• No results found

Heavy metal : de subcultuur, de fans en het uiterlijk

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Heavy metal : de subcultuur, de fans en het uiterlijk"

Copied!
46
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bachelor scriptie Algemene Sociale Wetenschappen

Heavy Metal

(2)

Naam student : Eva. S. Landheer Studentnummer: 6303331

Bachelor scriptie Algemene Sociale Wetenschappen

Faculteit: Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Onderwijsinstelling: Universiteit van Amsterdam

Studiejaar: 2013/2014

Datum: 23 juni 2014

Begeleider: drs. H. B. de Vries Tweede lezer: dr. B. Da Roit

(3)

Inhoudsopgave Abstract 3 Inleiding 4 Theoretisch kader 5 Groepsformatie 5 Rituele interactietheorie 5 Sociale identiteitstheorie 9

Subculturen en het subcultureel kapitaal 11

Probleemstelling 14 Methode 17 Interdisciplinariteit 17 Onderzoeksstrategie 17 Instrument 17 Meetniveau 18 Respondenten 18 Onderzoeksinstrument 19 Operationaliseringschema 20 Resultaten 23 Conclusie 30 Conclusie 30 Discussie 34 Reflectie 34 Bibliografie 36 Bijlage I: Interviewschema 40

Bijlage II: Demografische gegevens respondenten 44

(4)

Abstract

Aan de hand van de rituele interactietheorie, de sociale identiteitstheorie en twee vormen van subcultureel kapitaal, de belichaamde en de geobjectiveerde vorm, is de betekenis van het uiterlijk van adolescente mannelijke heavy metal fans onderzocht. In het bijzonder de relatie tussen het uiterlijk die de jongemannen voor zichzelf kiezen, en als zodanig de heavy metal subcultuur representeren, en een bepaalde vorm van afkeer ten opzichte van de mainstream cultuur. Dit is gedaan aan de hand van 11 semigestructureerde interviews met metalheads tussen de 18 en 25 jaar. Zowel hedendaags als historisch gezien bestaat er een aantal, volgens de respondenten onterechte, vooroordelen en stereotypes over de heavy metal subcultuur en haar fans. Deze omvatten onder andere dat ze duister, agressief en onvriendelijk zijn. Uit de interviews is gebleken dat de respondenten deze stereotypes zagen als een gebrek aan begrip en kennis ten opzichte van hun subcultuur. De omschrijvingen van hun groep kunnen vertaald worden naar een gevoel van broederschap onderling, maar ook een enorme tolerantie en acceptatie naar buiten toe. Het uiterlijk van metalheads representeert in de eerste plaats de uiting van de liefde voor de muziek en de cultuur. Bijna alle ondervraagde jongemannen zagen heavy metal als meer dan de muziek alleen; het is een manier van leven. Deze leefstijl omvat zowel omgangsnormen als het bijna allesomvattend idee ‘wees te allen tijde wie je bent en wilt zijn’. De attitude ten opzichte van de mainstream is negatief; zeker als het gaat over dit motto. De mainstream werd verweten schijnheilig te zijn en argeloos te volgen wat van men verwacht wordt. Dit werd extra benadrukt met betrekking tot het uiterlijk. De mainstream zou niet of nauwelijks in staat zijn tot de uiterlijke vertegenwoordiging van de persoonlijke voorkeur of smaak. Hetgeen de metalheads wel kunnen, aldus de respondenten.

(5)

Inleiding

Heavy metal fans, ook wel metalheads genoemd, zijn seksistisch, hebben een vergrote kans tot delinquent gedrag, hebben een buitenproportionele fascinatie voor bier en zijn asociaal. Dit is een aantal opvattingen uit de media en reeds gedaan wetenschappelijk onderzoek naar dit muziekgenre (nieuwsblad.be, 2013; Binder, 1993; Bryson, 1993). Heavy metal fans in een sociale groep hebben uiteraard ook te kampen met deze ideeën over hun bestaan. De stereotypering tegenover deze mensen is veelal negatief. Met hun lange haar, donkere kleding en harde, door schelle gitaren begeleidde muziek, vallen ze buiten de conventionele norm. Echter, de muziek is nog steeds enorm populair en er zijn tal van subgenres ontstaan.

Een gedeeld gevoel van maatschappelijke afwijzing kan zorgen voor een sterkere onderlinge band en een gedeelde kritiek op de conventionele norm. In dit onderzoek wordt onderbouwd in hoeverre dit ook opgaat voor de heavy metal fans in Nederland. Er zal worden gekeken naar de factoren die meespelen bij het in standhouden van een sociale groep, en de mate waarin bepaalde gedeelde opvattingen en uiterlijke kenmerken, zoals kledingkeuze, een rol spelen bij de instandhouding van de heavy metal subcultuur. Deze heeft historisch gezien al een lange tijd te kampen met een negatieve stereotypering van haar leden. Dit onderzoek zal ook ingaan op de vraag of deze stereotypering de groepsbinding versterkt. De kans is groot dat zodra een persoon of groep wordt afgeschilderd als sociale outcast ze dit zelf ook zo gaan voelen en zich hiernaar gaan gedragen. Dit kan resulteren in een wederzijdse afkeer. De outcasts zelf kunnen daardoor een antipathie voor de mainstream ontwikkelen; de conventionele normen en waarden en de maatschappij die deze handhaaft.

De mens is een sociaal wezen, dat zich vaak in een sociale groep of groepen bevindt. Daarnaast is de mens van nature aangetrokken tot anderen en dus groepen (Gray, 2011). Maar waarom voelen mensen zich meer aangetrokken tot de ene groep en niet tot de andere? Waarom ontstaan er groepen bestaande uit ogenschijnlijk identieke mensen? Zijn deze mensen ook daadwerkelijk gelijk in hun opvattingen en gevoelens ten opzichte van elkaar, of is het een bepaalde kracht die mensen bij elkaar houdt, ongeacht de gelijkenis? Dit onderzoek gaat onder andere over deze vragen. Het zal gaan over groepsgedrag, groepsformatie en de mate waarin groepswaarden doorwerken op het individu en een deel gaan uitmaken van de persoonlijke identiteit.

(6)

Theoretisch kader Groepsformatie

Een sociale groep is een formatie bestaande uit minimaal twee personen waarvan de leden onderling afhankelijk zijn en heeft vaak een eigen normatief systeem. Een sociale groep wordt gedefinieerd op zijn grenzen; in het bijzonder op de grens met andere groepen (Barth, 1969). Sociale identiteitstheoretici menen dat individuen een groep vormen op het moment dat zij overeenkomsten van anderen in zichzelf zien (Hogg, 1993; Hogg & Terry, 2000). Door middel van interactie en een persoonlijke identificatie met de groep als geheel worden er normen, waarden en, mogelijk, sancties gevormd, welke mede noodzakelijk zijn om de groep in stand te houden.

Antropoloog Barth heeft onderzoek gedaan naar groepsvorming en het ontstaan van etniciteit in Afghanistan (Barth, 1969). Uit zijn onderzoek kwam onder andere naar voren dat het bestaan van een etnische groep erkend moet worden door zowel de leden van de groep als de buitenstaanders. Beide partijen moeten de groep zien als een cultureel distinctief, oftewel als een autonome groep met wederzijds erkend recht van bestaan. De etnische identiteit wordt gevormd en in stand gehouden door relationele processen als inclusie en exclusie. Door jezelf niet te definiëren met een andere groep, definieer je jezelf en je eigen sociale groep (Shir, 2012). Deze gedachte is het basisprincipe van de sociale identiteitstheorie. Daarnaast wordt het in standhouden van grenzen voor het functioneren van een groep ook benadrukt in de rituele interactietheorie; hieronder uiteengezet.

Rituele interactietheorie

De rituele interactietheorie is een microsociologische theorie die is ontwikkeld door Randall Collins en is voortgebouwd op onder andere de ideeën van Durkheim over morele integratie (Calhoun, Gerteis, Moody, Pfaff & Virk, 2012). Een interactieritueel bestaat, volgens Collins, uit elkaar opvolgende interactionele situaties tussen individuen. Voor het behouden van de sociale orde en het functioneren van sociale groepen of solidariteit moeten deze rituelen constant worden uitgevoerd (Collins, 2004). Het is als het ware een omschrijving van een goede communicatie tussen mensen en groepen en het reflecteert, onder andere, de noodzakelijkheid van het bewustzijn van elkaar.

(7)

Centraal in deze theorie is de situatie waarin twee of meerdere individuen fysiek bij elkaar aanwezig zijn (Collins, 2004). De personen in de situatie moeten een gedeelde aandacht op iets hebben en hier allen een bepaalde stimulans naartoe voelen. Dit resulteert in een gevoel van (kortstondig) lidmaatschap en het verkrijgen, mits het ritueel succesvol is, van emotionele energie. De rituele interactietheorie is een sociaal dynamische theorie en ziet sociale situaties en het bestaan van groepen als iets fluïde. Een ritueel kan gezien worden als een mechanisme wat emoties van mensen versterkt doordat ze in groepsverband worden gebracht (Marquez, 2013). Het verloop van een ritueel is afhankelijk van en gebaseerd op bestaande culturele condities, opvattingen en repertoires. Culturele repertoires vormen en worden gevormd door de interactie rituelen. Daarnaast gaat Collins ervan uit dat de persoonlijkheid van een individu geen constante is, maar constant veranderd wordt door de rituelen. Ook is het per ritueel verschillend hoe een persoon reageert op een situatie en welk aspect van de persoonlijkheid op een bepaald moment geldt. De overgang van het ene ritueel naar het andere, een ritueelketen, verandert ook constant het gedrag van een persoon en zijn of haar gevoelens ten opzichte van anderen. Wat een persoon gelooft is afhankelijk van het ritueel waarin deze persoon zich bevindt.

