• No results found

jaargang 11, nummer 7

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "jaargang 11, nummer 7"

Copied!
32
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RESOURCE

Rechtszaak

Te krap

Laat maar zien

WUR eist rectifi catie van

dagblad Trouw | p.6 |

Klachten over ruimtegebrek

door groei universiteit | p.4 |

Rector: ‘Maak fi lmpjes van

ontgroening’ | p.25 |

Voor iedereen van Wageningen University & Research

nr. 7 – 10 november 2016 – 11e jaargang

Unilever komt

(2)

>> ERNST + VOGELFOTOGRAFIE

Ernst Bos, onderzoeker economische waardering natuur en landschap

2

>> liefdewerk

‘De schoonheid van de natuur vangen’

Om de paar weken maakt Ernst Bos een vrijdag vrij om te jagen. Jagen op dat ene kunstzinnige plaatje. ‘Maar het gaat om meer. Ik wil ook laten zien hoe mooi de natuur is en hoe waardevol het behoud daarvan. In mijn werk gaat het om de economische waarde van natuur. Mijn foto’s belichamen de esthetische waarde van de natuur. Kijk eens naar de steenuil; hoe mooi de kleuren in zijn veren!’ RK / Foto: Guy Ackermans

(3)

nr. 7 – 11e jaargang

>>

26

BEAUTY AND BRAINS Masterstudent gaat naar Miss World-verkiezing

>>

16

MUURKUNST

Tafereel van groen staal siert Orionkantine

>>

18

HONDENGEDRAG

Bordeauxdog Fientje dient de wetenschap

ILLUSTRATIE COVER: GEERT-JAN BRUINS

KOEKENBAKKER

In het nieuwe evaluatiesysteem PaCE, waarmee studenten voortaan hun vakken kunnen beoordelen, staat een pasfoto bij vragen over docenten. Confronterend lijkt me dat. Docent zijn aan een universiteit betekent ploeteren, veelal zonder directe beloning. En je studenten kunnen veeleisend, soms zelfs hardvochtig zijn. Dat ondervond ik ooit als practicumassistent moleculaire biologie. Met een verouderde handleiding in de hand maakte ik er wekenlang het beste van, staand voor een groep bollebozen. Met elke vraag over allang in onbruik geraakte technieken voelde ik me naakter. Toevallig zat in ‘mijn’ groepje een goede vriend. Schoorvoetend bekende hij dat zijn medestudenten mij maar een incompetente koekenbakker vonden. Auw. ‘Ik heb nog gezegd dat je echt wel weet waar je het over hebt, maar ja’. Au-auw. Beschaamd dacht ik aan de oorde-len die ik als student zelf uitdeelde; over warrige betogen, accenten en zenuwen van docenten. Misschien is zo’n pasfoto bij nader inzien nog niet zo’n slecht idee. Je beseft weer even dat je het over een persoon hebt.

Rob Ramaker

EN VERDER

5 Engelstalig onderwijs geeft groei

6 ‘Wageningen paste rapport aan onder druk’

9 Vruchtensapfraude opsporen

10 Bijen vinden wietplantage 20 ‘Integriteitsklacht gaat heel

WUR aan’

24 Nieuwe wildernis beleven valt niet mee

26 Vakkenevaluatie op de schop 27 Ondertussen in de VS

>> Gedrag van vluchtende gnoes kan stropers verraden | p.8

(4)

• Studentenraad: ‘Te weinig werkplekken en begeleiding’ • Landelijke lobby voor meer geld TU’s

De Wageningse Studentenraad krijgt veel klachten van studenten over gebrek aan werkruimte en begeleiding. ‘Tijdens een practicum moeten mensen soms een kwartier wachten, omdat er niet voldoen-de docenten zijn op een grote groep stu-denten’, vertelt Karlijn Hendriks van de Studentenraad. Hieruit blijkt volgens de raad dat de groei van het studentenaan-tal niet goed kan worden opgevangen.

De afgelopen jaren zijn de studenten-aantallen aan de drie technische unisiteiten en Wageningen University – ver-enigd in 4TU – enorm gestegen. De fi nan-ciering van de universiteiten is niet nave-nant gegroeid, stellen de studentengele-dingen van 4TU en het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) in een open brief aan minister Bussemaker (OCW), minister Kamp (EZ) en staatssecretaris van Dam (EZ). Ze willen extra geld om de groei op te vangen en studentenstops te voorkomen. De Tweede Kamer heeft al laten weten hier wel voor te voelen.

De Wageningse Studentenraad maakt zich zorgen over de situatie aan WUR. ‘We horen veel klachten. De bibliotheek

is nu bijvoorbeeld overvol tijdens de stu-dieweken. Studenten vertellen dat er bin-nen tien minuten na opening al geen plek meer is’, aldus Hendriks. Studen-tenstops zijn volgens de Studentenraad geen goede oplossing. ‘Onderwijs moet toegankelijk zijn voor iedereen. Daar wil-len we ons als Studentenraad hard voor blijven maken’, geeft Ties Terlouw van de raad aan.

De raad van bestuur heeft er volgens de Studentenraad alles aan gedaan om geld te vinden om de groei op te vangen. ‘Het probleem ligt bij de politiek. We hebben gebouwen nodig om het ruimte-probleem op te lossen, maar met het geld dat we nu krijgen, lukt dat niet. Om kleinschalig onderwijs te behouden, moet er genoeg ruimte zijn. Studenten komen speciaal naar Wageningen voor kleinschalig en kwalitatief goed onder-wijs, maar lopen nu tegen allerlei proble-men aan’, zegt Hendriks. MF

VEEL KLACHTEN OVER

RUIMTEGEBREK

DOOR GROEI

PLAN VOOR NIEUW CENTRUM VOOR KLIMAATONDERZOEK

• Observatorium moet nauw-keurige weersvoorspellingen leveren

• KNAW ziet heil in idee van Bert Holtslag en collega’s

Bert Holtslag, hoogleraar Meteoro-logie en luchtkwaliteit, wil samen met onderzoekers uit Delft en Utrecht en van KNMI, TNO en ECN het Ruisdael Observatory oprich-ten voor nauwgezet

klimaatonder-zoek. Het is een van de plannen voor grote onderzoeksfaciliteiten die zijn genomineerd door de Ko-ninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW).

Het beoogde Ruisdael Observa-tory is bedoeld als hulpmiddel voor de overheid om goed in te kunnen spelen op de klimaatver-andering. Daarvoor moet het weer-bericht verbeteren, schrijven de initiatiefnemers. Met name de lo-kale en regionale effecten van ex-treem weer moeten beter worden

voorspeld. Het observatorium moet 3D-weerberichten gaan leve-ren die tot op de kilometer nauw-keurig zijn.

Het Ruisdael Observatory is een van de dertien geplande onder-zoeksfaciliteiten die zijn geselec-teerd door de KNAW. Die nodigde wetenschappers uit om ‘droom-projecten’ te bedenken die – mits de fi nanciering ervan rond komt – ten goede zouden komen aan de wetenschap van de toekomst. Naast het klimaatobservatorium

selecteerde de KNAW onder meer plannen voor een multifunctio-neel onderzoekplatform voor oce-aanonderzoek en een faciliteit voor het meten van zwaartekracht-golven. Alle projecten maken ge-bruik van big data en kunnen in potentie leiden tot wetenschappe-lijke doorbraken, meent de Akade-mie. De faciliteiten moeten, als het aan de KNAW ligt, in 2025 zijn ge-realiseerd. Het benodigde geld heeft de organisatie echter niet.

AS

4

>> nieuws

MEER WERKPLEKKEN IN FORUMBIEB

De Forumbibliotheek wordt in de zomer van 2017 ingrijpend verbouwd om ruimte te maken voor ongeveer 200 extra studieplekken. Kantoren op de derde verdieping verdwijnen. De medewerkers die daar nu werken, verhuizen naar de eerste en tweede verdieping. Daarnaast wordt

ongeveer de helft van de boekenkasten weggehaald. De boeken komen in het magazijn te staan. Aanleiding voor de verbouwing zijn klachten over ruimtegebrek en de digitalisering. Er zijn op dit moment 500 studieplekken in de bibliotheek. FO T O : GUY A CKERMANS

(5)

©

OLUMN|STIJN

nieuws <<

5

Drankprobleem

Veel mensen gaan minder drinken zodra hun studie voorbij is. Ik kan dat niet zeggen. Afdelingsborrel, PhD’ers-borrel, onder-zoeksschoolborrel. Sinds ik aan mijn PhD – ja dat is ook werk – begon, is mijn alcoholconsumptie elk jaar toegenomen met on-geveer twee glazen per week. Ik ben nu vierdejaars.

Het is niet dat ik buitensporig veel drink, ik drink vooral te vaak. Soms elke avond wel. Vo-rige maand besloot ik dat ik beter een tijdje kon stoppen. Ik had verwacht dat het moeilijk zou zijn. Dat je dan anderen met een heerlijk speciaalbiertje ziet zitten en dat vervolgens de jaloezie toeslaat.

Ik weet nu: dat is inderdaad moeilijk, maar het is niks vergeleken met de sociale druk. De eerste week bezweek ik al. Ik ging op be-zoek bij Marta in Berlijn. Marta: ‘Hoe kun je naar Berlijn gaan zonder te drinken?’ Ik: ‘Ja, daar zit wat in.’ Hoezo, daar zit wat in? Hoe dan ook, ik dronk dus wel. Inclusief Berliner Luft. Voor de onwetende: dat is dus helemaal niet lekker, Mexicana ook niet trouwens. De tweede week hield ik wel stand, maar leuk was het niet. ‘Jij drinkt niet? Wat ongezellig!’ ‘Hoezo? Zijn wij niet leuk genoeg dan?’ ‘Wat erg! Is er iets met je gezondheid?’

Volgens een bevriende postdoc mag ik dan nog van geluk spreken dat ik geen vrouw ben. ‘Als ik één keer niet drink, denkt iedereen dat ik zwanger ben.’

