Computerwijs 3A
pagina 1Sporen en sectoren
Een magneetschijf die als geheugen gebruikt wordt (bv. een vaste schijf of een diskette), bevat bits in de vorm van kleine magnetische deeltjes die in twee verschillende richtingen gemagnetiseerd kunnen worden (0-1). Om gegevens op te zoeken wordt een speciaal principe toegepast. Zo wordt de schijf ingedeeld in concentrische cirkels (sporen) en cirkelsegmenten (sectoren). Sporen en sectoren wor-den genummerd.
Schematisch
Door de indeling in sporen en sectoren ontstaat een coördinatensysteem waarmee gegevens teruggevonden kunnen worden. Elke nieuwe schijf moet op die manier ingedeeld worden. Men noemt dat formatteren. Gegevens over de exacte locatie van elke byte op de schijf worden bijgehouden op de bestandstoewijzingstabel (Engels: File Allocation Table of FAT).
Bij het gebruiksklaar maken (of formatteren) van een schijf wordt o.a. de FAT gewist. Dat betekent dat alle oude gegevens op de schijf verloren gaan. Bovendien kunnen tijdens het formatteren alle sporen op alle sectoren op fouten gecontroleerd worden.
Een diskette (3,5 inch - 1, 44 MB) wordt tijdens het formatteren ingedeeld in 18 sectoren en 80 sporen.
spoor