• No results found

Bittere kruiden of makkelijke pillen? : de invloed van cultuur op de keuze voor een traditionele Chinese genezer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bittere kruiden of makkelijke pillen? : de invloed van cultuur op de keuze voor een traditionele Chinese genezer"

Copied!
139
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

X

JLT.nfve~i~i~l

X Van.

X

Amst~ràmn

PoliJfik~. Ch~N1/tt ~m ~.~ial~ -wret~Kith'~Pt>en.

Culltin:clle

Atld~W1'•btgi~1/Nl~t"W'e~s~1~~ ;s~~~t

sp~ciiaJ.~ti~~ uw:~~lrt Am~1mlî~lQ

··

QuJ:jezJiijsls

Adllte1;\luu·-g;~-! l~

liOFJl~.

TulK

A.1tns1tt~r'lb:~

B.ittere k:ruitlen

of

Makkelljke

pillen?

De

invloed v.an çultuur

,·,

op de

keuze

voo1·

.een

ttf'.adtd~nele: ~tii·n~~ g~üè~r

Doctora~f

scriptie door:

Moni'q\1e Haster

1·()91"'1·

Ji~gf!Jeider~

il)b1~

•..

tJr~ L~Ji:4'·~~l!W

(2)
(3)
(4)

Voorwoord

In deze scriptie zal ik de resultaten uitwerken van een leeronderzoek in het kader van de studie culturele antropologie. Het veldwerk voor het onderzoek vond plaats in Amsterdam en heeft zich gericht op de Chinese gemeenschap in het algemeen, en op traditionele Chinese geneeskundige praktijken in het bijzonder. Het doel van dit onderzoek is geweest om te achterhalen welke rol cultuur speelt bij de keuze voor gezondheidszorg. Ik heb daarbij de Chinese gemeenschap en traditionele Chinese geneeswijzen als uitgangspunt genomen. Het is geen medisch onderzoek geweest. Zuiver medische gegevens komen in deze scriptie dan ook niet aan bod. Wel geef ik een beknopte beschrijving van belangrijke kenmerken van de Chinese geneeskunde waar zij relevant zijn voor het onderzoek. Ik wil hier nadrukkelijk wijzen op het feit dat ik daardoor slechts een oppervlakkig beeld geef van de Chinese geneeswijzen en dat ik daarmee op sommige punten onherroepelijk tekort zal doen aan de complexi-teit van de Chinese geneeskunde. Om deze te beschrijven zou echter een aparte scriptie nodig zijn.

Zowel het onderzoek als het schrijven van deze scriptie heeft veel tijd in beslag genomen. Omdat ik naast de studie een baan heb van 30 uur per week, was het niet altijd even makkelijk om de tijd en energie op te brengen die hiervoor nodig was. Hierdoor is het onderzoek dan ook niet een onafgebroken proces geweest. Anders dan gewoon is voor antropologen, heb ik voor dit onderzoek geen verre reizen gemaakt, maar ging ik in de (ijskoude) winter van '95/96 dagelijks op de fiets naar mijn onderzoeksgebied: de Zeedijk en omliggende omgeving, waar het Amster-damse 'Chinatown' geconcentreerd is. Ik kwam daarbij echter wel in een wereld terecht die totaal nieuw was voor mij: _in traditionele Chinese geneeskundige praktij-ken en bij Chinese mensen thuis. Deze scriptie doet hier verslag van.

Bij het totstandkomen van deze scriptie zijn een aantal mensen onmisbaar geweest die ik hartelijk wil bedanken. In de eerste plaats Dr. Leo Douw voor zijn onvermoeibare, enthousiaste begeleiding zowel tijdens het onderzoek als bij het schrijven van deze scriptie, en Els van Dongen voor haar visie op mijn onderzoeks-plannen en verdere begeleiding tijdens het schrijven. Verder, mijn sleutelinformanten Mw. Mary van de Made-Yuen (en haar echtgenoot Rob), en George van Stek, re-chercheur van de Amsterdamse politie bureau Warmoesstraat. Door introducties van laatsgenoemden zijn deuren opengegaan die anders voor mij gesloten waren gebleven. Tenslotte alle informanten die de tijd en energie hebben vrijgemaakt om mij te

woord te staan. Mijn dank.

Tijdens de maanden van schrijven zijn een aantal mensen uit mijn direkte omgeving een onmisbare steun geweest, hetzij door hun visie en opbouwende kritiek op mijn geschriften, hetzij door eindeloos begrip: Mirjam, Lisette, Ineke Joke en andere colle-ga's, Sien en Herman en Nico.