Om vragen te voorkomen, houd ik me nu pre-ventief verscholen op feestjes. Mocht de vraag toch weer komen – en dat is nog steeds vaak – dan lukt het me niet langer om mijn irritatie te bedwingen.

Ik begrijp nu precies waarom mensen die niet drinken altijd zo ongezellig zijn.

Stijn van Gils (29) doet

promotieonderzoek naar ecosysteemdiensten in de landbouw. Maandelijks beschrijft hij zijn worsteling met het systeem wetenschap.

ENGELSTALIG ONDERWIJS GEEFT GROEI

• Universiteiten met meer Engelse

bachelors trekken meer studenten • WUR wil wel internationalisering,

maar geen verdere groei

De invoering van Engelstalige bacheloroplei-dingen zorgt voor een grotere toestroom van studenten. Dit blijkt uit voorlopige cijfers van de vereniging van universiteiten VSNU.

Landelijk steeg het aantal eerstejaars ba-chelorstudenten dit academisch jaar met 8 procent. Dat komt mede doordat er meer inter-nationale studenten voor een bachelor naar Nederland komen. Zo trekt de Universiteit Twente (UT) dit jaar 20 procent meer eerste-jaars. Dat is vooral te danken aan het toegeno-men Engelstalige onderwijsaanbod, zegt een

woordvoerder in universiteitsmagazine

UT-nieuws. Dit jaar biedt de instelling twaalf

En-gelstalige bachelors aan, tegen zes vorig jaar. De Universiteit van Amsterdam (UvA) trok ruim 18 procent meer eerstejaars. Het aantal internationale instromers nam toe met 95 pro-cent.

Ook Wageningen University & Research heeft plannen voor de invoering van internati-onale bachelors. Vanaf september 2018 zou-den 7 van de 19 opleidingen geheel in het En-gels moeten worden aangeboden; andere geïn-teresseerde bachelors volgen later.

Groei is in Wageningen nadrukkelijk geen doel, stellen de auteurs van het Adviesrapport internationale bachelors. Al bleek tekende

Re-source eerder op dat individuele

opleidingsdi-recteuren groei bij hun opleiding wel degelijk als wenselijk zien. RR

kort

>> DUURZAME LANDBOUW

Onderzoeksgeld weg

De bezuinigingen op het landbouwkundig on-derzoek in Nederland zijn niet alleen nadelig voor Wageningen Research, maar ook voor het ministerie van Economische Zaken. Er is geen geld meer voor bijvoorbeeld de ontwikkeling van duurzame stallen en nieuwe teeltsystemen. Dat blijkt uit de analyse Dun IJs van WUR. In 2009 ontving Wageningen Research (voorheen DLO) bijna 100 miljoen euro voor programma-onderzoek, in 2016 nog bijna 75 miljoen. Van dat bedrag is krap 20 miljoen beschikbaar voor beleidsondersteunend onderzoek en krap 10 miljoen voor funderend kennisbasis-onder-zoek. WUR heeft nu voor het ministerie in kaart gebracht welke onderzoeksthema’s door het ijs zakken door de kortingen. Dan gaat het bij-voorbeeld om duurzame productieketens en systeeminnovatie. Bovendien is er veel minder geld voor onderzoek op het gebied van dieren-welzijn, plantgezondheid, mest en mineralen, natuur, bodem, water en klimaat. AS

>> UNILEVERPRIJS

Ontwikkelingsonderzoek Congo

Paul Hofman, masterstudent Internationale Ontwikkelingsstudies, wint dit jaar de Unilever Research Prijs voor zijn afstudeerscriptie over de verspreiding en adoptie van landbouwtech-nologie in de Democratische Republiek Congo. De R&D-afdeling van Unilever reikt jaarlijks dertien prijzen uit voor onderzoek aan alle Ne-derlandse universiteiten. Per universiteit

wordt één student in het zonnetje gezet. De prijs bestaat uit een sculptuur en een geldbe-drag van 2500 euro. AS

>> KUNST

Scala Natura

In het gras voor Forum staat tijdelijk een nieuw kunstwerk. Het werk – Scala Natura – hoort evenals een expositie in het gebouw, bij het nieuwe boek van Gerard Jagers op Akkerhuis,

Evolution and transitions in complexity. De

eco-loog en denker borduurt hierin samen met twaalf mede-auteurs voort op zijn queeste naar een nieuwe ordening in de natuur. Scala Natura verwijst naar

de gelijknami-ge ‘ladder van het leven’ die de Griekse denker Aristo-teles bedacht om de natuur in te delen. Het kunstwerk mag tot vol-gend jaar zo-mer blijven staan, als het materiaal de winter over-leeft. RK

(6)

6

>> nieuws

HUTJEMUTJE

Kunst beleven van héél dichtbij. Het kon weer tijdens de zesde editie van

het Studium Generale-theaterfes-tival Roomservice. Op donderdag-avond 3 november waren negen stu-dentenkamers in Wageningen het

decor voor diverse kleine concerten, toneelvoorstellingen, fi lmvertonin-gen en poëzievoordrachten. In Hui-ze Calzatura in de Hoogstraat

kon-den zo’n vijftien bezoekers tussen kasten, kledingstukken en schemer-lampen genieten van de klanken van het Gouds Klarinet Ensemble.

Bekijk de fotoserie

op resource-online.nl.

FO T O : S VEN MENSCHEL

WUR DAAGT TROUW-JOURNALIST VOOR RECHTER

• Uitspraken Hans Marijnissen zouden onrechtmatig zijn Trouw: ‘Universiteit zet haar

gezag in voor de industrie’

Wageningen University & Research heeft een kort geding aangespan-nen tegen journalist Hans Marij-nissen van dagblad Trouw. Inzet is de vraag of de uitkomsten van het Wageningse statiegeldonderzoek al van tevoren waren vastgelegd in een brief. Maandag 7 november was de zitting.

Wageningen Food and Biobased Research voerde tussen 2009 en 2012 onderzoek uit naar hergebruik van huishoudelijk plastic afval in het ‘kenniscentrum nascheiding’. Daar-in vergeleken onderzoekers de kos-ten van het statiegeldsysteem met die van bron- en nascheiding. Een conceptnotitie voor de

begeleidings-commissie werd door een opdracht-gever gelekt naar de verantwoorde-lijke minister, om die te overtuigen het statiegeldsysteem af te schaffen.

Trouw-journalist Marijnissen

volgde deze zaak op de voet en con-stateerde in artikelen dat hier spra-ke lijkt van onderzoek op bestelling van de industrie. In het tv-program-ma De Haagse Lobby ging hij nog een stap verder. ‘Ik heb de aanbeste-dingsbrief onder ogen gehad en daar staat al in dat de voorlopige conclusie moet zijn dat statiegeld een te duur systeem is’, zegt Marij-nissen. WUR vroeg om het overleg-gen van de brief of anders een recti-fi catie van de uitspraken. Toen bei-de uitbleven, spanbei-de bei-de instelling een kort geding aan. De uitspraak van Marijnissen is ‘schadelijk’ en ‘onrechtmatig’, stelt WUR. Ze eist opnieuw een rectifi catie.

De advocaat van Marijnissen stelt dat de uitgelekte

concept-WUR-noti-tie, een A4-tje met eerste resulta-ten, de bedoelde aanbestedings-brief is. In die notitie stond dat re-cycling het duurste systeem was dat er is. Het ging hierbij om een beperkt literatuuronderzoek van twee maanden, oordeelt Trouw. Verder noemde een WUR-mede-werker de aanhangers van statie-geld in die fase ‘tegenstanders’, meldt de Trouw-advocaat. Hij ba-seert zich op vertrouwelijke docu-menten en mailwisselingen die WUR beschikbaar stelde aan de Commissie Wetenschappelijke Inte-griteit en die aan Marijnissen zijn gemaild.

De Trouw-advocaat stelt dat het ‘kenniscentrum nascheiding’ de dekmantel is van de industrie om hun bedrijfsbelang – grootschalige invoering van nascheiding – met be-hulp van onderzoek te promoten. ‘De universiteit zet haar weten-schappelijke gezag in voor de

belan-gen van de industrie. En wil dat wan-gedrag nu witwassen door de jour-nalist aan te klagen.’

De advocaat van WUR stelde dat er bij Trouw sprake is van bias. Het dagblad interpreteert volgens hem stelselmatig documenten zonder re-kening te houden met de context.

Uitspraak over twee weken. AS Trouw-journalist Hans Marijnissen. T j li t H M ij i

(7)

nieuws <<

7

‘WAGENINGEN PASTE RAPPORT AAN ONDER DRUK’

• Ministerie zou verandering in visteeltrapport hebben gevraagd • Commissie Wetenschappelijk Integriteit

doet onderzoek

Wageningse onderzoekers hebben mogelijk een rapport over visteelt aangepast op verzoek van het toenmalige ministerie van Landbouw, Na-tuurbeheer en Voedselkwaliteit (LNV). Dit meld-de dagblad Trouw op 1 november.

Het rapport uit 2010, opgesteld door Wage-ningen Economic Research (het toenmalige LEI), ging over de vraag waarom de visteelt in Neder-land terugliep. Opdrachtgever LNV kreeg tussen-tijds inzage. Uit interne mails en documenten, verkregen met de Wet openbaarheid van bestuur (WOB), blijkt dat ambtenaren ongerust waren over de impact van bepaalde passages op een lo-pende rechtszaak.

De Socialistische Partij (SP) stelde afgelopen juni Kamervragen over de documenten. Dat was aanleiding voor de Wageningse Social Sciences Group (SSG) om een intern onderzoek te starten. Circa twee weken geleden is de zaak doorverwe-zen naar de Commissie Wetenschappelijke inte-griteit (CWI) van Wageningen University & Re-search. Die komt over circa zeven weken met een oordeel. Tot die tijd wil WUR niet inhoudelijk re-ageren.

