• No results found

Verslag onderzoek vispassage via bekkenvistrap Vechterweerd in de Overijsselse Vecht in 1991

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verslag onderzoek vispassage via bekkenvistrap Vechterweerd in de Overijsselse Vecht in 1991"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Verslag onderzoek vispassage via

bekkenvistrap Vechterweerd in de

Overijsselse Vecht in 1991

(2)

RIJKSINSTITUUT VOOR VISSERIJONDERZOEK

Haringkade 1 - Postbus 68 - 1970 AB IJmuiden - Tel.: +31 2550 64646

Afdeling:

Rapport:

Auteur(s):

Kust- en Binnenvisserij

BINVIS 91-02

Verslag onderzoek vispassage via bekkenvistrap Vechterweerd in de Overijsselse Vecht in 1991.

Heermans, W. en H.P.M. Stolwijk

DIT RAPPORT MAG NIET GECITEERD WORDEN ZONDER TOESTEMMING VAN DE DIRECTEUR VAN HET R.I.V.O.

(3)

Inleiding

Van 27 maart tot 6 juni 1991 heeft het RIVO de trek van vis via de bekkentrap bij Vechterweerd in de Overijsselse Vecht onderzocht. Eén en ander in overleg met de dienstkring Zwartsluis van Rijkswaterstaat.

Tijdens de waarnemingen werd de instroomopening van de vistrap door een fuik afgesloten. Door personeelsgebrek vonden de waarnemingen onregelmatig plaats, maar leverden niettemin redelijke informatie op over een aantal vissoorten en de aantallen daarvan die in staat waren de vistrap te passeren.

Door het onregelmatige karakter van het onderzoek is het niet zinvol om verband te leggen tussen de visvangsten en allerlei faktoren zoals b.v. watertemperatuur en debiet van de rivier. Over het aanbod van vis beneden de stuw is niets bekend.

In dit verslag zal dan ook voornamelijk op de resultaten worden ingegaan en vrijwel niet op aspekten verband houdend met de problematiek van vistrappen.

Methode

Om vis die de vistrap is gepasseerd te vangen werd de instroomopening voor de helft afgesloten door een tegen de waterstroom in strakgespannen 10 meter lange en 3 meter brede fuik.

Dit werd bereikt door de fuik te plaatsen voor de middelste twee van de vier segmenten waaruit de instroomopening bestaat. De buitenste segmenten werden elk afgesloten door middel van een raamwerk waarin fuikwant was gespannen.

De overlaat (dwarswand) van de instroomopening is zodanig van vorm, dat de twee middelste segmenten een V vorm hebben en de buitenste segmenten horizontaal zijn.

Gevangen vis werd gesorteerd op soort en gemeten, behalve grote hoeveelheden die alleen werden geteld. Tweemaal in 1991 en éénmaal in 1990 werden bij de overlaten watersnelheden, niveauverschillen tussen de bekkens en doorzwemzônes boven de overlaten gemeten en werd het debiet over de vistrap bepaald. Zoals in de inleiding opgemerkt was het niet mogelijk de fuik kontinu te laten vissen.

Resultaten

Gedurende de onderzoekperiode van 27 maart tot 6 juni 1991 heeft de fuik 611 uren gevist. Dit betrof delen van etmalen, zowel overdag, 's nachts als een kombinatie van beide. Tijdens deze visuren zijn 11 vissoorten met in totaal 5757 exemplaren gevangen, tabel 1.

Van deze soorten leverden Blankvoorn, Alver, Brasem, Kolblei, Winde en Baars de belangrijkste bijdrage en was de betekenis van de overige 5 soorten gering met in totaal 27 exemplaren. De gevangen aantallen vis moeten gezien worden in het licht van het gering aantal visuren tijdens de onderzoekperiode. Immers, als kontinu gevist zou zijn was het aantal visuren ruim tweemaal zo hoog geweest. Dit betekent dat het aantal vissen wat de vistrap is gepasseerd aanzienlijk hoger gelegen zal hebben.

Het is duidelijk dat de vistrap in ieder geval een belangrijke funktie vervuld voor Blankvoorn en in iets mindere mate voor Alver, Brasem en Kolblei.

Voor andere soorten zal onderzoek over meerdere jaren wellicht uitsluitsel kunnen verschaffen. Er zijn namelijk veel faktoren die de trek van vissoorten bepalen, zoals o.a. waterafvoer (debiet), watertemperatuur en tijdstip waarop een bepaalde vis trekt

Zo was bv. de trekperiode voor Snoek geheel en voor Winde zo goed als afgelopen bij het begin van het onderzoek.

(4)

-2-De lengtesamenstellingen van Blankvoorn, Alver, Brasem, Kolblei, Winde, Baars en Rietvoorn, tabel 2, laten zien dat de vistrap niet alleen is te passeren voor grotere, maar ook voor kleinere exemplaren van deze soorten.

