, methode, resultaat, discussie, conclusie en aanbevelingen (voor zowel Atlant Zorggroep als een eventuele volgende projectgroep).

(10)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 10

1. Theoretisch kader

Om een aanzet tot een adviesrapport op te stellen, is geredeneerd vanuit verschillende theoretische kaders. Deze theoretische kaders worden onder de volgende begrippen toegelicht. Dit zijn sleutelbegrippen die voortkomen uit de hoofd- en deelvragen.

1.1 De ziekte van Alzheimer

Medisch perspectief

De ziekte van Alzheimer kenmerkt zich in drie stadia: geheugenverlies, geestelijke invaliditeit en volledige afhankelijkheid. De projectgroep richt zich op de eerste twee stadia van de ziekte. Kenmerken van geheugenverlies zijn vergeetachtigheid, desoriëntatie, verandering van persoonlijkheid en vermindering van reactievermogen. Geestelijke invaliditeit kenmerkt zich door belemmeringen in het dagelijks leven. De cliënt wordt afhankelijker van zorg en verliest geleidelijk zijn zelfstandigheid (Internationale Stichting Alzheimer Onderzoek, 2015).

1.2 Zorgtechnologie

Maatschappelijk perspectief

Het gebruik van de iPad valt onder zorgtechnologie, zoals in de inleiding besproken. In dit afstudeeronderzoek wordt de iPad gehanteerd gezien deze beschikbaar is binnen Atlant Zorggroep. In het afstudeeronderzoek is de term tablet echter meerdere keren gebruikt, aangezien de iPad een variant is van een tablet. De term tablet kan resultaten opleveren die tevens bruikbaar zijn omtrent het gebruik van de iPad.

Binnen het afstudeeronderzoek is het van belang om de gebruikers, (de cliënt), het cliëntsysteem en de betrokken zorgmedewerkers (waaronder de ergotherapeuten) te

betrekken bij deze ontwikkelingen binnen de organisatie. Zij kunnen een deskundige inbreng hebben. Uit onderzoek is gebleken dat wanneer de gebruikers vroegtijdig betrokken worden bij een onderzoek, de acceptatie om het uiteindelijke product te gaan gebruiken zal

toenemen (Grit, 2011).

1.3 Ergotherapie

Paramedisch perspectief

Van Hartingsveldt, Logister-Proost & Kinébanian (2010) beschrijven dat ergotherapie gericht is op het mogelijk maken van handelen, zodat participatie (het deelnemen aan het dagelijks leven) gerealiseerd wordt ten behoeve van gezondheid en welzijn van de persoon. Dit wordt bereikt door de mogelijkheden van personen met betrekking tot het handelen te benutten en te vergroten, dan wel door de omgeving aan te passen en/of te gebruiken. Van Hartingsveldt et al. (2010) definiëren handelen als volgt “het handelen is de betekenisvolle, doelgerichte uitvoering van dagelijkse activiteiten die gerelateerd zijn aan het persoonlijk leven en

(11)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 11 contextgebonden zijn” (p. 25). Het dagelijks handelen bestaat uit het uitvoeren van

activiteiten die personen zichzelf voornemen en waarvan verwacht wordt dat zij ze uitvoeren. De handelingsgebieden van de ergotherapie zijn: voor zichzelf zorgen (zorgen/wonen), recreëren, ontspanning en sociale contacten (vrije tijd/spel), deelnemen aan de maatschappij door onderwijs, arbeid of vrijwilligerswerk (werken/leren) (Van Hartingsveldt et al., 2010).

1.3.1 Dagelijkse activiteiten

Het handelen bestaat uit een verzameling activiteiten. Een activiteit is een serie taken met een specifiek eindpunt of resultaat. Het handelen van de persoon is rolgebonden en die rol heeft invloed op het uitvoeren van activiteiten. Handelen heeft voor ieder persoon een

subjectieve unieke betekenis. Voor verschillende personen kan dezelfde activiteit een andere betekenis hebben. De dagelijkse activiteiten in de handelingsgebieden wonen/zorgen,

werken/leren en vrije tijd/spel zijn zo belangrijk dat een leven zonder niet voor te stellen is (Van Hartingsveldt et al. 2010). De invulling van betekenisvolle activiteiten van cliënten met de ziekte van Alzheimer verschilt per individu.

Activiteiten worden binnen de ergotherapie als middel én doel ingezet. Doordat personen ervaringen opdoen tijdens het handelen (middel) kan er een verandering optreden. Veranderingen kunnen leiden tot handelen van personen (doel) (Satink & van de Velde, 2012). De iPad wordt binnen dit afstudeeronderzoek ingezet als middel om een doel te behalen (bevorderen van het uitvoeren van dagelijkse activiteiten).

1.4 Cliëntsysteem

In dit afstudeeronderzoek is het cliëntsysteem van de cliënt met de ziekte van Alzheimer betrokken. Hiermee wordt, naast de cliënt zelf de mantelzorger van de cliënt en de betrokken zorgmedewerkers bedoeld. De projectgroep heeft geredeneerd vanuit deze verschillende perspectieven van het cliëntsysteem.

1.4.1 Cliënt

De cliënt is een persoon, een organisatie of een populatie met een (dreigend) probleem op het gebied van het handelen en/of de participatie (Van Hartingsveldt et al., 2010). De cliënt bepaalt welke handelingen en activiteiten belangrijk voor hem/haar zijn en bepaalt de mate waarin hij/zij wil meedoen in de maatschappij. Eén van de uitgangspunten van de

ergotherapie is dat alle personen handelende wezens zijn. Voor personen is het handelen in het dagelijks leven een noodzaak (Le Granse & Kuiper, 2012). Binnen dit

afstudeeronderzoek staan de wensen en behoeften van de cliënt met de ziekte van Alzheimer centraal.

(12)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 12

1.4.2 Ergotherapeut

Een ergotherapeut is een expert in het mogelijk maken van handelen, werkt

cliëntgecentreerd en maakt deel uit van het cliëntsysteem (Van Hartingsveldt et al., 2010).

1.4.3 Mantelzorger

De individuele cliënt staat meestal niet alleen in het leven; ergotherapeuten betrekken daarom ook de personen in de directe nabijheid van de cliënt (Van Hartingsveldt et al., 2010). De mantelzorger vervult rollen en taken in het verzorgen en begeleiden van de individuele cliënt. Het handelen van de persoon en het handelen van de mantelzorger kan nauw met elkaar verbonden zijn en staat centraal binnen de ergotherapie (Van Hartingsveldt et al., 2010).

1.4.4 Betrokken zorgmedewerkers

Naast mantelzorgers behoren verschillende zorgmedewerkers tot het cliëntsysteem. Voorbeelden hiervan zijn verzorgend personeel en activiteitenbegeleiders.

(13)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 13

2. Methode

Tijdens het afstudeeronderzoek is gebruik gemaakt van de volgende onderzoeksmethodes: literatuurstudies, een enquête en semi-gestructureerde interviews. In dit hoofdstuk worden deze methodes toegelicht.

Ter ondersteuning van het schrijven van een aanzet tot een adviesrapport heeft de

projectgroep literatuur geraadpleegd van Wouters, van Zaalen & Bruijning (2015) over het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek. Voor het schrijven van teksten is de literatuur van Ansems (2008) geraadpleegd.

2.1 Literatuurstudie

De projectleden hebben allereerst een individuele literatuurstudie geschreven. Deze

literatuurstudies houden allen verband met de hoofdvraag om hier een volledig antwoord op te kunnen geven. In de onderstaande tabel worden de inclusiecriteria weergegeven die voor de individuele literatuurstudies gelijk waren.