De rechtszaak in kwestie draait om al dan niet oneerlijke staatssteun. Een viskweker kreeg sub-sidie voor het opzetten van een tilapiakwekerij. Later ging hij echter over op Claresse, een hybri-de meervalsoort. Kwekers van Afrikaanse meer-val, die geen subsidie ontvingen, zagen dit als on-eerlijke concurrentie en stapten naar de rechter. In het verweer voerde het ministerie aan dat Cla-resse en Afrikaanse meerval twee verschillende producten zijn. In een tussentijdse versie van het LEI-rapport stond echter dat ‘niet (is) uit te

slui-ten dat in sommige marktsegmenslui-ten Afrikaanse meerval gesubstitueerd wordt met Claresse.’ In het uiteindelijke rapport staat daarentegen: ‘Het product Claresse verschilt wat betreft kleur en textuur van fi let van Afrikaanse meerval.’ RR

Lees ook het artikel over wetenschappelijke integri-teit op pagina 20.

De hybride meervalsoort Claresse.

ONDERZOEK NAAR DUURZAME

VOEDSELPRODUCTIE IN CHINA

• Chinese overheid investeert ruim 3 miljoen • Ontwikkelingseconoom Nico Heerink coördineert

het project

Chinese en Wageningse wetenschappers gaan onderzoe-ken hoe ze in China een duurzame voedselproductie kunnen ontwikkelen. Daarvoor krijgen ze ruim 3 mil-joen euro van het Chinese ministerie van Wetenschap en Technologie en de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW).

De Chinese en Wageningse onderzoekers gaan de dwarsverbanden tussen voedselproductie, landgebruik en watervervuiling bestuderen, om vervolgens aanbeve-lingen te doen voor een veilig voedselsysteem dat is ge-baseerd op zorgvuldig beheer van hulpbronnen. Aan zo’n integrale benadering is grote behoefte in China, dat te kampen heeft met voedselschandalen en milieuver-vuiling. De Wageningse ontwikkelingseconoom Nico Heerink gaat het onderzoek coördineren.

Het project bouwt voort op langdurige samenwerking tussen Wageningse en Chinese onderzoeksgroepen. Wa-geningse ontwikkelingseconomen werken al meer dan twintig jaar samen met de landbouwuniversiteit in Nan-jing, Milieubeleid heeft nauwe banden met Tsinghua University in Beijing, de sectie Bodemkwaliteit met de China Agricultural University (CAU) in Beijing en de Wa-geningse groep Water systems and global change met de Chinese Academie van Wetenschappen in Shijiazhuang.

AS

HAVE MERCY, MR TRUMP

Resource blogger Leonardo Medina Santa Cruz from Mexico

had a long, not so happy night following the US presidential elections. 18:51 Trump won’t win, of course. He

won’t. He can’t. This is a man who threat-ened to block remittances if we don’t pay for his damn wall. That’s the money Mex-icans in the United States send their fam-ilies back home, it’s our highest source of foreign income. If he goes through with it, millions of people will go hungry. 22:19 I spoke with Rafael and Ernesto, my cousins living north of the border. No, they are not drug dealers, nor rap-ists. They are scared, though, as we all should be. A US leader who is fascinated by the destructive power of nukes, who believes climate change is a Chinese hoax, who says ‘I love war’. He would im-pact lives far beyond his own country. 00:32 The polls on the east coast are closing now, the counting is on. First glimpse: he rules in Kentucky and Indi-ana. I need to get some sleep.

04:02 Crap! He won Florida. My aunt jokes about learning the wall-building craft, my cousins are questioning democ-racy.

05:08 Why am I even surprised? Many Americans have been thinking their

country is messed up for a while now and they mostly blame immigrants. Suddenly, this guy comes and says it’s okay to say it out loud. Says it’s okay to hate.

07:46 He won Pennsylvania. It’s basically over now.

07:47 F*ck.

08:12 In one night, hate triumphed over love, ignorance over knowledge, hierar-chy over equality, fear over hope. I don’t know what the future holds. I’m afraid, though. I know that much.

ed o

m-

i-

oc-though. I know that much.

(8)

8

>> wetenschap

• Vluchtgedrag verschilt per soort en situatie

• NWO geeft miljoen euro voor onderzoek in Zuid-Afrika

Vluchtgedrag van dieren blijkt zo specifi ek dat het de oorzaak van de vlucht kan verklappen. Wageningse onderzoekers van de leerstoel-groep Resource ecology gaan proberen of ze dit gegeven kunnen gebruiken om stropers op te sporen voordat ze toeslaan. Het project, door de NWO gesponsord met een miljoen euro, duurt vier jaar.

De basis voor het idee ligt in recent Wage-nings onderzoek in Zuid-Afrika. Daarbij werd in kaart gebracht hoe de dichtheid van zebra’s en gnoes verandert na een ontmoeting met een leeuw. De onderzoekers voorzagen de dieren van zenders en gingen nauwkeurig hun gangen na. De verwachting was dat de dichtheid lager wordt, legt ecoloog Frank van Langevelde uit. De dieren slaan immers op de vlucht en ver-spreiden zich.

Deze verwachting kwam uit, maar de duur van het effect was een verrassing. ‘De verstoring was nog tot acht uur na de ontmoeting zicht-baar’, zegt Van Langevelde. Pas dan is de dicht-heid van de kuddes en de sneldicht-heid waarmee de dieren zich verplaatsen weer op het oude peil. ‘Daar komt bij dat je op basis van die patronen onderscheid kunt maken tussen zebra’s en gnoes.’

De resultaten zetten de onderzoekers en

hoogleraar Herbert Prins op een spoor. ‘Als je zo nauwkeurig de reactie van dieren op een ver-storing kunt meten, kunnen we dat dan niet ge-bruiken in de strijd tegen stropers’, verwoordt Henjo de Knegt het idee. De aanname daarbij is dat dieren als zebra’s, gnoes en impala’s anders reageren op verstoring door stropers dan door leeuwen, toeristen of parkwachters.

Om dat te testen worden komend voorjaar tweehonderd dieren in een Zuid-Afrikaans wild-park gevolgd. De dieren krijgen onder andere

een versnellingsmeter mee, zodat precies kan worden afgelezen wat ze aan het doen zijn. De Knegt: ‘De bedoeling is uiteindelijk om bij ab-normaal gedrag zo snel mogelijk een parkwach-ter parkwach-ter plekke te krijgen.’

Ook technici van de Universiteit Twente doen aan het project mee. Mocht het waarschu-wingssysteem uiteindelijk werken, dan is de volgende stap om vluchtgedrag zonder zenders in beeld te krijgen, bijvoorbeeld met warmteca-mera’s uit de ruimte. RK

VLUCHTENDE DIEREN KUNNEN STROPERS VERRADEN

GEN GEVONDEN DAT BANANENSCHIMMEL RESISTENT MAAKT

• Boeren spuiten steeds vaker tegen black sigatoka

• Gen Pfcyp51 verlaagt gevoeligheid voor fungiciden

Bananentelers moeten steeds vaker spuiten te-gen black sigatoka, omdat de verantwoordelijke schimmel steeds minder gevoelig is voor bestrij-dingsmiddelen. Pablo Chong, promovendus van fytopatholoog Gert Kema, onderzocht welk gen in het schimmel-DNA verantwoordelijk is voor deze resistentie. Hij kwam uit bij Pfcyp51. Dat opent nieuwe mogelijkheden voor gewasbescher-ming, zegt Kema.

Black sigatoka, veroorzaakt door de schimmel

Pseudocercospora fi jiensis, tast bladeren van

bana-nenplanten aan waardoor de bananenoogst te-genvalt of mislukt. De schimmel wordt bestreden met azolen, maar bouwt daartegen resistentie op. Chong beoordeelde zevenhonderd varianten van de schimmel op resistentie tegen drie azolen. Zo kwam hij erachter dat de gevoeligheid van de schimmel voor het bestrijdingsmiddel vermin-derde door over-expressie van Pfcyp51, waardoor het fungicide sneller wordt rondgepompt in de schimmel.

Omdat het gen in de schimmel zit, heeft gene-tische modifi catie van de plant geen zin. Wel le-vert het onderzoek nuttige informatie op voor het vinden van andere bestrijdingsmiddelen tegen

black sigatoka, zegt begeleider Kema. ‘Het is be-langrijk dat we middelen vinden met andere aan-grijpingspunten dan de azolen om de schimmel

P. fi jiensis te doden.’ Een cocktail van middelen

moet leiden tot minder selectiedruk door de fun-giciden, waardoor de middelen beter werken.

Toch is dat nog geen duurzame oplossing, vreest Kema. ‘Vroeg of laat raakt de schimmel weer resistent. We moeten een resistente banaan maken.’ En waarom is die er nog niet? ‘Omdat de ontwikkeling ervan minstens 20 miljoen euro kost en de bananensector te conservatief is om dat bedrag te investeren.’ Het onderzoek van Chong werd bekostigd door de overheid van Equador, de grootste bananenexporteur, en het agrochemische bedrijf Syngenta. AS

(9)

wetenschap <<

9

OPSPORING FRAUDE MET

VRUCHTENSAP STAP DICHTERBIJ

• Druivensap geeft informatie prijs over herkomst en teeltwijze • Mogelijk instrument voor aantonen

gesjoemel

Met een combinatie van chemische en sta-tistische analysemethoden kan in de na-bije toekomst fraude met vruchtensap worden opgespoord. Dat blijkt uit het pro-motieonderzoek van Daniel Granato.

Vruchtensap is kwetsbaar voor gesjoe-mel. ‘Het wordt geconcentreerd, het con-centraat gaat naar de andere kant van de wereld en wordt daar weer aangelengd’, zegt hoogleraar voedselauthenticiteit Sas-kia van Ruth, promotor van Granato. ‘Dat aanlengen is een risicovolle stap.’ Produ-centen verdunnen het sap soms meer dan op de verpakking staat, mengen het met goedkopere sappen zonder dat te vermel-den of verkopen gangbaar sap als biolo-gisch.