Dit betekent dat de waterstroomsnelheden en doorzwemzônes bij de overlaten (dwarswanden) en de niveauverschillen tussen de bekkens geen obstakels vormen voor deze vissoorten. Dit is niet verwonderlijk gezien de acceptabele waterstroomsnelheden bij de overlaten, de gunstige niveauverschillen en het aanwezig zijn van een meestal redelijke doorzwemzône boven het diepste punt in het midden van de overlaat, tabellen 3 en 4 en figuur 1.

Resumerend kan gesteld worden dat de bekkenvistrap Vechterweerd voor veel vissoorten in een behoefte voorziet.

(5)

-3-Tabel 1. Vechterweerd, Overijsselse Vecht. Vooijaar 1991.

Vangsten met fuik, bovenstrooms van vispassage (611 uur vissen).

Soort Aantal Minimum/maximum

lengte in cm. Blankvoorn 4859 5 - 4 2 Alver 222 6 - 2 0 Brasem 257 1 1 - 5 6 Kolblei 179 1 0 - 5 2 Winde 122 1 2 - 5 1 Baars 91 9 - 2 8 Aal 18 2 6 - 8 5 Rietvoorn 6 1 1 - 3 0 Riviergondel 1 13 Kopvoorn 1 44 Beekforel 1 31 Totaal 5757 (aantal visuren 611)

(6)

(S <s T3 cd

•a

&

v o r ~ - o o O N O ^ < N r < ~ ) T f r t / " ) ^ O t - - o o a " \ 0 ^ -|< N c O T i - i / - ) ^ 0 9 < S f S ( S < s m c o d c o c o c o c o m m c n ^ t ^ t T i - T t - ^ - T t T t ^ <D •fl - — i ( N O ^ t O \ m i r ) 0 4 c o c n i o rH (N) rH OQ On O I—I ( S c ^ ' * t > n v o r ~ - o o o \ 0 ' - i c s c n ^ f m ^ o r - o o

l

fi c"> <—i TJ- m r-1 m (S H (s N vi t s c o - * t > o v o r - o o o N O ' — i c s m r j - i n v o r - o o o N O ' — i < s r-H *—Ii—It—I T—I i—I i — I I — l ( S O l < S < N ( S ( S ( S < S C S ( N r O C O C O

<u

x>

s

' - i f S > n i - i r - r ~ ( S » n o o - ^ t ' - i c n r - v o r - n ^ i - r ~ - r - ^ < s i-H r-H {Nj i-H

O ' - H c s c o ^ i n v o r ^ o o a N O ' — ' c s m T t m v o r ^ o o a N O >—ii—i i—« i—i i—i i — i i — 1 < — I » - h i — i f S f S f S C S c S C S C N C N f S r ^ f ^

<u § PQ ( S " « t r - - O N < — i c n v o ^ H > o r o c ^ » — i t s N H N m H H ' - H ( S f n ,^ - i n v o r - o o o \ 0 ' — i ( S m - < d - i n \ o t ^ - o o o \ o ^ _ I _ I , — I ^ H ^ H , — i ^ H r - i ^ t S C N C N C N f N f N c N C N C N C S c O C O m v o ( s m m T f T t o r - o o \ i n (S io co co es es

v o r - o o o \ 0 > - i ( S m ^ t m v o r ~ o o o \ 0 1-H 1-H 1-H 1-H 1-H i»H *-H i-H i-H T*H {Nj

( S o o i n v o o o o i n o o T t o o r ^ o o o o c s o c N t s o o i n o o o c o < n ^ h < — i o m c < > a \ < — i < o < N © a \ t r v © v o > o r -rH (N) 1-H (Vj 1-H »-H 1-H vo r-- oo cn © i—<

«

c s m r f i n v o r ^ o o o > o ^ < s c o T f i n H H H H H H H H ( S ( S ( S ( S ( S ( S <D X> Ctf H

(7)

-5-Aal c 47 48 1 49 50 2 1 x 65 1 x85 OO ï-H Aal cm 47 48 1 49 50 2 1 x 65 1 x85 OO ï-H Baars a r-H o\ Baars cm r-H o\ Winde c 1— r-H r—H t—H c o T t w - ) ^ o r - o o o \ 0 ' - H f S m T t w - ) v o r - o o o N O ' — 1 <N (S *—H Winde cm 1— r-H r—H t—H c o T t w - ) ^ o r - o o o \ 0 ' - H f S m T t w - ) v o r - o o o N O ' — 1 <N (S *—H Kolblei c 31 1 32 2 33 34 35 1 36 3 37 38 1 39 40 1 41 1 42 3 43 2 44 2 45 46 1 47 48 1 1 x52 ON O i-H O r-H Ov t-H Kolblei cm 31 1 32 2 33 34 35 1 36 3 37 38 1 39 40 1 41 1 42 3 43 2 44 2 45 46 1 47 48 1 1 x52 ON O i-H O r-H Ov t-H Brasem c 32 3 33 4 34 6 35 2 36 2 37 2 38 7 39 9 40 11 41 13 42 19 43 11 44 6 45 6 46 9 47 4 48 3 2x50 1x51 1 x 52 1 x 54 1 x 55 1 x 56 i-H 00 76 257 Brasem cm 32 3 33 4 34 6 35 2 36 2 37 2 38 7 39 9 40 11 41 13 42 19 43 11 44 6 45 6 46 9 47 4 48 3 2x50 1x51 1 x 52 1 x 54 1 x 55 1 x 56 i-H 00 76 257 Alver ö 222 Alver cm 222 Blankvoorn e <N VO 0\ t-- Tt H N rH rH (N| <—1 •Sf Tj" r—I v o r - o o a \ 0 ^ t s m T j - > n v o r - - o o o N O ' — i c N c S t N c N c S c o c o m c o c o c ^ c o c n c o e o ^ t r j - T t 2113 2746 4859 Blankvoorn cm <N VO 0\ t-- Tt H N rH rH (N| <—1 •Sf Tj" r—I v o r - o o a \ 0 ^ t s m T j - > n v o r - - o o o N O ' — i c N c S t N c N c S c o c o m c o c o c ^ c o c n c o e o ^ t r j - T t 2113 2746 4859

