Bibliotheek
Proefstation PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS,
Naaldwijk
T TE NAALDWIJK.
G 2 2
Invloed van kieramedia en afdekmethoden op de kieming van al of niet omhuld tomatezaad.
door: F.Geers
Vc i L -r I'7i2> . Ç
B I B L I O T H E E K - f { ^ 4 ^ I v - v '
Proefstation voor de Groenten- en • -, „
Fruitteelt onder Glas ts Naair'^/iîk" / ^PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS TE NAALDUI3K
Invloed van kiemmedia en afdekkingsmethoden op de kieming van al of niet omhuld tomate-zaad.
Fred Gears
Naaldwijk, augustus 1970. no. 361/70
1. Inleiding Proef 1
2. Materiaal en methoden
2.1 voorweken van het zaad
2.2 data en hoeveelheden 2.3 verdere behandeling 3. Resultaten 3.1 opkomst 3.2 temperatuur en luchtvochtigheid Proef 2 4. Materiaal en methoden. 4.1 uitgangsmateriaal 4.2 data en hoeveelheden 4.3 verdere behandeling 5. Resultaten 5.1 opkomst 5.2 temperatuur en luchtvochtigheid 6. Discussie 7. Samenvatting.
1. InleidiriQ
Het direkt zaaien in een perspot — met weglaten van het verspenen — heeft bij de slateelt tot belangrijke verbeteringen geleid ( Van der Hoeven 1969). Het direkt zaaien in een perspot leidt tot arbeidsbesparing en voorkomt groeistoornis. Voor de toepassing van deze methode bij de opkweek is vereist, dat het opkomstpercentage hoog is en de uniformiteit van de planten voldoende is.
Om hiertoe te komen is zaad van hoge kwaliteit nood zakelijk en moeten de omstandigheden tijdens de kieming zo gunstig mogelijk zijn. Belangrijke milieufaktoren zijn s de aard en de vochtigheid van het kiemmediurn, de tempe ratuur en de luchtvochtigheid.
Studie van de invloed van de verschillende behan delingen op de kieming en de groei van de planten, was het doel van dit onderzoek.
Proef 1
Materiaal en methoden
2.1 Voorweken van het zaad
In deze proef zijn vergeleken voorgeweekt zaad en onbehandeld zaad. Er is gebruikt het ras Moneydor en wel gekalibreerd zaad van 2,3 - 3,0 mm
0.
Het zaad is gedurende 12 uur voorgeweekt in de nacht van 23 op 24 no vember 1969. Het zaad is geweekt in water opkamertem-/ o . peratuur (20 C). 2.2 Data en hoeveelheden
Gezaaid is op 24 november in 5 x 5 x 5 cm slspotjos met een gat van 0,8 cm diepte. De perspotten zijn met de hand geperst op 19 november. Enkele dagen voor het zaaien is geperst omdat de koude potgrond hierdoor op temperatuur kon komen.
De opzet van de proef was als volgt ;
- Een gedeelte van de potten was afgedekt met plastic folie, een ander gedeelte was niet afgedekt.
Bij deze twee manieren is het zaad op 3 verschillende wijzen bedekt ; met potgrond, grof zand (rivier zand) en/of zonder bedekking. Zoals besproken, is daarbij nog uitgegaan van 2 zaadbehandelingen s namelijk voorgeweekt - en onbehandeld zaad. Per object zijn 20 potten genomen, waarbij in elke pot 2 zaadjes zijn gelegd. De bovengenoemde 12 objecten komen in tweevoud voor.
2.3 Verdere behandelinq
Na het zaaien zijn de zaden bedekt met een laag van + 1 cm respectievelijk potgrond en grof zand. Daarna is overgebroesd. De grondverwarming was in werking . 25 novemer ; 2 maal gebroesd
26 november s 1 maal gebroesd
27 november s bleek broezen niet nodig.
28 november s de eerste zaden beginnen te kiemen. (5 dagen na het zaaien)
29 november ; bleek broezen niet nodig
30 november : is het plasticfolie eraf gehaald. 1 december s is de eerste keer geteld.