Inclusiecriteria

Nederlands- of Engelstalige artikelen Artikelen vanaf 2005

Cliënten met de ziekte van Alzheimer Dagelijkse activiteiten

Tabel 1. Inclusiecriteria

Tijdens het zoekproces kwam naar voren dat de eerste twee stadia van de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Alzheimer te specifieke zoektermen waren. Om tot meer bruikbare resultaten te komen is de zoekterm dementie toegevoegd.

De eerste deelvraag van dit afstudeeronderzoek luidt:

''Wat zijn de wensen en behoeften van cliënten met de ziekte van Alzheimer met betrekking tot het zelfstandig uitvoeren van dagelijkse activiteiten?''

Om deze deelvraag te kunnen beantwoorden zijn de zoektermen ingevoerd in drie verschillende databanken: CINAHL Complete, Medline Complete en PubMed. Deze

databanken zijn gekozen vanwege de paramedische en medische relevantie. De zoektermen ‘Alzheimer OR dementia’ zijn gecombineerd met ‘wants OR needs’ en met ‘activity of daily living OR independent’. Door middel van een flowchart selectie zijn de beste artikelen geïncludeerd.

(14)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 14 De tweede deelvraag van dit afstudeeronderzoek luidt:

‘’Welke applicaties op de iPad zijn geschikt voor cliënten met de ziekte van Alzheimer ter bevordering van het zelfstandig uitvoeren van dagelijkse activiteiten?’’

Om antwoord te geven op deze deelvraag is de uitkomstmaat, het zelfstandig uitvoeren van dagelijkse activiteiten, achterwege gelaten. De termen ‘iPad OR tablet’ zijn toegevoegd aan de zoektermen ‘iPad application OR tablet application’. Deze zoektermen zijn ingevuld samen met de zoektermen ‘dementia OR Alzheimer’. Het was noodzakelijk om deze aanpassingen door te voeren om tot bruikbare literatuur te komen.

De derde deelvraag van dit afstudeeronderzoek luidt:

‘’Welke rollen en taken van mantelzorgers ondersteunen cliënten met de ziekte van Alzheimer bij het zelfstandig uitvoeren van dagelijkse activiteiten?’’

Om deze deelvraag te beantwoorden is in de databanken Medline Complete, CINAHL Complete en Cochrane Library gezocht naar bruikbare literatuur. Daarnaast is literatuur gezocht in de kenniscentra ZonMW en Expertisecentrum Mantelzorg. De gebruikte

zoektermen zijn gericht op de doelgroep ‘Alzheimer OR Alzheimer’s disease OR dementia’, interventie ‘caregiver role and task OR caregiver support’ en uitkomstmaat ‘activity of daily living OR daily activities OR independently carry out activities’.

2.2 Enquête

De projectgroep heeft voor het afstudeeronderzoek een enquête opgesteld voor

ergotherapeuten werkzaam in verpleeg-, verzorgingshuis en eerstelijnszorg. Volgens Boeije, ‘t Hart & Hox (2009) kan middels een enquête kennis en ervaring geïnventariseerd worden. Het doel van de enquête was inventariseren in hoeverre de iPad door ergotherapeuten gebruikt wordt bij clienten met de ziekte van Alzheimer. Daarnaast is in kaart gebracht voor welke doeleinden de iPad wordt gebruikt.

2.2.1 Deelnemers

De deelnemers van de enquête zijn ergotherapeuten die zijn aangesloten bij twee

regiogroepen, waar tevens de ergotherapeuten van Atlant Zorggroep bij aangesloten zijn. De eerste regiogroep heeft 41 leden, werkzaam in de ouderenzorg. De tweede regiogroep heeft zes leden en heeft als onderwerp cognitie en gedrag (Atlant Zorggroep, 2015).

Twee ergotherapeuten van Atlant Zorggroep hebben de enquête middels een e-mail verstuurd naar 47 leden van de regiogroepen. In deze e-mail is de informatiebrief over het onderzoek toegevoegd met daarin de link naar de enquête (bijlage 1). Tevens is er na één week een herinnering verstuurd (bijlage 2).

De projectgroep is zich ervan bewust dat de enquête is uitgezet in een beperkt demografisch gebied. Het afstudeeronderzoek heeft een nieuw onderwerp en bevindt zich in een

(15)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 15 explorerende fase. In overleg met de begeleidend docent is besloten om de enquête in een beperkt gebied uit te zetten.

2.2.2 Opstellen enquête

De projectleden hebben gekozen voor een enquête die via ThesisTools kan worden ingevuld. Dit is een computerondersteunde enquête (ThesisTools, 2015). De belangrijkste voordelen van een enquête via internet zijn:

 de snelheid; de antwoorden op de vragen worden meteen in de computer ingevoerd.

 het vermijden van fouten; de computergestuurde vragenlijst kan zo worden ingericht dat alleen de vragen die voor de deelnemer relevant zijn op het beeldscherm

verschijnen. Op deze manier volgt de deelnemer de juiste route door de vragenlijst (Boeije et al., 2009).

In de opgestelde vragenlijst zijn verschillende routes te volgen zodat een deelnemer alleen de vragen te zien krijgt die voor hem/haar relevant zijn. Dit zorgt ervoor dat de enquête gestandaardiseerd is (Boeije et al., 2009).

De projectleden hebben bij het opstellen van de enquête de hoofdvraag van het

afstudeeronderzoek in acht genomen. Er is bewust gekozen voor het benoemen van zowel de term iPad als tablet, omdat beide termen bruikbare resultaten kunnen opleveren voor dit afstudeeronderzoek. Gedurende het opstellen van de vragen hebben de projectleden gediscussieerd over het in- en excluderen van vragen om tot bruikbare antwoorden te komen. Voordat de enquête verstuurd werd zijn de verschillende routes getest door de projectleden en de begeleidend docent. In bijlage 3 wordt de enquête schematisch weergegeven.

2.2.3 Clustersteekproef

De gekozen vorm van de enquête is een clustersteekproef. Een clusterstreekproef wordt uitgevoerd binnen groeperingen in de maatschappij waarvan de leden onderling contact onderhouden (Boeije et al., 2009). De deelnemers van de enquête hebben onderling contact en zijn met elkaar verbonden door middel van de regiogroep. Om deze reden is er gekozen voor een clustersteekproef.

2.2.4 Data-analyse

De uitkomsten van de enquête zijn vanuit ThesisTools geëxporteerd naar Excel. Vervolgens zijn de uitkomsten geanalyseerd en zijn deze verwerkt in cirkeldiagrammen waarin de percentages overzichtelijk zijn weergegeven (bijlage 6).

(16)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 16

2.2.5 Ethische aspecten

Middels een informatiebrief zijn de deelnemers op de hoogte gesteld van het

afstudeeronderzoek en het doel van de enquête. De enquête kon alleen geopend worden middels de link in de e-mail. De deelnemers hadden de mogelijkheid om een e-mailadres in te vullen, zodat de projectleden contact konden opnemen voor een eventueel interview. Wanneer de deelnemer dit niet had ingevuld bleef hij/zij gedurende het onderzoek anoniem.

2.3 Interviews

Tot slot zijn er interviews afgenomen bij ergotherapeuten binnen Atlant Zorggroep en buiten Atlant Zorggroep. Er is gekozen voor semi-gestructureerde interviews gezien de

explorerende fase van het afstudeeronderzoek. Door deze vorm van interviewen worden de overwegingen, argumenten, ervaringen en motieven over de huidige stand van zaken

omtrent het gebruik van de iPad bij cliënten met de ziekte van Alzheimer vanuit verschillende perspectieven in kaart gebracht (Boeije, 2014). Voor de interviews heeft de projectgroep gezamenlijk thema’s opgesteld die van toepassing zijn op de deelnemers (bijlage 4). Elk projectlid heeft een interview afgenomen en geobserveerd.

