• No results found

Plan praktijkonderzoek voor de pluimveehouderij 1994

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Plan praktijkonderzoek voor de pluimveehouderij 1994"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Plan praktijkonderzoek voor de pluimveehouderij 1994

P.C.M. Simons, programmaleider en onderzoeker kalkoen- en eendenhouderij

De

afgelopen maanden is er uitvoerig overleg geweest over wat er in 1994 bij het

praktijkonderzoek voor de pluimveehouderij in Beekbergen zal worden uitgevoerd.

Het wensenlijstje gaat zoals altijd weer boven de te honoreren mogelijkheden uit.

Naast het bezien van de technische wenselijkheden en mogelijkheden moet er meer

en meer gelet worden op de economische haalbaarheid.

Praktijkonderzoek 1994

Het Praktijkonderzoek voor de Pluimveehoude-rij in Beekbergen wordt met ingang van 1 januari 1994 ontkoppeld van het fundamenteel strate-gisch pluimvee-onderzoek dat onder verant-woordelijkheid van de Directie Landbouwkundig Onderzoek van het Ministerie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij bij “Het Spelderholt” wordt uitgevoerd.

Het praktijkonderzoek gaat als zelfstandige unit met 33 vaste medewerkers verder.

Het onderzoek heeft betrekking op de sectoren pluimvee, pelsdieren en konijnen en is inge-deeld naar de takken: leghennen (inclusief op-fok), vleeskuikens, vermeerdering (inclusief opfok en broederij), kalkoenen, eenden, nert-sen, vossen en konijnen.

Per tak zal kort op het onderzoek voor 1994 worden ingegaan.

Leghennen

Veel aandacht wordt besteed aan de mestpro-blematiek. Naast acties in de richting van min-der mineralen (fosfor en stikstof) in de mest is er steeds meer omschakeling van drijfmest naar stapelbare en droge mest. In de komende peri-ode zal naast de traditionele batterijhuisves-ting, waarbij klimaat, mineralenbeheersing en mestmanagement veel aandacht krijgen, ook aandacht worden besteed aan alternatieve huisvestingssystemen.

In P4, voorheen de opfokstal voor leghennen, zijn vier afdelingen hiervoor met

scharrelsyste-men, welzijnskooien en aangepaste batterij-kooien ingericht. Hierbij gaat het naast dierlijk welzijn om arbeidsproduktiviteit, arbeidsom-standigheden, economisch resultaat en belasting. Verder wordt er gewerkt aan milieu-vriendelijke reiniging en goede hygiëne; dit ter voorkoming van besmettelijke ziekten en ter te-rugdringing van het aantal entingen en medicij-nen-gebruik.

Vleeskuikens

Belangrijke aandachtspunten voor de vleeskui-kenhouderij zijn milieu, kwaliteit, gezondheid en welzijn. Aan deze thema’s zal dan ook worden gewerkt. Het onderzoek naar huisvestings- en verzorgingssystemen is zowel op de verminde-ring van de milieubelasting als op de verbete-ring van de gezondheid en de kwaliteit van het vleeskuiken gericht.

Bij het onderzoek naar emissie-arme huisves-ting, waarbij van verhoogde strooiselvloeren met ventilatie gebruik gemaakt wordt, wordt ook veel aandacht besteed aan het energieverbruik. Met betrekking tot de gezondheid zal in samen-werking met de Stichting Gezondheidsdienst voor Dieren West- en Midden Nederland, lokatie Doorn, aan de gezondheidstoestand van de kens worden gewerkt. De vitaliteit van het kui-ken staat daarbij centraal. Bij kwaliteit van de kuikens gaat het met name om produktveilig-heid (o.a. vermindering pathogene micro-orga-nismen).

(2)

Vermeerdering (incl. opfok) en broederij

Kalkoenen

Belangrijke knelpunten in de

vermeerderings-sector zijn de mestproblematiek en de kwaliteit van het eindprodukt. Nadat het onderzoek naar de vermindering van fosfor is afgesloten, wordt gezocht naar mogelijkheden om de hoeveelheid stikstof in het voer te beperken. Dit voor zowel leg als opfok.

Ook met onderzoek naar huisvestings- en ver-zorgingssystemen (o.a. verhoogde strooisel-vloer, mestbanden met beluchting alsmede groepshuisvesting op roostervloeren met mest-banden) zal getracht worden de milieubelasting te verminderen.

Het onderzoek naar kwaliteit richt zich op het positief beïnvloeden van de kwaliteit van zowel broedei als eindprodukt. Om kwalitatief goed diermateriaal te kunnen leveren moeten broe-derijen van goed uitgangsmateriaal (broedeie-ren) gebruik maken en het broedproces zo optimaal mogelijk laten verlopen. Daarom zal onderzoek naar eibehandeling (bewaring en ontsmetting) alsmede naar het gewenste kli-maat in de broedmachine worden uitgevoerd. Verder zal met onderzoek naar broederij-afval-len een begin worden gemaakt.

