• No results found

Vorstgevoeligheid in gladiolenknollen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vorstgevoeligheid in gladiolenknollen"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

• BLOEMBOLLENVISIE • 1 december 2011

72

ZIEK EN ZEER

I

n het algemeen wordt altijd gesteld dat gla-diolenknollen uitermate gevoelig zijn voor vorst. Toch zijn er ervaringen dat bij bloot-stelling van gladiolenknollen aan temperaturen net onder 0°C geen zichtbare symptomen van vorstschade ontstonden en na opplant van de knollen ook geen schade in de bloementeelt kon worden vastgesteld. Als gevolg daarvan waren vermeende vorstschades als gevolg van bewaar- en transportcalamiteiten op basis van

deskundigheid van PPO niet goed te duiden en af te wikkelen. De vraag was dan ook wat de impact is op de gebruikswaarde van gladi-olenknollen die korte tijd zijn blootgesteld aan temperaturen net onder 0°C. Daarom is in het kader van het Voortgezet Diagnostisch Onder-zoek bij PPO onderOnder-zoek gedaan naar de vorst-gevoeligheid van gladiolenknollen.

UITVOERING ONDERZOEK

Van drie handelspartijen gladiolen van de cultivars ‘Advance’, ‘Rose Supreme’ en ‘White Prosperity’ zijn knollen uit de droge bewaring

op 1 april, 1 mei en 1 juni gedurende 3, 6, 9 of 12 dagen blootgesteld aan temperaturen van 0,5°C, -0,5°C en -2°C. Daarna is een deel van de knollen direct visueel beoordeeld op zichtba-re symptomen van vorstschade. Aansluitend zijn de knollen in juni geplant om mogelijke schadelijke effecten tijdens de bloementeelt te kunnen vaststellen. Tijdens de bloementeelt is het gewas visueel beoordeeld op groei en zijn standcijfers gegeven. Tijdens de bloei is de gemiddelde gewaslengte bepaald.

RESULTATEN ONDERZOEK

Het bleek dat wanneer gladiolenknollen gedu-rende korte tijd waren blootgesteld aan tempe-raturen onder 0°C zich daarna geen zichtbare symptomen van vorstschade ontwikkelden. Ook werden de knollen in de verdere bewa-ring tot aan het planten niet zacht en waterig rot. Dit is een aanwijzing dat er blijkbaar lage-re temperatulage-ren dan 2°C nodig zijn om visueel zichtbare vorstschade aan gladiolenknollen te doen ontstaan. Tijdens de bloementeelt bleek dat bij bewaring van gladiolenknollen bij 0,5°C geen nadelig effect op de bloemontwikkeling en plantlengte kon worden vastgesteld. De gla-diolenknollen die waren bewaard bij 2°C ont-wikkelden zich tijdens de bloementeelt minder goed met een slechtere standcijfer en een kor-tere gewaslengte.

CONCLUSIES

Wanneer gladiolenknollen gedurende korte tijd worden bewaard/getransporteerd bij tem-peraturen rond 0°C of daar net onder (-0,5°C) bestaat er geen groot risico op het ontstaan van vorstschade. Evenmin is sprake van een slech-tere gebruikswaarde voor de bloementeelt. Pas bij lagere temperaturen (-2°C) wordt de gebruikswaarde voor de bloementeelt negatief beïnvloed ondanks dat geen zichtbare sympto-men van vorstschade op de knollen ontstaan. Met deze wetenschap zijn bewaar- en trans-portcalamiteiten beter te duiden en schades in de toekomst op basis van deze dit onderzoek beter af te wikkelen. Op dit moment gaan we er vanuit dat de gevonden resultaten ook gelden voor andere gladiolencultivars omdat er geen reden is om aan te nemen dat andere gladio-lencultivars anders zouden reageren.

Uw sector investeert in dit onderzoek via het Productschap Tuinbouw. Meer informatie is te vinden op www.tuinbouw.nl bij projectnummer PT12721-15.

Tekst: Peter Vink, PPO Bollen, Bomen, Fruit Foto: PPO

Vorstgevoeligheid van

gladiolenknollen

Bij Diagnostiekservice van PPO wordt regelmatig de vraag

gesteld hoe gevoelig gladiolenknollen zijn voor vorst tijdens de

bewaring en transport. Dit in verband met de schadeafwikkeling

bij bewaar- en transportcalamiteiten. Uit voortgezet diagnostisch

onderzoek bij PPO is duidelijk geworden dat gladiolenknollen

een korte periode van temperaturen net onder 0°C goed kunnen

doorstaan zonder dat zichtbare vorstsymptomen op de knollen

ontstaan of later sprake is van schade tijdens de bloementeelt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(Voor het plantsysteem : zie de schets op blz. in deze bro­ chure). lile zorgen er voor dat de grond goed te beplanten is, maar ab­ soluut niet nat. Na het planten niet

Allen die de dag van mijn afscheid als hoogleraar aan de Landbouwhogeschool voor mijn vrouw en mij tot een onvergetelijke belevenis hebben gemaakt, zijn wi} zeer erkentelijk. Voor

As gevolg van die feit dat hierdie ondersoek die eerste van sy soort is, is daar nog nie vantevore ‘n studie uitgevoer om te bepaal hoe seksuele maatuitruilers van mekaar verskil

Burgemeester Swillens zegt het regelmatig als hij voorbeelden geeft van een directe jongeren- aanpak: ‘Het gaat echt nergens om.’ En dan be- doelt hij: voor de buitenwereld zijn

To study the root morphology of the four resistant and two susceptible rice genotypes, six plants per genotype were grown as described above in soil free of nematodes.. Twenty-one

This study was therefore designed to carry out an exploratory investigation of the effect of stages of rainy season (early and late rainy season) on oxidative stress biomarkers in

Their hermeneutical viewpoint since the 1970s that links them with that of early Pentecostals allows them to regard the Bible as the inspired Word of God with authority for

• Kosten bouwwerken stijgt door meer ooien en meer opslag voor stro, graan, ruwvoer en mest.. • Veekosten dalen door minder worpen per jaar en minder op te fokken en af