2.3.1 Deelnemers

Interviews binnen Atlant Zorggroep

Er zijn twee interviews afgenomen bij ergotherapeuten binnen Atlant Zorggroep met als doel om zicht te krijgen op de mening en visie van de ergotherapeuten gericht op het gebruik van de iPad. De ergotherapeuten van Atlant Zorggroep zijn tenslotte betrokken bij de cliënt en bij het eventueel inzetten van de iPad.

Interviews buiten Atlant Zorggroep

Naar aanleiding van de enquête heeft er ook één telefonisch interview plaatsgevonden met een ergotherapeut buiten Atlant Zorggroep, met betrekking tot kennis en ervaring van het gebruik van iPads binnen de ergotherapie bij cliënten met de ziekte van Alzheimer.

Aangezien er niet meer contactgegevens zijn achtergelaten naar aanleiding van de enquête, was het niet mogelijk om twee interviews af te nemen zoals vooraf in het plan van aanpak beschreven.

2.3.2 Data-analyse

De geluidsopnames zijn door twee projectleden beluisterd en geanalyseerd. Na discussie zijn de belangrijkste gegevens gerapporteerd.

(17)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 17

2.3.3 Ethische aspecten

De deelnemers zijn middels een e-mail op de hoogte gesteld en geïnformeerd over het interview. De deelnemers zijn gevraagd een informed consent te ondertekenen waarin zij toestemming geven voor deelname en akkoord gaan met geluidsopname. Het informed consent is toegevoegd in bijlage 5. De geluidsopnamen van de interviews zijn na uitwerking vernietigd. De gegevens van de deelnemers worden anoniem verwerkt (Boeije, 2014). In overleg met de opdrachtgever is besloten dat de deelnemers op de hoogte worden gesteld van de gevonden resultaten.

(18)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 18

3. Resultaten

De resultaten van de individuele literatuurstudies, de enquête en de interviews zijn in dit hoofdstuk samengevoegd. De geïnterviewde ergotherapeuten worden aangeduid als ergotherapeut A, B en C. Ergotherapeut A en B zijn werkzaam binnen Atlant Zorggroep, de organisatie waarvoor dit afstudeeronderzoek wordt uitgevoerd. Ergotherapeut C is

geïnterviewd naar aanleiding van de enquête. Zij heeft ervaring met het gebruik van de iPad als middel bij cliënten met de ziekte van Alzheimer. Vervolgens zijn de resultaten verdeeld in vier verschillende onderwerpen. Deze onderwerpen zijn gedefinieerd naar aanleiding van de verschillende perspectieven waaruit de projectgroep geredeneerd heeft, namelijk:

3.1 De cliënt

3.2 De mantelzorger 3.3 Applicaties

3.4 Visie ergotherapie

3.4.1 Resultaten enquête

3.4.2 Achtergrondinformatie/mening geïnterviewde ergotherapeuten 3.4.3 Beperkingen implementatie iPad

3.4.4 Benodigdheden ergotherapeuten Atlant Zorggroep implementatie iPad

3.1 De cliënt

In deze paragraaf is een koppeling gemaakt tussen de wensen en behoeften van de cliënt met de ziekte van Alzheimer/dementie, het gebruik van de iPad door cliënten en de ervaring en mening van de geïnterviewde ergotherapeuten.

Uit onderzoek van Black et al. (2013) blijkt dat 50% van de thuiswonende personen met dementie onvervulde behoeften heeft met betrekking tot betekenisvolle activiteiten. Er is behoefte aan dagopvang, het bijwonen van seniorencentra en activiteiten in huis. Volgens Meaney, Croke & Kirby (2005) is 79% van de onvervulde behoeften gericht op sociale interactie. Daarnaast hebben thuiswonende ouderen met dementie behoefte aan meedoen met activiteiten en samenzijn met anderen.

Naast deze behoeften laat de review van Bossen, Specht & McKenzie (2009) zien dat ouderen met de ziekte van Alzheimer vaak niet geraadpleegd worden bij het bepalen van hun behoeften; zij hebben vaak geen stem in het zorgplan. Dit is een belangrijk gegeven voor het vormgeven van de ergotherapie behandeling met het gebruik van een iPad als middel. Ergotherapeut A heeft namelijk aangegeven dat een applicatie op de iPad aanpasbaar moet zijn aan het individu. Eén van de uitgangspunten van ergotherapie,

(19)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 19 cliëntgecentreerd werken sluit hierbij aan (Le Granse et al., 2012). De review bevestigt dat cliënten ondanks hun dementie betrokken willen worden bij het zorgplan en de besluitvoering hiervan. Er is groeiend bewijs voor het feit dat ouderen met de ziekte van Alzheimer bewust zijn en denken (Bossen et al. 2009).

Uit de onderzoeken van Pringle & Sommerville (2013), Astell et al. (2010), Zmily, Mowafia & Mashal (2014), Lim, Wallace, Luszcz & Reynolds (2013), Scanlon, O’Shea, O’Caoimh & Timmons (2014) en Kong & Pak-Hin (2015) blijkt dat mensen met dementie dan wel mensen in een vroeg stadia van de ziekte van Alzheimer zonder voorafgaande ervaring gebruik kunnen maken van een applicatie. De mening van ergotherapeut C, die ervaring heeft met het gebruik van de iPad bij cliënten met de ziekte van Alzheimer, sluit hierop aan. Zij geeft aan dat het belangrijk is dat de oudere weet wat hij/zij ermee kan. Volgens haar zijn

bepaalde activiteiten, afhankelijk van de gradatie van de ziekte van Alzheimer, nog trainbaar.

3.2 De mantelzorger

In deze paragraaf is een koppeling gemaakt tussen de rollen en taken van de mantelzorger van de cliënt met de ziekte van Alzheimer/dementie en de ervaring en mening van de geïnterviewde ergotherapeuten.

De rollen en taken van mantelzorgers die cliënten met de ziekte van Alzheimer ondersteunen bij het uitvoeren van dagelijkse activiteiten variëren sterk. Taken die zij uitvoeren hebben betrekking op persoonlijke verzorging, huishoudelijke taken, begeleiding en gezelschap. Mantelzorgers zijn de spil tussen de beroepskracht en de cliënt (De Klerk, de Boer, Kooiker, Plaisier & Schyns, 2014). Dit komt ook naar voren in de interviews met de ergotherapeuten van Atlant Zorggroep. Ergotherapeut A geeft aan dat wanneer iets overgedragen wordt naar de mantelzorger, het sneller succesvol kan worden. Uit het interview komt naar voren dat een mantelzorger vaak de sleutel is om iets te bereiken. Het is van belang dat de omgeving van de cliënt wordt betrokken en naast de cliënt staat. Uit de literatuur blijkt dat

mantelzorgers een belangrijke rol spelen bij het winnen van vertrouwen van de cliënt en bij het signaleren van veranderingen met betrekking tot de cliënt (De Klerk et al., 2014). De studie van Ducharme et al. (2014) toont aan dat mantelzorgers meer behoefte hebben aan informatie over beschikbare hulp. Ducharme et al. (2014) geven tevens aan dat het van belang is dat de professional de mantelzorger betrekt bij de behandeling van de cliënt met de ziekte van Alzheimer. Ergotherapeut B geeft aan dat mantelzorgers van cliënten met de ziekte van Alzheimer in de eerste lijn worden betrokken bij de behandeling.