1 t/m 10 december s gebroesd naar omstandigheden
10 december ? zijn de plantjes beoordeeld, afgesneden, gewogen en gemeten.
3. Resultaten
3.1 Opkomst
In de volgende tabel zijn de resultaten van de telling op 10 december 1969 weergegeven. Als goede planten zijn
geteld die planten die bruikbaar leken om te worden opgepot, Of anders gezegd, planten die men bij het selecteren tijdens het opnemen uit de zaaibak of het zaaibed zou verspenen.
Als I(oren"planten zijn geteld de planten die met de zaad
lobben aan de zaadhuid vastzaten. De volgende symbolen zijn gebruikt ;
I . potten afgedekt met plastic folie
II. potten niet afgedekt
A. niet voorgeweekt zaad
B. voorgeweekt zaad
a. zaad afgedekt met zand (rivierzand) b. zaad afgedekt met potgrond
Tabel 1. Kiemresultaten, gegevens gemiddeld over beide her halingen. Legenda zie tekst. Het eerste cijfer geeft het percentage gekiemde planten; het tweede cijfer het percentage goede planten van het totale aantal dat mogelijk is en het derde cijfer het percentag „oren'^lanten. I
L
11 Aa 09 75 11 79 55 23 Ab 82 76 3 83 78 ;7 Ac 92 73 14 86 56 1G Ba 86 58 22 85 55 CM CM Bb 06 76 5 76 54 6 Bc 81 60 12 63 30 12 Percentage gekiemda. I . geeft een hoger kiemingspercentage dan II.
b. Bij I . zijn de verschillen tussen de behandelingen niet betrouwbaar.
c. Bij II. wijkt behandeling Bc betrouwbaar af van de overige behandelingen; deze verschillen zijn onderling niet betrouwbaar.
Percentage goede planten
a Object I . geeft een zeer betrouwbaar hoger percentage goede planten dan object I I ( p <_0,01).
b. De invloed van de behandelingen is zowel bij I als bij I I gelijk ( er is geen interactie).
c. B geeft een betrouwbaar lager percentage dan fi. Object b verschilt betrouwbaar van c.
d. Het verschil van b en a heeft een onbetrouwbaarheid var, 10^; het verschil tussen a en c is niet betrouwbaar.
Percentage „oren"planten
a. I I geeft een betrouwbaar hoger percentage dan I .
b. b geeft betrouwbaar minder „oren"planten dan a en c, terwijl het verschil tussen a en c eveneens betrouwbaar i ten gunste van c.
De gemiddelden over de verschillende behandelingen zijn in tabel 2 weergegeven in dezelfde volgorde als in tabel 1.
Tabel 2. Gemiddelden over de behandelingen. Legenda zie tabel 1.
I 86 70 11 I I 00 55 15 A 86 69 13 B 80 56 13 a 85 61 20 b 83 71 5 c 81 55 15
In de volgende tabel wordt het gewicht van de plantjes weergegeven, die 17 dagen na het zaaien zijn afgesneden. Dit is berekend over de goede planten.
Tabel 3. Gemiddeld vers plantgewicht in mg. Legenda zie tabel 1.
I a b c gem. I I a b c 9 ©m e
A 120 105 114 113 A 103 100 98 100
B 108 114 112 111 B 198 100 97 9E
gem. 114 110 113 112 gem. 100 100 98 9 9
De gemiddelde lengte van de plantjes was over het algemeen groter bij vak I dan bij vak II. Slechts 2 objecten zijn hierbij vergeleken (deze waren maatgevend voor de andere ).
I . = 4,0 cm II. = 4,2 cm.
3.2 Temperatuur en luchtvochtigheid
Om meer te weten te komen over het verloop van de temperature is er een recorder gebruikt met de volgende 5 meetpunten;
1. temperatuur van de potjes onder plastic rolls (.ii het hart van de perspot)
2. temperatuur van de niet afgedekte potjes
3. temperatuur tussen de potjes onder plastic folie 4. temperatuur tussen de niet afgedekte potjes 5. luchttemperatuur 20 cm boven de grond.