Om dergelijke voedselfraude in de toe-komst aan te kunnen pakken, speurde Granato bij Wageningen University & Re-search eerst naar verschillen tussen com-mercieel verkrijgbare vruchtensappen. Vervolgens zoomde hij in op sap van rode druiven uit verschillende regio’s (Brazilië en Europa) en van verschillende teeltwij-zen (biologisch, biologisch-dynamisch en gangbaar). Granato keek naar het gehalte

aan fenolen, een belangrijke groep bioac-tieve stoffen, en naar de antioxidabioac-tieve werking. Ook gebruikte hij een zogeheten elektronische tong om een smaakprofi el van de sappen te maken. Voor geurprofi e-len zette hij de massaspectrometer in.

De grootste verschillen vond Granato tussen sappen van verschillende vruchten, zoals appel, sinaasappel, granaatappel en vlierbes. Bij het rodedruivensap waren de verschillen heel klein. Maar door allerlei statistische technieken op de data los te laten, kon Granato toch met grote zeker-heid vaststellen of een bepaald druivensap uit Brazilië of uit Europa kwam. En als de gegevens van de biologische en biodyna-mische sappen per regio werden samen-genomen, kon hij die onderscheiden van de gangbare sappen. Biologische en biolo-gisch-dynamische rodedruivensappen wa-ren niet uit elkaar te halen.

Een kant-en-klare methode voor het opsporen van fraude is het echter nog niet, aldus Van Ruth. ‘Dit onderzoek is een voorstap. We moeten nu eerst een grote database gaan ontwikkelen. Dat wil zeg-gen: heel veel monsters gaan meten om een sap secuur aan een bepaalde groep te kunnen toewijzen.’ Dat hoeft geen jaren te duren. ‘We weten nu welke analyses we moeten uitvoeren. Als je je kwaad maakt, heb je binnen een half jaar tot een jaar zo’n database voor elkaar. Dat is meer een kwestie van geld dan iets anders.’ AJ

VISIE <<

‘Beperking octrooien goed

nieuws’

De Europese Commissie wil octrooien op planten en die-ren beperken. Het is niet de bedoeling van de wetgever om planten en dieren te octrooieren die het product zijn van essentiële biologische processen, zoals kruising en selectie, schreef de Commissie vorige week in een toe-lichting op de Europese Biotechnologie Richtlijn uit 1998. Dat is goed nieuws, zegt Bert Visser van het Cen-trum Genetische Bronnen Nederland (CGN) in Wagenin-gen.

Is het een heftig debat geweest?

‘Zeker, want de belangen zijn groot. Grote veredelaars als Syngenta en Monsanto willen ruime octrooirechten op planten. Kleine veredelingsbedrijven hebben niet het geld voor het aanvragen en handhaven van octrooi-en octrooi-en wordoctrooi-en belemmerd door de octrooiwetgeving. Dit is eigenlijk een strijd tussen de haves en de

have-nots. En het is belangrijk voldoende

veredelingsbedrij-ven over te houden. Het CGN is verheugd over de uit-spraak.’

Waarom zijn jullie blij?

‘Omdat de octrooiwetgeving ook beperkingen oplegt aan het gebruik van onze collectie. Zo heeft het Euro-pees Octrooibureau octrooi verleend aan Syngenta op paprikaplanten die resistent zijn tegen witte vlieg. Die natuurlijke eigenschap komt uit onze paprikacollectie. Terwijl onze collectie met publiek geld is ontwikkeld. Tegen de octrooiverlening is nu beroep aangetekend.’

Voor welke planten is nog wel een octrooi mogelijk?

‘Voor alle planten en dieren die het product zijn van niet-biologische processen, zoals genetische modifi ca-tie. Ik vermoed ook voor nieuwe veredelingstechnieken zoals Crispr-Cas, want daarmeer laser je veranderingen in het genoom. Dat is een technisch proces.’

Wat zijn de gevolgen van deze uitspraak?

‘Het is aan het onafhankelijke Europees Octrooibureau wat ze met de uitspraak van de Europese Commissie doet. Maar ze zullen er serieus rekening mee moeten houden. Het hoger beroep tegen Syngenta is in dat ka-der een mooie testcase. Ik denk ook dat de octrooihou-ders, met name de grote veredelingsbedrijven, een gang naar de rechter

overwe-gen vanwege hun investerin-gen in octrooien. Onduidelijk is nog of deze uitspraak al-leen voor nieuwe patenten of met terugwerkende kracht geldt. In het laatste geval zijn meer rechtszaken te ver-wachten.’ AS

(10)

10

>> wetenschap

DE ONDERGRONDSE ERFENIS VAN PLANTEN

BIJEN GAAN OP HENNEPJACHT

• Proef voor Taskforce Brabant-Zeeland is succesvol

• Idee komt van Wageningse studenten

Bijen zijn goed te trainen om illegale hennepkwe-kerijen op te sporen. Dat blijkt uit een proef die Wageningse bijenonderzoekers hebben uitge-voerd voor de Taskforce Brabant-Zeeland.

Het idee komt uit de koker van Wageningse studenten. Die kregen bij Academic Consultancy Training (ACT) de opdracht om op basis van Wa-geningse kennis innovatieve projecten te beden-ken om de wietteelt in de wielen te rijden. De op-dracht kwam van de Taskforce Brabant-Zeeland, waarbinnen politie, justitie en de belastingdienst samenwerken om de georganiseerde criminali-teit in de zuidelijke provincies te bestrijden.

De studenten kwamen met het idee om bijen in te zetten als bioverklikker. Dat is niet nieuw; Wageningse onderzoekers hebben bijen eerder gebruikt om milieuverontreiniging mee in kaart te brengen. Maar daarbij ging het om het passief verzamelen van milieuvreemde stoffen die

tij-dens het foerageren aan de bij blijven kleven. In dit nieuwe project is de detectie actief en worden bijen getraind om hennepplanten te rui-ken, legt onderzoeker Coby van Dooremalen uit. Bijen zijn daarvoor volgens haar zeer geschikt. Ze ruiken uitstekend en zijn heel goed trainbaar. Daarbij wordt gebruikgemaakt van klassieke con-ditionering. ‘We trainen de bijen op suikerwater. Je went ze er eerst aan om suikerwater van een wattenstaafje te eten. Daarna gaat dat gepaard met de geur van hennep en tot slot reageren ze op die geur alleen.’

De bijen reageren op de henneplucht met de zogeheten proboscis extension refl ex, wat betekent dat ze hun tong uitsteken. Een sensor detecteert dit. Van Dooremalen gebruikte daarvoor de Vasor 136, een prototype apparaat dat eruitziet als een kruimeldief. In het binnenste van dit instrument is ruimte voor 36 getrainde bijen, die elk in hun eigen harnasje zitten te wachten om te ruiken.

Het trainen van een bij duurt volgens Van Dooremalen maar een uurtje. ‘Je kunt ze van al-les aanleren. Ik ben zelf eerst begonnen met de geur van allesreiniger. Dat ging prima. Later kreeg ik hennepplantjes om mee te oefenen.’ Dat

het werkt is inmiddels duidelijk. Verder onder-zoek is nodig om meer te weten te komen over de gevoeligheid van de methode. RK

• Gerlinde de Deyn bestudeert wisselwerking bodem en plant • Fundamentele inzichten ook te

gebruiken in de landbouw

Welke erfenis laten planten achter in de bodem nadat ze zijn verdwenen? Deze vraag drijft Ger-linde de Deyn. In oktober werd ze benoemd tot persoonlijk hoogleraar bij de leerstoelgroep Bo-dembiologie en biologische bodemkwaliteit.

De nalatenschap – legacy – van planten neemt verschillende vormen aan. Denk aan het bodemleven. Planten creëren omstandigheden waar specifi eke schimmels en bacteriën wel bij varen en bepalen zo welke soorten waar leven. Ook hebben planten invloed op de hoeveelheid organische stof in de bodem. De Deyn is be-nieuwd hoe deze wisselwerking tussen plant en bodem werkt. Ze wil hierbij dieper inzicht krij-gen dan krij-generalisaties als ‘diverse beplanting is gunstig’. Fundamentele inzichten zijn vervol-gens ook te gebruiken in de landbouw. Nalaten-schappen beïnvloeden bijvoorbeeld de groei van nieuw ingezaaide landbouwgewassen. Voor boeren is het handig dit proces te begrijpen.

De Deyn bestudeert legacies sinds enige tijd

ook met behulp van satellieten. Met remote sensing hoopt ze in een vroeg stadium te zien of plantengroei op bepaalde bodems achterblijft. Ondertussen werkt ze ijverig aan haar eigen we-tenschappelijke erfenis. Zo is ze een van de re-dacteuren van de Global Soil Biodiversity Atlas, een recentelijk gepresenteerd standaardwerk

dat al het leven in de bodem in kaart brengt. Ze is sowieso bijzonder actief met het bereiken van het algemeen publiek. Zo is De Deyn actief bij het Science Café Wageningen, hielp ze Bill Gates te strikken voor het televisieprogramma College Tour en maakt ze met een kunstenaar timelapsefi lmpjes van het bodemleven. RR

FO T O : D A VID VROOM FO T O : A . S T ORM PHO T OGRAPHY /SHUTTERS T OCK .C OM

NIEUWE

HOOGLERAREN

(11)

discussie <<

11

HOMOMONUMENT

Blogger Leonardo kijkt terug op zijn recente bezoek aan het Anne Frankhuis en het homomonument in Amster-dam. ‘Unlike Anne, I’m free to leave the building into a surprisingly warm, sunny day. I spot, around the cor-ner and shadowed by the Westerkerk, a pinkish grani-te triangle (…). The sign reads Homomonument, “to inspire and support lesbians and gays in their struggle against denial, oppression

and discrimination”. The triangles replicate the pink marks used in Nazi concentration camps to identify those who were held captive after being exposed as homosexuals. I remember Anne’s houseguest: “This could easily happen again”. It may already have.’