Een ritueel bestaat uit vier verschillende ingrediënten met als gevolg een aantal rituele uitkomsten (Collins, 2004). Allereerst is de fysieke aanwezigheid van twee of meerdere personen noodzakelijk (bodily co-presence). Er moeten duidelijke grenzen aanwezig zijn, zodat er een onderscheid gemaakt kan worden tussen in-group en out-group leden (barrier to outsiders). Vervolgens moet ieder een gelijke focus op een bepaald object of activiteit hebben en moet ieder zich hiervan bewust zijn (mutual focus of attention). Tot slot is het van belang dat iedereen die meedoet aan het ritueel een bepaalde emotionele toestand deelt met elkaar (shared mood or emotion). De laatste twee ingrediënten versterken elkaar. Alle vier de ingrediënten zijn noodzakelijk voor een succesvol verloop van een ritueel. De uitkomsten van een interactieritueel zijn: groepssolidariteit, het verkrijgen van emotionele energie, het ontstaan van groepssymbolen en bepaalde gevoelens van moraliteit jegens de groep. Men voelt de noodzaak de groep en haar symbolen te beschermen tegen buitenstaanders. Emotionele energie is een begrip dat betekent dat mensen een sterker gevoel van zelfvertrouwen hebben, enthousiast worden door het samenzijn van de groep en meer initiatief nemen om bepaalde, groepsgerelateerde acties te ondernemen.

Een geslaagd interactieritueel zorgt voor een versterkt wij-gevoel en een benadrukking van de grenzen van de eigen groep. Daarnaast zorgt het ook voor de ontwikkeling en

(8)

instandhouding van groepssymbolen. Dit gebeurt doordat korte termijn emoties worden omgezet in lange termijn emoties, bijvoorbeeld in de vorm van symbolen. Dit is een belangrijk aspect van dit onderzoek. Een van de symbolen van de heavy metal subcultuur is het uiterlijk dat de leden hebben. Het uiterlijk draagt bij aan de groepsbinding, wegens de gelijkheid, maar is ook een uiting van bepaalde waarden en opvattingen van de groep. Ze voelen zich anders dan de rest; dan fans van andere muziekgenres, dan leeftijdsgenoten, anders dan de rest van de samenleving. Een succesvol interactieritueel zorgt voor positieve energie onder de deelnemers. Als een samenkomst tussen heavy metal fans, dit kan een avond zijn in de kroeg met soortgelijke vrienden of een heavy metal concert, als positief, leuk en prettig wordt opgevat door de fans zullen zij dit ritueel vaker laten gebeuren (Collins, 2004). De symbolen die zijn ontstaan uit hun groep blijven bestaan. Voor de heavy metal subcultuur zijn dit symbolen die reeds een aantal decennia geleden, bij het begin van de subcultuur, zijn ontstaan. De symbolen zijn niet slechts uiterlijk zichtbaar, deze uiten zich ook in gedrag en in gedeelde opvattingen. De leden van de groep voelen, zoals hierboven aangegeven zich onbewust genoodzaakt de symbolen te beschermen. Ze zullen dan los van de groep ook worden beschermd en voor een persoon als waarden gaan gelden of worden uitgedragen, om zo de groep te representeren. Voor leden van de heavy metal subcultuur zal dit betekenen dat, na een reeks succesvolle rituelen en een vooruitzicht in de toekomst op het vervolg hiervan, bepaalde opvattingen van de cultuur als representatie worden uitgedragen. Deze opvattingen kunnen een afkeer van de mainstream, alsmede het anders willen zijn, omvatten.

De interactie theorie gaat in het bijzonder over persoonlijke motivaties van individuen tot het ondernemen van een bepaalde (groeps)actie (Collins, 2004). Deze acties resulteren, mits succesvol, in een keten aan rituelen. Er zijn twee soorten interactierituelen; formele en informele. Formele interactierituelen hebben meestal een sterkere nadruk op hun grenzen en bestaan vaak uit een grote groep mensen. Informele rituelen ontstaan vaak spontaan en de groepen mensen die ze opmaken blijven langer bestaan (Collins, 2004). Voorbeelden hiervan zijn vriendengroepen of een kortstondige bijeenkomst in het uitgaansleven tussen een kleine groep mensen. Ze functioneren met een meer fluïde opvatting van haar symbolen. Ze worden constant aangepast. De symbolen zijn van groot belang aangezien ze groepssolidariteit oproepen en ze gedeelde (lange termijn) emoties van de participanten van een ritueel vertegenwoordigen. De intensiteit van een ritueel, en dus ook de mate waarin de participanten zich aangetrokken voelen tot een bepaalde groep, is belangrijk voor het verkrijgen van emotionele energie. Deze energie is de reden waarom rituelen plaatsvinden. Dit is

(9)

hoofdzakelijk de reden waarom mensen zich in een groep willen bevinden. Ze krijgen er energie van en ze voelen zich verbonden met de groep. Zoals eerder genoemd is de verbintenis met een groep en moraliteitsgevoelens ten opzichte van een groep een aanleiding tot het creëren en in standhouden van symbolen. Een symbool van een groep is de representatie van die groep in de vorm van een object, gedachte of handeling en is vaak het sterkst als het van binnenuit wordt ontwikkeld; dus niet opgelegd (Collins, 2004). Op die manier reflecteert het symbool sterker de groepswaarde en is het van invloed op de realiteitsperceptie van de participanten van het ritueel. Voor fans van een bepaalde muzieksoort is de gedeelde focus op iets meestal de muziek en de artiesten zelf. De symbolen die hieruit voortkomen zullen vaak bepaalde opvattingen zijn die afkomstig zijn uit deze muziek, alsmede bepaalde uiterlijke kenmerken van de participanten.

Er is een aantal kritieken gekomen op de theorie van Collins, waaronder het verwijt dat Collins niet de realiteit van een sociale groep schijnt te erkennen met zijn theorie. Hij spreekt wel over een groep, maar dit is en blijft een fluïde construct. Hij spreekt slechts over het samenkomen van verschillende individuen en hij beschrijft een groep mensen als een tijdelijke bijeenkomst welke later weer verdwijnt. Daarnaast bestaat het idee dat de theorie versterkte gevoelens van mensen tegenover elkaar te makkelijk verklaart (Marquez, 2013). Buiten deze kritieken op de theorie, is het een goed hulpmiddel voor het verklaren van mensen in groepsgedrag en de invloed van een groep op het individu.

Hoe groter de groep, hoe meer verschillend de gevoelens van solidariteit en de toewijding naar de instandhouding van de symbolen van de groep zijn, aldus Collins (2004). Dit zou betekenen dat de leden van de heavy metal subcultuur een meer gedifferentieerde opvatting zullen hebben over wat de symbolen (uiterlijk, de gehoornde hand1, etc.) en de normen en waarden zijn (afkeer mainstream, anders zijn, niet-commerciële muziek, enigszins rebels), aangezien het hier over een grote groep gaat. Echter, heavy metal fans delen dit wel. Een groot gedeelte heeft overwegend hetzelfde uiterlijk, in elk geval gebaseerd op dezelfde impliciete regels. In toepassing van Collins’ theorie op de heavy metal subcultuur wordt de theorie dan ook slechts gebruikt om de symbolen, in het bijzonder het uiterlijk, en de gedeelde opvatting betreffende de conventionele normen en waarden van de maatschappij, te benaderen en te verklaren als een symbool van een reeks succesvolle interactierituelen. De rituele interactietheorie van Randall Collins is en blijft een theorie van situaties. Dit betekent dat 1 Een handgebaar wat veel wordt gebruikt binnen de heavy metal muziek en de fans. De duim, ring- en

middelvinger zijn naar binnen gevouwen, terwijl de wijsvinger en de pink gestrekt blijven

- 8 -

(10)

sociale situaties en groepen fluïde zijn en dat het gedrag van mensen in deze context verklaard wordt. Om niet slechts naar situaties te kijken in dit onderzoek, maar ook naar identiteit, zowel persoonlijk als sociaal, als verklaring voor gedrag, wordt er ook gekeken naar de sociale identiteitstheorie.

Sociale identiteitstheorie

De sociale identiteitstheorie, afkomstig uit de sociale psychologie, omschrijft de invloed van een lidmaatschap bij een bepaalde sociale groep op de identiteit van een persoon. De sociale identiteitstheorie kijkt naar de manier waarop mensen verbonden zijn met een groep en de motivationele en cognitieve processen die horen bij de identificatie met een bepaalde groep (Stets & Burke, 2000). Met name van belang is de manier waarop de groep zichzelf definieert (in-group), en de onderlinge verhoudingen die hieruit voortkomen, met betrekking tot een andere groep (out-group). Aan deze definiëringen (van de groep zelf) zitten consequenties; deze zijn veelal sociaal geconstrueerd. Ze kunnen groot zijn, zoals etnocentrisme, of minder groot, bijvoorbeeld het ontstaan van stereotypes. Echter, de gevolgen van opvattingen over wie je zelf bent als onderdeel van een groep en wie de anderen zijn, zijn zeer reëel.

