• No results found

Vouchers voor de omroepen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vouchers voor de omroepen"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

162

'" z

Vouchers voor de omroepen

DR.

A.

KLINK

Nu kiest de overheid veelal voor rechtstreekse bekostiging van bijvoorbeeld omroeporganisaties. politieke partijen. kunstinstellingen. ontwikkelingsorga-nisaties. Een alternatief voor deze rechtstreekse bekostiging bestaat uit het toekennen van doelgebonden budgetten. Niet de overheid. maar de burger bepaalt dan welke instanties voor bekostiging in aanmerking komen. De con-trole op de activiteiten komt dan meer bij de samenleving zèlf te liggen. al was het maar omdat degene die betaalt ook kritisch een vinger aan de pols wil houden. Volgens Klink wijst toepassing van deze methodiek wegen uit de bureaucratische oriëntatie en zal de wederzijdse betrokkenheid tussen burger en maatschappelijke organisaties erdoor worden vergroot. Ook allerlei gevoe-lige discussies over overheidsinterventies en de verstatelijking van het maat-schappelijk initiatief verdwijnen.

In Publieke gerechtigheid (Wetenschappelijk Instituut voor het CDA. 1990) en in mijn daarvan afgeleide dissertatie Christen-democratie en overheid (Delft 1991), is een hoofdstuk opgenomen met een typologie van overheidsinterventies op het gebied van planning, financiering en normering. Die typologieën zijn zo ontwik-keld dat bij voorkeur die methoden gebruikt worden die zoveel mogelijk verant-woordelijkheden leggen bij mensen en hun organisaties zèlf. Uit de typologieën valt dan ook een duidelijke voorkeur afte lezen voor vraagsturing: bekostiging en planning van voorzieningen is in eerste aanleg een zaak van mensen en hun instellingen zelf. Ook de controle op de activiteiten komt dan meer bij de samen-leving zèlf te liggen. al was het maar omdat degene die betaalt ook kritisch een vinger aan de pols wil houden.

De typologie bij de, van sociale grondrechten afgeleide, zorgplicht voor de over-heid in financiële zin komt, wat gecondenseerd weergegeven, neer op:

- Zelf financieren uit eigen inkomensbronnen, met algemene door de overheid geborgde garanties via bepalingen inzake wettelijk minimumloon, een toerei-kend niveau van bijstand, van uitkeringen uit sociale verzekeringen en dergelij-ke. Het gaat dan om het garanderen van ongebonden koopkracht;

- Inkomenscomplementaire doelsubsidies aan afnemers. Inkomensafhankelijke belastingkortingen voor specifieke uitgaven als huur, zorgpremies of kindkosten vallen ook onder deze categorie;

- Rechtstreekse overheidsbekostiging van elementaire voorzieningen, hetzij via de vraagzijde (vouchers), hetzij via de aanbodzijde (instellingen).

Cl

pI; zi€ st€ val in! O(] de da IDl lig ID; dil tis de

(2)

CDV

I

NR 7, 8,

91

SEPTEMBER 2002

'Bekostiging en planning van voor-zieningen is in eer-ste aanleg een zaak van mensen en hun instellingen zelf. Ook de controle op de activiteiten lmmt dan meer bij de sa-menleving zèlf te liggen, al was het maar omdat degene die betaalt ook kri-tisch een vinger aan de pols wil houden.'

Tot de rechtstreeks door de overheid bekostigde voorzieningen horen ook dien-sten die in feite via de inkomenscomplementaire toeslagen of fiscale kortingen (al dan niet aan een specifieke bestemming gebonden) gefinancierd zouden kun-nen worden. Publieke gerechtigheid wijst op het voorbeeld van de individuele huur-subsidie en pleit ervoor een dergelijke systematiek ook toe te passen bij bijvoor-beeld het (hoger) onderwijs in de vorm van vouchers.

Nu zijn er organisaties die rechtstreeks door de overheid betaald worden, omdat de overheid vindt dat de goederen anders niet toereikend of op een onevenwich-tige manier (alleen voor de rijkeren) tot stand zouden komen op de markt van vraag en aanbod, van giften en van spontaan maatschappelijk initiatief. Vaak gaat het om zogenaamde merit goods (zoals omroepen, kunstuitingen, medefinancieringsorganisaties in de sfeer van de ontwikkelingssamenwerking, bekostiging politieke partijen). Om onderwaardering tegen te gaan, garandeert de overheid hun (financiële) bestaan.

Paternalistische motieven spelen daarbij vaak een rol (er is een omroepbestel no-dig waarin ook het minderheidsgeluid moet kunnen klinken en waarin plurifor-miteit gegarandeerd is). Het kunnen, zoals gezegd, ook solidariteitsmotieven zijn die de overheid prikkelen om te handelen (ontwikkelingssamenwerking via maatschappelijk initiatief, dat anders te weinig kansen zou krijgen). Qua metho-diek heeft de overheid in het verleden vaak voor aanbodregulering gekozen. Gevolg van deze manier van bekostigen is dat de overheid a) moet bepalen welke instellingen daarvoor in aanmerking komen (planning), b) vaak regels stelt van administratieve en inhoudelijke aard; c) de controle op activiteiten voor haar rekening neemt en d) altijd weer zit met de afbakening van instellingen die wel en die niet bekostigd worden (rechtsgelijkheid) en met de afbakening naar de markt (marktverstoring omdat er geen level playing field is). Dit laatste heeft weer allerlei vervelende effecten voor bijvoorbeeld de omroepen. Zij moeten met de commerciële instellingen concurreren om kijkcijfers, terwijl zij geen winstgeven-de nevenactiviteiten mogen ontplooien die winstgeven-de publieke functie van winstgeven-de omroep ten goede kunnen komen.