VARROAKILLER

Wageningen is tweede geworden op de jaarlijk-se iGem-competitie voor synthetische biologie. Het is de tweede keer dat een Wagenings team zo hoog eindigt. De Wageningse studenten onder leiding van captain Thomas Swartjes haalden op 31 oktober in Boston het podium met de varroakiller. Dit is een omgebouwde E. colibacterie die een gif produceert dat speci-fi ek varroamijten doodt. Varroa is een belang-rijke oorzaak van bijensterfte.

COLLEGE TOUR

Studentenvereniging Ceres organiseert op 18 november de jaarlijkse Captainstour, een vari-ant op het televisieprogramma College Tour. De gast is CEO Onno van de Stolpe van

biotechbe-drijf Galápagos, gespecialiseerd in het ontwik-kelen van medicijnen met nieuwe werkingsme-chanismen. De Captainstour is voor iedereen toegankelijk.

BUSSEMAKER HEKELT LOBBY

Minister Bussemaker wil geen extra geld geven aan de technische universiteiten om daarmee studentenstops te voorkomen of op te heff en. Dat heeft de minister gemeld aan de Tweede Kamer. De TU’s krijgen volgens haar toch al meer geld dan de rest. VVD en CDA namen daar geen genoegen mee. Ze vroegen Bussemaker om een diepgaand onderzoek te starten naar de bekostiging van universiteiten, met de sugges-tie dat er meer geld moet naar de TU’s.

WHAT’S IN A NAME?

In de serie Typical Dutch maakte Yue Han uit China zich in het vorige magazine vrolijk over gekke Nederlandse achternamen. Deze reactie van ‘Mrs Smit’ op dat verhaal is er één om in te lijsten: ‘I’m Dutch, my surname is not so speci-al (Smit: Blacksmith), however my elderly

neighbour’s surname is ‘Koedood’ and she is married to mister ‘In ‘t Veld’. So she is named Mrs Koedood-In ‘t Veld: Mrs Cow dead-In the Field. The funniest one I know so far...’

KLOKHUISPRIJS

Ecoloog Wieger Wamelink heeft de Klokhuis Wetenschapsprijs gewonnen. Zijn onderzoek naar groente geteeld op Mars-grond sprak een jury van kinderen én de redactie van het popu-laire wetenschapsprogramma het meeste aan. In cultureel centrum LUX in Nijmegen moest de buitenaardse landbouw van Wamelink het opnemen tegen onderzoeken over onder meer robots in de klas en de reden waarom mensen huilen.

STELLING

‘Direct integration in the

Dutch society is achieved

when you become outspoken.’

Stelling bij het proefschrift van Shairul Izan Binti Ramlee, gepromoveerd op 28 oktober

RESOURCE-ONLINE.NL

De Mexicaanse blogger Leonardo bezocht het

homomonu-ment, Marsonderzoeker Wamelink viel in de smaak bij de

kleintjes en de varroamijt kan de borst natmaken. Het is –

onder veel meer – allemaal te lezen en bekijken op

resource-online.nl.

ONDERTUSSEN OP...

FO T O : KA V ALENKA U/ SHUTTERS T OCK .C OM

Bekijk de video

op resource-online.nl.

FO T O : KA V ALENKA U /SHUTTERS T O CK .C OM

(12)

Unilever naar

de campus

(13)

Unilever gaat een R&D-centrum voor voeding bouwen op de Wageningse

campus, naast FrieslandCampina. Vanaf 2019 moet dat ruimte bieden

aan 550 onderzoeksmedewerkers van de multinational. Welke gevolgen

kan dit hebben voor Wageningen University & Research? Heeft het

daadwerkelijk voordelen voor Unilever zelf? En tast de komst van

het bedrijf de onafhankelijkheid van het Wageningse onderzoek aan?

Betrokkenen geven antwoord op deze drie vragen.

tekst Albert Sikkema illustratie Geert-Jan Bruins

achtergrond <<

13

1

Wat betekent komst Unilever voor WUR?

Een invloedrijke multinational als nieuwe

buur. Wat betekent dat voor Wageningen

University & Research? Hoogleraar Remko

Boom, die Unilever van binnen en van

bui-ten kent, ziet vooral voordelen.

Remko Boom kent Unilever. Hij heeft zes jaar bij het R&D-lab van het bedrijf gewerkt in Vlaardingen en werkt sinds 1998, toen hij hoogleraar Levensmiddelenproceskunde werd aan WUR, veel samen met het voedingsconcern. Vooral binnen het Institute for Sustainable Process Tech-nology (ISPT), een consortium van universiteiten en bedrij-ven die hun processing willen verbeteren en verduurza-men.

‘Unilever heeft grote doelen om duurzaam te worden’, zegt Boom. ‘Het bedrijf zit ook in Wetsus, het waterinsti-tuut dat onderzoek doet naar waterbesparing en afvalwater uit wasprocessen. Het bedrijf investeert in projecten om in de hele keten water te besparen.’ Unilever is een heel belangrijke onderzoekpartner in Nederland, zegt Boom. ‘En als we als WUR een missie hebben om beter gebruik te maken van grondstoffen, is het logisch om samen te wer-ken met partijen die dat ook willen, zoals Unilever.’

Boom vindt Unilever een prettige onderzoekpartner. ‘De onderzoekers daar zijn allemaal gepromoveerd, ze hebben veel kennis en je leert ook veel van hen. Op sommige onder-zoekgebieden zijn ze verder dan wij.’ Het R&D-centrum van Unilever is groot en heeft de capaciteit om ook fundamen-teel onderzoek te doen. ‘Toen ik bij Unilever werkte, werkte ik aan wiskundige modellen. Dat onderzoek diende geen directe toepassing. Ik heb ook nooit het idee gehad dat de leiding de uitkomsten van onderzoek wilde sturen. Er was altijd behoefte aan kritiek, ook van universiteiten. Dat past ook bij een marktleider die consumentenproducten maakt. Je wilt niet dat je claims later niet goed onderbouwd blijken te zijn.’ Unilever publiceert niet alle onderzoeksresultaten, nuanceert Boom. ‘Cruciale dingen voor het bedrijf houden ze voor zichzelf. Maar het is geen gesloten bedrijf.’

De komst van Unilever naar Wageningen gaat er volgens Boom voor zorgen dat WUR en Unilever meer gaan samen-werken bij het gebruik van de kennisinfrastructuur. ‘Ik hoop dat ze dure apparatuur gaan delen, bijvoorbeeld via het Centre for Advanced Technology AgroFood. Die samen-werking maakt dan ook de WUR sterker. Ik denk ook dat er meer gezamenlijke projecten komen, omdat de sterke onderzoekers elkaar meer spreken. En ten derde is dit natuurlijk goede reclame voor Food Valley. Het zou me niet verbazen als meer onderzoekinstellingen zich nu in Wage-ningen willen vestigen.’

Maar tast de innige samenwerking met en geografi sche nabijheid van een bedrijf de onafhankelijke positie niet aan? Dat hoeft niet, zegt Boom. ‘Ik zie de bedrijven niet als klanten, want de klant is koning. Ik zie ze als partners waar-mee je desgewenst kunt samenwerken. Als ik moet kiezen tussen een bedrijf en een aio of student, dan kies ik voor de aio of student. Dat zeg ik ook altijd tegen het bedrijf voor-dat we aan een onderzoek beginnen. Als het bedrijf bijvoor-beeld wil dat we naar een nieuw onderwerp gaan kijken, maar de aio wil het huidige onderwerp nog verder uitdie-pen, dan kies ik voor de aio.’

WAT DOEN WE AL MET UNILEVER?

Unilever werkt al jaren samen met de Wageningse voedings- en levensmiddelengroepen, vooral in het Topinstituut Food and Nutrition (TIFN) en het Institute for Sustainable Process Technology (ISPT), brede consortia van universiteiten en bedrijven voor pre-competitief onderzoek. Ook werkt het bedrijf met Wageningse watertechnologen samen in Wetsus, het Europese centrum voor duurzame watertechnologie in Leeuwarden. Unilever fi nanciert daarnaast drie buitenge-woon hoogleraren aan WUR: Rob Hamer (Levensmiddelen-chemie), John van Duijnhoven (Biofysica) en Simeon Stoya-nov (Surface science). Deze hoogleraren houden zich bezig met fundamentele onderzoeksvragen. Ze willen geen com-mentaar geven op de plannen van Unilever in Wageningen.

Remko Boom FO T O : K O S TERMAN

(14)

2

Welke voordelen kan Unilever verwachten?

Unilever hoopt dat vestiging in Wageningen

een impuls zal geven aan innovatie.

Fries-landCampina zit al ruim drie jaar met zijn

Innovation Centre op Wageningen Campus.

Heeft dat iets opgeleverd? Zeker, zegt

onder-zoeksdirecteur Ger Willems van het

zuivel-bedrijf.

Willems hoeft niet lang na te denken over wat de komst naar de Wageningse campus het zuivelbedrijf heeft gebracht. ‘Het grootste voordeel voor ons is het gemak van de samenwerking.’ Vroeger, toen hij vanuit het R&D-lab van FrieslandCampina in Deventer werkte, moest Willems afspraken inplannen om naar Wageningen te gaan. Tegen-woordig belt hij onderzoeksleiders van WUR of ze even tijd hebben voor een kopje koffi e. Ze zitten immers op loopaf-stand. ‘De intensiteit van de samenwerking is enorm toege-nomen.’

Het zuivelbedrijf zit sinds augustus 2013 op de Wage-ningse campus. De afgelopen jaren is het aantal onder-zoeksprojecten met de WUR niet noemenswaardig toege-nomen, schetst Willems. ‘Voordat we kwamen, wisten we al welke Wageningse groepen relevant waren. Daar werkten we al mee samen. Maar nu lopen onze onderzoekers en die van WUR wel veel makkelijker bij elkaar binnen. De kwali-teit van de samenwerking is een stuk beter geworden.’