Het identificeren met een groep betekent dat de persoon een onderdeel wordt van deze groep. Persoonlijke opvattingen kunnen zijn beïnvloed door de opvattingen van de groep, de perspectieven en zienswijzen van de groep kunnen doorwerken op de individuele keuzes van de persoon. Als dit het geval is en als de persoon zich zodanig identificeert met een groep dat dit een sterke invloed op het persoonlijk leven gaat uitoefenen is er, naast de persoonlijke identiteit, ook sprake van een sociale identiteit (Stets & Burke, 2000). De waarden van de eigen sociale groep worden vaak overdreven of extra benadrukt als deze groep wordt vergeleken met een andere (Gray, 2011). Op die manier wordt onbewust het persoonlijke- en het groepszelfvertrouwen vergroot. Het zelfvertrouwen wat gerelateerd is aan een sociale groep komt voort uit de sociale identiteit. Volgens de definitie van de psychologen Ellmers, Kortekaas & Ouwerkerk (1999) is sociale identiteit dat gedeelte van een individu’s zelfconcept wat afkomstig is van zijn kennis en lidmaatschap van een sociale groep (of groepen) samen met de waarden en emotionele belangen welke gepaard gaan met dit lidmaatschap. Deze definitie wordt gehanteerd in de onderstaande uiteenzetting van de sociale identiteitstheorie, alsmede toegepast in het onderzoek zelf. Dit aangezien de definitie van Ellmers et. al. de mogelijkheid verschaft tot het meetbaar maken van het concept sociale identiteit. Deze definitie impliceert dat de sociale identiteit uit een aantal dimensies bestaat: cognitief, emotioneel en gebaseerd op gedrag (evaluatief). Veel onderzoek naar sociale

(11)

identiteit, groepsdynamiek of groepsloyaliteit maakt gebruik van dit onderscheid (Stets & Burke, 2000; Vugt & Hart, 2004; Zdaniuk & Levine, 2000). Onder het cognitieve aspect valt het bewust zijn van het lidmaatschap bij een groep (Ellmers, et. al., 1999). Dit is ook waar en waardoor onderscheidingsmechanismen als stereotypes worden gevormd (Stets & Burke, 2000). Het emotionele aspect is de affectieve toewijding naar de groep en de positieve identificatie. Het gedragsaspect, ofwel de evaluatieve dimensie, houdt in dat mensen zich gedragen volgens de normen, waarden en regels van de groep. Dit resulteert in een sterk groepszelfvertrouwen. Ellmers, et. al. benadrukten dat voor empirisch onderzoek het van belang is deze drie dimensies te onderscheiden, aangezien ze alle drie verschillende aspecten van het lidmaatschap van een groep omvatten. Daarnaast laten ze zien dat deze aspecten afhankelijk zijn van drie belangrijke groepskenmerken, namelijk de relatieve omvang van een groep, de status van een groep en de reden tot formatie (zelf geselecteerd of toegewezen lidmaatschap). Zo heeft een kleine sociale groep over het algemeen een sterkere onderlinge band (cohesieaspect). Daarnaast blijkt de status van een groep van invloed te zijn op de groepsidentiteit. Tot slot is de kans dat een groep blijft voortbestaan groter als de leden zelf hebben gekozen voor hun lidmaatschap; dit verhoogt de toewijding jegens de groep. Op die manier kan een groep met een lage sociale status, maar bestaande uit zelfgekozen leden, enorm sterk in onderlinge cohesie (Ellmers, et. al., 1999) en loyaliteit (Zdaniuk & Levine, 2000) zijn.

Daar waar de rituele interactietheorie een theorie is over situaties en andere kwesties die een bepaald gedrag of groepsvorming buiten beschouwing laat, kan de sociale identiteitstheorie hier een aanvulling op zijn. Zoals hierboven genoemd, benaderen Stets en Burke (2000) de sociale groep als wederzijds verbonden met het individu en de relaties die voortkomen uit het behoren tot een sociale groep van grote invloed op het sociale leven van een persoon. Daarnaast zijn volgens Collins (2004) samenkomsten van mensen zeer fluïde van aard, aangezien hij spreekt over een opeenvolging van rituelen. Zolang deze succesvol zijn is de kans groot dat een ritueel wordt herhaald, bijvoorbeeld een bijeenkomst tussen mensen, die in andere opvattingen of theorieën een sociale groep of (sub)cultuur kan worden genoemd. Tezamen genomen kunnen de rituele interactietheorie en de sociale identiteitstheorie verklaren hoe een bepaald fenomeen in een groepscontext ontstaat en is veranderd van een groepswaarde tot een persoonlijke waarde. Voor dit onderzoek wordt dit toegepast op het ontstaan van een bepaalde afkeer tegen conventionele normen en waarden in de westerse samenleving (met name het individualisme) en op welke manier en mate dit

(12)

gerepresenteerd wordt in de vorm van het uiterlijk van de leden van een subcultuur; de heavy metal subcultuur.

Subculturen en het subcultureel kapitaal

Het aspect van de theorie van Barth over het definiëren van een groep en het zien wat de groep inhoudt en betekent op de grens met anderen, is ook terug te vinden in onderzoeken naar smaak als culturele distinctie; in het bijzonder muzieksmaak (o.a. Bourdieu, 1984 / 2010; Bryson, 1996; Wing Chan & Goldthorpe, 2007; Larsson, 2013). Dit kan op die manier worden ingezet binnen een subcultuur die gevormd is rondom een bepaald muziekgenre (Thornton, 1995; Jasper, 2004), maar ook in een ‘gewone’ vriendengroep bijvoorbeeld, waar muziek een veel voorkomend gespreksonderwerp is. Muzikale exclusiviteit wordt zo omgezet in symbolische exclusiviteit (de grenzen van een sociale groep) (Bryson, 1996). Bryson deed onderzoek naar muzikale tolerantie en groepsvorming bij heavy metal fans. Een van haar conclusies is dat de afkeer tegen of afstoting van een bepaalde sociale groep voor een groot gedeelte gebaseerd is op de muzikale smaak van beide partijen als een vorm van symbolische exclusie (1996).

Voor de buitenwereld is de status van heavy-metal fans in een groep vaak relatief laag (Bryson, 1996; Roccor, 2000; Hjelm, Kahn-Harris en LeVine, 2011). Berichten in de media zijn vaker negatief en geven melding van slechte persoonlijkheidskenmerken van de fans (Binder, 1993). Ook worden de fans en muziek vaak in verband gebracht met geweld of zelfmoord(pogingen) (Rohter, 1990; Stack, Gundlach & Reeves, 2010). Ze worden, ook in veel wetenschappelijk onderzoek, gezien als een groep met gelijke karaktereigenschappen. Zo zouden de fans sneller geneigd zijn tot asociaal en gewelddadig gedrag en zijn ze sneller depressief (Binder, 1993; Lynxwiller en Gay, 2000; Hjelm, Kahn-Harris en LeVine, 2011). Echter uit onderzoek is gebleken dat metal fans hun sociale groep als sterk omschrijven en dat de afwijzing van de ‘conventionele’ groepen deze groepsband versterken (Lynxwiller en Gay, 2000). Het label dat heavy metal een antismaak is (Hjelm, Kahn-Harris en LeVine, 2011) maakt dat de nadruk op de muziek zelf alleen maar sterker wordt binnen de groep. Ook is de heavy metal subcultuur veel meer dan alleen een groep gecentreerd rondom het muziekgenre; het is onafscheidelijk verbonden met hun eigen culturele praktijken, normen en waarden.

(13)

Een subcultuur is een groep die gedeeltelijk, dan wel geheel, anders is in haar normatief systeem en cultuur dan de dominante, of mainstream, cultuur (Jasper, 2004). Eerdere opvattingen over wat een subcultuur is omvatte vaak in de wetenschap het idee dat de leden van een subcultuur per definitie devianten zijn en er lag een enorm negatieve connotatie op de term (Jasper, 2004; Williams, 2007). Naderhand is dit idee veranderd en werden subculturen gezien als manifestaties van zelfexpressie, individuele autonomie en culturele diversiteit (Muggleton, 2000). Er bestaat niet één soort subcultuur en om een subcultuur empirisch te kunnen onderzoeken moet men rekening houden met de context, alsmede de normatieve opvattingen van deze cultuur zelf. In haar onderzoek naar de gothic subcultuur in Nederland liet Jasper (2004) het belang van een gedeelde en gevoelde gelijke identiteit onder de gothic-fans zien. Dit werd benadrukt door haar respondenten op het moment dat ze in aanraking kwamen met ‘de anderen’. Ze liet zien dat deze groep hun muziekvoorkeur bewust gebruikte als onderscheidingsmechanisme, maar dat er daarnaast ook andere factoren, ook onbewust, meespelen in het creëren van de groepsidentiteit. Zo zetten de gothic-fans zich actief af tegen alles wat niet gothic is en gebruikten ze grapjes over de bestaande stereotypes tegen hun groep als verdedigingsmechanisme. Volgens Jasper zegt de manier waarop een groep omgaat met stereotypes veel over hun normatieve opvattingen en de culturele kritiek die de groep heeft ten opzichte van de conventionele cultuur. Eerder onderzoek naar subculturen liet ook zien dat het bezit van een bepaald subcultureel kapitaal een bindende en onderscheidende werking heeft op de groep (Thornton, 1995). Dit kapitaal wordt geobjectiveerd en belichaamd geuit. De eerste vorm is zichtbaar; het gaat om de uiterlijke expressie van het behoren bij een groep, zoals kleding, haardracht, etc. Dit is dan ook meestal zeer herkenbaar voor buitenstaanders. Voor gothic fans, maar ook voor mensen die behoren tot de heavy metal subcultuur, betekent dit voornamelijk veel donkere en zwarte kleding. Het uiterlijk wordt snel omschreven als alternatief of niet behorend tot de standaard. De belichaamde vorm van subcultureel kapitaal wordt omschreven als het ‘in the know’ zijn van alle aspecten die horen bij het lidmaatschap van een groep. Voorbeelden hiervan zijn het juiste taalgebruik, het kennen van bepaalde dansstijlen of het op de hoogte zijn van allerlei nieuwe vorderingen of veranderingen in de groep. Voor het horen bij een subcultuur is de kennis van een gedeelde geschiedenis en hier ook de muziek een vereiste (Jasper, 2004; Lynxwiller en Gay, 2000). Arnett heeft onderzoek gedaan naar de reden waarom jongeren naar heavy metal luisteren en de link die dit muziekgenre schijnt te maken met rebels gedrag (1996). Uit zijn onderzoek bleek dat de jeugd, en met name de mannelijke adolescenten, problemen ervaren met het individualisme en de afstandelijkheid van de maatschappij in het

(14)

huidige moderne westen. Mannelijke fans van heavy metal muziek hebben te kampen met zingevingproblemen en hebben veelal het gevoel van maatschappelijke isolatie. Ze hebben, in een sterkere mate dan jongemannen die een voorkeur voor een andere muziek hebben, het gevoel dat de maatschappij sterk geïndividualiseerd is en menen hier de gevolgen van te voelen. Zo is er het gevoel alleen keuzes te moeten maken en het idee dat de maatschappij (inclusief de meer directe omgeving) niet of minder betrokken is bij het leven van anderen. Volgens Arnett is het eventuele rebelse en cynische gedrag niet het gevolg van een vorming van de heavy metal subcultuur, maar de oorzaak. Daarnaast geeft Arnett aan dat mannelijk adolescenten een bepaalde sensatiedrang hebben, wat ze kunnen uiten via de metal muziek. De symbolen en rituelen die horen bij dit genre zijn een prima medium om dit te doen. Het is veelal donker, de thema’s in de muziek zijn vaak maatschappij gericht of gaan juist over een utopische samenleving en hij laat zien dat de muziek catharsis effect heeft op de fans. De heavy metal ‘scene’ bezit veel mannelijkheidrituelen (harde, dreunende muziek, schreeuwen en nep-gevechten bij concerten). Het biedt troost en verschaft de mogelijkheid tot een ontlading van mogelijke negatieve emoties. Vrouwelijke adolescenten kunnen ook te kampen hebben met deze gevoelens, maar zij zijn toch in de minderheid als het gaat over het vertonen van roekeloos gedrag en gevoelens van vervreemding.

