In deze publicatie zijn enkele indicatoren gepresenteerd over de
glastuinbouw in Nederland. Het betreft indicatoren over de structuur, de
economische omvang en het milieu. Het gaat hierbij om een grafisch
gepresenteerde selectie van indicatoren, kortom een overzicht van de
prestatie-indicatoren in vogelvlucht. De indicatoren geven inzicht in de
ontwikkeling binnen de belangrijkste thema’s. De indicatoren komen uit
verschillende bronnen of zijn hieruit samengesteld.
Voor de indicatoren wordt een tijdreeks gegeven vanaf 2000 tot en met 2018, voor zover data beschikbaar zijn.
Deze factsheet geeft inzicht in de langjarige ontwikkelingen van de glastuinbouwsector op de volgende indicatoren:
1. Aantal glastuinbouwbedrijven (bedrijven met glastuinbouw en gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven)
2. Areaal van bedrijven met glastuinbouw en areaal van gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven 3. Verdeling areaal naar subsector en gewas
4. Betekenis van het glastuinbouwcomplex voor de Nederlandse economie (toegevoegde waarde en werkgelegenheid)
5. Werkgelegenheid (primaire sector) 6. Productiewaarde
7. Handelswaarde
8. Energie-efficiëntie, CO2-emissie en aandeel duurzame energie
9. Milieubelasting op waterleven door de glastuinbouw per eenheid product 10. Ruimtelijke verdeling over Nederland
Glastuinbouw in cijfers
1. Aantal bedrijven
Figuur 1.1 Ontwikkeling van het aantal bedrijven met glastuinbouw, het areaal en de gemiddelde omvang van een bedrijf met glastuinbouw, (in opp. en aantal op linkeras, areaal per bedrijf op rechteras)
Bron: Landbouwtelling, bewerking Wageningen Economic Research; 2018 voorlopige cijfers. Vanaf 2016 wordt bij de Landbouwtelling gebruik gemaakt van het Handelregister van de Kamer van Koophandel. De belangrijkste wijziging tussen 2015 en 2016 is dat bedrijven die niet in het Handelsregister (Kamer van Koophandel) zijn opgenomen met een agrarische landbouwactiviteit, niet meer in de landbouwtelling zijn opgenomen. Het zijn in het algemeen bedrijven met een zeer kleine economische omvang die uit de registratie zijn weggevallen.
Figuur 1.2 Ontwikkeling van het aantal bedrijven, areaal en areaal per bedrijf met
bloemkwekerijgewassen onder glas, (in opp. en aantal op linkeras, areaal per bedrijf op rechteras) Bron: Landbouwtelling, bewerking Wageningen Economic Research; 2018 voorlopige cijfers.
0,00 0,50 1,00 1,50 2,00 2,50 3,00 0 2.000 4.000 6.000 8.000 10.000 12.000
Oppervlakte Aantal bedrijven Areaal per bedrijf
0 0,5 1 1,5 2 2,5 0 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 7.000
Figuur 1.3 Ontwikkeling van het aantal bedrijven, areaal en areaal per bedrijf met groente onder glas (in opp. en aantal op linkeras, areaal per bedrijf op rechteras)
Bron: Landbouwtelling, bewerking Wageningen Economic Research; 2018 voorlopige cijfers.
Figuur 1.4 Ontwikkeling van het areaal onder glas per bedrijf met bloemkwekerijgewassen, fruit of glasgroente in hectare
Bron: Landbouwtelling, bewerking Wageningen Economic Research; 2018 voorlopige cijfers.
2. Specialisatiegraad
1Bedrijven kunnen worden ingedeeld in speciale bedrijfstypen. Afhankelijk van de aandelen van de SO (Standaard Opbrengst) van de groepen producten van het bedrijf, wordt het NSO hoofdtype vastgesteld. (voor meer informatie over SO en NSO; https://edepot.wur.nl/465323). Als het aandeel groter is dan 2/3, dan is het een gespecialiseerd bedrijf. De specialisatiegraad wordt als volgt vastgesteld: het aandeel van het areaal van de betreffende sector dat wordt geteeld op dit bedrijfstype (specialisatiegraad, bijvoorbeeld het areaal glasgroentegewassen op
glasgroentebedrijven, uitgedrukt in procenten van het totale areaal glasgroentegewassen).
