• No results found

Metamodellen: doe meer met minder

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Metamodellen: doe meer met minder"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

P L A T F O R M

Metamodellen:

doe meer met minder

J. VAN BAKEL, ALTERRA

D. WALVOORT, ALTERRA

W. AKKERMANS, PLANT RESEARCH INTERNATIONAL J. KROES, ALTERRA

Een belangrijke vraag voor de waterbeheerder is: wat gebeurt er ah ik een bepaalde maatregel uit-voer? Eengoede waterbeheerder kijkt natuurlijk naar ervaringen elders alvorens maatregelen door te voeren of gaat opgrond van expertise de ejfecten beredeneren. De moderne waterbeheerder wil ook vooruit kunnen kijken en komt dan algauw uit op het maken van een model van de werkelijkheid waarmee je experimenten 'op papier' kunt uitvoeren zonder dat dit leidt tot schadeclaims. Maai'liet ontwikkelen, optuigen cu draaien van modellen is vaak ecu tijdrovende aangelegenheid. Een alterna-tie) tsgebruikte maken van metamodellcn. Wat zijn daten welke mogelijkheden bieden ze? Eu mei welke beperkingen moet rekening gehouden worden?

Het complexe model wordt voor vele uit-eenlopende situaties opgetuigd en gedraaid. De modelinstellingcn dienen daarbij op een slimme manier te worden gekozen.

Afhankelijk van de onderzoeksvraag ondergaan de simulatieresultaten een nabewerkingsslag, bijvoorbeeld: aggrega-tie van daggemiddelde naar jaargemiddel-de nitraatconcentraties in het grondwater. Vervolgens wordt (langs statistische weg) een relatie gezocht tussen de gesimuleerde responsvariabelen enerzijds en de gesimu-leerde verklarende variabelen anderzijds. De in de vorige stap genoemde jaargemid-delde nitraatconcentratie zou een respons-variabele kunnen zijn. Mogelijke verkla-rende variabelen daarvoor zijn het bodemtype, het bouwplan en de mestgift. De gevonden relatie vormt het metamodel. Als voorbeeld geeft afbeelding 1 de veelja-rig gemiddelde emissieconcentraties van fos-faat weer naar het oppervlaktewater. Dit kaart-je is berekend met behulp van een niet-lineair

metamodel, dat is afgeleid op basis van simula-ties. Een directe berekening had een veelvoud aan rekentijd gekost. De validatie (afbeelding 2) toont aan dat het metamodel goed de

resul-Modellen bestaan in allerlei vormen en gradaties, maar de meest gebruikte in het waterbeheer zijn regionale geïntegreerde modellen, waarbij gebruik wordt gemaakt van krachtige computercodes en geavanceerde voor- en nabewerkingstechnieken. Deze modellen zijn gebaseerd op fysische wetmatig-heden en kunnen goed omgaan met de ruim-telijke en temporele variabiliteit in eigen-schappen (zoals de doorlatendheid) en met hydrologische ingrepen (bijvoorbeeld grond-wateronttrekkingen) en verandering in rand-voorwaarden (zoals het klimaat). Een nadeel van toepassing van modellen is de (vermeende) grote inspanning om ze op te tuigen en te draaien en bijbehorende personele eisen aan kennis en ervaring. Hoewel dit nadeel door technische ontwikkelingen steeds kleiner wordt, bestaan situaties waarbij toepassing van simulatiemodellen niet handig is. Een alternatiefis voorhanden in de vorm van meta-modellen.

Metamodellen zijn in feite modellen van modellen. Zoals een model een vereenvoudigde representatie is van de werkelijkheid, zo is een metamodel dat van een complexer model. Uit deze informele definitie blijkt dat een meta-model gelieerd is aan een complexer meta-model. Het complexere model vormt dan ook het uit-gangspunt bij de afleiding van het metamodel. Die geschiedt veelal langs de volgende stappen:

Aß. 1: Met metamodel berekende veeljaiia gemiddelde emissieconccntraties vanjos/aat naar het oppervlaktewater.