Tweede winstpunt volgens Willems is wat hij de ‘bij-vangst’ noemt. ‘Je praat met iemand van WUR en je hoort wat. Zo was ik op de open dag van Food & Biobased Research en daar hoorde ik dat ze een apparaat hadden ontwikkeld om de rijpheid van fruit te meten. Toen vroeg ik me af: kun je daar ook de rijpheid van kaas mee meten? Uit-eindelijk bleek dat te lastig, maar je legt zo’n verbinding alleen als je er tegenaan loopt.’

Een andere bijvangst leidt waarschijnlijk wel tot een vervolgproject. Willems liep tijdens een ondernemersbor-rel tegen een bedrijf aan met een 3D-printer op de campus. ‘Dat kwam mooi uit, want we wilden net iets doen met

14

>> achtergrond

FO T O : GUY A CKERMANS Ger Willems

(15)

achtergrond <<

15

3D-printers op het gebied van verpakkingen.’

Bijvangst kan innovatie opleveren, maar ook geld bespa-ren. Het meest recente voorbeeld, zegt Willems, is dat onderzoekers van FrieslandCampina een duur analyse-apparaat wilden aanschaffen. Voor de aanschaf gingen ze langs bij onderzoekers van WUR. Die hadden een ander apparaat, dat maar een kwart kostte van het beoogde appa-raat, en daar konden ze hetzelfde onderzoek mee doen. ‘Zo’n meevaller heb je alleen als je bij elkaar over de vloer komt.’

FrieslandCampina deelt ook faciliteiten met WUR in het Centre for Advanced Technology AgroFood en maakt gebruik van de bibliotheek en postverzorging van WUR. Omgekeerd vindt het practicum Zuivel van de universiteit plaats in het innovatiecentrum van FrieslandCampina. Zo’n dertig WUR-studenten maken drie weken lang boter, kaas en yoghurt in dit practicum. ‘Wij hebben de goede

faciliteiten daarvoor. In het begin was het: “lastig, extra werk, studenten binnen”. Na de eerste keer was het: “leuk, jonge mensen opleiden, dankbaar werk”.’

Willems gelooft in de informele samenwerking tussen bedrijf en universiteit. ‘Je moet elkaar leren kennen en ver-trouwen. Daarvoor moet je elkaar vaker ontmoeten, om te weten wat je aan elkaar hebt. Je kunt onderzoeksamenwer-king dichttimmeren in contracten, maar die zijn vaak geba-seerd op wantrouwen, en dat werkt niet.’

Willems kent ook de geluiden van critici die vinden dat bedrijven teveel de onderzoekagenda bepalen, omdat onderzoekers steeds vaker een handtekening van bedrijven nodig hebben om een voorstel gefi nancierd te krijgen. Wil-lems: ‘Wij proberen duidelijkheid te creëren door aan te geven wat onze onderzoekagenda is. Dan weten WUR-onderzoekers: met dit onderwerp hoef ik niet aan te komen bij FrieslandCampina.’

3

Tast komst bedrijven de onafhankelijkheid aan?

De komst van Unilever naar

Wagenin-gen heeft de discussie over

commercië-le bemoeienis met onderzoek weer doen

oplaaien. Die bemoeienis wordt inderdaad

te groot, stellen drie Wageningse

hooglera-ren, maar dat heeft niets met geografi sche

nabijheid te maken. Het komt door een

weef-fout in de onderzoekfi nanciering van NWO.

Hoogleraar Levensmiddelenmicrobiologie Marcel Zwie-tering werkt graag samen met voedingsbedrijven als Uni-lever, bij voorkeur in een consortium. ‘Ik moet als levens-middelenmicrobioloog met de levensmiddelenindustrie samenwerken. Als ik dat niet doe, doe ik mijn werk niet goed. Maar voor de balans is het goed dat ik ook samen-werk met maatschappelijke organisaties die zich met voedselveiligheid bezighouden.’

Die balans is nu zoek, meent Zwietering. ‘Bijna alle onderzoekvoorstellen moeten tegenwoordig via bedrijven lopen.’ Niet alleen bij onderzoekfi nanciers die zich speci-fi ek richten op publiek-private samenwerking, maar ook bij de grote onderzoeksfi nancier NWO. ‘Het is te veel geworden. De industrie krijgt te veel invloed op de onder-zoekagenda.’

Sacco de Vries, hoogleraar Biochemie, is het daarmee eens. Hij geeft een voorbeeld. ‘Het NWO-programma

Building blocks of Life vraagt 10 procent cofi nanciering van

bedrijven. Voor dit fundamentele onderzoek is een project van een half miljoen euro niet ongewoon. Dan moet je dus vijftigduizend euro genereren bij bedrijven voor funda-menteel onderzoek. Vaak lukt dat niet. Bedrijven worden door zoveel onderzoekers benaderd dat ze de middelen niet meer beschikbaar kunnen stellen.’ Zelfs voor EU-net-werken die promovendi opleiden wordt tegenwoordig al cofi nanciering van bedrijven gevraagd, zegt De Vries. ‘Het

fi nancieringssysteem voor onderzoek met ongewisse uit-komst is volledig uit het lood op dit moment.’

Volgens Sander Kersten, hoogleraar Voeding, metabo-lisme en genomics, werkt de invloed van bedrijven door in het Wageningse promotieonderzoek. ‘Ik denk dat 20 à 30 procent van mijn promovendi op publiek-private pro-jecten zitten. Dan fi nancieren bijvoorbeeld NWO en een of enkele bedrijven het onderzoek, maar per saldo bepaalt het bedrijf dan de onderzoekagenda.’

Kersten verwijt het de bedrijven niet dat ze zo hande-len. ‘Maar ik betwijfel wel of dit een verstandig systeem is vanuit de Nederlandse overheid bezien. Nu laat ze de onderzoekregie volledig over aan het bedrijfsleven. Daar-door wordt het onderzoek minder fundamenteel en richt het zich meer op de korte termijn.’

Kersten kaartte dit probleem onlangs aan in dagblad

Het Parool. Voor publiek-private onderzoeksprojecten bij

de topsectoren, met inbreng van NWO, geldt verplichte cofi nanciering door bedrijven, legde hij in het artikel uit. Die bedrijven onderhandelen dus met de onderzoekers over de onderzoeksopzet. Maar aan het eind van de rit, als alle onderzoeksvoorstellen voor de topsector zijn uitge-werkt, kan het bedrijf zich opeens terugtrekken, omdat het ander onderzoek belangrijker vindt. Dat afhaken komt steeds vaker voor, zegt Kersten. ‘Je bent overgele-verd aan het bedrijf. Vroeger werd je project ook weleens afgewezen bij NWO, maar dan wist je dat er andere sterke groepen waren die blijkbaar een beter voorstel hadden ingediend. Maar nu weet je dat niet meer.’

Volgens Kersten staan onderzoeksgroepen nu voor een dilemma. ‘We moeten ons afvragen of we dit nog willen. We dienen nu vaak op allerlei plekken voorstellen in en komen dan in dit soort problemen terecht. We kunnen ons ook concentreren op wetenschappelijke kwaliteit en diepgang.’ Maar bij het huidige fi nancie-ringssysteem betekent dit: aanvaarden dat je onderzoeks-groep krimpt. Sacco de Vries Sander Kersten Marcel Zwietering FO T O : GUY A CKERMANS

(16)
(17)

beeld <<

17

KUNST IN DE KANTINE

Aan de betonnen muren van de eetzalen in Orion hangen sinds donderdag 3 november twee reusachtige kunstwerken. De Amerikaanse kun-stenaar Frank Plant maakte dit tafereel van groen staal, dat het knusse studentenleven moet ver-beelden. Het is gebaseerd op foto’s die Plant maak-te van groepjes studenmaak-ten op het gras tijdens een warme voorjaarsdag. In de andere eetzaal van Orion hangt een enorme wereldbol, opgebouwd uit stukjes gebruikt hout. Dit werk van de Amsterdammer Diederick Kraaijeveld benadrukt de internationale dimensie van de universiteit. RK, foto: Guy Acker-mans

Lees het hele verhaal

(18)

Bordeauxdog Fientje wacht op wat komen gaat. Ze doet mee aan een studentenonderzoek naar de vraag of honden altruïstisch zijn.

Noa en Fientje

dienen de

wetenschap

Bij ‘Wagenings dieronderzoek’ denken de meeste mensen aan varkens, koeien,

kip-pen en vissen. Sinds vier jaar wandelen er echter ook honden en katten door Zodiac.

‘Gezelschapsdieren zijn erg belangrijk in onze maatschappij. Ook dat is life sciences.’

tekst Rik Nijland foto’s Sven Menschel

N

oa zou maar wat graag dat lekkere brokje van tafel happen. De 11-jarige half labrador, half gol-den retriever rekt zich verlangend uit. Maar dan wordt ze door haar bazin gedecideerd aan de riem meegesleept langs de verleiding. ‘Zie je hoe ze dat doet’, fl uistert Bonne Beerda van Behaviou-ral ecology. ‘Daar gaat het in dit onderzoek

eigenlijk om: hoe hanteert de baas de hond?’ Om afl eiding in de testruimte te voorko-men, volgen we Noa, haar bazin en een onder-zoekster vanachter een onewayscreen, zoals in de verhoorkamers in Amerikaanse politiese-ries. Alle verrichtingen in de grijs geverfde ruimte in Zodiac worden met camera’s vastge-legd, ook tijdens pauzes: hoe gaan hond en baas dan met elkaar om?