1 Het type NSO-overige glastuinbouwbedrijven zijn hier niet gepresenteerd.
0,00 0,50 1,00 1,50 2,00 2,50 3,00 3,50 4,00 4,50 0 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000
Oppervlakte Aantal bedrijven Areaal per bedrijf
0 0,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5
Bloemkwekerijgewassen Fruit Glasgroente
Ha
Figuur 2.1 Bedrijfstype glasgroentebedrijven, aantal en gemiddelde omvang per bedrijf/gemiddelde specialisatiegraad 2000-2018
Bron: Landbouwtelling, bewerking Wageningen Economic Research; 2018 voorlopige cijfers.
Figuur 2.2 Bedrijfstype pot- en perkplantenbedrijven, aantal en gemiddelde omvang per bedrijf/gemiddelde specialisatiegraad 2000-2018
Bron: Landbouwtelling, bewerking Wageningen Economic Research; 2018 voorlopige cijfers.
Figuur 2.3 Bedrijfstype snijbloemenbedrijven, aantal en gemiddelde omvang per bedrijf/gemiddelde specialisatiegraad 2000-2018
Bron: Landbouwtelling, bewerking Wageningen Economic Research; 2018 voorlopige cijfers.
0,00 1,00 2,00 3,00 4,00 5,00 6,00 0 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000
Aantal bedrijven Oppervlakte per bedrijf
88% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 0,00 0,50 1,00 1,50 2,00 2,50 3,00 0 200 400 600 800 1.000 1.200 1.400 1.600 1.800
Aantal bedrijven Oppervlakte per bedrijf
97% 0% 20% 40% 60% 80% 100% 120% 0,00 0,50 1,00 1,50 2,00 2,50 0 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500
Aantal bedrijven Oppervlakte per bedrijf
95% 0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%
3. Areaal per gewasgroep
Figuur 3.1 Areaal naar gewas; glasgroenten
Bron: Landbouwtelling, bewerking Wageningen Economic Research; 2018 voorlopige cijfers.
Figuur 3.2 Areaal naar gewas; snijbloemen onder glas
Bron: Landbouwtelling, bewerking Wageningen Economic Research; 2018 voorlopige cijfers.
Figuur 3.3 Areaal naar gewas; pot- en perkplanten onder glas
Bron: Landbouwtelling, bewerking Wageningen Economic Research; 2018 voorlopige cijfers.
0 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Ha
Aardbeien onder glas Aardbeien onder plastic tunnels Aubergines Komkommers Opkweekmateriaal groenten onder glas Overige glasgroenten Gele paprika Groene paprika Overige paprika Rode paprika Cherry-tomaten Losse tomaten Trostomaten Paprika's, totaal Tomaten, totaal
0 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500 4.000 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Ha
Alstroemeria Anjers Anthurium Chrysanten Eustoma Russellianum Fresia's Gerbera's Hortensia's Lelies Orchideeën
Overige snijbloemen Pioenroos Ridderster Rozen Tulpen
0 200 400 600 800 1.000 1.200 1.400 1.600 Ha
4. Betekenis van het glastuinbouwcomplex voor de Nederlandse
economie (toegevoegde waarde en werkgelegenheid)
Figuur 4.1 Ontwikkeling in de bijdrage van het glastuinbouwcomplex a) aan de totale Nederlandse toegevoegde waarde
a) Alle activiteiten in de Nederlandse economie die samenhangen met agrarische producten, en daarmee de directe en indirecte effecten van de primaire land- en tuinbouw, visserij en verwerking, inclusief de verwerking van ingevoerde producten (zoals cacao). Het gaat hierbij onder andere om de toelevering en distributie. Samen vormen deze schakels het agrocomplex; Wegens een revisie van de cijfers kunnen deze afwijken van eerder gepubliceerde cijfers (zie Agrimatie.nl)
Bron: Wageningen Economic Research.
Figuur 4.2 Ontwikkeling in de bijdrage van het agrocomplex a) glastuinbouw aan de totale Nederlandse werkgelegenheid in arbeidsjaren
a) Alle activiteiten in de Nederlandse economie die samenhangen met agrarische producten, en daarmee de directe en indirecte effecten van de primaire land- en tuinbouw, visserij en verwerking, inclusief de verwerking van ingevoerde producten (zoals cacao). Het gaat hierbij onder andere om de toelevering en distributie. Samen vormen deze schakels het agrocomplex; Wegens een revisie van de cijfers kunnen deze afwijken van eerder gepubliceerde cijfers (zie Agrimatie.nl)
Bron: Wageningen Economic Research. 0 0,2 0,4 0,6 0,8 1 1,2 1,4 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 % 0 0,2 0,4 0,6 0,8 1 1,2 1,4 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 %
5. Werkgelegenheid
In de glastuinbouw zijn er verschillende cijfers over de hoeveelheid arbeid in de sector. Ook wordt de arbeid in verschillende eenheden uitgedrukt. Zo is er een verschil in het aantal arbeidsjaareenheden (aje) en aantal werknemers. Ook is er een verschil in dienstverband. Zo kan men denken aan gezinsarbeid en betaalde arbeid, arbeid in vaste dienst of arbeid door tijdelijke werknemers. Bij deze indicatorenset is gekozen om de gegevens van Colland Arbeidsmarkt te gebruiken. Deze bron drukt de arbeid uit in aantal werknemers. In de meeste recente factsheet zijn onder andere de volgende cijfers gepresenteerd, mede op basis van het Collandarbeidsmarktonderzoek 2018.