In het interview met ergotherapeut C wordt aangegeven dat een mantelzorger de applicatie Don’t forget it als een verademing zag doordat zij sneller berichten door kon sturen. In de

(20)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 20 review van Feirreiro, Aguiar & Meneses (2014) en de studie van Thomas et al. (2006) komt naar voren dat de kwaliteit van leven van de mantelzorgers van invloed is op de kwaliteit van leven van mensen met de ziekte van Alzheimer.

3.3 Applicaties

In deze paragraaf is een koppeling gemaakt tussen het gebruik van applicaties op de iPad (als middel) door cliënten met de ziekte van Alzheimer/dementie, de wensen en behoeften van de cliënt en de ervaring van de geïnterviewde ergotherapeut naar aanleiding van de enquête.

In de gevonden artikelen van de literatuurstudie zijn veelal kleine onderzoeken gedaan naar het gebruik van applicaties op de iPad en het gebruik van de iPad. Hieronder zijn de

gevonden resultaten uit de literatuur toegelicht.

Uit het onderzoek van Lim et al. (2013) bleek dat 71% van de mensen met dementie de iPad langer dan dertig minuten onder toezicht konden gebruiken. Van de 71% kon 43% de iPad langer dan tien minuten zonder toezicht gebruiken. Een applicatie die volgens onderzoek van Kong & Pak-Hin (2015) succesvol is om te gebruiken voor cliënten met dementie is

eenvoudige wiskunde, een brief decoreren of activiteiten die vergelijkbaar zijn met bestaande activiteiten. Han et al. (2014) hebben onderzoek gedaan naar de applicatie U-SMART

(Ubiquitous Spaced Retrieval-based Memory Advancement and Rehabilitation Training). 71% van de ouderen met een milde cognitieve stoornis (allen met dementie) denkt dat deze applicatie het geheugen verbetert. Uit onderzoek van Cahill & Diaz-Ponce (2011) is gebleken dat verpleeghuisbewoners behoefte hebben aan meer activiteiten. Volgens deze

onderzoekers is het van belang om aan te sluiten bij interesses van individuen uit het verleden. Tomori et al. (2015) hebben de applicatie, de ADOC (Aid for Decision-making in Occupation Choice) ontwikkeld. Met behulp van deze applicatie kunnen patiënten met dementie tijdens de ergotherapie behandeling betekenisvolle activiteiten aangeven. Deze betekenisvolle activiteiten kunnen door middel van illustraties worden aangegeven

(vooralsnog is de applicatie alleen beschikbaar in het Engels en Japans). Volgens de onderzoekers kan 70% van de patiënten met een minimale Mini-Mental State Examination (MMSE) score van acht aangeven welke activiteiten zij betekenisvol vinden.

Uit het onderzoek van Pringle & Somerville (2013) blijkt dat een tablet met de applicatie CART (Computer Assisted Reminiscence Therapy), waarop reminiscentietherapie wordt aangeboden, cliënten met dementie helpt in het herinneringsproces. De applicatie CIRCA is vergelijkbaar met bovengenoemde applicatie. Reminiscentietherapie staat centraal in deze applicatie. De onderzoekers suggereren dat de relatie tussen de cliënten met dementie en

(21)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 21 hun mantelzorgers mogelijk verbetert tijdens het gebruik van deze applicatie (Astell et al., 2010).

Naast de applicaties die uit de artikelen naar voren zijn gekomen, zijn er bruikbare applicaties besproken in het interview met ergotherapeut C. Deze ergotherapeut heeft ervaring in het gebruik van de iPad bij cliënten met de ziekte van Alzheimer. Hieronder worden de applicaties uitgelegd.

Don’t forget it

Deze applicatie wordt gebruikt door ergotherapeut C. De applicatie kan gebruikt worden op een digitaal fotolijstje, iPad, tablet of een monitor. De oudere krijgt informatie via de

applicatie welke wordt beheerd en ingevuld door de mantelzorger. Het trekt de aandacht en geeft informatie over de datum, tijd en het dagdeel. Dit kan volgens haar ‘opgeleukt’ worden met foto’s. Ook kunnen activiteiten in de toekomst worden aangekondigd of kan er

teruggeblikt worden op activiteiten in het verleden. Ergotherapeut C heeft de applicatie uitgeprobeerd met twee cliënten, waarvan één cliënt met de ziekte van Alzheimer en de ander met dementie (geen specifieke diagnose). De cliënt zelf was eerst wat terughoudend en er was sprake van weerstand. Nadat de applicatie ingezet werd was zij ook enthousiast; ze kreeg op deze manier een stukje zelfredzaamheid terug. De cliënt vond het gênant wanneer zij afspraken vergat en dit gebeurde na het inzetten van de applicatie niet meer.

Compaan

Ergotherapeut C heeft de Compaan aangeschaft voor haar praktijk. De Compaan is een tablet waarop de oudere zelf de mogelijkheid heeft om dingen te doen. Ook dit staat als een fotolijstje in de kamer, maar heeft meer functies. Afhankelijk van wat de persoon kan is er mogelijkheid tot interactie. De oudere kan reageren en foto’s ontvangen. De oudere is op deze wijze meer betrokken bij bijvoorbeeld een kleindochter die op vakantie is in Barcelona, volgens ergotherapeut C. De tablet beschikt over de mogelijkheid om face-to-face contact te hebben, wanneer het fysiek aanwezig zijn te vermoeiend is. Ergotherapeut C geeft aan dat de cliënt met dementie deze tablet kan gebruiken, al ligt het er wel aan in welke gradatie van de ziekte de cliënt zich bevindt. Cliënten hebben nog een leervermogen en als zij begrijpen wat ze met de tablet kunnen en het nut ervan inzien, kan het ingezet worden. Het zou een nieuwe dagelijkse routine kunnen worden. Wanneer zij inzien dat het bijdraagt aan het behouden van de zelfstandigheid is de tablet volgens ergotherapeut C bruikbaar.

(22)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 22

SimTab

De SimTab zit tussen Compaan en Don’t forget it, aldus ergotherapeut C. Het is een tablet speciaal voor ouderen. De ervaring van ergotherapeut C is dat het systeem traag is en het beeldscherm niet haarscherp is. Het is volgens haar wel een mooi hulpmiddel om

bijvoorbeeld de krant te lezen, omdat letters vergroot kunnen worden en de bladzijde gemakkelijk kan worden omgeslagen. Het biedt mogelijkheden voor ouderen in zijn algemeenheid.

In onderstaande tabel zijn de genoemde en beschreven applicaties kort samengevat en overzichtelijk weergegeven.

Applicatie Verkregen van Functie Doelgroep

U-SMART Literatuur Geheugentraining Ouderen met een milde cognitieve stoornis (allen met dementie)

ADOC Literatuur Betekenisvolle activiteiten aangeven door middel van illustraties

Patiënten met dementie in samenwerking met de ergotherapeut

CART Literatuur Reminiscentietherapie (hulp in het herinneringsproces)

Cliënten met dementie

CIRCA Literatuur Reminiscentietherapie Cliënten met dementie en hun mantelzorgers Don’t forget it Interview Herinneren van afspraken en

betrokken worden bij de omgeving van de cliënt

Getest bij een cliënt met de ziekte van Alzheimer en een cliënt met dementie (geen specifieke diagnose) Compaan Interview Betrokkenheid bij de

omgeving van de cliënt door middel van videobellen en foto’s versturen

Ouderen

SimTab Interview Tablet speciaal voor ouderen, waarop bijvoorbeeld de krant gelezen kan worden

Ouderen

(23)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 23

3.4 Visie ergotherapie

In deze paragraaf komen de resultaten van de enquête, de achtergrondinformatie en mening van de geïnterviewde ergotherapeuten aan bod. Ook de beperkingen en de benodigdheden voor het implementeren van de iPad binnen Atlant Zorggroep komen aan de orde. Deze resultaten worden weergegeven als bevindingen waarbij geen onderlinge koppeling gemaakt is.