(mg/l) 540 520 500 -480

;.i4

•$&

.*.* 9.. _•*> • p ** - •' - '• < VJ>t. . ' •

^^%

-" + . i e t .

tic iüJS*' 1

2.5 2.0 1.0 - 0.5 0.0 210 230 240 x (km) 250 260 2 0 H2.O « 1 6 2 0 0 4

(2)

P L A T F O R M

Emissieconcentratie P (mg/l)

LO O X3 O

E

CC O

E

m

10

procesmodel

Aft). ï. Vergelijking tussen fosjaatconcentraties, berekend met ANIMO (Agricultural Nutrient Model) en een

metamodel.

taten beschrijft. Vanzelfsprekend zijn de gebruikte data voor validatie niet toegepast voor kalibratie van het metamodel.

Evenals gewone modellen zijn ook meta-modellen aan veroudering onderhevig. Nieu-we metamodellen dienen te worden afgeleid in de volgende gevallen:

Als in een verbeterde versie wordt uitge-bracht van het onderliggende complexere model. Alle bovengenoemde stappen

moe-ten dan weer volledig worden doorlopen; Als de vraagstelling verandert. Water-beheerders kunnen behoefte krijgen aan informatie op een ander aggregatieniveau (bijvoorbeeld kwartaalgemiddelde in plaats vanjaargemiddelde concentraties) of aan andere responsvariabelen (bijvoor-beeld vrachten in plaats van concentra-ties);

Als de beschikbare informatie niet toerei-kend is om bestaande metamodellen toe te

passen. Een waterschap zal bijvoorbeeld niet altijd beschikken over alle verklarende variabelen in het bestaande metamodel. Het is dan noodzakelijk om een nieuw metamodel af te leiden dat beter aansluit bij de beschikbare gegevens van het water-schap.

Hieruit blijkt dat het afleiden van meta-modellen geen eenmalige exercitie is. Daarom is bij Alterra een systeem ontwikkeld, waarmee eerder genoemde stappen efficiënt kunnen worden doorlopen. Hierdoor kan maatwerk worden geleverd. Het systeem koppelt proces-modellen aan databestanden, bewerkt de simulatieresultaten (opschaling) en zet de geaggregeerde resultaten klaar voor het aflei-den van metamodellen.

Met dit systeem zijn metamodellen afge-leid waarmee de gemiddelde stikstof- en fos-faatemissies naar het oppervlaktewater kun-nen worden berekend (zie afbeelding 1). Ook zijn meramodcllen beschikbaar die de nitraat-concentratie in het grondwater kunnen kwan-tificeren. Bovendien kunnen veranderd land-gebruik en ingrepen in de waterhuishouding worden meegenomen. De resultaten hebben betrekking op een periode van 30 jaar en kun-nen, mdicn gewenst, worden opgesplitst naar kwartalen.

Mogelijkheden en beperkingen Een metamodel rekent sneller en is een-voudiger op te tuigen dan het onderliggende procesmodel. Het is daarom met name geschikt voor narionale en regionale model-studies. Daarnaast hebben metamodellen hun nut bewezen bij gevoeligheidsanalyses van complexe procesmodellen.

Metamodellen bestaan in alle soorten en maten. Eén van de eenvoudigste typen is gebaseerd op ordinaire lineaire regressie (OLS). Hierbij is de gemiddelde response EfY) een lineaire combina-tie van één of meer verklarende variabelen x„ x2,..., xn:

EfY) = b0 + b,x, + b2xz +... + bnxn De parameters b0, b,,..., bn worden geschat met behulp van de

kleinste kwadratenmethode. Aangenomen wordt dat Y normaal verdeeld is met variantie s2 die

onafhankelijk is van de verklarende variabelen. Een voorbeeld van een dergelijk metamodel is SIMPLE, dat op basis van onder andere bodem, gewas, kwel en fosfaataccumulatie in de boven-grond, de fosfaatafvoer naar het oppervlaktewater berekent1'. Meer algemeen toepasbaar zijn

echter gegeneraliseerde lineaire regressiemodellen (GLM): g(E(Y)) = b0 + b ^ + b2x2 +... + bnxn