GEZELSCHAPSDIEREN

Dit voedings- en gedragscentrum voor honden en katten is ingericht toen de dieronderzoekers vier jaar geleden van de Marijkeweg in Wage-ningen naar de campus verhuisden. ‘De aan-dacht voor gezelschapsdieren viel samen met de omschakeling van Zoötechniek naar Dier-wetenschappen’, vertelt Guido Bosch van Ani-mal nutrition. ‘Daarvoor lag de focus op koeien, varkens, kippen en vissen; sindsdien óók op anderhalf miljoen honden en bijna drie miljoen katten in Nederland. Die zijn erg belangrijk in onze maatschappij. Ook dat is life sciences.’

Traditioneel zijn gezelschapsdieren het onderzoeksterrein van de diergeneeskundige faculteit van Utrecht University. Maar Utrecht en Wageningen bijten elkaar niet, vindt Beerda. Daar staan gezondheidsproblemen van individuele dieren voorop. ‘Heb je een hond die zijn eigen staart najaagt, dan hoor je in Utrecht wat voor medicijnen erin moeten of welke gedragsbehandeling nodig is. Wij onder-zoeken waar afwijkend gedrag vandaan komt. Dat kan in het dier zelf zitten of in z’n omge-ving, inclusief de eigenaar.’

OVERGEWICHT

De katten die de onderzoekers in het voedings- en gedragscentrum in Wageningen bestude-ren, leven intern. Zo’n dertig geholpen katers

18

>> achtergrond

(19)

Noa, half labrador en half golden retriever, doet testjes ten bate van een onderzoek naar de relatie tussen opvoedstijl en hondengedrag.

achtergrond <<

19

en gesteriliseerde poezen brengen de dag door in gemengde groepen van acht dieren in een kamer met uitloop naar buiten. ‘Gedragsonder-zoek doen aan katten betekent dat je ze zelf moet huisvesten’, vertelt Beerda. ‘Katten zijn minder dan honden gewend om te reizen. Ze zouden volkomen van slag zijn als ze hier aan-komen voor een gedragstest.’

De campuskatten doen onder meer mee aan welzijnsonderzoek. Zo leren studenten bijvoor-beeld welke signalen duiden op opwinding. Om daar de overtreffende trap van te zien, gaan ze vervolgens in een asiel stressonderzoek doen. ‘Hier willen we zeker geen stress induceren’, vertelt Bosch. ‘Daarvoor zijn onze katten te waardevol. Stress zou bijvoorbeeld interfereren met het voedingsonderzoek dat we doen.’

Naast dat voer wordt getest van fabrikanten die zelf niet de faciliteiten daarvoor hebben, is een belangrijke vraag voor de onderzoeker waarom zoveel katten overgewicht hebben. Ook bij dieren is dat een voorbode van allerlei kwa-len. Bosch probeert daarom een optimum te vinden tussen eiwitgehalte, smakelijkheid en de verzadiging die het voer biedt. Ook de per-soonlijkheid van de kat komt aan de orde.

‘Momenteel bekijken we of impulsiviteit het risico op overeten vergroot. Daarvoor doen we een testje. Katten kunnen kiezen tussen twee pedalen om op te drukken. Bij het ene krijgen ze meteen een kleine lekkernij, bij het andere pedaal moeten ze wachten op een grotere belo-ning.’ De eerste resultaten wijzen erop dat impulsieve katten, die overwegend voor de snelle beloning kiezen, een groter risico heb-ben op overgewicht dan bedachtzame dieren.

VERLATINGSANGST

Voor tests met honden maakt het Wageningse gedragscentrum gebruik van vrijwilligers, bazen met hun viervoeters die zich zelf aanmel-den. Het houden van honden is bewerkelijker dan van katten, verklaart gedragsecoloog Beerda het verschil. Wie laat ze bijvoorbeeld drie keer per dag uit? Bovendien is intern huis-vesten niet nodig en dus ethisch gezien ook niet gewenst, vindt de onderzoeker. ‘Bij ons hondenonderzoek gaat het toch hoofdzakelijk om de mens-dierrelatie, hoe die doorwerkt naar probleemgedrag als verlatingsangst of agres-sie.’

Zo werkten Beerda en zijn collega’s mee aan gedragstesten om agressie aan te tonen en hiel-den ze de test voor Maatschappelijk Aanvaard-baar Gedrag tegen het licht. Veel rasverenigin-gen gebruiken die om agressieve dieren buiten de fokpopulatie te houden. Hoe voorspellend is die test eigenlijk, die een hond onderwerpt aan

allerlei proefjes zoals een confrontatie met dummy’s van andere honden of raar uitgedoste mensen? ‘Wij hebben die proefjes niet bedacht, die komen uit de literatuur, maar wel de gedragstest gevalideerd en aanpassingen voorgesteld. Een betrouwbaar instrument is belangrijk, zeker bij een kwestie die de gemoe-deren vaak bezighoudt.’

FIENTJE

Maar niet al het onderzoek in het gedragscen-trum heeft direct een maatschappelijk rele-vante component. In de kamer naast Noa zijn bordeauxdog Fientje en haar baas op bezoek. Zij is een puber van anderhalf en doet mee aan een studentenonderzoek naar de vraag of hon-den altruïstisch zijn. Willen ze hun baas behulpzaam zijn? Gunnen ze hem ook een lek-ker hapje als ze zelf wat krijgen? ‘Ons onder-zoek heeft ook vaak een onderwijskundige insteek’, aldus Beerda.

Eigenaren die problemen hebben met hun hond kunnen niet in Wageningen naar een spreekuur komen voor advies. ‘Wij bedenken de onderzoeken. Vervolgens verschijnt er een enquête op internet die hondenbezitters kun-nen invullen. Via die vragenlijst rapporteren ze

over zichzelf en over hun hond. Vervolgens nodigen we ze uit voor onze testen.’

Omdat vooral erg betrokken hondenbezit-ters reageren en er geen vergoeding tegenover staat, komen er relatief veel brave, goed opge-voede honden naar Zodiac. ‘We krijgen eigen-lijk te weinig probleemgevallen’, beaamt Beerda. ‘Momenteel bekijken we of we subsidie kunnen krijgen om ten minste reiskosten te kunnen vergoeden.’

Dat zou onder meer handig zijn voor het pro-motieonderzoek waar hond Noa zich voor uit-slooft: zijn bazen in te delen naar hun opvoed-stijl? En is die voorspellend voor het gedrag van de hond? ‘Dat is afgeleid van parenting styles bij mensen’, aldus Beerda. ‘Het is bekend dat de wijze van opvoeding – vooral veeleisendheid en betrokkenheid – voorspellende waarde heeft voor de leerprestaties en de sociale ontwikke-ling van kinderen. Wij vragen ons af of dat-zelfde concept ook opgaat bij de mens-hondre-latie. Momenteel zoekt promovenda Ineke van Herwijnen samen met studenten uit of het beeld dat de eigenaren in de enquête hebben geschetst ook klopt en hoe we de vragenlijst kunnen verbeteren. Bij ons gaat het vaak meer om de baas dan om de hond.’

(20)

‘ Integriteitsklacht gaat

hele organisatie aan’

Klachten over wetenschappelijke integriteit

worden nogal eens op het conto van individuele

wetenschappers geschreven. Ten onrechte,

stelt voorzitter Barend van der Meulen van de

Commissie wetenschappelijke integriteit (CWI).

‘Het ergste wat collega’s kunnen doen is hun

handen ervan af trekken. Want vergeet niet,

het is ook een klacht aan de organisatie.’

tekst Albert Sikkema foto Guy Ackermans en Rathenau Instituut

Z

e zijn nog geen academische meesterbedrieger à la Diederik Stapel in Wageningen tegengeko-men. Toch beoordelen voorzitter Barend van der Meulen van de Commissie wetenschappe-lijke integriteit (CWI) en vertrouwenspersoon Marcel Zwietering geregeld klachten over grensoverschrijdend gedrag in de wetenschap. De CWI boog zich de afgelopen twee jaar op verzoek van de rector over een handvol klachten over Wagenings onderzoek en Zwietering kreeg in drie jaar zo’n tien medewerkers met een klacht over de vloer.

Van der Meulen, hoofd onderzoek bij het Rathenau Instituut en Leids hoogleraar Wetenschapsbeleid, is sinds een jaar voorzitter van de Wageningse integriteitscommis-sie. Hij kent de integriteitsklachten over Wagenings onder-zoek die de laatste jaren de media haalden. Zo ontstond er in 2012 controverse over een Wagenings bijenonderzoek en begin dit jaar over een statiegeldonderzoek. En vorige week nog berichtte Trouw over LEI-onderzoekers die in 2010 onder invloed van ambtenaren een rapport over vis-teelt zouden hebben aangepast. De voorzitter kan niet in detail ingaan op klachten die zijn commissie onderzoekt, maar wil er wel in algemene zin wat over zeggen.

TEGENDRUK

Integriteit wordt in de publieke opinie al snel gekoppeld aan bedrog, alsof onderzoekers te kwader trouw zouden handelen. Dat is te gemakkelijk, vindt Van der Meulen. ‘Je ziet vaak, zeker bij praktijkgericht en beleidsgericht onder-zoek, dat onderzoekers en opdrachtgevers al in een vroeg stadium kennis delen en uitwisselen. Ook hebben ze in die fase al interactie over de betekenis van de resultaten. Dan kun je in een situatie komen dat onderzoekers te goeder trouw zijn, maar toch onzorgvuldig handelen, in strijd met de integriteitscode.’

Hier valt lering uit te trekken, vindt Van der Meulen. ‘Bij onderzoek in opdracht is er altijd spanning tussen het belang van de opdrachtgever en het publieke belang van kennis. En er wordt altijd druk uitgeoefend op de onder-zoeker om het private belang van een bedrijf of ministerie te dienen. Dan heb je tegendruk nodig. Onderzoeksgroe-pen en instituten moeten de publieke missie voor ogen houden en onderzoekers moeten zich kunnen loskoppe-len van het belang van de opdrachtgever. Daarop moeten onderzoekers elkaar scherp houden.’