Het belangrijke knelpunt bij de kalkoenenhou-derij vormt de milieubelasting. Verder dient de kwaliteit van kalkoenvlees te worden verbeterd. Het praktijkonderzoek richt zich op deze items. Er zal onderzoek naar milieuvriendelijke huis-vestings- en verzorgingssystemen plaatsvin-den, waarbij tevens gekeken wordt naar mogelijkheden ter vermindering van mineralen in de voeding en de kwaliteit van de kalkoen. Het onderzoek richt zich met name op de moge-lijkheden met de gedeeltelijk verhoogde strooi-selvloer.

Eenden

Het praktijkonderzoek bij vleeseenden richt zich op milieu, bedrijfssystemen, kwaliteit van het produkt en gezondheid en welzijn. Komend jaar zal op basis van onderzoeksresultaten een aan-tal concrete aanbevelingen gedaan worden met betrekking tot stalinrichting, dit uit het oogpunt van milieubelasting. Gezondheid en welzijn zul-len daarbij in ogenschouw genomen worden. Verder zal voedingsonderzoek naar de moge-lijkheden voor vermindering van de mineralen uitstoot (fosfor en stikstof) plaatsvinden. Het kwaliteitsonderzoek zal gericht zijn op kar-kasafwijkingen c.q. beschadigingen alsmede vetgehalte en bevleesheid.

Bij de vermeerderingssector onder andere on-derzoek naar beperking mineralenuitstoot,

Nertsen

Door de uitvoering van de Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren zal deze sector ko-mend jaar meer aandacht te gaan besteden aan de betekenis van stereotiep gedrag en de facto-ren die het gedrag bevordefacto-ren. Daarnaast blijft actueel de vraag naar vermindering van de mi-lieubelasting en de kostprijs.

Het onderzoek is het komend jaar daarom ge-richt op:

l het vaststellen van de correlaties tussen ste-reotiep gedrag en diverse andere parameters

(3)

de invloed van diverse omgevingsfactoren zo-als de beschikking over zwemwater, op de ontwikkeling van stereotiep gedrag

het ontstaan van stereotiep gedrag van het individu

de invloed van managementaspecten, zoals het voerregiem op stereotiep gedrag vergelijking van diverse mestafvoersystemen

Daar zowel stikstof- als fosforgift hoger lijken dan nodig is, zal onderzoek naar de behoefte ervan plaatsvinden. Nagegaan wordt ook of door verbetering van de opvang van de mest de ammoniakuitstoot verminderd kan worden. Verder ontwikkelen de meeste volwassen konij-nen pootbeschadigen. Geprobeerd zal worden met behulp van alternatieve kooibodems dit pro-bleem op te lossen.

Vossen

Onderzoek van Blauwvossen wordt in Neder-land niet meer uitgevoerd. In plaats daarvan is op “Het Spelderholt” een beperkt demonstratie-project opgezet en het Ministerie van Land-bouw, Natuurbeheer en Visserij subsidieert tezamen met de Nederlandse Federatie voor Edelpelsdieren (NFE) het Scandinavische vos-senonderzoek.

Konijnen

Het belangrijkste bij konijnen, vanuit het oog-punt van economie en dierlijk welzijn, is de hoge uitval onder jongen en volwassen dieren. Het onderzoek is er op gericht de factoren op te sporen, die verantwoordelijk zijn voor de uitval. Een ander belangrijk aandachtspunt is de mi-lieubelasting van de konijnenhouderij.

De onderzoekplannen voor 1994 met betrekking

tot

het konijnenonderzoek richten zich onder andere op het opsporen van uitvalsoorzaken onder jonge konijnen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zo niet kan het onderzoek onvoldoende geïnterpreteerd worden en bestaat de kans dat u moet terugkomen. Indien u aan glaucoom lijdt, dient u de verpleegkundige

• Antecedenten: zie bijlage (kopie van deel I : medische aandachtspunten) • Huidige behandeling: kopie van medicatiefiche. • Huidige problematiek en reden

Op jouw eerste stagedag zal deze worden overhandigd door de stagecoördinator van het ziekenhuis?. Voor deze badge wordt er 20 euro

Zoals in de inleiding aangegeven wordt in de brochure ingezoomd op gasten uit België, Duitsland en China, omdat deze landen in de top 10 van herkomstlanden voor inkomend toerisme

watersystemen zoals grotere Rijkswateren (meren en rivieren) en natte natuurgebieden is hierbij voor sommige soorten essentieel. Natte landschapselementen houden niet op bij

Als de bestaande activiteiten wel significant negatieve effecten (kunnen) hebben op de instandhoudingsdoelstellingen worden mitigerende maatregelen in het Natura

Als men degenen die op hun landbouw- bedrijf geen redelijk inkomen kunnen verdienen, zo goed mogelijk wil helpen bij het nemen en uit- voeren van deze beslissing, zal men een

Veertig bedrijven met een LPAI virus introductie in het verleden (cases) zijn vergeleken met 81 bedrijven waar geen introductie heeft plaats gevonden (controls) om te onderzoeken