(5)
(6)

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding

- Aanleiding tot het onderzoek

- Kort historisch overzicht van de Chinese gemeenschap in Nederland

- Het Nederlandse overheidsbeleid met betrekking tot de Chinese gemeenschap

- Chinese organisaties in Nederland

- Chinezen en de Nederlandse gezondheidszorg - De probleemstelling van het onderzoek

- De medische antropologie en het cultuurbegrip - Het ontstaan en verloop van het onderzoek - Het onderzoeksgebied en de onderzoeksmethoden - De informanten

- Verwerking van de gegevens en opbouw van de scriptie

Hoofdstuk 2 Chinese geneeswijzen en het 'Chinese medische circuit'

- De grondslagen van de traditionele Chinese geneeskunde - Gezondheid en ziekte

- Behandel wijzen

- Chinese geneeswijzen in tegenstelling tot Westerse geneeswijzen - Gezondheidszorg in China

- Het aanbod van traditionele Chinese geneeswijzen in Nederland - Chinese kruiden en de problemen meLde Nederlandse overheid

1 2 3 5 6 8 11 12 13 16 17 19 21 22 25 28 30 33

Hoofdstuk 3 Preventie van ziekte en de eerste keuze voor gezondheidszorg

- Preventie van ziekte: het gebruik van kruiden en voeding 36

- Waar gaan Chinezen heen als ze ziek worden, en waarom? 40

- De knelpunten voor Chinezen bij het gebruik van de Nederlandse

gezondheidszorg 45

Hoofdstuk 4 De keuze voor een traditionele Chinese genezer

- Wanneer kiezen Chinezen in Nederland voor een traditionele Chinese

genezer? 49

- Het patiëntenbestand bij enkele traditionele Chinese geneeskundige

praktijken 52

- De invloed van cultuur bij de keuze voor een traditionele Chinese

genezer 53

- De invloed van taal bij de keuze voor een traditionele Chinese

genezer 59

- De behandelwijzen en de keuze voor een traditionele Chinese genezer 62

- De gezondheidsklachten van patiënten in de traditionele Chinese

geneeskundige praktijken 64

(7)
(8)

Hoofdstuk 5 De dokter-patiënt relatie in Chinese geneeskundige praktijken - Medisch pluralisme en de invloed van de dokter-patiënt relatie op

de keuze voor gezondheidszorg 72

- Dokter-patiënt verhoudingen in traditionele Chinese geneeskundige

praktijken 75

Hoofdstuk 6 Discussie:

theoretische uitgangspunten binnen de medische antropologie

- Medische antropologie en cultureel determinisme 83

- Het verklarend model voor ziekte 84

- Het cultureel-klinisch model versus het biomedische model 86

- De structurele bepaaldheid van een maatschappij 87

- Structuurl en structuur2 89

- Dieptehermeneutiek 90

- Het verklaren van medisch hulpzoekgedrag 92

- Hoe komt de keuze voor een traditionele Chinese genezer tot stand? 93

Hoofdstuk 7 Samenvatting en conclusie

- Leven Chinese mensen in een eigen circuit? 95

- Hoe ziet het circuit van traditionele Chinese genezers er uit? 95

- Hoe/in welke mate maken Chinezen gebruik van traditionele Chinese

genezers? 96

- De invloed van cultuur en taal op de keuze voor gezondheidszorg 97

- Wat is de invloed van cultuur en taal op de keuze van Chinezen om

een traditionele Chinese genezer te raadplegen? 98

- Valkuilen bij het cultuurbegrip 98

- De invloed van taal op de keuze voor een traditionele Chinese genezer 101

- De behandelwijzen en de keuze voor een traditionele Chinese genezer 101

- Conclusie 102 Literatuur 106 Bijlagen - Bijlage 1 - Bijlage 2 - Bijlage 3 - Bijlage 4 Samenvatting Summary

Overzicht van informanten

Korte beschrijving van de informanten Introductiebrief bij vragenlijst

Standaard vragenlijst - Nederlands Standaard vragenlijst - Chinees

(9)

Hoofdstuk 1. Inleiding

Aanleiding tot het onderzoek

Achter de gevels van de duizenden Chinese restaurants in Nederland gaat een wereld schuil waar velen geen weet van hebben. Met eigen winkels, scholen, kerken, biblio-, disco- en videotheken, apotheken en artsen, hebben Chinezen een ragfijn web van voorzieningen over heel het land gesponnen, dat even onzichtbaar is als ze zelf zijn. Een wereld apart in een klein land als Nederland. Een soort staat in een staat. (Bulletin 1987, nr.1:7)