Tabel 5.1 Werkgelegenheid in aantal personen
Categorie werknemer Aantal personen Indeling
Aantal werknemers op eigen loonlijst 34.720 a
Aantal werknemers op eigen loonlijst (piekmoment) 40.580 b Aantal arbeidskrachten niet op loonlijst bij bedrijven met werknemers (structureel)
(zijn m.n. uitzendkrachten) 22.690 c
Aantal arbeidskrachten niet op loonlijst bij bedrijven met werknemers (piek)
(zijn m.n. uitzendkrachten) 47.670 d
Aantal zelfstandigen 1.680 e
Aantal arbeidskrachten niet op loonlijst bij bedrijven zonder werknemers
(structureel) (zijn m.n. uitzendkrachten) 15.120 f
Aantal arbeidskrachten niet op loonlijst bij bedrijven zonder werknemers (piek)
(zijn m.n. uitzendkrachten) 35.210 g
Totaal structureel 74.210 (=a+c+e+f)
Totaal in piek 125.140 (=b+d+e+g)
Bron: Collandarbeidsmarkt 2018.
6. Productiewaarde glastuinbouw
Net als arbeid kan ook de productiewaarde op verschillende manieren worden berekend. In
onderstaande berekening is een schatting gemaakt van de productiewaarde van de glastuinbouw op basis van de door het CBS beschikbaar gestelde data van de Nationale Rekeningen. Op basis van deze gegevens is een inschatting gemaakt van de productiewaarde voor specifiek de glastuinbouw, wat de resultante is van de hoeveelheid en prijscomponent. Bij deze inschatting zijn enkele
aannames gedaan. De hieronder gepresenteerde cijfers zijn indicatief.
Figuur 6.1 Indicatieve productiewaarde glastuinbouw Bron: CBS-statline, bewerking Wageningen Economic Research.
0 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 7.000 2015 2016 2017* 2018**
7. Handelswaarde glastuinbouw
Op basis van de handelscijfers van het CBS is een schatting gemaakt van de export- en
importwaarde van de glastuinbouw. Op de Goederencodelijsten die door Eurostat zijn benoemd in de Gecombineerde Nomenclatuur (GN) en gebruikelijk zijn in de handelsstatistieken van goederen, is niet vermeld of producten onder glas worden geteeld. Daarom zijn bij de samenstelling van deze cijfers enkele aannames gedaan. De cijfers moeten dan ook als een schatting worden
geïnterpreteerd.
Het CBS definieert de exportwaarde als volgt: de waarde van de door ingezetenen aan het buitenland geleverde goederen volgens de statistieken van de internationale handel. Dit is de waarde, inclusief vracht- en verzekeringskosten tot aan de Nederlandse grens.
Hierbij kan sprake zijn van goederen die in Nederland zijn voortgebracht of vervaardigd, maar ook van aanvankelijk ingevoerde goederen. Tot de uitvoer behoren ook tijdelijk uitgevoerde goederen die in opdracht van een ingezetene in het buitenland een behandeling ondergaan (passieve loonveredeling). Dit betekent dat dus ook wederuitvoer in deze cijfers is meegenomen, maar doorvoer niet.
Voor de importwaarde geldt de volgende definitie: de invoer van goederen betreft alle goederen die voor gebruik of verbruik in het economisch vrije verkeer van Nederland zijn gebracht. Dit is het geval wanneer de invoerheffingen en nationale belastingen zijn voldaan. Tot de invoer van goederen behoren ook:
• tijdelijk ingevoerde goederen die in ons land, in opdracht van een niet-ingezetene, een behandeling ondergaan (actieve loonveredeling);
• goederen uit niet-EU-landen die via een entrepot in het economisch vrije verkeer van Nederland komen;
• ingevoerde goederen die, zonder enige bewerking te hebben ondergaan, weer zijn uitgevoerd (wederuitvoer).