OLS is een speciaal geval van GLM. OLS en GLM mogen niet worden toegepast buiten het bereik van de verklarende variabelen. Dan zou immers sprake zijn van extrapolatie. Voor elke variabe-le afzonderlijk kan dit eenvoudig worden nagegaan. Lastiger wordt het voor alvariabe-le verklarende variabelen samen. Zelfs als de afzonderlijke variabelen binnen hun bereik liggen, kunnen ze als set buiten hun multivariate bereik vallen. Dan is sprake van 'verborgen extrapolatie'. Verbor-gen extrapolatie kan echter langs mathematische weg worden opgespoord.

Een verdere generalisatie is de klasse van niet-lineaire metamodellen. Voorbeelden hiervan zijn exponentiële relaties en kunstmatige neurale netwerken.

Maken metamodellen complexe proces-modellen dan overbodig? Geenszins. Enerzijds bestaat een metamodel slechts bij de gratie van het onderliggende procesmodel. Zonder pro-cesmodel is immers geen metamodel af te lei-den. Anderzijds worden met metamodellen andere onderzoeksdoelen nagestreefd dan met procesmodellen. Metamodellen hebben veelal betrekking op grovere ruimtelijke en tempore-le schaalniveaus. Het metamodel van afbeel-ding 1 berekent bijvoorbeeld veeljarigc gemid-delden. Het onderliggende procesmodel simuleert daarentegen daggemiddelden, zodat ook het verloop van de emissieconcentratie in de tijd kan worden gevolgd. Ook is een proces-model door haar fysisch mechanistische basis in de regel beter geschikt voor scenariostudies. De kreet 'doe meer met minder' is dan ook zeer toepasselijk voor metamodellen. 'Meer' omdat in korte tijd grotere delen van een studiegebied kunnen worden doorgerekend, 'minder' omdat enerzijds minder modelinvoer nodig zal zijn

(3)

P L A T F O R M

om het model toe te passen, en anderzijds de resultaten minder gedetailleerd zullen zijn dan van het onderliggende procesmodel. Discussie

De bespreking van de mogelijkheden en beperkingen maakt duidelijk dat het gebruik van metamodellen pas opportuun wordt als de koninklijke weg (het gebruik van fysisch geo-riënteerde modellen) om wat voor redenen dan ook niet (goed) haalbaar is of wanneer het onderzoek slechts oriënterend van karakter is. Dat betekent bij de huidige stand van beschik-baarheid van databestanden en technieken vooral een toepassing bij landsdekkende hydrologische studies met een quick scan karakter en bij regionale studies waarbij de modellering van de waterkwaliteit te veel inspanning kost. Met als voorbeeld de module voor waterkwaliteit in Waternood, die voor een deel gebaseerd is op een metamodel voor de belasting van oppervlaktewater met stikstof en fosfaat, afgeleid van resultaten van STONE2'.

Is er iets nieuws onder de zon? Uit het voorgaande is de conclusie te trek-ken dat het gebruik van metamodellen beperkt is en bovendien van recente datum. Niets is minder waar. Het gebruik van metamodellen is namelijk veel wijder verbreid dan men op het eerste gezicht denkt. Een goed voorbeeld is de berekening van de droogteschade met het Waternoodinstrumentarium3'. Deze is

geba-seerd op de HELP-tabel4', waarin met behulp

van een fysisch-deterministisch model van de onverzadigde zone (LAMOS) een relatie is gelegd tussen de verklarende variabelen gemiddeld hoogste en gemiddeld laagste grondwaterstand (GHG en GLG) en de respons-variabele verdampingsreductie (is droogte-schade). Deze relatie is echter nog geen meta-model, maar het is een tabel met

modelresultaten. Omdat de droogteschade voor slechts een beperkt aantal GHG/GLG-combinaties is berekend, is een metamodel afgeleid waarmee voor andere combinaties de droogteschade kan worden berekend5').

