• No results found

"VEGINECO" Europees onderzoek naar duurzame bedrijfssystemen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share ""VEGINECO" Europees onderzoek naar duurzame bedrijfssystemen"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

18 Ekoland 9 - 1999

Het Vegineco-project wordt voor 50% door de EU gefinancierd en heeft een duur van vier jaar. In ieder van de deel-nemende landen, met uitzondering van Zwitserland, is het onderzoek specifiek op een regio gericht. Het Nederlandse deel van het onderzoek wordt uitgevoerd op PAV-ZW locatie Westmaas waar geïn-tegreerde en biologische bedrijfssyste-men voor vollegrondsgroenten worden onderzocht. Italië onderzoekt twee geïn-tegreerde systemen (verse markt en in-dustrie) en één biologisch bedrijfssys-teem. Zwitserland verricht het onder-zoek op zeven geïntegreerde en zeven

biologische praktijkbedrijven. Spanje onderzoekt zes geïntegreerde en één bio-logisch bedrijfssysteem.

Voor elke systeem zijn heldere, meetbare doelen op het gebied van economie, kwa-liteitsproductie en verliezen naar het mi-lieu geformuleerd. Na vier jaar onder-zoek zal moeten blijken in hoeverre deze doelstellingen behaald kunnen worden en waar nog knelpunten zitten. Daar-naast wordt gewerkt aan de verdere ont-wikkeling van maatstaven voor energie-verbruik, natuur en landschap en de emissie van pesticiden naar het milieu.

Beperkte omvang

In Emilia Romagna in Italië wordt veel groente geteeld in de zuidelijke Povlakte grenzend aan de Adriatische zee. Het totale oppervlak aan volle-grondsgroenten is hier 51.000 ha. De teelt voor de verse markt is kleinscha-lig. De gemiddelde bedrijfsgrootte is hier circa 2 ha en er wordt een grote verscheidenheid aan gewassen geteeld. De belangrijkste gewassen voor de verse markt zijn (water)meloen en sla-typen. De afzet vindt voor het grootste deel via coöperaties plaats. Ondanks een zeer sterke groei van het opper-vlakte biologische teelt in Italië, is de biologische teelt van

vollegrondsgroen-ten nog zeer beperkt van omvang. In Spanje vindt het onderzoek plaats in de regio rond Valencia. De regio betreft de kuststrook ca 100 km ten noorden tot ca 100 km ten zuiden van Valencia. De teelt van citrusvruchten is hier het meest belangrijk, gevolgd door de groenteteelt met een oppervlak van 34.600 ha. Er wordt een grote verschei-denheid aan gewassen geteeld. De arti-sjok en verschillende slatypen zijn het belangrijkst. De teelt is over het alge-meen kleinschalig en heeft een lage me-chanisatiegraad. De gemiddelde drijfsgrootte is 4,5 ha en 90 % van de be-drijven is kleiner dan 10 ha. Veel grondeigenaren hebben dan ook een be-taalde baan naast hun tuinderswerk. Het oppervlak biologische vollegronds-groenten was in 1996 in deze regio slechts 85 ha (0,3 % van het groenten are-aal in Valencia; 1996). Van de biologi-sche groenten wordt 90% geëxporteerd. De groententeelt in Zwitserland is ver-spreid over het gehele land. Het areaal vollegrondsgroenten is ruim 8000 ha. Het belangrijkste teeltgebied ligt in See-land een gebied tussen de Bieler-, Neu-enburger en Murtensee. Als gevolg van de afzetstructuur telen de tuinders een zeer grote verscheidenheid aan groente-gewassen. Bedrijven met meer dan 40 gewassen zijn geen uitzondering. De

om-ONDERZOEK

In het kader van het Vegineco-project bracht onlangs een Nederlandse delegatie een bezoek aan Zwitsersland.

Het katoen net wordt in Nederland onderzocht op PAC-ZW locatie Westmaas.

“VEGINECO”

Europees onderzoek naar duurzame bedrijfsystemen

Ook in

Europees

ver-band worden de

han-den ineengeslagen bij de

ontwikkeling van meer

duur-zame bedrijfssystemen voor de

vollegrondsgroenteteelt. Het PAV

werkt samen met instituten in Italië,

Zwitserland en Spanje aan de

ontwik-keling van biologische en geïntegreerde

bedrijfssystemen. Ondanks de grote

regiona-le verschilregiona-len in bedrijfsstructuur en geteelde

gewassen kan toch een gezamenlijke

benade-ring van het onderzoek plaatsvinden. En wie

over de grens reist keert altijd rijker terug.

(2)

troïden. In vergelijking met de overige projectdeelnemers is de inzet van bio-logische bestrijdingsmiddelen in Nederland laag. De nadruk in de strate-gie ligt op de vervanging van biologi-sche bestrijdingsmiddelen door metho-den gericht op preventie van ziekten en plagen, de bevordering van natuurlijke vijanden en het benutten van de moge-lijkheden van fysische bescherming. In Spanje en Italië is al veel ervaring opgedaan met de inzet en bevordering van natuurlijke vijanden. Bij de keuze van plantensoorten voor een ecologi-sche infrastructuur wordt hier bewust rekening gehouden met de invloed op natuurlijke vijanden.