20

>> achtergrond

Voorzitter Barend van der Meulen van de Commissie wetenschappelijke

integriteit (CWI)

‘Onderzoekers moeten

elkaar scherp

(21)

achtergrond <<

21

TE WEINIG KENNIS

Daarnaast speelt er nog iets anders bij beleidsgericht onderzoek, stelt Van der Meulen. ‘Soms is het noodzake-lijk om keuzes te maken op basis van onvolledige kennis. Neem risicoanalyses van giftige stoffen in het milieu. Welke concentratie van zo’n stof is nog aanvaardbaar? Dik-wijls is er onvoldoende onderzoek om onomstotelijk vast te stellen bij welke concentratie zo’n stof onze gezondheid aantast. Meestal houd je dan een bepaalde marge aan en daar rolt dan een getal uit – ‘dit is ons advies’. In dat getal zitten aannames. Bij vrijwel alle controverses over onder-zoek heeft de klager meer behoefte aan kennis of vindt de klager dat de kennis die aan de basis ligt van het advies onvoldoende is.’

Ook hier kunnen onderzoekers rekening mee houden, vindt Van der Meulen. Als de klagers het onderzoek publie-kelijk aanvallen, kun je maar beter openheid geven over je keuzes. Dat is overigens geen zaak van de individuele onderzoeker, maar van het instituut als geheel. ‘Zo’n inte-griteitsklacht trekt een zware wissel op de betrokken onderzoeker. Die heeft steun nodig. Het ergste wat colle-ga’s kunnen doen is hun handen ervan af trekken. Want het is ook een klacht aan de organisatie. Dat vergeten men-sen aan de universiteit nog wel eens, omdat daar de nadruk ligt op persoonlijke professionaliteit en verant-woordelijkheid.’

AUTEURSCHAP

Behalve de CWI heeft Wageningen University & Research ook twee vertrouwenspersonen wetenschappelijke integri-teit: hoogleraar landschapsarchitectuur Adri van den Brink en hoogleraar Levensmiddelenmicrobiologie Mar-cel Zwietering. De laatste sprak de afgelopen drie jaar tien medewerkers met een integriteitsklacht. De meeste van hen waren promovendi of postdocs die een geschil hadden met hun hoogleraar of begeleider.

Drie van de tien klagers verwees Zwietering naar een andere vertrouwenspersoon, omdat het bijvoorbeeld om intimidatie ging en niet om wetenschappelijk twijfelachtig handelen. Nog eens drie van de tien klachten gingen over het auteurschap van wetenschappelijke artikelen. ‘Soms worden er opeens medeauteurs geparachuteerd die niet hebben deelgenomen aan het onderzoek. Daar zijn regels voor, maar er zijn natuurlijk grijze gebieden. Ook de volg-orde van de auteurs kan een issue zijn. Als je op tijd bent met je klacht, kan zo’n ruzie over auteurs vaak worden opgelost. Maar als je te laat bent of promovendi geen klacht durven in te dienen, kan het echt misgaan’, zegt Zwietering.

PLAGIAAT

De overige vier klachten gingen over plagiaat. Dat zijn geen grote kwesties, zoals rond VU-hoogleraar Peter Nijkamp die zijn eigen werk vaak citeerde zonder bronvermelding, verzekert Zwietering. ‘Iemand heeft bijvoorbeeld iets bedacht en een ander gebruikt dat stukje tekst of die fi guur in een publicatie, zonder te citeren. Daar zijn duide-lijke regels voor in de Integrity Code van de VSNU, de

ver-WORKSHOP INTEGRITEIT

Hoe behoud je je integriteit als wetenschapper als je onderzoek gericht is op maatschappelijke verandering, extern wordt gefi nancierd en leidt tot publiek debat? Dat werd besproken tijdens de lunchworkshop Integrity for impact, woensdag 9 november in Impulse. Deelnemers gingen aan de slag met een case over het Deense bedrijf Lego, dat duurzame legoblokjes wil maken uit palmolie en door Wageningse onderzoekers een levenscyclusanalyse laat maken van de oude en nieuwe blokjes.

eniging van universiteiten. Promovendi tekenen die code ook, maar slechts weinigen kennen hem.’ Zo’n plagiaatkwestie is vaak nog te repareren als de vertrouwenspersoon er optijd bij betrokken wordt. Toch is er aan het eind niet altijd iedereen tevreden. Soms is er een blijvende vertrouwens-breuk ontstaan.’

Deze interne integriteitskwesties halen nooit de krant, maar dat maakt ze niet minder belangrijk, vindt Zwiete-ring. ‘Op de kleine dingen moet je goed letten. In mijn vakgebied, de voedselveiligheid, geldt: je moet ook de bijna-ongelukken rapporteren, om ervoor te zorgen dat je basisvoorschriften voor veilig voedsel in orde blijven. Zo werkt het ook bij wetenschappelijke integriteit.’

Vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit

Marcel Zwietering

‘Als je op tijd bent met

je klacht, kan een

ruzie vaak worden

opgelost’

Lees het verslag

van de workshop

(22)

22

>> opinie

IS DE NIEUWE

VAKKEN-EVALUATIE BETER?

Melanie van den Bosch

Masterstudent Bioinformatica ‘Toen ik laatst de vakkenevaluatie in-vulde, merkte ik dat ik hem sneller af had dan normaal. Ik dacht “ben ik nu al klaar?”. Ik wist niet dat ze hem hadden veranderd, maar het viel me op dat de vragen over docenten veel minder gedetailleerd waren. Dat is jammer. De voornaam-ste reden dat ik de evaluatie invul, is dat ik docenten ver-beterpunten wil geven. Er zal waarschijnlijk niet meer res-pons komen nu hij korter geworden is, aangezien mensen er toen ook geen tijd voor maakten.’

Maaike Kool

Bachelorstudent Dierwetenschappen ‘Ik heb de afgelopen periode de en-quête ingevuld en hij was vernieuwd. Het duurde minder lang om hem in te vullen en de vragen waren duide-lijker. Wat ik vooral handig vind, is dat je nu kunt kiezen welke docen-ten je hebt gehad en alleen voor die docendocen-ten de enquête invult. Dat kon al, maar dan moest je door een lange lijst van docenten klikken voordat je de enquête kon afsluiten. Deze enquête kost minder tijd en ik denk dat dat voor veel studenten de drempel om hem in te vullen verlaagt.’

Stan Jansen

Masterstudent Environmental scien-ces, lid van de opleidingscommissie van BMW, MUE, MES en MCL

‘Als studiecommissaris van studie-vereniging Aktief Slip heb ik vaak ge-merkt dat studenten weinig bereid zijn om de online evaluatie EvaSys in

te vullen. Daarom hebben veel opleidingscommissies an-dere manieren gezocht en gevonden om vakken te evalue-ren. De opleidingscommissies van BMW, MUE, MES en MCL analyseren hun vakken al jaren aan de hand van een aparte, schriftelijke evaluatie. Toen ik de PaCE-evaluatie invulde, was ik positief verrast. Het vult makkelijk in om-dat de vragen effi ciënt gesteld zijn, en de verhouding tus-sen open- en gesloten vragen is goed. Bijna alle studenten die ik gesproken heb, zijn er positief over. Nu kunnen stu-denten zelf actief bijdragen aan de kwaliteit van hun vakken, in nog geen vijf minuten.’

Robert van der Kraan

Masterstudent Food quality manage-ment

‘Ik ben net aan mijn master hier be-gonnen, dus ik heb nog nooit eerder de Wageningse vakkenevaluatie in-gevuld. Ik vond de evaluatie te lang en te gedetailleerd en heb hem daarom niet afgemaakt. Naar mijn mening zou het dus verstandig zijn om hem nog verder in te korten: hoe minder tijd het in beslag neemt, hoe meer mensen eraan mee zullen doen. Ik vind het wel heel goed dat je docenten persoon-lijk kunt beoordelen.’

Antonella van Osnabrugge

Bachelorstudent Internationaal land- en waterbeheer, studentenraadslid voor VeSte

‘Wij zijn als studentenraad erg posi-tief over het nieuwe evaluatiesys-teem PaCE. Het oude EvaSys was te lang, waardoor weinig studenten hem invulden. Dat is jammer, want er wordt veel gedaan met de resultaten. Hiervan zijn studenten zich vaak niet bewust,

Wageningse studenten vonden vorige week, aan het eind van periode 1, zoals

gebrui-kelijk de digitale vakkenenquête in hun mailbox. Alleen zag deze er anders uit dan

voorheen. De nieuwe evaluatie – PaCE – zou sneller en makkelijker in te vullen zijn

dan het oude EvaSys (zie ook het bericht op p. 26). Maar is dat ook zo?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Detection of high-risk HPV DNA is considered to be potentially useful in three clinical applications: first as a primary screening test, solely or in combination with a Pap smear

The number of scanners in the hospital, the number of examinations currently performed per scanner and the number of patient contacts in ambulatory care are

Dit keuzedeel is gericht op de beginnend beroepsbeoefenaar die zijn kennis en vaardigheden wil inzetten om personen met verward gedrag te ondersteunen.. Verwarde personen zijn

De beginnend beroepsbeoefenaar beslist samen met de cliënt welke technologische hulpmiddelen worden ingezet en neemt hierbij de wensen van de cliënt, eventuele aandachtspunten

Bij het bieden van ondersteuning combineert de beginnend beroepsbeoefenaar standaardprocedures en -methodes met onder andere specialistische vakkennis van veel

§ heeft brede kennis van mogelijkheden op het gebied van werk, scholing en vrije tijd voor jeugdigen § heeft kennis van de kwaliteitscriteria van de hulpverlening in de jeugd-

-This applies mainly in diagnosing of non-small cell lung cancer (NSCLC) and solitary pulmonary nodules, in staging of HodgkinÊs lymphoma, in identifying metastasis from

Overall (stoma appliances) Representative product colostomy One piece Representative Product Colostomy Two piece Bag Representative Product Ileostomy One piece