L I T E R A T U U R

I) Schoumans 0.,J. Mol-Dijkstra, L Akkcrmans en C. Roest

(2002). SIMPLE: Assessment of non-point phosphorus from agricultural land to sur/aee warers by means oj a new merhodology. Warer Science & Technology rtr. 45, paß. 177-182.

2] STOWA (2003). Wareruoodreeks deelrapport 06: water-kwaliteit.

l) STOWA (2002). Waternoodreeks deelrapporr 02:

instru-mentarium.

4] Werkgroep HELP-rabel {1987}. De invloed van de water-huishouding op de landbouwkundige productie. Medede-ling 176. LD-Utrecht.

$) STOWA (2002). Waternoodreeks deelrapporr 04:

HELP-tahellcn Landbouw.

advertentie

MIKOLIT®

AFDICHTPELLETS

Distributeur:

Dura Vermeer Ondergrondse

Infra BV

Engelseweg 159

5705 A D Helmond

Postbus 847

5700 AV Helmond

Tel. 0492-593770

Fax. 0492-553085

Voor drinkwater, industrie en

landbouwdoeleinden, wordt

grondwater vaak gebruikt in zijn

basisvorm. Grondwater is

relatief schoon omdat het

beschermd wordt tegen

verontreinigende invloeden als

meststoffen en 'zure' regen.

Deze bescherming wordt

verzorgd door kleilagen in de

bodem die nagenoeg

ondoordringbaar zijn.

Om bij dit grondwater te kunnen

komen worden gaten geboord.

Door deze ruimte, op de juiste

diepten, op te vullen met

Mikolit afdichtpellets, wordt

de ondoordringbaarheid van de

kleilaag weer hersteld. Het

grondwater laat de pellets

zwellen en er ontstaat een

natuurlijke "kleiprop" rondom

de buis.

Met Mikolit® afdichtpellets

streeft men naar een goede

afdichting op de juiste plaats

Dit wordt bereikt door:

- Vertraagde zwelling zodat

brugvorming, die een afdichting

op de verkeerde hoogte kan

veroorzaken, voorkomen wordt;

- Een afdichting met dezelfde

waterondoorlaatbaarheid als de

beschadigde laag;

- Het voorkomen van "verdikking"

van het water die de

zinksnelheid afremt;

- De betrouwbaarheid van een

gehele zwelling van de Mikolit®

pellet, zodat een éénvormige,

maximale vullende laag

ontstaat;

- Een schoon, stofvrij en droog

product, zodat Mikolit

gemakkelijk verwerkbaar is.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Therefore, the main purpose of our research was to investigate whether daily supplementation with high doses of oral cobalamin alone or in combination with folic acid has

Alleen in bijzondere gevallen is sprake van een negatief effect van de airbag, Dat is het geval bij inzittenden (bestuurders en passagiers) die zich niet in een normale zithoudl

In elke roman kan daar karakters onderskei word wat as tipe gidse en begeleiers in die hoofkarakter se traumaverwerkingsproses optree: die terapeut, Rhonda, wat Griet

In recent years there has been an increase of food shortages, especially in the Lubombo region of Swaziland, which has led to vulnerable households opting for coping strategies

Die filosofies- opvoedkundige mandaat (grondslag) van die Pretorius-kommissie was tweërlei van aard: dat “die Christelike beginsel in onderwys en op- voeding erken, openbaar en

Bij de bespreking van de resultaten in hoofdstuk 4 worden effecten gegeven van het Aanvullend Stikstofbeleid in 2005 en 2008 ten opzichte van een ingeschatte autonome ont- wikkeling

In deze studie zijn de NWC’s van weidemest berekend op grond van de opbrengsten stikstof en droge stof van individuele urineplekken en mestflatten in relatie tot de opbrengsten

Er wordt behandeld hoe deze metamodellen geschat worden en hoe er datapunten in de dataset worden toegevoegd). Aansluitend worden de resultaten van de schattingen met behulp van