(15)

Probleemstelling

Arnett (1996) noemt in zijn onderzoek dat voornamelijk de jeugd die luistert naar heavy metal meer het gevoel hebben dat de westerse maatschappij zodanig is veranderd dat ze zich vervreemd voelen van de maatschappij. Of, beter gezegd, dat de maatschappij vervreemdt van individuen. Wegens het huidig westers individualisme staan mensen veel verder van elkaar af en kan dit het gevoel van alleen zijn veroorzaken. Er wordt dan ook verwacht uit de resultaten dat de geïnterviewde heavy metal fans zullen aangeven dat ze het gevoel hebben dat ze niet begrepen worden, alleen staan voor bepaalde levenskeuzes en dat de heavy metal subcultuur hier een mogelijke uitweg toe biedt (in de vorm van een hechte(re)) gemeenschap.

In dit onderzoek is er gekeken naar de attitudes van de respondenten zelf. Het gaat hier om attitudes ten opzichte van de mainstream, ten opzichte van de heavy metal subcultuur en het uiterlijk van heavy metal fans. Onder de mainstream worden de conventionele normen, waarden, regels en opvattingen van de Nederlandse maatschappij in het algemeen verstaan en zijn ook zo uitgelegd aan de respondenten. Er is specifiek ingegaan op het uiterlijk van adolescente mannelijke heavy metal fans. Als men kijkt naar de vormen van het subcultureel kapitaal, belichaamd en geobjectiveerd, zijn deze beide van belang. Het geobjectiveerde kapitaal omvat onder andere het uiterlijk van de fans, waar het belichaamde kapitaal ingaat op de kennis die men heeft van de subcultuur; de geldende regels en omgangsnormen.

Aan de hand van de sociale interactietheorie en de sociale identiteitstheorie, alsmede de twee vormen van subcultureel kapitaal wordt de betekenis van het (gestereotypeerde) uiterlijk van adolescente mannelijke metalheads en hun attitude ten opzichte van de mainstream onderzocht. Dit gebeurt aan de hand van de volgende onderzoeksvraag:

In hoeverre reflecteert het uiterlijk van adolescente mannelijke metalheads een afkeer ten opzichte van de mainstream-cultuur?

De afkeer van de mainstream omvat hier de verwachting van een subculturele norm van de heavy metal scene. Dit maakt het een ingrediënt in de ogen van de rituele interactietheorie; de mutual focus of attention. De afkeer van de mainstream is niet het enige wat hieronder valt. De muziek zelf bijvoorbeeld is ook een object waar de focus van allen naartoe gaat. Het uiterlijk, specifiek voor de heavy metal subcultuur, is een uitkomst van de interactierituelen, als symbool.

(16)

Om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden zijn de volgende deelvragen opgesteld. Wat is de attitude van adolescente mannelijke heavy metal fans ten opzichte van de mainstream?

Deze deelvraag wordt gesteld om te kijken of de aanname die is gedaan op basis van de literatuur betreffende de afkeer van de mainstream, daadwerkelijk opgaat. Daarnaast wordt met behulp van deze vraag, aan de hand van de rituele interactietheorie van Collins (2004), gekeken naar de afkeer van de mainstream als een factor die groepssolidariteit veroorzaakt. Emotionele energie, veroorzaakt door een geslaagd interactieritueel, zou de solidariteit moeten versterken, alsmede de interne nadruk op de grenzen van de groep. Dit is belangrijk, aangezien dit van invloed kan zijn op de gevoelens en de meningen die de metalheads zelf hebben ten opzichte van de mainstream. Het in kaart brengen van deze attitude is cruciaal om het in verband te kunnen brengen met het uiterlijk van de metalheads.

Wat is de betekenis van het gekozen uiterlijk van adolescente mannelijke heavy metal fans?

Deze deelvraag is gesteld om na te gaan of het uiterlijk van de heavy metal fans ook daadwerkelijk als symbool fungeert voor de eerdergenoemde aversie. Daarnaast omvat het de invulling van de fans zelf betreffende hun uiterlijk. Het gaat er namelijk om hoe de fans zelf hun uiterlijk zien en de betekenis daarachter. Ook als de uitkomst geen afkeer tegen de mainstream inhoudt, zijn andere uitkomsten eventueel net zo interessant.

Wat is de attitude van adolescente mannelijke heavy metal fans ten opzichte van kritiek op het stereotype uiterlijk van metalheads?

Met behulp van deze vraag wordt gekeken hoe de metalheads omgaan met kritiek van buitenstaanders op zichzelf en op de subcultuur waartoe zij behoren. Nagegaan hoe de precieze invulling van de afkeer van de mainstream eruit ziet en of de fans dit ook bewust zo zien en gebruiken. Aangezien een van de verwachtingen van dit onderzoek is dat een afkeer van de mainstream behoort tot, en een waarde is van, de heavy metal subcultuur, wordt er aan de hand van deze deelvraag niet alleen gekeken of de jongemannen voldoen aan deze verwachtingen, maar ook hoe ze ermee omgaan. Wat zijn de regels omtrent ontvangen kritiek? Wordt dit opgelost of gewoon geaccepteerd? Worden confrontaties aangegaan of niet? Deze deelvraag omvat een aspect van de sociale structuur van de subcultuur.

(17)

Hoe zien adolescente mannelijke heavy metal fans de heavy metal subcultuur en wat betekent het voor hen?

Deze laatste deelvraag bevat de mogelijkheid tot het verkrijgen van meer inzicht in de subcultuur zelf. Aan de hand van de drie dimensies van de sociale identiteitstheorie is gekeken naar de mate van verbondenheid en de invloed die de subcultuur heeft op de respondenten. Er is gevraagd naar de betekenis van en de invulling door de heavy metal fans zelf betreffende hun subcultuur. De bestaande literatuur over de heavy metal subcultuur is relatief schaars en door middel van deze deelvraag wordt geprobeerd hier een aanvulling aan te leveren.

Een aantal verwachtingen met betrekking tot de uitkomsten van de interviews is vooraf opgesteld. Zo werd in het theoretisch kader al vermeld dat wegens een bestempeling van de heavy metal muziek als een antismaak er daardoor juist een extra nadruk op de muziek binnen de subcultuur komt te liggen. Verwacht wordt dan ook dat dit wordt aangegeven door de respondenten. Daarnaast blijkt uit eerder onderzoek dat heavy metal fans hun subcultuur als zeer sterk en hecht omschrijven. Ook dit is een te verwachte uitkomst. Afkomstig vanuit de literatuur betreffende subculturen zelf en in het bijzonder de invulling van het subcultureel kapitaal, wordt verwacht dat het uiterlijk van de heavy metal fans zeer belangrijk zal zijn voor de subcultuur (Thorton, 1995). Tot slot maakt, vanuit het onderzoek van Arnett (1996) betreffende de maatschappelijke kritiek van de heavy metal fans over de afstandelijkheid en het toegenomen individualisme in de westerse samenleving, dat de verwachte uitkomst op de hoofdvraag gedeeltelijk een afkeer van de mainstream in de vorm van het uiterlijk van de fans weergeeft.

(18)

Methode

Interdisciplinariteit

Dit onderzoek is gedaan en bekeken vanuit verschillende disciplinaire oogpunten. Vanuit sociaal psychologisch opzicht is er gekeken naar de groepsbinding en de sociale identiteit van de fans. Het uiterlijk van de metalheads is hier zowel gezien als een uiting van persoonlijke motivatie, als een bindingsfactor van de sociale groep, waar dit uiterlijk bij hoort. Deze samenwerking van motivaties en identiteit is verwoord door middel van de sociale identiteitstheorie. Daarnaast is de rituele interactietheorie van toepassing op dit onderzoek wegens het belang van groepsbinding voor de persoon. Juist de kracht van de groep, de groepssymbolen, hier in de vorm van het uiterlijk, en de emoties die behoren tot het verbonden voelen met de groep omvatten het sociologische aspect van deze thesis.

Onderzoekstrategie

Voor deze scriptie wordt het empirisch onderzoek op een kwalitatieve manier benaderd (Bryman, 2008). Het doel van het onderzoek is om erachter te komen hoe en waarom waarden die in een groep zijn ontstaan en slechts horen te gelden binnen deze groep ook doorwerken tot het individu en het effect van deze waarden. De nadruk ligt op het uiterlijk van de heavy metal fans en de betekenis hiervan. Om hierachter te komen wordt er gevraagd naar de ervaring van de respondenten. Onderzoek naar een bepaalde ervaring en belevenis van mensen kan zeer goed vanuit een kwalitatief perspectief benaderd worden. Daarnaast is er ook weinig kwalitatief onderzoek gedaan naar de heavy metal subcultuur en haar fans. Dit onderzoek wordt daar dan ook een aanvulling op.