De v o l g e n d e twee momentopnamen geven de belangrijkste l i j n e n
weer.
Tabel 4. Temperatuur in °C.
no. de grootste ver
schillen j de kleinste ver schillen 1 24,0 21,0 2 21,5 20,5 3 24,0 20,8 4 21,5 20,5 J 21,0 20,1 Proef 2 Materiaal en methoden 4.1 Uitgangsmateriaal
De proef is uitgevoerd met zaad van het ras Extase. Ter v e r g e l i j k i n g i s g e b r u i k g e m a a k t v a n h a n d e l s z a a d ( h . z ) , gegradueerd zaad (g.z) en ingehuld zaad.
Ttuee firma's hebben het gegradueerd zaad ingehuld s
R o y a l S l u i s ( t t f c ) en Eschwege ( • • ) . De bovengenoemde v i e r typen zaad zijn gezaaid in 5 x 5 x 5 cm slapotjes met een gat van + 2 cm diepte. De potjes zijn met de hand geperst. Het gat is na het zaaien niet gevuld (-) of gevuld met
potgrond (gr), zilverzand (zz), perlite (pl) of zaagsel (zs).
4.2 Data en hoeveelheden
De proef is in drievoud genomen. De proef bestond dus uit 4 typen zaad in combinatie met 5 manieren van afdekken. Elk object was 20 potjes groot met 1 zaadje per potje. Zij stonden in een bed van 12 x 124 perspotjes. De potjes zijn 16 januari geperst; onkele dagen vóór het zaaien in verband met het op temperatuur komen van de potjes.
Zaaidatum : 19 januari. Na 7 dagen uias er opkomst i 26 januari.
De plantjes zijn afgesneden en beoordeeld na 19 dagen : 6 fe bruari.
4.3 Verdere behandeling
De grondverwarming is in werking gesteld. Na het zaaien en het bedekken van het zaad is er goed gebroesd om ook de bedekking, met name het zilverzand en het zaagsel, goed vochtig te maKen. Er is ongeveer 1,5 cm dik afdeïkking gebruikt.
20 januari 2 x gebroesd
21 januari 1 x gebroesd
22 januari 1 x gebroesd
23 januari bleek broezen ziet nodig
24 januari niet gebroesd : vochtig genoeg
25 januari niet gebroesd s vochtig genoeg 26 januari eerste opkomst s vrij o n r e g e l m a t i g 27 januari t/m 6 februari gebroesd indien n o d i g .
5. Resultaten
5.1 Opkomst
In de volgende tabel zijn de resultaten van de telling op 30 januari 1970 weergegeven. Het beoordelen van de kiem-planten is op dezelfde manier gebeurd als in de voorgaande proef. De volgende symbolen zijn gebruikt s
Pil I s P I Pil I I s P I I Gegradueerd zaad s gz. Handelszaad hz. p o t g r o n d j gr zilverzand s zz perlite s zAA^ei-niet afgedekt : pi_ ü