Een alternatief voor deze rechtstreekse bekostiging bestaat uit het toekennen van de doelgebonden budgetten: uit inkomenscomplementaire doelsubsidies of heffingskortingen. Het voordeel daarvan is dat:

- niet de overheid bepaalt welke instanties voor bekostiging in aanmerking komen, maar de burgers;

- de bekostigde instellingen zich meer gaan richten op de bevolking in plaats van op de bureaucratie. Via campagnes, informatievoorziening aan de bevolking zor-gen zij voor betrokkenheid en draagvlak bij hun activiteiten. Dat spoort aan tot verantwoording en houdt missies scherp. De betrokkenheid bij missies (sociale gerichtheid van de bevolking bij ontwikkelingssamenwerking, burgerschap bij

(3)

het bekostigen van politieke partijen, betrokkenheid bij kleur in inhoud van de media) nemen toe;

- de methode van de nodige bureaucratie bevrijdt, die gemoeid is met onder andere de verantwoording naar de overheid. Die verantwoording wordt voor een groot deel de verantwoordelijkheid van mensen en hun instellingen (vgl. de bij-drage van Van Leeuwen) zelf, al zal de overheid kaders blijven scheppen; - allerlei gevoelige discussies over overheidsinterventies en verstatelijking van maatschappelijk initiatief verdwijnen. Daarom bijvoorbeeld worden politieke partijen momenteel mondjesmaat bekostigd met als gevolg dat de tegenmachten in onze democratie te weinig body hebben en de ambtelijke agenda zo dominant is. (De uitvoerende macht is immers wel zeker van voldoende financiële midde-len. De belastingbetaler kan aan de financiering niet ontkomen);

- voor zover het gebonden budget, krachtens algemene erkenningscriteria, ook toegekend mag worden aan (ook) commercieel opererende instellingen de dis-cussie over marktverstoring verdwijnt.

Uitwerldng

Ik zie de volgende uitwerking voor mij:

- De doelgebonden budgetten worden toegekend via ongebonden subsidies, of via vouchers, dan wel via een op het belastingformulier af te vinken bedrag (ten gunste van een in een bijlage bij de belastingpapieren aan te kruisen instantie). In de laatste twee gevallen is er sprake van een gebonden bestemming van de

'Niet-commerciali- middelen;

teit hoeft niet per - De overheid stelt in de laatste gevallen erkenningsregels op: voorwaarden om

se of op voorhand voor het toekennen van de budgetten in aanmerking te komen;

een erkenningsver- - Niet-commercialiteit hoeft niet per se of op voorhand een erkenningsvereiste te eiste te zijn. Bij om- zijn. Bij omroepen kan het gaan om inhoudelijke criteria (zoveel informatief,

roepen kan het cultuur etc.).

gaan om inhoudelij- - Controle op missie laat de overheid zoveel mogelijk over aan het veld. Zij eist ke criteria (zoveel wel transparantie en maatschappelijke verankering.

informatief, cultuur - Wordt het budget (via het belastingbiljet) niet toegekend, dan vervalt het

be-etc.).' drag aan de minister van Financiën.

Er is hier geen ruimte om verder in te gaan op de meer inhoudelijke en ideologi-sche achtergronden van deze gedachte-exercitie. Elders heb ik die toegelicht, na-melijk in mijn bijdrage aan het boek Particulier initiatief en publiek belang van het Sociaal en Cultureel Planbureau (Den Haag 2002).

Dr. A Klink is directeur van het Wetenschappelijjk Instituut voor het CDA.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

En eigenlijk ziet iedereen in de gemeente dat deze doelgroep meer zorg en begeleiding nodig heeft dan alleen het dak van een schuur boven hun hoofd. En dat kost

Het onzichtbaar zijn is schadelijk voor deze groep: zij gaan zwerven, belanden in de criminaliteit, zien hun kansen op de arbeidsmarkt alsmaar kleiner worden.. Veel talent voor

Bij impactgericht denken tellen andere vragen: voor wie werken onze activiteiten en voor wie niet, in welke omstandigheden, op welke termijn en waarom.. “De langetermijneffecten

Vooral voor wie niet op sterven ligt, maar fysiek of psychisch ondraaglijk lijdt, wordt meteen een stuk tijd afgebakend om bewust afscheid te nemen van wereld, leven en

Omdat het gebouw qua indeling veel onderwijskundige mogelijkheden heeft, hebben schoolbestuur, gemeente en schoolteam gezamenlijk besloten om het bestaande gebouw niet te slopen

Incidenten zijn hier vrijwel nooit.’ Dat de leerlingen positief bij het ontwerp van hun nieuwe gebouw zijn betrokken, blijkt uit leuzen die op de wanden van de centrale hal zijn

Therefore, can the data for the question “To what extent has the goal of this participant been realised?” also be used as a dependent variable which measures the development of

ting wil zij naast de zuchtende en strijdende medemens staan. Zij kan niet tevreden zijn met het bestaande, maar moet in opstand komen tegen alle machten, die