Instrument

Voor het kwalitatief empirisch onderzoek is gebruik gemaakt van semigestructureerde interviews. Op die manier kunnen de concepten die gemeten worden verwerkt worden in de vragen. Daarnaast blijft er ook ruimte voor een extra toevoeging van de respondenten zelf. Mogelijk zijn er aspecten aan dit onderzoek welke niet uit de bestaande literatuur onttrokken kunnen worden.

(19)

Meetniveau

Dit onderzoek is uitgevoerd op een mesoniveau. Er zijn 11 interviews afgenomen. Het gevolg hiervan is dat de resultaten niet grootschalig generaliseerbaar zijn, maar wel mogelijk iets kunnen zeggen over subculturen of culturen gecentreerd rondom een muziekgenre in het algemeen. Daarnaast hebben de antwoorden een extra inzicht verschaft in de omgang onderling binnen de heavy metal subcultuur.

Respondenten

De werving van de respondenten is aan de hand van snowball sampling uitgevoerd. Aan de eerste kandidaten voor interviews is tevens meteen gevraagd of zij overige potentiele respondenten kennen die een interview zouden willen afgeven. Vanuit de persoonlijke omgeving zijn er ook direct mensen gevraagd mee te willen helpen aan dit onderzoek. Daarnaast is getracht de hoeveelheid bekenden zo klein mogelijk te houden, aangezien dit mogelijk van invloed kan zijn op de resultaten, in de vorm van gewenste antwoorden

Voor een verdere afbakening van dit onderzoek zijn er jongemannen geïnterviewd tussen de leeftijd van 18 en 25 jaar. Hier is voor gekozen, aangezien vanuit de literatuur bleek dat juist deze groep het meest gevoelig is voor eventuele stereotyperende en negatieve afschilderingen van buitenaf. Daarnaast blijkt uit het onderzoek van Arnett (1996) dat juist mannelijke adolescente heavy metalfans meer negatieve gevoelens ten opzichte van de rest van de maatschappij hebben. De reden dat er gekozen is om mensen te interviewen die reeds volwassen zijn is wegens het idee dat het rationele gedeelte van ons denkvermogen volledig ontwikkeld is rond deze leeftijd.

(20)

Onderzoeksinstrument

Zoals hierboven aangegeven is dit onderzoek uitgevoerd met behulp van semigestructureerde interviews, welke zijn afgenomen bij mannelijke adolescente heavy metal fans. Het interviewschema zelf is te vinden in bijlage I. De concepten die centraal staan in dit onderzoek en die gemeten zijn, zijn de sociale identiteit, groepssymbolen en het subcultureel kapitaal. In onderstaand schema staat weergegeven hoe deze concepten omgezet zijn tot een bruikbaar onderzoeksinstrument; de interviewvragen.

De sociale identiteit, dat de mate van de internalisering van de waarden, normen en regels van een groep omvat en als zodanig een onderdeel wordt van de persoonlijke identiteit, bestaat uit drie dimensies. De cognitieve, emotionele en evaluatieve dimensies hebben alle hun eigen indicatoren. Deze maken het mogelijk om de sociale identiteitstheorie om te kunnen zetten tot een empirisch onderzoeksinstrument. Het concept groepssymbool komt voort uit de rituele interactietheorie. Zodra een groep is gevormd aan de hand van een positief interactieketen ontstaan er groepssymbolen. De positieve interactierituelen zorgen voor moraliteitsgevoelens ten opzichte van en verbintenis met de groep, waardoor een representatie van deze groep ook sterker zal gaan gelden en geuit wordt. Aangezien in dit onderzoek de nadruk ligt op het uiterlijk van de metalheads, zal slechts de uiterlijke vorm van een groepssymbool behandeld worden. Tot slot is er het subcultureel kapitaal dat gemeten wordt. Zoals eerder genoemd bestaat dit uit twee dimensies; de belichaamde en geobjectiveerde. Aan de hand van het schema wordt getoond hoe deze twee vormen van het subcultureel kapitaal meetbaar gemaakt zijn.

(21)

Operationaliseringsschema

Concept Dimensie Indicator Interviewvragen

Sociale identiteit

definitie: het gedeelte van een individu’s zelfconcept dat afkomstig is van zijn kennis en lidmaatschap van een sociale groep (of groepen) samen met de waarden en emotionele

belangen welke gepaard gaan met dit lidmaatschap.

Psychologie - Bewust van lidmaatschap - Onderscheidingsvermogen - Creëren van stereotypes

- Bestaat de heavy metal cultuur? Zo ja, kun je omschrijven wat erbij hoort? - Is het herkenbaar? Is het een bepaalde leefwijze?

Cognitief

Emotioneel Affectieve toewijding - Zou je kunnen omschrijven wat je zo leuk vindt aan heavy metal (zowel de muziek als de cultuur die erbij hoort ). Waarom luister je naar de muziek?

- Zie je jezelf als een metalhead?

- Heb je er in verschillende

periodes van je leven anders over gedacht? – Is je mening veranderd ten opzichte van heavy metal door de tijd heen?

(22)

Evaluatief (gedrag) Handelen aan de hand van normatief systeem van de groep

- Heb je het idee dat metalheads afwijken van de conventionele norm van de

samenleving? - Heb je wel eens kritiek gekregen op je uiterlijk? En zo ja, heeft dit je ervan weerhouden je anders te kleden of juist niet? Groepssymbool Definitie: de geïnternaliseerde representatie van een groep in de vorm van een object, gedacht of handeling.

Sociologie De openlijke uiting van het behoren tot een groep en als zodanig ook deel te zijn van deze groep

- Bestaat er zoiets als het stereotype

metaluiterlijk? Zo ja, kun je het

omschrijven? - Heb je het idee dat een heavy metal uiterlijk van invloed is op hoe mensen je behandelen (bijvoorbeeld een sollicitatiegesprek)? Moraliteitsgevoelens en groepssolidariteit Subcultureel kapitaal Definitie: insiders kennis van de

Geobjectiveerd Uiterlijke expressie van lidmaatschap van de subcultuur (vb. kleding of haardracht)

- Zie je je eigen uiterlijk als een representatie van heavy metal?

(23)

regels van een subcultuur, voortkomend uit een gedeelde en gevoelde identiteit

Belichaamd In the know zijn - Zou je heavy metal kunnen zien als een leefstijl? Omschrijf.

Het complete interviewschema is, zoals genoemd, te zien in bijlage I. In bovenstaand schema staan niet alle vragen vermeld die zijn gesteld tijdens de semigestructureerde interviews. Dit aangezien sommige vragen als een inleiding fungeerden tot de daadwerkelijke inhoudelijke vragen. Daarnaast leent een semigestructureerd interview zich voor extra, belangrijke en toevoegende informatie die de respondenten zelf aangeven. Hier is dan ook ruimte voor gelaten in het interviewschema.

(24)

Resultaten

De semigestructureerde interviews zijn getranscribeerd en vervolgens gecodeerd aan de hand van vooraf opgestelde deelvragen en concepten. De concepten waren de heavy metal subcultuur, groepssymbolen, subcultureel kapitaal en de sociale identiteit. De transcripties zijn uiteen gehaald en de gegeven antwoorden zijn gesorteerd op inhoud naar de gestelde deelvragen. Er is zowel naar de overeenstemmende antwoorden van de respondenten, alsmede eventuele individuele verschillen gekeken. Hieronder wordt per deelvraag de resultaten van de semigestructureerde interviews besproken. De daadwerkelijke interpretatie en de uiteindelijke antwoorden op de deelvragen en de hoofdvraag wordt in de conclusie behandeld.

Wat is de betekenis van het uiterlijk van adolescente mannelijke heavy metal fans

Het heavy metal uiterlijk, alsmede de sociale identiteitstheorie zijn in deze deelvraag behandeld. Elk van de respondenten heeft aangegeven dat hun eigen uiterlijk en het uiterlijk van heavy metal fans in het algemeen een uiting is van de liefde voor de muziek die ze luisteren. Na wat doorvragen kwamen ook de meer diepere betekenissen van het uiterlijk naar voren. Deze betekenissen waren meer bijkomstigheden waar de fans achter stonden, dan een daadwerkelijk bewuste uitdraging van bepaalde waarden. Allereerst werd het doorsnee herkenbare of stereotype heavy metal uiterlijk omschreven als het dragen van bandshirts, vaak een zwarte- of een legerbroek, het dragen van kisten en meestal het hebben van lang haar. Wat meer extreem was de toevoeging van spikes op jasjes of jackets vol met patches van bands. De meer diepere betekenis achter het uiterlijk van de heavy metal fans werd omschreven als het anders willen zijn; niet mee willen gaan met de mainstream en hier uiterlijk zichtbaar voor uit te komen.

“Ja. Nouja het is denk, ik denk dat er ook heel veel afzetting is tegen normaal zijn, over van volg dit, volg de mode en je hoort dit en dit te dragen. Weetje. En dit en dit kan echt niet. En dat heeft er ook wat van. Ik denk dat dat ook absoluut bij metal hoort. Want je voldoet natuurlijk niet aan de norm. Wat wel van je verwacht wordt natuurlijk.” (r7)

I: “En provocerend?”

R6: “Ja, maar dat is denk ik grotendeels wel een beetje de bedoeling erachter. Van ‘kijk ik ben anders, ik hoor bij deze groep’. Dat is toch wel je het laten zien, zeg maar.”