O T> m CT -H "D TJ F- CD <i CD C CD rt- rt- C0 l-t »1 n F- CO O TD m CD O CD CD CD 3 C 3 CD 3 rt" IO Q 3 et O CD CD ex ta il) CD O CD 0) N •o O 3 CD 3 Q> CD rt- n CD T-H 0) F* 3 L-H CT ID O 3 a> h) CD fj rt- -t> ZT C C CD CD N CD F-F- 3 4 c n 7T co S 0) CD F- co CT a O 3 CO o Q) N M rt- ZT O CD F- Q. co F- CD 3 3 CD O 0 M a c+ • CD M O CD CD O 3 CD F* fj 3 C 3 0) m CT 3 3 n 0 N rt-CD F- CI" CD CD CD uo •1 CD 3 H m O •1 C E 0) e CT F- -ij CT CD CO CL » rt-TT CD 0) H C 7C M O 3 3 C a F< < e F- CL CD CT tO CL H m CD CO Q) er M O H CD m c-f 3 •y C fj *» F- 0) O F" 3 C CL • e F- m CT CD N CD 33 Q) • -13 CD *i 3 CL 3 • CL CD (D x- 3" ti CT N F-> CD «• F- ZT 3 CD •o ID 3 a »-t 3 m F- F> CD F- F» rt- 3 CO ID cr CT m /—. CD cl- 1 rl--- / o O c II C E E T CT 0) D A> 0) F- B CD n et c 3 CD il) F-M -t) 3 CO a. CL O (D (D 3" 7T F- 7T t-1 CD CL I-1 3 0) CD s <• 3 3 • e "D TT et-N m CD •1 CD X) <C F' CD t-l CD 3 3 3 D F* CD a> 3 3 t-j n rt- "D CD C 3 CO H-l rt-CO FI 0) a> O 3 O N ID N 3 CD CT 3 CD rt-ZT <1 N O • C e CT O CD CD Q> t") C CD 3* H O CO ID O CD ZT 4 F-t—' CL F* 0) CD 3 3 CD F- N 3 CD 0) 3 -t) CL 3" CD N TT • 3 F-CL H CL C CD CO 1—1 CO CD CD 3 3 N -a <=:: 3 FI 3 CD F- 3 CD CI- "O CT t-H CD 1—1 rt-ti O c e er 0) CD » F* CO lO CD CD 3 er CD et-i-j 0 c £ CT CD 01 »1 < CD CO O 3" (O 1 CD 1 3 I3T lO XI T) H • IN N CD 1 t—1 Ft cr j r- CD h— 1 1 1 L ' CD l-J a VO 1 • en ia 1 CD o u 1 • 1 1 CD 1 en -O VO vo 1 ro 1 —& U u 1 1 IIO zr zr r CD CD ai H-1 1 rt- rt- IO 0 1 1 CD B N> lc.4 U a a 1 13 rt- 3 n 1 1 CD E a CD 1 1 CD 0) 0) CD «# C 1 1 (D a. M 1 1 3 CD N rt" 03 1 <1 -O vo VO 1 cl- F- Û1 l->] en a> u 1 0) O CD ci 1 IO c:: ra mm »*• CD -t) t+ D en IUI en -o en 1 CD CD CD lu en a N) 1 1 ~ n TT 1 1 O CO H F- rt-1 1 CD co • 1 —1 —» ISÎ 1 3 a en 1 N) NI 1 z ZT Û) 1 1 "O CD X KD 1 1 F- rt- CD CD rt- D 1 1 3 -a 1 1 rt- CD CD 3 CD 1 en -O va vo 1 CD n CD û) GO 1 co es co O 1 3 o t 1 CD C0 zr 0) 3 rt- CD 1 1 CD ct- CD ct-CD icn vo 00 1 3 ffl N> 1 o O a> -J IN • to O N i IN CD czt (0 i 1 D Û} CT CD p. 1 1 H n CD O ia O a a 1 C 3 1 1 F- lO -(— _L_ ?T CT CD CD UD 1 1 0) -ti CD 1 1 rt- IO OD 1 -0 CD vo vo 1 CD CD -0 1 -o NJ en ISÎ 1 zr
«
1 1 "D CD CD _ — -I— — — — — — — — -l h-> rt- D 1 1 m CO 1 1 3 TJ œ I^J CD VO œ 1 rt- CD . z» en l-J O u -j ITJ (D >-> Ci 1 IM 3 O 3 _l -1 *0 CD H-1 1 3 a o 1 O O a a 1 zr rt- CL 1 1 CD m œ 1 1 rt- lO »-• _ _ _ -4 — — — _—— —F — CD CL 1 1 CL 1 1 CD IO o 1 1 fj CD C UD 1 CD 03 vo U3 1 CL 7? CD o 1 U1 a 00 œ 1 CD F- H 1 1 m , _ — . H —-— — •+ O 3 G3 1 1 a œ ICD -0 UD vo IN -t» CD D" œ IU es •<1 CD ICO CD CD 1 1 fj 0) 1 J 0) zr 1 IO 3 û} o la o a O 1 CD h-» 1 1 CD F» 1 1 -t) • 1 1 ri KD CD 1 1 3 1 1 • œ I^J vo vo 1 CK IUI CD CD u IIO 1 ICD 1 J 3 T F-•NJ 1 en -J vo 00 la vo im U —i u ta 1 ICD IF 1 ia w loa 1 OJ u •ps 1 1 1 iDe volgende tabel geeft de lengte van de planten aan 19 dagen na het zaaien
Tabel 6. Gemiddelde lengte in cm; afgesneden op grensvlak grond - lucht« Van grensvlak tot onderste zaadlobben gemeten.