Bodem en bemesting

Evenals op de zandgronden in Neder-land zijn in Spanje en Italië de percelen waar groenten voor de verse markt wor-den geteeld veelal overbemest met fos-faat en kali. In de experimentele biologi-sche systemen in Spanje en Italië ligt de bodemvoorraad van deze elementen veel hoger dan een agronomisch voldoende tot goed niveau. Dit kan tot problemen

19 Ekoland 9 - 1999

vang van de biologische groenteteelt was in 1996 450 ha en is sterk groeiende. De twee grootste supermarkten COOP en MIGROS promoten sinds 1994 sterk de verkoop van biologisch geteelde produc-ten en hebben een grote invloed op groei van het biologisch geteelde areaal.

Onkruidbestrijding is knelpunt

Onkruidbestrijding wordt overal als een knelpunt ervaren. Vooral omdat de ar-beid steeds duurder en schaarser wordt. De strategie is gericht op een verlaging van de arbeidsinzet door preventieve maatregelen, verbetering van de mecha-nische bestrijding en door het gebruik van fysische methoden als bodembedek-king. Het probleem bij de kleinschalige teelt is dat de mechanisatie zich vaak be-perkt tot een frees waarmee de onkruid-bestrijding tussen de rij wordt uitge-voerd. Verder is er een groot verschil in de bruikbaarheid van verschillende ty-pen machines. De Nederlandse percelen met hun vlakke ligging en de afwezig-heid van stenen bieden in dit opzicht grote voordelen. De ontwikkeling van machines die geschikt zijn voor een kleinschalige teelt en wisselende bodem omstandigheden is met name voor de Zuideuropese landen van groot belang om op dit gebied vooruitgang te boeken.

Ziekten en plagen

De druk van ziekten en plagen is in Nederland en Zwitserland vergelijk-baar. In Italië en Spanje is vooral de druk van plaaginsecten hoog. Dit nood-zaakt vooralsnog tot een hoge inzet van biologische middelen zoals Baccillus thuringiensis, koper, zwavel en

pyre-leiden met opneembaarheid van andere elementen en geeft risico’s op verliezen naar het milieu. De strategie is hier ge-richt op een aanvoer van fosfaat en kali die maximaal gelijk is aan de afvoer van deze elementen in het product. Het hier-bij vaak optredende tekort in de stikstof bemesting wordt opgelost door de teelt van vlinderbloemigen, door een minder intensieve teelt van stikstofbehoeftige gewassen en door toediening van orga-nische meststoffen met een relatief hoge N-inhoud.

De overbemesting met stikstof heeft in verschillende regio’s geleid tot hoge ni-traatgehaltes in oppervlakte en of grondwater. Dit komt onder meer tot ui-ting in de hoge nitraatgehaltes van het beregeningswater, waardoor al in een deel van de stikstofbehoefte wordt voor-zien. De strategie is erop gericht om stik-stofvoorziening zo goed mogelijk af te stemmen op de behoefte van het gewas en om de minerale bodemvoorraad N in perioden met een neerslagoverschot zo laag mogelijk te houden.

Meerwaarde

Door de gezamenlijke doelstelling, be-drijfsbenadering en onderzoeksaanpak heeft deze Europese samenwerking een meerwaarde voor alle deelnemers. Bo-vendien kunnen de resultaten onderling vergeleken worden. Door de nauwe re-laties die de deelnemers met voorlich-ting en praktijk onderhouden is in een goede doorstroom van de opgedane kennis voorzien. Daarnaast zullen de gevolgde methodiek en de gevonden op-lossingsrichtingen ook toepasbaar zijn voor andere Europese regio’s. Hiermee kan het samenwerkingsproject een gro-te bijdrage leveren aan de duurzaam-heid van de biologische teelt van groen-ten in Europa.

Wijnand Sukkel en Frank Wijnands

PAV-Lelystad 0 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 7.000 8.000 9.000 sperzieboon peen sla artisjok water meloen meloen prei spr uitk ool kool bloemk ool areaal (ha) V alencia Emili Romagna Zwits erland Nederland Areaal van de belang-rijkste vollegronds- groenten-gewassen in de ver-schillende landen (regio’s) exclusief industrie-tomaat.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Clearly, both increased energy intake and increased stress levels increase one’s daily ets intake, and thus increases one’s risk of cancer.. The opposite is also true –

e. God’s administration or carrying out of his plan. Strategy –subjective sense, something which is entirely within the mind of God himself.-Paul was responsible for the development

3 Percentages van de beroepsbevolking (15-64 jaar), gemiddelde van de kwartaalgegevens van de arbeidskrachtentellingen. Laatstgenoemde verstrekken informatie, aan de hand van

vnu had daarmee zijn werkterrein ver- legd van de kapitaalintensieve drukkerij en de conjunctuurgevoelige publieksbladen naar de veel stabielere markt voor professionele informatie

In dit artikel analyseren we opties voor een effectieve inbedding van water in ons landschap. Op basis van nieuwe inzichten in meervoudig gebruik van

In het kader van de evolutie van het beroepsdomein van de Belgische vroedvrouw, heeft de Federale Raad voor de Vroedvrouw tijdens de plenaire vergadering van 23 januari

— Avenant au protocole conclu entre le Gouvernement fédéral et les autorités visées aux articles 128, 130, 135 et 138 de la Constitution, concernant l’organisation d’un trajet

In our previous study on the isolation of the key germination promoter (1) from plant-derived smoke using bioactivity-guided fractionation,(3) it was observed that some