(25)

Een klein aantal respondenten gaf aan dat hun uiterlijk, naast persoonlijke voorkeur, ook zeer zeker een bepaalde afkeer van de mainstream weergeeft. Dit werd onderbouwd met maatschappelijke kritiek en de manier waarop mensen, niet metalheads, met elkaar omgaan. Het uiterlijk van de jongemannen zegt dan ook dat ze het hier niet mee eens zijn en dit willen aangeven, ongeacht of mensen dit begrijpen of hier kritiek op hebben. Juist door je provocerend en overduidelijk anders te kleden maak je duidelijk dat je hiervoor staat. Metalheads nemen geen blad voor hun mond, zijn vriendelijker in omgaan en meer open in hun gedrag, aldus de respondenten. Vier van de respondenten gaven het idee van metalhead als outsider als verklaring hiervoor aan. Zij zijn van mening dat veel metalheads, inclusief zichzelf, altijd het gevoel hebben gehad anders te zijn. Mede door de reactie van andere mensen.

“Als zij over mij willen denken dat ik een of ander rare randdebiel ben, nou laat ze lekker denken. Ze kennen het niet. Dat zijn van die mensen die, die kennen metal niet. Die niet weten wat het is, die denken van ‘hoo, hoo, lang haar, hij heeft evil dingen aan, daar heb ik niets mee te maken’. Je kent het niet. En zodra mensen het gaan kennen, staan ze er ineens heel anders voor open” (r4)

Als verklaring hiervoor noemden ze het idee dat de meeste metalheads altijd al outsiders zijn geweest en dat ze weten hoe het is om anders te zijn. Onderling verdwijnt dit gevoel en zijn ze, wat dat betreft, vrij.

“Het is, je bent je eigen imago. En dat, zo hoort dat dan. En hoe meer je je daarvan afscheidt, hoe minder invloed van buitenaf, hoe meer je je eigen ding gaat doen. En als dat een beetje, ja het is wederzijds versterkend. Als het in de hand gespeeld wordt dat je afgescheiden wordt van de groep, dan ga jij vervolgens naar je eigen beeld verder.” (r5)

R3: Ja, ik denk wel dat het. Kijk metal, er wordt door, door de, nou ja, tussen aanhalingstekens normale maatschappij, wordt er toch wel neergekeken op metal. Dat het gewoon een beetje hersenloos geschreeuw is, geouwehoer in open ruimte is. En daardoor accepteren metalheads je denk ik eerder dan dat je bijvoorbeeld in een Rotown komt.

I: Omdat ze het gewend zijn denk je? R3: Ja.

Het anders willen zijn dan anderen door middel van het uiterlijk is een persoonlijke opvatting van de respondenten. Daarnaast gaf een aantal respondenten wel aan dat het uiterlijk tot op een zeker mate een bepaalde afkeer van de mainstream weergeeft in de vorm van het bewust

(26)

niet mee willen gaan met, in hun woorden, het schijnheilige gedrag van veel mensen. Dit werd heel duidelijk omschreven als een waarde behorend tot de heavy metal subcultuur. Daarnaast is volgens het merendeel van de heavy metal fans ook de afkeer tegen de popcultuur, en de bijbehorende commercie, een metal waarde. Een norm eigenlijk. De groepswaarde wordt persoonlijk geuit, onder andere door middel van het uiterlijk.

Wat is de attitude van adolescente mannelijke heavy metal fans ten opzichte van de mainstream?

De reacties die betrekking hadden op de mainstream en de samenleving zijn redelijk hetzelfde. De respondenten reageerden alle negatief op de vraag of ze tevreden waren over de maatschappij. Ze vonden de manier waarop mensen in Nederland of in hun omgeving met elkaar omgaan niet juist. Daarnaast was het idee van de mainstream en het volgen wat anderen doen en kleden zoals zou horen alles behalve metal. Bij de metalcultuur hoort juist het anders (willen) zijn, het niet volgen van ‘de rest’, maar ook tot op een zeker hoogte het afzetten tegen de gevestigde orde. Deze gevestigde orde kreeg de vorm van de politiek, de popmuziek en de bijbehorende fans, maar ook mensen die meegaan met alles. De mainstream werd onder andere beschreven als schijnheilig. De respondenten waren van mening dat buitenstaanders geen weet hebben van hun subcultuur en te snel vooroordelen toepassen over wie ze zijn en wat ze doen.

“(…) het stereotype beeld wat mensen hebben van metalheads. Nouja waar het vandaan komt weet ik niet, maar het wordt vaak gezien als agressief. Waar het vandaan komt, ik heb geen idee. Want over het algemeen valt het wel mee. Maar blijkbaar inderdaad voelen mensen zich daar af en toe nogal door geïntimideerd.” (r7)

“En ja, het is gewoon, tuurlijk het is compleet andere muziek, maar ja, de manier waarop opgebouwd het is blijft nog steeds hetzelfde en de manier waarop, ja, het is eigenlijk een beetje, wat ik heel veel merk bij niet metalheads, is ja ‘maar wat de boer niet kent dat vreet die niet’, ze hebben er geen beeld bij, dus hebben een vooroordeel wat totaal niet waar is.” (r5)

Heel duidelijk is dat geen van de respondenten wil behoren tot de mainstream. De attitude is dan ook negatief en er bestaat onbegrip tegen mensen die de mainstream wel volgen. Het idee van metal is dat ieder zijn eigen ding doet en dat je je juist geen zorgen moet maken van wat mensen van je denken, zolang je dat zelf ook niet doet.

“Ik heb zoiets van, dat is wie ik ben. Ja. Take it or leave it.” (r4)

(27)

“Maar ja, op straat natuurlijk ook, maar die mensen, die zijn gewoon gezichtloos voor mij.”(r1)

“(…) ik denk dat meestal het verhaal wat metal vooral, vooral ook metal luisteren naar mijn mening, is het idee van ik ben ik en dat moet je maar accepteren. Dat idee heb ik gewoon bij heel veel van die metalheads en daarbij, ben ik het ook mee eens.” (r10)

Deze gedachte, het openlijk jezelf zijn en niet gedachteloos meegaan met de rest, staat haaks op de mainstream in de ogen van de respondenten. Er werden veel vergelijkingen gemaakt tussen hoe metalheads onderling met elkaar omgaan; ze zijn meer open en vriendelijk in vergelijking met andere mensen. In vergelijking met niet metalheads, of in vergelijking met de mainstream. Ook de negatieve kritiek die de metalheads op hun uiterlijk hebben gekregen valt onder de afkeer van de mainstream hier. De respondenten omschreven dit als de negatieve manier waarop mensen met elkaar omgaan, en dus ook de manier waarop de metalheads worden behandeld. Er bestaat veelal onbegrip ten opzichte van de muziek en de fans, waardoor ze anders en afkeurend worden aangekeken of aangesproken door sommige mensen, aldus een aantal respondenten

“En het meest vervelende aan kritiek is wat je kan krijgen, metal is maar een fase. Metal is geen fase! Voor sommige misschien wel, maar als je er echt van houdt, is het geen fase.” (r4)

“Nee. Wat ik denk is dat Nederland staat bestempeld als het land van de, dat iedereen accepteert, van de tolerantie, maar die stempel is reeds verouderd. Er zijn op dit moment, zijn we dusdanig aan het discrimineren tegen elkaar. Er zijn gewoon nog heel veel vooroordelen. (…) ik denk zelf voornamelijk dat voor heel veel niet metalheads als eng bestempeld wordt, omdat ze er totaal geen beeld bij hebben wat het is.” (r5)

Samenvattend zijn de metalheads niet tevreden over de Nederlandse maatschappij. In het bijzonder wordt de onnadenkende meegaandheid van de mainstream aangegeven. Volgens de respondenten is de mainstream te schijnheilig; ze passen de vooroordelen betreffende de heavy metal cultuur te snel toe. De stereotypes en de vooroordelen lijken te zijn ontstaan door een onwetendheid aan de kant van de mainstream, wat resulteert in een soort wederzijds onbegrip.

Wat is de attitude van adolescente mannelijke heavy metal fans ten opzichte van kritiek op het stereotype uiterlijk van metalheads?

Bijna unaniem werd aangegeven dat de ondervraagde metalheads kritiek hebben gekregen op hun uiterlijk; een respondent (r10) heeft aangegeven nooit in aanraking te zijn gekomen met kritiek of dit te hebben gehoord van andere metalheads. De kritiek werd gegeven door zowel

(28)

bekende van de respondenten, zoals familie, vrienden of klasgenoten, of door onbekende mensen die op straat langslopen of in het uitgaansleven bijvoorbeeld. De antwoorden waren enigszins verschillend als het ging om de eerdere reacties die de respondenten hebben ontvangen van mensen. Vanaf het moment dat de jongemannen zich gingen kleden volgens de metalcultuur en hier voor het eerst kritiek op ontvingen (afkomstig van zowel bekenden als onbekenden) kwam dit bij de meeste respondenten emotioneel gezien zeer zeker hard aan. Naderhand werden deze persoonlijke reacties omgezet in de metal opvatting van kritiek:

“ Nee, niet echt. Ja ik zie soms wel mensen kijken, maar dan denk ik niet echt van ja… lekker boeiend.”(r9)

“Verder rest had ik gewoon. Misschien wel gekeken, maar daar ‘kijken wat je wilt’. Ik besteed daar zo weinig energie aan dat ik eigenlijk …” ( r3)

“Ja. Heel veel mensen, dan, dan [afkeurend gebaar en blik op zijn gezicht], ‘weet je het zeker’, maar weetje ik wil me er ook helemaal niets van aantrekken.”(r2)

“Ik heb zoiets van, dat is wie ik ben. Ja. Take it or leave it”.( r4)

Twee van de respondenten zeiden op de middelbare school ook gepest te zijn (r6 en r9), mede vanwege het uiterlijk dat ze voor zichzelf hadden gekozen. De mate waarin de reacties of de kritiek emotioneel aankwam werd minder naarmate hun sociale groep uitbreidde en zij zelf omgingen met meer gelijkgestemde, en dus ook zichtbaar dezelfde mensen.