gr -.. zz pi zs gemid deld P I 4 , 3 4 , 6 3 , 7 3 , 5 4 , 1 4 , 0 p I I 4 , 4 4 , 6 3 , 9 3 , 8 3 , 9 4 , 1 gz 5 , 2 4 , 0 3 , 9 3 , 8 4 , 0 ! 4 , 3 I hz 5 . 0 5 , 0 4 , 4 4 . 0 4 , 3 1 4 . 5 gem. 4 , 7 4 , 7 4 , 0 3 , 8 4 , 1 1 1 4 , 2
De verschillen in lengte tussen de öoorten zaad, gemiddeld over de afdekmiddelen zijn betrouwbaar. De in vloed van de afdekmiddelen is niet bij alle soorten zaad
i>T r 3X
gelijk. Bij alle soorten zaad zijn | en | betrouwbaar hoger dan zs, zz en pl. Bij P I blijkt bovendien zs beter te zijn dan zz en pl.
Bij gz is gr betrouwbaar beter dan (-) en bij hz is pl b e t r o u w b a a r m i n d e r d a n z z e n z s .
Tabel 7. Gemiddeld gewicht van de plantjes (vers gewicht) Plantjes afgesneden na 1 9 dagen. Gewicht in mg.
gr - zz Pl zs gemid deld P I 147 137 130 113 152 136 P I I 153 153 145 145 149 149 gz 191 150 138 152 144 155 hz 1§4_ 172_ 163_ 176_ __169_ 173 gem. 169 153 144 146 154 153
HZ geeft betrouwbaar zwaardere planten dan de overige zaadsoorten. P I is betrouwbaar lichter dan andere zaadsoorten. Tussen P I I en gz »is geen betrouwbaar verschil. De invloed van de afdekmiddelen is niet bij alle soorten zaad gelijk.
Bij P I is pl betrouwbaar minder dan de overige middelen die onderling niet verschillen.
Bij P I I en hz zijn geen betrouwbare verschillen tussen de afdekmiddelen.
1 1 .
In de volgende tabel zijn standcijfers weergegeven van 0 t/rn 5. Daarbij is uitgegaan van de volgende beoordeling van de harte blaadjes ;
0 3 G&IP**
1 ... 4
2 iâSsÊSSf 5
Alle plantjes zijn zo beoordeeld en het gemiddelde hiervan wordt in de volgende tabel weergegeven.
Tabel 8 Standcijfers naar grootte van de harteblaadjes; voor index zie tekst.
gr - zz Pl zs gemiddèld P I 3 , 3 2 , 9 3 , 2 2 , 7 3 , 3 3 , 1 p I I 3 , 1 3 , 1 2 , 7 3 , 5 3 , 2 3 , 1 gz 4 , 1 3 , 2 3 , 3 3 , 6 3 , 0 3 , 4 hz 4 , 6 4 , 2 4 , 6 4 , 5 4 , 6 4 , 5 Q Bm • 3 , 8 3 , 3 3 , 4 3 , 6 3 , 5 3 , 5
De verschillen in afdekmiddelen zijn niet betrouwbaar. Bij alle afdekmiddelen geeft hz een zeer betrouwbaar betere stand dan de overige soorten zaad. Deze verschillen zijn onderling niet betrouwbaar
5 . 2 Temperatuur en relatieve luchtvochtigheid
De eerste week schommelde de temperatuur tussen 19° o
en 26 C. De relatieve luchtvochtigheid schommelde tussen
68 - 53%.
