Uitwerkingen Meetkunde MULO-B 1911 (
1 21
uur)
Opgave 1.
We tekenen bij de gegeven ABCde lijnen KM //ABdoor C, KL BC// door A en tenslotte LM//ACdoor A. Zo ontstaat
KLM
.
Omdat AL BC AC BL// // is ALBC een parallellogram, dus BC AL(1).
Omdat AB CK BC AK// // is ABCK een parallellogram, dus BC AK(2).
Uit (1) en (2) volgt, dat AK AL. // AD BC AD KL KL BC , dus AD staat
loodrecht op KL en deelt KL doormidden, dus AD is middelloodlijn in KLM .
Op analoge wijze kunnen we bewijzen, dat CF en BE ook middelloodlijnen zijn in KLM . Omdat de drie middelloodlijnen in een driehoek door één punt gaan, gaan dus de drie hoogtelijnen in ABCook door één punt.
Opgave 2.
Stel AD DB x .
2 2 2 2 169 2 169 2
AD CD AC CD x CD x .
Voor de oppervlakte O van ABCgeldt: 1 2
( )
O ABC AB CD
2 2
1
22x 169x x 169x , dus geldt volgens het gegeven 2 169 60 x x 169x2x4 3600 x4169x23600 0. Stel 2 2 1,2 169 28561 14400 169 3600 0 2 x p p p p 1,2 169 119 114 12 25 5 2 p p x p . x
De basis is dus gelijk aan 10 of 24.
Opgave 3.
We moeten construeren 2 2
x a ab b . Nu geldt a2ab b 2 (a b )2ab
Nu geldt x c2ab.
Stel c2 d , hetgeen overeenkomt met 1:c c d : . We kunnen ddus construeren als vierde
evenredige van 1, c en c.
Nu geldt x d ab
Stel ab e , hetgeen overeenkomt met 1:a b e : . We kunnen dus e construeren als vierde evenredige van 1, a en b.
Nu geldt x d e x2 d e, hetgeen overeenkomt met 1:x x d e : ( ).
We kunnen dus uiteindelijk x construeren omdat deze middelevenredig is tussen 1 en (d e ). Deze laatste constructie zien we hieronder.