• No results found

Het stedelijk veld in opkomst : de transformatie van de stad in Nederland gedurende de tweede helft van de twintigste eeuw - Voorwoord

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het stedelijk veld in opkomst : de transformatie van de stad in Nederland gedurende de tweede helft van de twintigste eeuw - Voorwoord"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl)

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Het stedelijk veld in opkomst : de transformatie van de stad in Nederland

gedurende de tweede helft van de twintigste eeuw

Brand, A.T.

Publication date

2002

Link to publication

Citation for published version (APA):

Brand, A. T. (2002). Het stedelijk veld in opkomst : de transformatie van de stad in Nederland

gedurende de tweede helft van de twintigste eeuw. AME.

General rights

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s)

and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open

content license (like Creative Commons).

Disclaimer/Complaints regulations

If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please

let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material

inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter

to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You

will be contacted as soon as possible.

(2)

Voorwoord

Het schrijven van dit boek is een langdurig en inspirerend proces geweest. Langdurig en zwaar omdat het niet meevalt om vijftig jaar ontwikkeling van stedelijke patronen op een samenhangende wijze in één verhaal onder te brengen. Maar ook inspirerend door het enthousiasme dat mijn begeleiders Rob van Engelsdorp Gastelaars en Cees Cortie over wisten te brengen. Zonder hun intensieve begeleiding zou ik deze klus niet hebben kunnen klaren. Als ik terugdenk aan de afgelopen vijf en een half jaar, dan denk ik niet niet in de eerste plaats aan het geploeter om de juiste data te vinden of om greep te krijgen op de literatuur, maar aan de inspirerende maandelijkse discussies. Daarbij werd veel gelachen en dat typeert de sfeer waarin die gesprekken verliepen. Het was voor mij niet alleen een leerzame, maar ook een leuke tijd.

Het bestuur, de directie en de leiding van de afdeling onderzoek van de provincie Noord-Holland hebben mij de gelegenheid gegeven om de laatste drie jaar van mijn werkperiode te gebruiken voor deze studie en daar ben ik hen zeer dankbaar voor. In het bijzonder wil ik Pipo Nicolas, Sjoerd Bosma, Cees Versteden, Max van den Berg en Peter van der Velde bedanken voor hun steun hierbij. Pipo en Max hebben daarnaast, in de beginfase van het onderzoek door hun inhoudelijke commentaar bijgedragen aan de opzet. Ook de collega's van de afdeling onderzoek dank ik voor hun belangstellende commen-taren en bijdragen. Meer in het bijzonder bedank ik Wim Konter; zonder zijn herhaaldelijke hulp bij het vergaren en bewerken van gegevensbestanden was het beslist niet gelukt. Gedurende het eerste jaar van mijn studie heeft Sanne Kramer mij, tijdens een stageperiode, enorm geholpen bij het vergaren van

data-bestanden. Het lijkt al weer eeuwen geleden, maar ik ben het niet vergeten en ik ben haar daar erg dankbaar voor. De (voormalige) Rijksplanologische Dienst dank ik voor het ter beschikking stellen van gegevens op het gebied van forensisme en een model om de stromen op de kaart weer te geven. In het bijzonder dank ik Hans van Amsterdam voor zijn hulp daarbij. Co Poulus van het bureau AB-Onderzoek dank ik voor zijn bijdrage bij het produceren van correcte tijdreeksgegevens op verschillend gebied. Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft mij veel

3 Het stedelijk veld in opkomst - Anton Brand

Vluchten kan niet meer 'k zou niet zoeten hoe vluchten kan niet meer 'k zou niet weten waar naar toe

Annie M.G. Schmidt

gegevens verschaft en in het bijzonder de heren Warmerdam, Elkink, Harmsen en Konen dank ik voor hun hulp daarbij. Een groot aantal collega's uit de vakwereld heeft gedurende verschillende fasen van het onderzoek commentaar geleverd en mij zodoende geholpen om mijn studie verder aan te scherpen; ook hen bedank ik voor hun bijdrage.

In het laatste stadium van de studie hebben drie vrienden van buiten het vakgebied, zich gebogen over de tekst, om die zoveel mogelijk van vakjargon te ontdoen en de leesbaarheid ervan te vergroten: Tilly Dinger, Annekoos Kleijn en Enno Kuijpers. Het was verfrissend om commentaar van 'buitenstaanders' te krijgen en ik wil hen graag voor deze bijdrage bedanken. Dank ook aan Lia McGonigal voor de vertaling van de samenvatting. Met het tekenen van de Gis-kaarten heeft Marius Bakker van het provinciale bureau MediaProductie een zeer omvangrijke bijdrage geleverd aan dit proefschrift en daarvoor wil ik hem en ook de leiding van het bureau bedanken. Edith de Vries-Lukkien, van hetzelfde bureau, bedank ik voor haar zorg voor de mooie lay-out en haar bijdrage aan de omslag.

Het drukwerk is financieel mogelijk gemaakt door bijdragen van het AME en de provincie Noord-Holland. Ik dank beide instellingen hiervoor en in het bijzonder de personen die zich hiervoor hebben ingezet.

Mijn vrouw Elsbeth heeft al die jaren intensief met mij mee-geleefd. Haar steun en geduld hebben het mogelijk gemaakt dat ik mij gedurende vele jaren op dit onderzoek heb kunnen concentreren. De zolder kan nu worden opgeruimd en de rugzakken kunnen worden gepakt.

Overveen, september 2002 Anton Brand

(3)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly

Other archives were right around the corner, such as the library of the Zuid-Afrika Huis (South Africa House) in Amsterdam.. At these various places, I met a great number of

His comparative remarks about the coverage of the South African War suggest that this was not only the case in Britain, but also in the Netherlands and that propaganda was seen as

This was envisaged in two ways: firstly to establish closer ties with the Boers and, with their consent, to create and develop institutions to stimulate agriculture, trade,

It was argued in the previous chapter that the Dutch emigrants who went to South Africa, and particularly to the Transvaal, served as mediators between the Boer republics and

The increased funds of the SAR legation were quite necessary, because expenditures rose considerably during the war, gobbling up a large portion of the extra money. Substantial sums

Kiewiet de Jonge’s failure to get material from the ANV press office published in Dutch newspapers should not obscure the fact that the relationship between the press and the pro-

these nuances, the South African War was fundamentally seen as being the result of the great struggle for colonial dominance between Dutch and British ‘races’ in South