De tweede week schommelde de temperatuur tussen 18° en 32°C en de relatieve luchtvochtigheid tussen 70 - 43^, Deze waarnemingen zijn gedaan met een thèrmohygrograaf.
De grondtemperatuur in het hart van de perspot was gemiddeld 21°C. Laagste grondtemperatuur 19,0°Cj hoogste grondtem peratuur 23,0ÜC.
Discussie
Voorweken
Het voorweken van het zaad is in de toekomst waar schijnlijk slechts van beperkte betekenis in verband met het gebruik van gepilleerd zaad. Uit tabel 1 blijkt dat het voorgeweekte zaad geen hoger kiempercentage gaf dan het niet voorgeweekte zaad.
Afdekkinq
Door het afdekken met plastic scheppen we een micro klimaat met een hoge relatieve luchtvochtigheid, die
konstant blijft, maar dat geldt slechts voor een beperkte tijd, na de kieming worden de zachte kiem-plantjes plotseling blootgesteld aan een lage lucht
vochtigheid bij het weghalen van het plastic. In een lege kas, waar de opkweek meestal gebeurt, kan een zeer lage relatieve luchtvochtigheid heersen. Dit geldt met name voor de wintermaanden. Enkele cijfers illustre ren dit.
Tabel 9. Relatieve luchtvochtigheid omgerekend van
buiten-omstandigheden naar een hogere temperatuur Buiten maand oktober november december januari februari .temp. Gem, r 14°C 79% 8°C 00 O 1°C 86?b 3°C Q7% 3°C 81% u. v, Binnen r . l . v . bij 23 C 455? 3136 20% 24% 2 2 %
De grond van de kas maakt dat de relatieve lucht vochtigheid hoger is, maar dit is slechts beperkt in ver gelijking met de vochtigheid dat een gewas opbouwt in een k a s .
1 3 .
Bedekking v/an het zaad
Bedekking van het zaad of de pillen heeft het voor deel dat het zaad of de pillen niet rechtst- eeks zijn bloot gesteld aan de lucht, die sterk kan wisselen voor wat be
treft temperatuur en luchtvochtigheid. Verder blijkt bedek king gunstig te werken op het loswerken van de zaadhuid
van de zaadlobben. Zie tabel 2 van proef 1 en tabel 5 van proef 2. Behalve de aard van de bedekking is ook de dikte van belang. Hoe dik de afdekking moet zijn is nog niet be kend. Voor de lengte van de plantjes is het belangrijk een afdekking te gebruiken d.ie maakt dat de plantjes korter blijven, gezien de klachten uit de praktijk over de lange planten bij het direkt zaaien in de pot.
Samenvatting
Het zaaien — zelfs het 3yatse:r, zaadje-potje of pil-potje — kan op veel manieren geschieden.
Afdekking met plastic kan daarbij gunstig werken. Evenals de bedekking van het zaad of de pillen. De voordelen hiervan zijn genoemd bij de discussie.
Het voorkomen van „oren"planten moet worden tegenge gaan omdat dit een groter aantal inferieure planten ver oorzaakt. Gebleken is dat niet de luchtvochtigheid alleen een rol speelt bij het kwijtraken van de zaadhuid. Het is met name de afdekking van het zaad dat verantwoordelijk is voor het loswerken van de zaadhuid. De dikte van de afdekkingslaag zal in de volgende proeven worden bekeken.
Hoe groot het voordeel van het gebruik van pillen kan zijn, laat het grote verschil zien tussen de kiempercentages van zaad en gepilleerd zaad respectievelijk 78 en 75 tegenove 93 en 9B.
Verdere proeven zijn nodig om te komen tot optimum kieming onder verschillende omstandigheden en om een
hoog percentage bruikbare planten te krijgen. De eisen die worden gesteld aan deze nieuwe methode van zaaien zijn een maal hoger, wil ris üBcïicds vrachten afwerpen.