3.4.1 Resultaten enquête

De enquête is verstuurd naar 47 ergotherapeuten. 22 ergotherapeuten hebben de enquête ingevuld. 21 deelnemers hebben de enquête volledig ingevuld. Alle deelnemers zijn vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 38,5 jaar, met een minimale leeftijd van 21 jaar. De oudste deelnemer was 60 jaar.

In totaal werkt 86% van de deelnemers met cliënten met de ziekte van Alzheimer. Daarvan gebruikt 21% (wat neerkomt op drie personen) de iPad tijdens de ergotherapie behandeling van de doelgroep. De iPad werd in alle stadia van de ziekte van Alzheimer gebruikt. Twee deelnemers gebruiken de iPad voor tijdregistratie, rapportage, het laten zien van

hulpmiddelen of het in kaart brengen van doelen. De overige deelnemer gebruikt een applicatie als middel voor de doelgroep, namelijk: Don’t forget it. Zij heeft ook aangegeven deze applicatie te gebruiken in samenwerking met de mantelzorger.

86% van de deelnemers werkt met cliënten met de ziekte van Alzheimer. 79% hiervan gebruikt geen iPad tijdens de behandeling van cliënten met de ziekte van Alzheimer. Van de deelnemers die geen iPad gebruiken tijdens de behandeling van cliënten met de ziekte van Alzheimer gebruikt 59% ook geen iPad bij andere doelgroepen. De overige deelnemers gebruiken de iPad bij cliënten met niet-aangeboren hersenletsel of cliënten met een CVA. De laatste vraag aan de deelnemers die de iPad niet gebruiken tijdens de behandeling van cliënten met de ziekte van Alzheimer was of zij openstaan voor het gebruik van de iPad tijdens de behandeling. Alle deelnemers die deze vraag hebben gekregen gaven aan open te staan voor het gebruik van de iPad.

De resultaten van de enquête worden schematisch weergegeven in bijlage 6.

3.4.2 Achtergrondinformatie/mening geïnterviewde ergotherapeuten

Interview ergotherapeut A Atlant Zorggroep

De ergotherapeut werkt zelden met cliënten met de ziekte van Alzheimer in de beginfase, maar voornamelijk in de eindfase (intramuraal). Zij heeft nog geen concrete ideeën voor het inzetten van iPads. Zij staat open voor het gebruik van de iPad als de mogelijkheden er zijn en de cliënt er gebaat bij is.

(24)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 24

Interview ergotherapeut B Atlant Zorggroep

De ergotherapeut werkt met name op de gesloten psychogeriatrische afdeling en sporadisch in verzorgingshuizen. Ze ziet de doelgroep soms in de eerste lijn. Er is dan vaak een

mantelzorger betrokken bij de behandeling. Binnen één woonzorgcentrum van Atlant

Zorggroep is er een activiteitenbegeleider actief met het gebruik van de iPad als middel voor levensboeken en foto’s. Binnen de verzorgingshuizen is er vaak al sprake van een

gestandaardiseerd systeem voor de cliënt. Een iPad is dan echt een nieuw technisch middel. Tot slot geeft de ergotherapeut aan dat zij niet op de hoogte is van de mogelijkheden van applicaties en dat zij hierin zoekende is.

Interview ergotherapeut C naar aanleiding van de enquête

De ergotherapeut heeft een eigen eerstelijns ergotherapie praktijk. Haar voornaamste doelgroep is ouderen. De gemiddelde leeftijd van haar cliënten is 75 jaar, maar zij ziet ook veel tachtig- en negentig jarigen. Veel van deze cliënten zijn fysiek immobiel. Deze generatie is veelal niet opgegroeid met computers en dus niet bekend met soortgelijke technologie. De kinderen van deze cliënten zijn er vaak wel mee bekend; ze heeft regelmatig mailcontact met hen. Hulpvragen zijn vaak gericht op fysieke mobiliteit. Als cliënten daar moeite mee hebben wordt het belangrijker om digitaal te zijn, bijvoorbeeld door middel van Skype om zo met kinderen en kleinkinderen in verbinding te komen. Voor haar praktijk heeft zij een iPad, SimTab, Don’t forget it en Compaan aangeschaft. Zij wil hier zelf meer mee kunnen, maar is hierin nog zoekende. Zij ziet het als een behoefte voor de cliënt en daarom heeft zij

bovengenoemde middelen aangeschaft. Zij is op zoek naar ‘hoe’ je als ergotherapeut de ouderen hierbij kan helpen. Daarnaast wil zij zich verdiepen in diensten zoals cursussen in bibliotheken, student aan huis en vrijwilligers. Zij wil graag weten hoe je deze diensten kunt inzetten. Regelmatig komt zij bij cliënten waar de iPad in de kast ligt, gekregen van de kinderen die het één keer hebben voorgedaan en denken dat de oudere het zo overneemt, terwijl het een hele andere manier van werken is en het om een andere aanpak vraagt. Ze vergelijkt het met een scootmobiel die in de schuur staat en die niet gebruikt wordt; de match is er nog niet.

3.4.3 Beperkingen implementatie iPad

Naar aanleiding van de interviews met de ergotherapeuten van Atlant Zorggroep zijn verschillende beperkingen naar voren gekomen ten aanzien van het inzetten van de iPad. Ergotherapeut A geeft aan dat applicaties vaak zijn ontwikkeld voor een groep zodat zoveel mogelijk mensen er gebruik van kunnen maken. Ergotherapie richt zich echter op het

(25)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 25 op de iPad niet aanpasbaar zijn voor de individuele cliënt. Daarnaast is de generatie niet opgegroeid met deze technologie. Dit kan een beperking zijn voor de cliënt om de stap te zetten om de iPad te gebruiken. Ergotherapeut B geeft aan dat op dit moment de tijd ontbreekt om de iPad daadwerkelijk te implementeren. Daarnaast is zij onvoldoende op de hoogte van de mogelijkheden die de iPad biedt.

Ergotherapeut C geeft aan dat WiFi soms een beperkende factor kan zijn bij het inzetten van de iPad binnen de eerstelijnszorg. WiFi is vaak niet aanwezig in de woning van de cliënt. Ook geeft zij aan dat wanneer ouderen in het bezit zijn van een iPad, de kinderen vaak geen tijd hebben om uitleg te geven waardoor de iPad in de kast blijft liggen.

3.4.4 Benodigdheden ergotherapeuten Atlant Zorggroep implementatie iPad

Uit de interviews met de ergotherapeuten van Atlant Zorggroep blijkt dat voornamelijk tijd een beperkende factor is bij de implementatie van de iPad. Het uitzoeken van de

mogelijkheden van applicaties kost veel tijd en deze tijd is er momenteel niet. Een lijst met bruikbare applicaties zal de ergotherapeuten naar verwachting helpen bij het implementeren van het gebruik van de iPad als middel tijdens de behandeling. Bij het adviseren van

applicaties moet er rekening gehouden worden met de volgende aspecten:  Praktisch en concreet

a. Hoe kan het gebruikt worden?

b. Is de applicatie aanpasbaar aan de cliënt zodat de ergotherapeut kan aansluiten bij de wensen en behoeften van de cliënt?

 Kosten-baten verhouding;

a. Voornamelijk voor de eerste lijn b. Wat kost het?

c. Is het makkelijk te installeren?