gerne -ten geteld totaal

(8)

-6-Vervolg tabel 2.

Rietvoorn Beekforel Kopvoorn Riviergrondel

2 x 1 1 c m 2 x 26 cm 1 x 28 cm 1 x 30 cm

1 x 31 cm 1 x 44 cm 1 x 1 3 c m

Tabel 3. Overijsselse Vecht, bekkentrap Vechterweeid.

Waterstroomsnelheden in m/s bij diepste punt van de overlaten, zie figuur 1.

over­ 10 mei 1990 9 april 1991 18 april 1991

laat no. de biet 0,8 vc? h debiet 0,9 rrß/s de biet 0,9 m^/s

vl v2 v3 vi v2 v3 vl v2 v3 *1 0,8 1,3 1,3 -1) 0,5!) -1) 0,9 1,4 2,0 2 1,0 1,5 1,8 0,8 1,6 1,9 0,9 1,7 1,4 3 1,0 1,6 1,8 0,9 1,6 1,9 0,9 1,7 1,7 4 1,0 1,5 1,8 0,8 1,6 1,9 0,8 1,3 1,7 5 1,0 1,5 1,8 0,9 1,4 1,9 0,9 1,5 1,8 6 0,8 1,6 1,8 0,9 1,6 1,9 0,7 1,3 1,5 7 0,9 1,2 1,1 0,8 l , 4 l ) 1.61) 0,6 1,0 1,7

Overlaten 8 t/m 10 geheel of gedeeltelijk onder water. * Overlaat no.l bevindt zich bovenstrooms.

1) Overlaat gedeeltelijk onder water.

(9)

-7-Tabel 4. Overijsselse Vecht, bekkentrap Vechterweerd. Niveauverschil bij en doorzwemzône boven diepste punt overlaat in cm.

Overlaat Niveauverschil Doorzwemzône

no. 10-05-90 09-04-91 18-04-91 10-05-90 09-04-91 18-04-91 0,8 m^/s 0,9 mß/s 0,9 m^/s 0,8 m^/s 0,9 m3/s 0,9 m^/s *1 20 0 22 - 27 10 2 20 17 17 7 10 9 3 16 19 19 13 8 9 4 24 19 22 4 7 6 5 20 18 21 9 9 7 6 19 17 20 9 11 8 7 18 101) 15 11 181) 15

Overlaten 8 t/m 10 geheel of gedeeltelijk onder water. * Overlaat no.l bevindt zich bovenstrooms.

1) Overlaat gedeeltelijk onder water.

(10)

-8-figuur 1

lokatie's ran watersnelheidsmetingen bij het diepste punt rail de orerlaat

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De door Van Giffen onderzochte grafheuvelgroep in Hoogengraven ligt op één van de vele zandruggen langs het dal van de Overijsselse Vecht (fig.. Dit was in de late prehistorie één

For the correlation both the 3-day moving average of the remotely sensed and the daily measured soil moisture content (remotely sensed soil moisture content), both delivered by

Sensitivity of the hydraulic model to variations of +-40% in the Q-t relation (upstream BC) (blue), the Q-h relation (downstream BC) (orange), main channel roughness (grey) and

Wanneer gekeken wordt naar de verschillen tussen de hindcast en de verwachting van RWsOS-Meren, weergegeven Figuur 80, is te zien dat de hindcast op 17 januari hoger is dan de

MASTER THESIS – MIKE LAMERS – MORPHOLOGY IN THE VECHT – 35 Figure 30 - Differences in maximum water levels during T = 200 discharge wave after 1 and 35 years of morphological

Wanneer de springstok rechtop staat en niet wordt belast, bevindt de zuiger zich onder in de cilinder zoals in figuur 11.. figuur 10 figuur 11

6p 12 † Teken in de figuur op de uitwerkbijlage de top van de parabool die F als brandpunt heeft en die m raakt in het punt R. Licht je

Als er geen verontreiniging in dit mengsel wordt aangetroffen, wordt voor elk van de betreffende vijf percelen een schone-grond-verklaring afgegeven.. Als