Deze tekst, ontleend aan een artikel uit een periodiek van het Bureau Voorlichting Gezondheidszorg Buitenlanders, illustreert een algemeen beeld. De Chinezen in ons land, zouden een hechte, gesloten gemeenschap vormen en hun problemen intern oplossen middels een 'eigenhandig opgebouwd netwerk van voorzieningen' zoals het in het betreffende artikel genoemd wordt. Chinezen hebben een imago van zelfred-zaamheid. Hoewel zij ook wel worden geassociëerd met vormen van georganiseerde misdaad, zien Nederlanders Chinezen vooral als hardwerkende, spaarzame en rustige mensen, die zorg dragen voor elkaar en anderen niet lastig vallen. Chinezen zelf zijn , veelal geneigd dit imago te bevestigen: zij voelen dat zij zich door hun

zelfredzaam-heid gunstig van andere etnische groeperingen ondersczelfredzaam-heiden (Sciortino, Wessels &

Teng 1993:71).

Tijdens het veldwerk voor dit onderzoek, heb ik geprobeerd te achterhalen in welke mate het hierboven geschetste beeld overeenkomt met de werkelijkheid; is het werkelijk zo dat Chinezen in Nederland in een aparte wereld leven en (daarom) vanzelfsprekend slechts gebruik maken van een eigen circuit van voorzieningen? Ik heb me daarbij gericht op .één aspect van de Chinese gemeenschap, namelijk de Chinese medi§che voorzienin,g~n. Omdat hierover geen literatuur bestaat heeft het onderzoek in de eerste plaats een exploratief karakter gekregen. Mijn doelstelling was om dit 'onzichtbare circuit' zichtbaar te maken en te inventariseren in welke mate Chinese mensen hier gebruik van maken. Voordat ik overga tot het beschrijven van de probleemstelling van het onderzoek zal ik eerst een algemene beschrijving geven van de Chinese gemeenschap in Nederland. Daarbij komt aan bod hoe de

(10)

Chinese gemeenschap in Nederland is ontstaan, de mate van organisatie, en het Nederlandse overheidsbeleid ten aanzien van de Chinezen, Tenslotte geef ik een

beeld van het gebruik van de Nederlandse gezondheidszorgvoorzieningen door

Chinezen en de knelpunten die daarbij bestaan.

Kort historisch overzicht van de Chinese gemeenschap in Nederland

De Chinezen vormen één van de oudste migrantengroepen in de Nederlandse

samenleving, De Chinese gemeenschap is geen homogene groep. Deze mensen

komen uit verschillende gebieden. Het grootste deel van de Chinezen in Nederland komt uit Hong Kong, de Volksrepubliek China en Indonesië, Ook zijn er groepen afkomstig uit andere

lande~/ ~~s.

;ingapore, Taiwan, Vietnam, Maleisië en Suriname. Er bestaat onduidelijkheid over het totale aantal Chinezen dat in Nederland woont. De schattingen lopen uiteen tussen

d~/30.ÓOO

en 65.000.

H~t

exacte aantal valt niet te

''?'·~(~::~,

bepalen omdat de Nederlandse overheid de bevolking niet naar etniciteit registreert, maar naar geboorteland of paspoort. Veel Chinezen van de tweede en de derde generatie zijn in Nederland geboren en hebben een Nederlands paspoort Verder is er een groep illegalen in Nederland, waarvan het exacte aantal ook niet valt vast te stellen. Het wordt geschat op ongeveer 2.000 (Butter & Chung 1990).

In het begin van de twintigste eeuw waren er kleine Chinese gemeenschappen in Nederland. Zij concentreerden zich in Amsterdam voornamelijk in en rond de Binnen Bantammerstraat, en in Katendrecht in Rotterdam. In 1911 werden Chinese zeelieden uit de provincie Guangdong in groten getale geronseld door Nederlandse reders om een staking te breken. Een paar jaar later vestigde een kleine groep texdelhandelaren uit de provincie Zhejiang zich in Nederland, Na de crisis in de jaren dertig en het ontslag van veel zeelieden gingen deze mensen pindakoekjes verkopen om in hun onderhoud te voorzien. Een groot deel van de Chinezen keerde echter terug naar hun vaderland en een deel werd door de Rotterdamse politie het land uitgezet op verdenking van 'communistische activiteiten en opiumhandel', Voor de Tweede Wereldoorlog was er nog maar een zeer kleine groep Chinezen in Neder-land, De nieuwe immigranten (na de Tweede Wereldoorlog) zijn voor het grootste deel afkomstig uit Zhejiang en Guangdong. Dezelfde herkomstgebieden als van de Chinezen die voor de oorlog naar Nederland waren gekomen.