 Hoe kan het overgebracht worden naar de zorgmedewerkers? a. Hoe krijg je de zorg warm voor het gebruik van de iPad?  In- en exclusie criteria;

a. Voor wie is het gebruik van de iPad geschikt?

b. Hoe kan de ergotherapeut het middel integreren tijdens de behandeling?

c. Wat is het doel van de behandeling?

 Onderbouwing; tegenwoordig wordt niet alles in de zorg meer vergoed. Het is dus goed om na te gaan wat de kosten zijn en wat de meerwaarde van het gebruik van de iPad is voordat de mantelzorger er één aanschaft.

(26)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 26

4. Discussie

De opgestelde doelstelling van dit afstudeeronderzoek luidt als volgt:

‘’Het opstellen van een aanzet tot een adviesrapport waarin cliënten met de ziekte van Alzheimer centraal worden gesteld bij het gebruik van een iPad als middel tijdens de ergotherapie om de uitvoering van dagelijkse activiteiten te bevorderen.’’

In eerste instantie was de projectgroep van plan om een adviesrapport op te stellen, maar dit bleek gedurende het afstudeeronderzoek niet haalbaar. De doelstelling is daarom aangepast naar het schrijven van een aanzet tot een adviesrapport. Dit kan worden gezien als een beperking van dit afstudeeronderzoek. Deze aanzet tot een adviesrapport kan worden gezien als vooronderzoek voor het uiteindelijk opstellen van een adviesrapport om de iPad binnen de ergotherapie te implementeren.

iPad

Gedurende het afstudeeronderzoek is de iPad gehanteerd gezien deze beschikbaar is bij Atlant Zorggroep. De term tablet is echter meerdere keren gebruikt tijdens het

afstudeeronderzoek omdat gebleken is dat met deze term belangrijke gegevens gevonden kunnen worden, die een aanvulling kunnen zijn op het afstudeeronderzoek. Het toevoegen van de term leverde inderdaad meer bruikbare informatie op.

Uitkomstmaat

De vraag- en doelstelling van het afstudeeronderzoek richt zich op de uitkomstmaat

‘zelfstandig uitvoeren van dagelijkse activiteiten’. Deze uitkomstmaat heeft richting gegeven aan het afstudeeronderzoek. Tijdens het afstudeeronderzoek zijn echter geen concrete resultaten naar voren gekomen die aangeven dat door het gebruik van de iPad als middel de zelfstandigheid van het uitvoeren van dagelijkse activiteiten door cliënten met de ziekte van Alzheimer wordt vergroot. Dit afstudeeronderzoek heeft voornamelijk resultaten opgeleverd over de huidige stand van zaken van het gebruik van de iPad als middel. Hierbij is minder gekeken naar het effect van de iPad. Vervolgonderzoek zou zich dan ook kunnen richten op de effecten van het gebruik van de iPad op cliënten met de ziekte van Alzheimer.

Doelgroep

Tot de oorspronkelijke doelgroep van dit afstudeeronderzoek behoorden cliënten in de eerste twee stadia van de ziekte van Alzheimer. Dit bleek al snel een te specifieke doelgroep te zijn voor het gehele afstudeeronderzoek. In de individuele literatuurstudie is de doelgroep

(27)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 27 enquête heeft de focus gelegen op cliënten met de ziekte van Alzheimer. Vervolgens heeft de focus in het interview met ergotherapeut C gelegen op applicaties voor cliënten met de ziekte van Alzheimer, dementie en een deel met betrekking tot ouderen in het algemeen. Dit alles heeft ervoor gezorgd dat er geen eenduidige doelgroep in het afstudeeronderzoek naar voren komt. Het laat ook zien dat er momenteel nog weinig onderzoek gedaan is naar deze doelgroep in combinatie met het gebruik van de iPad.

Uit verschillende onderzoeken blijkt dat mensen met dementie/mensen in een vroeg stadia van de ziekte van Alzheimer, zonder voorafgaande ervaring, gebruik kunnen maken van een applicatie. De projectgroep is van mening dat dit gegeven niet direct kan worden

overgenomen. Verder onderzoek zal nodig zijn om dit aan te tonen.

Literatuurstudie

De gevonden artikelen in de individuele literatuurstudies hebben over het algemeen een laag level of evidence. Volgens de projectgroep heeft dit te maken met de relevantie van het onderwerp; applicaties voor de doelgroep. Daarnaast kan het te maken hebben met de subjectieve onderwerpen; wensen en behoeften en rollen en taken. Deze subjectieve

onderwerpen maken het moeilijk om met harde bewijzen te komen. De projectgroep heeft de huidige stand van zaken in kaart gebracht. Het lage level of evidence is naast een zwakte punt ook een resultaat dat laat zien dat het onderzoek zich in de beginfase bevindt. De resultaten van de literatuurstudies kunnen de resultaten van het praktijkonderzoek aanvullen waardoor het resultaat als bewijs wordt versterkt.

Vanuit het perspectief van de ergotherapie zijn de termen wensen en behoeften opgesteld. Uit de resultaten bleek dat ‘behoeften’ een veelgebruikte term is. De term wensen is echter niet voorgekomen in de artikelen. Daarnaast zijn wensen en behoeften per individu

verschillend en is het van belang dat dit in acht wordt genomen in een volgende fase van het onderzoek.

Tijdens het zoekproces betreft de rollen en taken van mantelzorgers is gebleken dat deze deelvraag te specifiek was. In de literatuur is nauwelijks informatie gevonden over de rollen en taken van mantelzorgers. De termen rollen en taken zijn gedefinieerd met behulp van ergotherapeutische vakliteratuur. In de resultaten kwamen veelal de behoeften van mantelzorgers naar voren in plaats van de rollen en taken. De deelvragen van zowel de rollen en taken als de wensen en behoeften hadden specifieker geformuleerd kunnen worden. Dit is tevens een suggestie voor verbetering.

(28)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 28

Enquête

De gekozen vorm van de enquête is een clustersteekproef. Sterk punt is dat de enquête verstuurd is door een ergotherapeut die voor de deelnemers bekend is. De projectgroep verwachtte hierdoor meer respons. De verschillende te volgen routes in de enquête zorgden ervoor dat de deelnemer alleen de vragen kreeg die voor haar van toepassing was. De uitkomsten van de enquête waren concreet en helder, waardoor duidelijke conclusies getrokken konden worden.

Een beperking was de grootte van de onderzoekspopulatie waarin de enquête is uitgezet; deze is relatief klein. Wel is het een bewuste keuze geweest gezien de explorerende fase waarin dit afstudeeronderzoek zich bevindt. Tevens kan over het kleine demografisch gebied gediscussieerd worden.

Interview

Het streven was om twee interviews af te nemen met ergotherapeuten die ervaring hebben met het werken met de iPad als middel bij cliënten met de ziekte van Alzheimer. Deze gegevens zouden uit de enquête gehaald worden. Drie ergotherapeuten die gaven aan de iPad te gebruiken bij cliënten met de ziekte van Alzheimer. Ergotherapeut C heeft als enige haar e-mailadres achtergelaten om benaderd te worden voor een interview. De overige twee ergotherapeuten hebben geen e-mailadres achtergelaten. Na analyse van de gegevens bleek dat deze ergotherapeuten de iPad gebruiken voor rapportage, tijdsregistratie en het laten zien van hulpmiddelen. Het streven om twee interviews af te nemen is daardoor niet behaald, maar met de gegevens uit de enquête was een interview met één van de twee overige ergotherapeuten niet zinvol geweest. Dit had geen relevante informatie opgeleverd voor het gebruik van de iPad als middel tijdens de ergotherapie behandeling. Uit de overige interviews zijn resultaten naar voren gekomen die belangrijk zijn bij het gebruik van een iPad als middel tijdens de ergotherapie behandeling. De gekozen methodes zorgen niet voor harde bewijzen, maar laten wel uitkomsten zien die relevant en interessant zijn.