“Ja, vroeger was het meer dat je echt een soort van groep had van mensen waarbij je, ja, een soort van bij hoorde. Want ja heel veel mensen die hebben, toen ze bijvoorbeeld op de middelbare school zaten werden ze gepest, of wat dan ook. En dan hebben ze het als een soort van uitvlucht hadden ze daarin. Ja dat was voor mij toentertijd ook.”(r6)

Samenvattend is de attitude van de respondenten zeer mild en gematigd ten opzichte van de kritiek die ze hebben ontvangen op hun uiterlijk. Inhoudelijk werden de reacties opgevat als een blijk van gebrek aan kennis over de heavy metal muziek, de cultuur en de fans zelf. Drie respondenten meenden ook dat het zeer makkelijk is om uit te leggen aan niet metal fans hoe hun cultuur in elkaar zit, alsmede om duidelijk te maken dat de muziek niet slechts negatief is. Als de tijd wordt genomen om uit te leggen dat metalfans over het algemeen niet agressief van aard en eng zijn is dit vooroordeel al snel weggenomen, volgens een aantal respondenten.

(29)

Hoe zien adolescente mannelijke heavy metal fans de heavy metal subcultuur en wat betekent het voor hen?

“Bedoel, in de metalsubcultuur, maar ik weet wel dat de metal subcultuur is anders dan andere subculturen. Want het is heel groot en iedereen is je broeder, snap je weetje. Ja het is echt een broederschap.” (r4)

“Een voor allen, allen voor een. Ja eigenlijk het motto. Het is een beetje, beetje, beetje, ja de 4 musketiers.” (r3)

Bovenstaande quotes geven goed weer hoe het merendeel van de respondenten de heavy metal subcultuur ziet. De verwachting voorafgaand aan de interviews betreffende de omschrijving van de subcultuur als zeer hecht en sterk, gaan dan ook zeer zeker op. Voor bijna ieder van de respondenten is de heavy metal subcultuur van zeer grote betekenis. Dit werd omschreven als de invloed van de muziek zelf in het persoonlijke leven van de jongemannen, maar ook de omgang tussen de fans onderling. Deze omgang, wat als zeer vriendelijk, open en recht door zee werd omschreven, was iets wat werd gemist in andere groepen binnen de samenleving. Voor sommige respondenten betekende de muziek en subcultuur (in de vorm van een gelijkgestemde vriendengroep) een emotionele uitweg tegen het pesten.

De muziek, maar ook de bijbehorende cultuur is van grote betekenis voor de fans. Door bijna ieder van de respondenten is de heavy metal cultuur als een leefstijl omschreven. Daarnaast werden de onderwerpen die behandeld werden in de muziek en de omgangsvormen tussen de fans als een zeer belangrijk aspect van de cultuur omschreven. Heavy metal als fenomeen is een onderdeel van de persoon zelf:

“Het is een, het is echt een lifestyle. Het is iets waar je je aan, hoe noem je dat, dedicated… toewijdt ja. Je bent, je, je luistert het, je bent het, je voelt het. Het is echt iets, een deel van je. Heavy metal is een deel van de persoon die je bent. Als jij echt een heavy metal fan bent, zoals ik, zoals anderen, dan, jij bent, jij bent het heavy metal gebeuren. Jij bent het zelf. En de bands zijn het, de band, vooral de muzikanten zijn het. Je bent het, iedereen is het. En dat maakt het een geheel.” (r4)

De heavy metal subcultuur oogt hard, agressief en donker, maar is, naar omschrijving van de respondenten, een hele gematigde en vriendelijke cultuur. Iedereen is er voor elkaar en begrijpt elkaar.

“Dat is ook gewoon een ding wat we onderhouden door de fans. Hun zijn zelf net zulke grote metalheads. Het is inderdaad voor en door de fans. En dat is wat die hele cultuur samenhoudt. Al jaren lang.” (r2)

(30)

“Maar ik denk dat het een beetje de basisbeginselen van wel een soort broederschap zijn, voor elkaar zorgen, iedereen in zijn eigen waarde laten. En er voor elkaar zijn en niet zo gauw vooroordelen hebben.” (r6)

De heavy metal subcultuur is een manier van leven en omvat een manier van denken. ‘Wees wie je zelf bent en laat niemand je anders vertellen’, blijkt het motto te zijn. De respondenten zien zichzelf als deel van de heavy metal subcultuur, wat het belangrijk voor ze maakt. Heavy metal is een leefstijl, een manier van omgaan met elkaar en het openlijk kunnen zijn wie je zelf bent. De invloed van de cultuur is groot op de persoon. Heavy metal is meer dan de muziek alleen.

In het volgende en laatste hoofdstuk worden bovenstaande resultaten teruggekoppeld aan de eerde behandelde theorie en vervolgens, tezamen met de onderzoeksvraag, definitief beantwoord.

(31)

Conclusie

In onderstaand hoofdstuk worden kort de theorieën en de literatuur genoemd en de daarop volgende hoofd- en deelvragen beantwoord. Tot slot is er een aantal suggesties voor verbetering en vervolgonderzoek gemaakt, alsmede een reflectie op het onderzoeksproces als geheel.

Conclusie

De rituele interactietheorie, de sociale identiteitstheorie en de twee vormen van subcultureel kapitaal vormden de basis voor het onderzoek over het uiterlijk van adolescente mannelijke heavy metal fans. Samen kunnen de theorieën verklaren hoe een bepaald fenomeen of gedrag, hier de uiterlijke expressie van het behoren tot een subcultuur, is ontstaan en hoe een subculturele uiting een waarde invult. De empirische toevoeging omvat de daadwerkelijke betekenis van dit gedrag. De vraag of het uiterlijk, in persoonlijke en sociale betekenis, een afkeer representeert ten opzichte van de mainstream is in deze thesis empirisch onderzocht aan de hand van semigestructureerde interviews met 11 respondenten. Een bepaalde waarde die is ontstaan in een groepscontext, of in de vorm van een subcultuur, kan doorwerken tot het individu zelf en zo ook de persoonlijke keuzes en ideeën beïnvloeden. Deze combinatie is getracht toe te passen op de heavy metal subcultuur en het uiterlijk wat adolescente mannelijke heavy metal fans voor zichzelf kiezen. Aangezien er over deze jongemannen een aantal vooroordelen bestaat, waaronder dat ze agressief gedrag vertonen en niet sociaal of duister zijn, en zelf ook het gevoel kunnen hebben buiten de standaardnorm te vallen is het ook mogelijk dat deze groep een wederzijds vooroordeel opbouwt ten opzichte van de mainstream. Het gevoel een outsider te zijn kan resulteren in de acceptatie hiervan en ‘het anders zijn’ bewust te laten zien.

De verwachting dat adolescente mannelijke heavy metal fans zich een outsider kunnen voelen in de maatschappij, ze een opvallend uiterlijk voor zichzelf kiezen en de invloed van vooroordelen op de heavy metal subcultuur, resulteerde in de volgende onderzoeksvraag:

In hoeverre reflecteert het uiterlijk van adolescente mannelijke metalheads een afkeer ten opzichte van de mainstream-cultuur?

Om deze vraag te kunnen beantwoorden is een viertal deelvragen geformuleerd. Per deelvraag zal kort en bondig een antwoord worden gegeven.

(32)

Wat is de attitude van adolescente mannelijke heavy metal fans ten opzichte van de mainstream?

Het merendeel van de respondenten was niet tevreden over de Nederlandse maatschappij en in het bijzonder de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Het is te afstandelijk en niet echt. De mainstream omvatte voor de heavy metal fans het onnadenkend volgen wat van je wordt verwacht en, zeker met betrekking tot het uiterlijk, niet openlijk kunnen zijn wie je bent. Dit houdt in dat zodra men anders is, anders dan de mainstream, men niet gewaardeerd of geaccepteerd wordt. De attitude ten opzichte van de mainstream was overwegend negatief en de respondenten waren trots en tevreden hier niet bij te horen. De negatieve attitudes ten opzichte van de mainstream kan hier gezien worden als een waarde van de heavy metal subcultuur, wat in lijn is met zowel de sociale identiteitstheorie als de rituele interactietheorie. De respondenten hebben aangegeven dat doen wat men zelf wil en openlijk zijn wie men zelf is een gegeven is wat typerend is voor metalheads en de cultuur. De rituele interactietheorie beschrijft hoe succesvolle interactierituelen leiden tot duidelijke grenzen tussen de in- en outgroup. Er blijkt een duidelijke grens te bestaan tussen metalheads en de mainstream op basis van omgangs- en acceptatienormen. Daar waar de metalheads open en tolerant naar anderen zijn, zou de mainstream ten opzichte van de heavy metal subcultuur negatief en bevooroordeeld deze groep behandelen. Daarnaast beschrijft de sociale identiteitstheorie hoe het zich bevinden in een groep kan leiden tot persoonlijke doorwerking van de regels, waarden en normen van deze groep. Acceptatie en openheid werden zeer nadrukkelijk aangegeven als persoonlijke en sociale waarden voor de jongemannen. Tot slot maakt dit het ook een belichaamde vorm van subcultureel kapitaal. De metalheads weten wat de waarden zijn, hebben ze geïnternaliseerd en weten ze toe te passen als individu.

Wat is de betekenis van het gekozen uiterlijk van adolescente mannelijke heavy metal fans?

Het uiterlijk van de heavy metal fans is ten eerste de uiting van de liefde voor de heavy metal muziek. Ze vinden de kleding mooi, ze voelen zich er prettig in en bij en ze hebben het gevoel door middel van de kleding de muziek, en in het bijzonder de bands, te steunen. Daarnaast werd tussen de regels door ook aangegeven dat het uiterlijk duidelijk een expressie van anders (willen) zijn is. Het kan provoceren. Dit zijn met name de bandshirts, waar bepaalde teksten of plaatjes op staan afgebeeld, wat tot een bepaalde reactie van buitenstaanders kan leiden.