(11)

miljoen (Nederlandse) mensen uit Indonesië. De Chinezen in Nederland begonnen met het combineren van de Chinese met de Indonesische keuken en konden zo een nieuw gat in de markt aanboren, de repatrianten vormden een grote klantenkring. Het Chinees-Indische restaurant werd later ook door andere Nederlanders steeds meer gewaardeerd, met als gevolg dat er vooral in de jaren zestig en zeventig, steeds meer restaurants bijkwamen. Door middel van 'kettingmigratie' zijn vervolgens veel Chinezen naar Nederland gekomen. Als mensen een goed lopend eigen restaurant hadden, liet men vrienden en verwanten uit het land van herkomst overkomen, om te

helpen in het restaurant. Begin jaren tachtig bleek dat de Chinees-Indische

res-taurantsector geen groeimogelijkheden meer had. De markt was verzadigd. In

combinatie met de algemene economische malaise in Nederland en de sterke concurrrentie van andere uitheemse restaurants kwam de Chinese restaurantsector in een crisis terecht. Dit had belangrijke gevolgen voor de Chinese gemeenschap. Van de feitelijke Chinese beroepsbevolking in Nederland was in 1987 ongeveer 50 tot 60% werkzaam in de restaurants. Met de crisis deed de werkloosheid zijn intrede in de

Chinese gemeenschap (A.C.B. 1990). Uit het onderzoeksrapport van het A.C.B.

(Amsterdams Centrum Buitenlanders) komt naar voren dat er aanzienlijk wat

knelpunten bestaan voor Chinezen in de Nederlandse samenleving, onder andere op

gebied van werkgelegenheid en scholing. Ook zijn er sociaal-maatschappelijke

knelpunten gesignaleerd. Slechte toegankelijkheid voor Chinezen tot de Nederlandse gezondheidszorg is daar één van.

Het Nederlandse overheidsbeleid met betrekking tot de Chinese gemeenschap

Hoewel de Chinezen in Nederland één van de oudste migrantengroepen vormen, zijn

zij niet opgenomen in het minderhedenbeleid1. Dit zou volgens Blom en Romeijn

(1981) en Verwey (1983) het gevolg kunnen zijn van de heterogene herkomst van de Chinezen, de zelfredzaamheid van deze groep, of het ontbreken van een speciale (koloniale of economische) relatie met Nederland, en de veronderstelde tijdelijkheid van het verblijf in Nederland. In 1987 is onder leiding van de cultureel antropoloog

(12)

Frank Pieke2 een onderzoek uitgevoerd, in opdracht van de ministeries van Binnen-landse zaken en Onderwijs en Wetenschappen, om na te gaan of de Chinezen in Nederland een zodanige achterstandspositie innamen dat het wenselijk was hen op te nemen in het minderhedenbeleid. Onder andere naar aanleiding van de onderzoeks-gegevens in dit rapport besloot de regering om dit niet te doen. Wel werd er besloten dat het mogelijk moest zijn dat Chinezen op specifieke terreinen werden onder-steund. Op gemeentelijk niveau (bijvoorbeeld in Amsterdam en Den Haag) werd hier en daar een uitzonderingspositie voor de Chinezen gecreëerd. In andere gemeenten zouden voor de Chinezen nieuwe mogelijkheden kunnen ontstaan in het kader van het sociale vernieuwingsbeleid.