Figuur 7.1 Schatting exportwaarde glastuinbouw
Bron: CBS-statline, bewerking Wageningen Economic Research. 0 1.000.000 2.000.000 3.000.000 4.000.000 5.000.000 6.000.000 7.000.000 8.000.000 9.000.000 10.000.000 2014 2015 2016 2017 2018*
Figuur 7.2 Schatting importwaarde glastuinbouw
Bron: CBS-statline, bewerking Wageningen Economic Research.
8. Energie
In de uitgave ‘Energiemonitor van de Nederlandse glastuinbouw’ worden voor de tuinbouw drie belangrijke indicatoren gemonitord. Hieronder zijn deze weergegeven.
Figuur 8.1 CO2-emmissie totaal (mton) in de glastuinbouw
Bron: Wageningen Economic Research. 0 200.000 400.000 600.000 800.000 1.000.000 1.200.000 1.400.000 1.600.000 1.800.000 2.000.000 2014 2015 2016 2017 2018*
GroentenFruit Kamerplanten Snijbloemen Totaal
5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 19 90 19 91 19 92 19 93 19 94 19 95 19 96 19 97 19 98 19 99 20 00 20 01 20 02 20 03 20 04 20 05 20 06 20 07 20 08 20 09 20 10 20 11 20 12 20 13 20 14 20 15 20 16 20 17
Figuur 8.2 Energie-efficiëntie in % t.o.v. 1990 in de glastuinbouw Bron: Wageningen Economic Research.
Figuur 8.3 Aandeel duurzame energie glastuinbouw (in %) Bron: Wageningen Economic Research.
5 25 45 65 85 105 125 19 90 19 91 19 92 19 93 19 94 19 95 19 96 19 97 19 98 19 99 20 00 20 01 20 02 20 03 20 04 20 05 20 06 20 07 20 08 20 09 20 10 20 11 20 12 20 13 20 14 20 15 20 16 20 17 Energie efficientie (% 1990) 0 1 2 3 4 5 6 7 20 00 20 01 20 02 20 03 20 04 20 05 20 06 20 07 20 08 20 09 20 10 20 11 20 12 20 13 20 14 20 15 20 16 20 17
9. Milieubelasting op waterleven door glastuinbouw
In 2017 heeft Wageningen Economic Research een onderzoek uitgevoerd om de milieubelasting door de emissie van chemische gewasbeschermingsmiddelen vanuit de glastuinbouw te vertalen naar milieubelasting per eenheid product. In de onderstaande tabel worden enkele resultaten van dat onderzoek opgesomd in een factsheet. De milieubelasting per eenheid product is uitgedrukt in duizendste milieubelastingspunten (m-mbp) per verpakkingseenheid in het winkelschap.
Milieubelasting op waterleven en (bij chrysant) milieubelasting op bodemleven (m-mbp) per verpakkingseenheid in het winkelschap, naar hoofdgewas en boekjaar
Hoofdgewas Verpakkingseenheid 2004 2008 2012 2016 Glasgroenten Tomaat 500 gr 0,39 0,11 0,04 0,07 Paprika stuk 1,18 0,62 0,58 0,08 Komkommer stuk 2,8 1,86 1,36 0,02 Snijbloemen
Chrysant: water bos = 5 st 4,63 2,3 1,39 0,39
Chrysant: bodem bos = 5 st 5,74 6,22 11,32 2,82
Roos bos = 10 st 225 7,67 89,71 7,12
Pot-/perkplanten
Potplanten plant 1,55 0,43 0,2 0,05
Perkplanten six-pack p.m. 0,43 0,98 0,23
10. Ruimtelijke verdeling glastuinbouw over Nederland
Op basis van de standaardopbrengst op glastuinbouwbedrijven is hieronder op een kaart weergegeven waar de belangrijkste gebieden van de glastuinbouw zich in Nederland bevinden. De kaarten van de regionale verdeling zijn weergegeven in euro Standaardopbrengst (SO) per km2
grondoppervlakte, exclusief binnenwater en bebouwde kom. Doordat het binnenwater en de bebouwde kom buiten beschouwing zijn gelaten, hebben deze geen effect op de concentratie rond bijvoorbeeld grote binnenwateren en steden. De concentratie van agrarische activiteit is
weergegeven door per grid (100x100 meter: 1 ha) de SO te berekenen die binnen een straal van 5 km van die grid valt. Deze SO wordt uitgedrukt in de grondoppervlakte (ha) van die cirkel.
Bron: Agrimatie.nl
Meer informatie:
Gerben Jukema T +31 (0)70 335 83 59