In het interview met ergotherapeut C had verder doorgevraagd kunnen worden over de Compaan tablet. Tijdens het verwerken van de resultaten bleek dat zij deze nog niet heeft ingezet bij cliënten terwijl ze de Compaan tablet al wel heeft aangeschaft.

(29)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 29

5. Conclusie

In dit afstudeeronderzoek is antwoord gezocht op de volgende hoofdvraag:

‘'Wat is de huidige stand van zaken wat betreft het gebruik van iPads als middel bij cliënten met de ziekte van Alzheimer tijdens de ergotherapie ter bevordering van het zelfstandig uitvoeren van dagelijkse activiteiten?''

Geconcludeerd kan worden dat een volledig antwoord op de vraag niet gegeven kan worden. De projectleden hebben gedurende het afstudeeronderzoek de doelgroep verbreed en de uitkomstmaat, het zelfstandig uitvoeren van dagelijkse activiteiten, gedeeltelijk losgelaten. Dit waren bewuste keuzes voor dit afstudeeronderzoek wat resulteert in het niet volledig kunnen geven van een antwoord op de hoofdvraag.

Wel is de huidige stand van zaken wat betreft het gebruik van iPads in kaart gebracht door middel van de enquête en de interviews. Hieruit is gebleken dat in het uitgezette gebied van de enquête de iPad nauwelijks wordt gebruikt als middel tijdens de ergotherapie. Uit de enquête bleek dat alle ergotherapeuten open staan voor het gebruik van de iPad tijdens de ergotherapie behandeling van cliënten met de ziekte van Alzheimer.

Drie van de 21 deelnemers gebruiken de iPad bij de doelgroep cliënten met de ziekte van Alzheimer. Hiervan gebruikt één deelnemer de iPad als middel tijdens de ergotherapie behandeling van de cliënten met de ziekte van Alzheimer. Met deze ergotherapeut heeft er een interview plaatsgevonden waarin zij haar kennis en ervaring met de projectgroep heeft gedeeld. Haar eerste ervaring en de mening van de cliënt lijken positief.

Dit sluit aan bij de uitkomsten van de individuele literatuurstudie over het gebruik van applicaties, hierin worden positieve uitkomsten gesuggereerd.

Uit de individuele literatuurstudie over de wensen en behoeften blijkt dat cliënten meer betrokken willen worden bij de invulling van hun onvervulde behoeften. De literatuurstudie over rollen en taken van mantelzorgers laat zien dat het van belang is om de omgeving van de cliënt te betrekken. Mantelzorgers hebben sterk gevarieerde rollen en taken die cliënten met de ziekte van Alzheimer ondersteunen bij het uitvoeren van dagelijkse activiteiten. De combinatie van deze resultaten laat zien dat het van belang is dat het cliëntsysteem betrokken wordt.

Om de mening en visie van de ergotherapeuten van Atlant Zorggroep in kaart te brengen hebben er twee interviews plaatsgevonden. Het belangrijkste resultaat hieruit is dat beide

(30)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 30 ergotherapeuten open staan voor het gebruik van de iPad als middel tijdens de ergotherapie behandeling. Hun visie en mening wordt meegenomen in de aanbevelingen.

De gevonden resultaten uit zowel de individuele literatuurstudies, de enquête en interviews laten zien dat het gebruik van de iPad als middel tijdens de ergotherapie zich in een

beginfase bevindt.

5.1 Aanbevelingen

De aanbevelingen komen voort uit de resultaten, discussie en conclusie van dit

afstudeeronderzoek. De aanbevelingen zijn geschreven voor zowel Atlant Zorggroep als voor een (eventuele) volgende projectgroep, aangezien deze voor beide bruikbaar kunnen zijn.

 Het gebruik van de iPad kan gekoppeld worden aan betekenisvolle activiteiten, zinvolle dagbesteding en sociale interactie van cliënten met de ziekte van Alzheimer/dementie. Uit onderzoek blijkt dit een onvervulde behoefte gericht op dagelijkse activiteiten.

 De cliënt kan meer betrokken worden bij het zorgplan en bij het invullen/bepalen van onvervulde behoeften. Dit is een uitgangspunt van de ergotherapie, maar uit

onderzoek blijkt dit vaak een onvervulde behoefte te zijn van cliënten met dementie.

 Voor het bepalen van de onvervulde behoeften kan er in de toekomst wellicht gebruik gemaakt worden van de applicatie ADOC op de iPad tijdens de ergotherapie

behandeling. Zo kunnen de individuele behoeften van de cliënt met de ziekte van Alzheimer/dementie in kaart gebracht worden. Deze applicatie is echter nog niet beschikbaar in het Nederlands en recent ontwikkeld, waardoor er nog geen concrete ervaringen beschikbaar zijn.

 Uit onderzoek blijkt dat er applicaties ontwikkeld zijn met reminiscentietherapie. Vooralsnog is er onvoldoende bewijs dat deze applicaties daadwerkelijk effectief zijn, maar wel lijken de eerste uitkomsten positief. Dit zal in de toekomst wellicht een mogelijkheid zijn voor het inzetten van de iPad als middel tijdens de ergotherapie behandeling.

(31)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 31

 Om de inzet van de iPad succesvol te laten zijn, zou de mantelzorger meer betrokken moeten worden bij het inzetten van de iPad. De mantelzorger kan bijvoorbeeld uitleg geven over het gebruik ervan, wat het werken met de iPad ten goede komt.

 Uit de enquête bleek dat alle ergotherapeuten open staan voor het gebruik van de iPad bij cliënten met de ziekte van Alzheimer tijdens de ergotherapie behandeling. De projectgroep adviseert daarom om kennis en ervaringen te delen met behulp van de leden van de regiogroep.

 Om de iPad daadwerkelijk te gaan gebruiken binnen Atlant Zorggroep, hebben de ergotherapeuten een lijst met bruikbare applicaties nodig. Bij het aanbevelen van applicaties moet er rekening gehouden worden met de volgende criteria, zodat zo goed mogelijk wordt aangesloten bij de wensen van de ergotherapeuten van Atlant Zorggroep:

 Praktisch en concreet

a. Hoe kan het gebruikt worden?

b. Is de applicatie aanpasbaar aan de cliënt zodat de ergotherapeut kan aansluiten bij de wensen en behoeften van de cliënt?

 Kosten-baten verhouding;

a. Voornamelijk voor de eerste lijn b. Wat kost het?

c. Is het makkelijk te installeren?

 Hoe kan het overgebracht worden naar de zorgmedewerkers? a. Hoe krijg je de zorg warm voor het gebruik van de iPad?  In- en exclusie criteria;

a. Voor wie is het gebruik van de iPad geschikt?

b. Hoe kan de ergotherapeut het middel integreren tijdens de behandeling?

c. Wat is het doel van de behandeling?

 Onderbouwing; tegenwoordig wordt niet alles in de zorg meer vergoed. Het is dus goed om na te gaan wat de kosten zijn en wat de meerwaarde van het gebruik van de iPad is voordat de mantelzorger er één aanschaft.

(32)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 32

Literatuurlijst

Ansems, J. (2008). Van woord tot tekst. Baarn: HBuitgevers.