De uiting van de liefde voor de muziek omvat de geobjectiveerde vorm van het subcultureel kapitaal van de ondervraagde metalheads. Het is de uiterlijke expressie van het

(33)

lidmaatschap. De trots die de fans hebben op de muziek waar ze van houden, maar ook heel de cultuur die hierbij hoort, de vriendelijkheid en de omgangsnormen, worden geuit door middel van het uiterlijk; het heeft de vorm gekregen van steun aan de muziekcultuur en de waardering van het bestaan hiervan. Daarnaast omvat het ook het cognitieve aspect van de sociale identiteit. Het is een uiterlijke manier van onderscheiden van de rest, van de mainstream. De hiervoor beantwoordde deelvraag bracht reeds naar voren dat een zekere vorm van afkeer van de mainstream, kritiek op de meegaandheid van mensen, een sociale waarde is van de subcultuur. Deze waarde wordt dermate geuit via het uiterlijk omdat het bij de subcultuur als geheel hoort. Slechts een aantal respondenten gaf aan dit ook daadwerkelijk bewust te doen om die reden. Het is onlosmakelijk verbonden met de subcultuur, waardoor het uiterlijk deze betekenis indirect uitdraagt.

Wat is de attitude van adolescente mannelijke heavy metal fans ten opzichte van kritiek op het stereotype uiterlijk van metalheads?

Een van de sociale waarden die geldt binnen de heavy metal subcultuur is dat men zich niets aantrekt van wat anderen van hun denken. Als ze kritiek ontvangen op hun uiterlijk doet dat ze nu vrij weinig. De negatieve emoties, die bij het merendeel van de respondenten aanwezig waren bij de eerste ontvangen kritiek, zijn met de loop van hun metalcarrière omgezet in de vorm van acceptatie en het vinden van trots op het uiten van de eigen persoonlijkheid en smaak. Dit is een weergave van de evaluatieve dimensie van de sociale identiteit. Persoonlijk maakt het de metalheads niet uit wat buitenstaanders van hun uiterlijk of gedrag vinden, mede omdat deze onverschilligheid ten opzichte van de mainstream een geaccepteerde waarde is binnen hun groep. Dit creëert ook het onbegrip bij de metalheads ten opzichte van deze kritiek. Daarnaast kan het uiterlijk ook gezien worden als een symbool van de subcultuur, waardoor het verdedigd wordt. De rituele interactietheorie laat zien dat een reeks positieve interactierituelen resulteert in het ontstaan en beschermen van groepssymbolen; hier uiterlijke expressies. De heavy metal subcultuur bestaat vanaf eind jaren 80 en het stereotype uiterlijk is volgens de respondenten relatief onveranderd gebleven. De cultuur is hecht en heeft omgangsnormen waar elk van de jongemannen zich goed bij voelt. De moraliteitsgevoelens ten opzichte van de subcultuur zijn hoog, zo blijkt uit de interviews, en de verdediging van het uiterlijk als symbool krijgt de vorm van acceptatie naar iedereen die niet aan de norm voldoet, ofwel niet meegaat met de mainstream, en een onverschilligheid voor kritiek hierop. Dit maakt dat de metalheads zich zonder persoonlijke problemen kunnen kleden naar wat ze

(34)

willen, dit ook zo in stand kunnen houden en elk ander persoon zo ook de mogelijkheid geven zelf en in groepsverband persoonlijke en sociale identiteitsgevoelens te kunnen uiten.

Hoe zien adolescente mannelijke heavy metal fans de heavy metal subcultuur en wat betekent het voor hen?

De heavy metal subcultuur is een broederschap. Jongemannen die elkaar niet kennen voelen zich verbonden door middel van het uiterlijk als ze elkaar herkennen als een mede metalhead. De subcultuur wordt als zeer sterk omschreven, zoals verwacht. Daarnaast is het voor de meeste van grote invloed op hun leven. Heavy metal is niet iets wat je luistert of waar je vriendengroep naar luistert. Het is iets wat je bent. Het is een deel van het persoon zelf, zoals omschreven door de respondenten. Dit is heel duidelijk de emotionele dimensie van de sociale identiteit. De heavy metal subcultuur wordt met nadruk omschreven als een leefstijl. Het sociale is persoonlijk geworden. Heavy metal is meer dan de muziek; het is wie ze zijn. Wel moet vermeld worden dat, ondanks dat de meeste respondenten hebben aangegeven een vriendengroep te hebben bestaande uit hoofdzakelijk metalheads, er zich ook andere sociale groepen in hun leven zullen bevinden. Deze overige groepen kunnen afkomstig zijn van hun opleiding of werk. De mate van de invloed van deze groepen op het persoon, uitgaande van de sociale identiteitstheorie, is in deze scriptie niet onderzocht, en dus onbekend. Vandaar dat deze deelvraag met voorzichtigheid moet worden beantwoord. De heavy metal subcultuur is een leefstijl en is van zeer grote invloed op de ondervraagde jongemannen, maar overige invloed van andere sociale groepen blijft onbekend.

Om de invloed van andere variabelen minimaal te houden is er een aantal algemene vragen gesteld aan de respondenten. Deze omvatten hun leeftijd, hoogst genoten afgeronde opleiding, politieke en religieuze voorkeur en hobby’s. Het opleidingsniveau van de jongemannen varieert van MBO niveau 3 of 4 tot VWO en HBO. De vraag naar politieke voorkeur is door vijf van de 11 respondenten ingevuld; twee zijn rechts, twee links en een is progressief liberaal. Op een na zijn alle respondenten niet religieus, wat mogelijk een variabele kan zijn die van invloed is op de uitkomsten van het onderzoek. De hobby’s van de respondenten zijn redelijk divers. Het gehele overzicht van de demografische gegevens van de respondenten is te vinden in bijlage II.

Concluderend kan gezegd worden dat het uiterlijk van de adolescente mannelijke heavy metal fans een bewuste keuze is. Ze voelen zich gemeenschappelijk een deel van de subcultuur en de fans die dit ook uiterlijk zichtbaar maken zeggen hier ook mee dat ze erbij horen; dat ze

(35)

een zijn met de rest van hun cultuur. Ze zijn een eigen groep, met hun eigen normen en waarden. Voorzichtig kan gezegd worden dat het tot op een zeker hoogte een afkeer van de mainstream weergeeft; het is een indirecte manier hiervan. De mainstream werd opgevat als normaal zijn. De heavy metal subcultuur en voor dit onderzoek, de respondenten zelf, behoren hier niet toe. Ze willen anders zijn, ze willen niet mee met de mainstream, ze zijn het niet eens met de manier waarop mensen, niet metalheads onderling, met elkaar omgaan. Geen van hen gaf aan dat de manier waarop de mensen binnen hun subcultuur onderling met elkaar omgaan per definitie goed is, maar de indruk werd zeer zeker gewekt dat ze het zien als beter in vergelijking met de rest.

Discussie

Voor vervolg onderzoek zou het ontzettend interessant zijn om ook de aspecten van het uiterlijk van vrouwelijke respondenten erbij te betrekken of een breder beeld te krijgen van een eventueel statement wat gemaakt kan worden met het gekozen uiterlijk van heavy metal fans. Daarnaast is het ook interessant om de respondenten zo te werven dat ze binnen een andere leeftijdsklasse vallen. Als er wordt gekozen voor wat oudere mensen, tussen de leeftijd van 35 en 50 jaar bijvoorbeeld, kan dat hele andere resultaten opleveren. Daarnaast bestaat er een grote verscheidenheid aan subgenres binnen de heavy metal muziek. Na het afnemen van de interviews is duidelijk geworden dat er per subgenre een eigen uiterlijk bestaat. Een onderzoek naar attitudes ten opzichte van kritiek of persoonlijk motivatie op basis van deze verschillen zou ook een breder licht kunnen schijnen op de heavy metal subcultuur en de heersende waarden, normen en regels. Aangezien dit onderzoek hier geen onderscheid in heeft gemaakt, ben ik dan ook zeer tevreden met het feit dat al de respondenten een beeld hadden bij het stereotype metalhead en zelf geen behoefte hadden aan het aankaarten van uiterlijke verschillen binnen de subcultuur.

Reflectie

Het proces van een onderzoek zal nooit geheel soepel verlopen. Zo ook niet voor deze afstudeerscriptie. Eer dat de interviews afgenomen konden worden is er veel tijd verloren gegaan aan de formulering van het onderzoeksvoorstel. Dit heeft geresulteerd in een minder aantal respondenten, respectievelijk 11 , waar het streven 12 tot 15 was. Hierbij heeft ook de respons van potentiele respondenten meegespeeld. Een vijftal mensen heeft niet gereageerd of naderhand besloten toch niet mee te willen doen aan het onderzoek. Ondanks dat de antwoorden van de 11 respondenten zeer veel op elkaar lijken en niet veel verschillen in

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

conservative image of Tom Araya — “a tired, old man trying to protect his wealthy interests” — while attributing transgression to the rest of the band — “fucking SLAYER!,

[r]

A methodology of in situ measurement of Potential Toxic Elements (PTE) pollutants in Sustainable urban Drainage Systems (SuDS) using portable XRF (pXRF) instruments at three

Heavy metal Thrash metal Symphonic metal Stoner metal Sludge metal Progressive metal Power metal Nu metal Melodeath metal Industrial metal Groove metal Gothic metal Folk metal

De betrokken partijen hebben afgesproken dat er na de zomer, waarschijnlijk in oktober, een bijeenkomst wordt georganiseerd voor onze regio, over klimaatadapta- tie.. Tijdens

De determinanten sensatie zoeken, waargenomen gedragscontrole, negatieve- en positieve verwachtingen, verwachtingen ten aanzien van ontspanning en intentie bleken een

Then a hierarchical clustering method will be applied to the band collaboration graph to study whether genre label relationships can be derived from the graph.. 3.2

Deze elektrolyse is zo ontworpen dat al het Cu 2+ bevattend afvalwater door een sponsachtige koolstofelektrode S stroomt; hierin wordt het Cu 2+.. omgezet