Het A.C.B. is tot op heden de enige categorale steunfunctie in Nederland die de Chinese gemeenschap tot zijn reguliere doelgroep rekent. Al vanaf de oprichting van het A.C.B. in 1981 waren er contacten met de Chinese gemeenschap in de hoofdstad. Dat was ook de wens van de gemeente Amsterdam (die het A.C.B. als voorlichtings- en documentatiecentrum had opgericht) omdat de Chinese bevol-kingsgroepen in Amsterdam wel doelgroep waren van het plaatselijke minderheden-beleid. In sommige gevallen betekende dit ondersteuning bij het opzetten van kleinschalige activiteiten, maar ook werden bijvoorbeeld projecten ontwikkeld, zoals recent het project 'Huisvesting Chinese Ouderen'3

• Uit deze contacten werd duidelijk

dat het nodig was om achterstanden in kaart te brengen. In 1990 werd door het A.C.B. de nota 'Chinezen in Nederland' uitgebracht, die aan het ministerie van W.V.C. werd gepresenteerd. In deze nota werd een schets gegeven van de positie van de Chinezen in Nederland, enkele knelpunten aangegeven en aanbevelingen gedaan aan overheden en zelforganisaties. Er werd onder andere gepleit voor handhaving en uitbreiding van het eigen zelfhulpsysteem, met op enkele gebieden ondersteuning door de overheid.

2

De opdracht voor dit onderzoek werd gegeven aan het Documentatiecen-trum voor het Huidige China van het Sinologisch Instituut aan de Rijksuni-versiteit Leiden.

3

Dit gebeurde in samenwerking met de Chinese Stichting 'Chen Hui' (Morgenrood) .

(13)

Chinese organisaties in Nederland

Vanaf de jaren zestig zijn er in Nederland verschillende Chinese organisaties opgericht om de contacten en activiteiten binnen de Chinese gemeenschap te stimuleren. Er zijn ongeveer zeventig Chinese organisaties, waarvan de doelgroepen en doelstellingen variëren. Omdat de Chinezen niet zijn opgenomen in het nationale minderhedenbeleid hebben organisaties te kampen met een gebrek aan financiële middelen. De belangrijkste subsidiënt is het destijds geheten ministerie van W.V.C. (nu V.W.S.). Plaatselijke organisaties krijgen financiële ondersteuning, afuankelijk van het lokale beleid. Begin jaren tachtig namen de activiteiten van Chinese zelforganisa-ties op alle niveaus (lokaal, regionaal, landelijk) enorm toe. Door deze toename groeide de behoefte aan samenwerking onderling en de samenwerking met de landelijke overheid. In 1987 is men, mede op aandringen van het ministerie van W. V. C., overgegaan tot het instellen van een koepelorganisatie voor Chinese zelforganisaties, de L.F.C.O.N. (de stichting Landelijke Federatie van Chinese Orga-nisaties in Nederland). De landelijke federatie wil als een centraal punt functionèren voor alle Chinese organisaties in Nederland. In haar werkplan stelt de L.F.C.O.N. dat "de kern van de taken van de Federatie ligt [" .] in de serviceverlening naar de zelforganisaties". De serviceverlening bestaat uit pleitbezorging op landelijk niveau en belangenbehartiging op zelforganisatie-niveau. Pleitbezorging vindt plaats doordat de L.F.C.O.N. contacten heeft met de landelijke politiek, zitting heeft in allerlei landelij-ke overlegorganen4 en door middel van haar documentatiecentrum en periodiek (een

informatieblad dat vier keer per jaar verschijnt met een oplage van 7 .000) de lande-lijke overheid op de hoogte stelt van wat er speelt en wat kan verbeteren in de Chinese gemeenschap. Belangenbehartiging van zelforganisaties geschiedt door het verzorgen van kadertrainingen, cursussen maatschappelijke oriëntatie, het actief stimuleren van lokale pleitbezorging en kennisbevordering via het documentatiecen-trum, het Federatieperiodiek en themabijeenkomsten (over criminaliteit, ouderen, politiek, bijscholing en andere onderwerpen). De L.F.C.O.N. is in Amsterdam gevestigd en telt inmiddels nagenoeg alle Chinese organisaties in Nederland. Boven-dien neemt het aantal lidorganisaties jaarlijks toe. Vertegenwoordigers van de aangesloten organisaties worden automatisch lid van het bestuur van de L.F.C.O.N. Vanuit het bestuur worden zeven personen gekozen in het dagelijkse bestuur (Butter,

(14)

Orendi, Schaap 1994).

Chinezen en de Nederlandse gezondheidszorg

Er is tot op heden nog maar weinig onderzoek gedaan naar het gebruik van Neder-landse gezondheidszorgvoorzieningen door Chinezen. Het eerste onderzoeksrapport met betrekking tot dit onderwerp dateert van 1966. In dit rapport wordt gesteld dat Chinezen in Amsterdam zelden een Nederlandse arts bezochten. Alleen bij ernstige ziekte werd een dokter geraadpleegd. Chinezen waren onbekend met het Nederland-se systeem, of ervan overtuigd dat WesterNederland-se doktoren alleen maar 'snijden'. De onderzoekers wezen in dit verband op het feit dat de Chinezen in het land van herkomst, het rurale China van de jaren dertig, niet of nauwelijks in aanraking waren geweest met de Westerse geneeskunst. Omdat er in Amsterdam geen Chinese arts was, hielp men zichzelf en elkaar met aderlating, acupunctuur, drankjes en zalfjes: praktijken die destijds door de Nederlandse omgeving met meewarige spot werden bekeken (Vellinga & Wolters 1966:94).