Astell, A., Ellis, M., Bernardi, L., Alm, N., Dye, R., Gowans, G., & Campbell, J. (2010). Using a touch screen computer to support relationships between people with dementia and caregivers. Interacting with Computers, 22(4), 267-275.

Atlant Zorggroep. (2015). Organisatie. Opgehaald van Atlant Zorggroep: http://www.atlant.nl/over-atlant/organisatie/

Bakker, J. (2007). Gedragsneurologie voor paramedici. Utrecht: de Tijdstroom.

Black, B., Johnston, D., Rabins, P., Morrison, A., Lyketsos, C., & Samus, Q. (2013). Unmet Needs of Community-Residing Persons with Dementia and Their Informal Caregivers: Findings from the MIND at Home Study. Journal of the American Geriatrics Society,

61(12), 2087-2095.

Boeije, H., 't Hart, H., & Hox, J. (2009). Onderzoeksmethoden. Den Haag: Boom Onderwijs.

Boeije, H. (2014). Analyseren in kwalitatief onderzoek. Amsterdam: Boom Lemma Uitgevers.

Bossen, A., Specht, J., & McKenzie, S. (2009). Needs of people with early-stage alzheimer's disease: reviewing the evidence. Journal of Gerontological Nursing, 35(3), 8-15.

Cahill, S., & Diaz-Ponce, A. (2011). 'I hate having nobody here. I'd like to know where they all are'': Can qualitative research detect differences in quality of life among nursing home residents with different levels of cogntive impairment? Aging & Mental Health, 15(5), 562-572.

De Klerk, M., de Boer, A., Kooiker, S., Plaisier, I., & Schyns, P. (2014). Hulp geboden: Een

verkenning van de mogelijkheden en grenzen van (meer) informele hulp, 1-197. Den

Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Ducharme, F., Kergoat, M., Coulombe, R., Lévesque, L., Antoine, P., & Pasquier, F. (2014). Unmet support needs of early-onset dementia family caregivers: a mixed-design study. BMC Nursing 13(49), 1-21.

(33)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 33 Ferreira, D., Aguiar, V., & Meneses, R. (2014). Quality of life in the content of family

caregivers of elderly with alzheimer: integrative review. Journal of Nursing UFPE On

Line, 8(8) 2883-2888.

Grit, R. (2011). Projectmanagement. Groningen/Houten: Noordhoff.

Han, J., Oh, K., Yoo, S., Kim, E., Ahn, K., Son, Y., & Kim, K. (2014). Development of the ubiquitous spaced retrieval-based memory advancement and rehabilitation training program. Psychiatry Investigation, 11(1), 52-58.

Kong, A., & Pak-Hin, P. (2015). Conducting cognitive exercises for early dementia with the use of apps on iPads. Communication Disorders Quarterly, 36(2), 102-106.

Krijgsman, J., & Klein Wolterink, G. (2012). Ordening in de wereld van eHealth. Utrecht: Nictiz.

Krijgsman, J., de Bie, J., Burghouts, A., de Jong, J., Cath, G., van Gennip, L., & Friele, R. (2013). eHealth, verder dan je denkt. eHealth-monitor. Utrecht: Nictiz & Nederlands instituut voor onderzoek in de gezondheidszorg.

Le Granse, M., & Kuiper, C. (2012). Cliënt. In le Granse, M., van Hartingsveldt, M. &

Kinébanian, A., Grondslagen van de Ergotherapie (pp. 211-230). Amsterdam: Reed Business.

Lim, F., Wallace, T., Luszcz, M., & Reynolds, K. (2013). Usability of tablet computers by people with early-stage dementia. Gerontology, 59(2), 174-182.

Meaney, A., Croke, M., & Kirby, M. (2005). Needs assessment in dementia. International

Journal of Geriatric Psychiatry, 20(4), 322-329.

Internationale Stichting Alzheimer Onderzoek. (2015). Het verloop van Alzheimer. Opgehaald van Stichting Alzheimer Onderzoek: https://www.alzheimer.nl/over-alzheimer/herkennen-en-behandelen/ziekteverloop/

Peeters, J., Wiegers, T., de Bie, J., & Friele, R. (2013). Overzichtstudies, technologie in de

(34)

Afstudeeronderzoek Annelise Disbergen, Milou Kist & Lisanne Piek.

In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam en Atlant Zorggroep. 34 Poos, M.J.J.C., Meijer, S. & Willemse, B. (2014). Nationaal Kompas Volksgezondheid -

Dementie. Opgehaald van Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu:

http://www.nationaalkompas.nl/gezondheid-en-ziekte/ziekten-en-aandoeningen/psychische-stoornissen/dementie/trend/

Pringle, A., & Somerville, S. (2013). Computer-assisted reminiscence therapy: Developing practice. Mental Health Practice, 17(4), 34-37.

Rijksoverheid. (2015). Kwetsbare ouderen. Opgehaald van Rijksoverheid:

http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ouderenzorg/kwetsbare-ouderen

Rijksoverheid. (2015). Ouderen langer zelfstandig wonen. Opgehaald van Rijksoverheid: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ouderenzorg/ouderen-langer-zelfstandig-wonen

Satink, T., & van de Velde, D. (2012). Kerndomein van de ergotherapie. In le Granse, M., van Hartingsveldt, M. & Kinébanian, A., Grondslagen van de ergotherapie (pp. 73-94). Amsterdam: Reed Business.

Scanlon, L., O'Shea, E., O'Caoimh, R., & Timmons, S. (2014). Assessment of cognition using cognitive training application. Age & Ageing, 43(2), ii24.

Taalwinkel. (2014). Het adviesrapport. Opgehaald van Taalwinkel : http://www.taalwinkel.nl/tekstsoorten/het-adviesrapport/

ThesisTools. (2015). ThesisTools Online Enquêtes. Opgehaald van ThesisTools: http://www.thesistools.com/

Thomas, P., Lalloué, F., Preux, P., Hazif-Thomas, C., Pariel, S., Inscale, R., Clément, J. (2006). Dementia patients caregivers quality of life: the PIXEL study. International

journal of geriatric psychiatry,21(1), 50-56.

Tomori, K., Nagayama, H., Saito, Y., Ohno, K., Nagatani, R., & Higashi, T. (2015). Examination of a cut-off score to express the meaningful activity of people with dementia using iPad application (ADOC). Disability and Rehabilitation Assistive

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Several international intervention initiatives have resulted in a decrease in the number of infant deaths; however, the incidence of sudden unexpected death in infancy (SUDI)

Vakkennis en vaardigheden Competentie en component(en) Prestatie-indicator • * In relatie tot de branche waarin

In onderstaande figuren zijn voor de 3 schaalmodellen het gemiddelde etmaalverloop van de gemeten transmissie tijdens bewolkte (licht is meer dan 95% diffuus) en onbewolkte

Naarmate de infectie vordert, ontstaat een geheel van klinische kenmerken dat uniek is voor een infectie door Clostridium sordellii: duidelijke leukocytose die leukemoïde reactie

De onderliggende competenties zijn: Vakdeskundigheid toepassen, Leren Voor Orthopedisch Technisch Medewerker geldt aanvullend:. Stelt, in overleg met zijn leidinggevende,

Furthermore, test work is divided into two phases namely, the laboratory phase in which the proof of concept of manufacturing clay bricks containing glass particles will

Die filosofies- opvoedkundige mandaat (grondslag) van die Pretorius-kommissie was tweërlei van aard: dat “die Christelike beginsel in onderwys en op- voeding erken, openbaar en

die stedelik gerigte noordwestelike komponent, wat die grootste gedeeltes van die landdrosdistrikte Vereeniging (wat Meyerton insluit), Vanderbijlpark en Sasolburg