Spectrofotometrie: vervolgtest RvI 29-3-2011 6-1
Bereken hoeveel je moet afwegen om 250 ml van een standaardoplossing van ijzer(II) chloride te maken die een concentratie van 200 ppm chloride bevat. 6-2
Van een jodide bepaling is bekend dat k= 0,5 (c in mg I per liter) Bereken hoeveel mg NaI in 250 mL opgelost moet worden voor E=0,5
6-3 Een oplossing van 348 mg natriumnitraat (pro analyse) in 500 mL wordt gebruikt als standaard bij een bepaling. Men pipetteert 50 mL in een maatkolf van 250 mL en voegt reagens toe. Vervolgens meet men de extinctie bij 550 nm. Maak een pipetteerschema volgens de aangeleerde methode. Gebruik molmassa: Na 23 N:14 en O:16 g/mol)
0 Geef de formule van natriumnitraat
a Bereken de concentratie Na in mg/L in de eerste maatkolf. b Bereken de concentratie Na in de laatste maatkolf.
c De laatste maatkolf wordt gemeten en er blijkt E=0,543 Bereken K (l=1 cm)
Men weegt 25,34 gram zeezout af. Men brengt dit over in een maatkolf van 250 mL en vult aan. Hieruit wordt 25 mL in een maatkolf van 100 mL gepipetteerd, reagens toegevoegd en aangevuld. Na meting bij 550 nm blijkt E= 0,215
d Teken een pipetteerschema e Bereken f
f Bereken met K de concentratie Na in de meetoplossing.
g Gebruik f om te berekenen welke concentratie in de monsteroplossing zit. h Hoeveel mg Na zit er in de monster maatkolf.
i Bereken massa% natrium.
7 Een oplossing van 745 mg ijzer(III)chloride in 100 mL wordt gebruikt als standaard bij een bepaling. Men pipetteert 10 mL in een maatkolf van 25 mL en voegt reagens toe. Vervolgens meet men de extinctie bij 450 nm.
Maak een pipetteerschema. Gebruik molmassa Fe: 55.85 en Cl 35,5 g/mol. a Bereken hoeveel mg chloor in het ijzerzout zit. Of eerst het Cl gehalte
in ijzer (III)chloride.
b Bereken de concentratie Cl in mg/L in de eerste maatkolf. c Bereken de concentratie Cl in de laatste maatkolf.
d De laatste maatkolf wordt gemeten en er blijkt E= 0,801 Bereken K (l = 1 cm)
Men weegt 231,4 mgram Drentse mosterd ter af en brengt dit over in een maatkolf van 25 mL en vult aan. Hieruit wordt 25 mL in een maatkolf van 50 mL gepipetteerd, reagens toegevoegd en aangevuld. Na meting bij 450 nm blijkt E= 0,0991
e Teken een pipetteerschema f Bereken f
g Bereken met K de concentratie chloride in de meetoplossing.
i Hoeveel mg Cl zit er in de monster maatkolf. j Bereken massa % Cl.