Pas in het afgelopen decennium zijn de verhoudingen tussen Chinezen en de Nederlandse gezondheidszorg opnieuw onderzocht (J. Vriezen 1983, C. Schuddeboom 1986, A. Hekelaar 1993). Uit deze onderzoeken komt naar voren dat de situatie sinds ' 1966 veranderd is. Chinese mensen hebben vertrouwen in de Westerse geneeskunde, maar worden bij het gebruik van de Nederlandse gezondheidszorgvoorzieningen gehinderd door een slechte beheersing yan

d:t!

Nt'!çierlandse ta'!l, door onbekendheid met het gezondheidszorgsysteem, en door cultuur- en verwachtingspatronen die afwijken van die van de Nederlandse hulpverleners. Deze blijken op hun beurt vaak slecht op de hoogte te zijn van de achtergronden van de Chinese patiënten en geneigd om problemen te onderschatten. De indruk bestaat dat de meeste Chinezen wel zijn ingeschreven bij een huisarts en tegen ziektekosten zijn verzekerd, maar relatief lang wachten voordat zij met gezondheidsklachten naar een dokter gaan.

Het Nederlandse overheidsbeleid met betrekking tot gezondheidszorg en allochtonen in Nederland is er op gericht dat "leden van minderheidsgroeperingen zoveel mogelijk op voet van gelijkheid met autochtonen toegang moeten hebben tot het Nederlandse systeem van gezondheidszorg" (Ontwerp Minderhedennota 1981: 263). Er wordt gekozen voor een integrale benadering en niet voor speciale zorgvoor-zieningen, althans niet op de lange duur. Men kiest dus niet voor een oplossing als

(15)

het aantrekken van artsen en verpleegkundigen met een zelfde culturele achtergrond als leden van minderheidsgroeperingen. De redenen hiervoor zijn: a) het onttrekken van medisch geschoolden aan landen waarin hieraan een tekort bestaat; b) indien gestreefd wordt naar integratie van leden van etnische minderheden, dient dit ook op het gebied van gezondheidszorgvoorzieningen te gebeuren (Vriezen 1983).

In de praktijk blijkt dat migranten in ons land vaak problemen ondervinden bij het gebruik van de Nederlandse gezondheidszorg. In de loop van de jaren tachtig is de belangstelling voor de relatie tussen allochtonen en de gezondheidszorg sterk toegenomen. Belangenorganisaties van allochtonen vragen steeds vaker aandacht voor de problematiek van deze groepen, ook met betrekking tot gezondheidszorg. In aansluiting op deze tendens, wordt steeds meer gedaan aan deskundigheidsbevorde-ring van hulpverleners en voorlichting ten behoeve van de zorgverlening aan migran-ten. De aandacht is vooral gericht op de grootste groepen : Turken en Marokkanen, en in mindere mate naar Surinamers en Antillianen. Tot dusverre zijn er betrekkelijk weinig initiatieven genomen om de gezondheidszorg toegankelijker te maken voor Chinezen. In 1986 is er onderzoek gedaan in opdracht van het Bureau Voorlichting Gezondheidszorg Buitenlanders5 om de behoefte aan voorlichtingsmateriaal over

gezondheid en gezondheidszorg voor Chineestaligen te inventariseren. Uit dit onderzoek is gebleken dat hulpverleners (waaronder huisartsen) in de gezond-heidszorg nauwelijks ontvankelijk zijn voor de problematiek van Chinezen. De meesten gaven desgevraagd aan dat zij weinig behoefte hebben aan achtergrondin-formatie6 (Schuddeboom 1986). Het Bureau Voorlichting Gezondheidszorg

Buiten-5 Nu: Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en

Ziektepreven-tie (NIGZ). Het NIGZ is ontstaan uit een samenwerking tussen vijf organisa-ties op het gebied van gezondheidsvoorlichting en -opvoeding: Landelijk

Centrum G.V.O. (LCG), Bureau Voorlichting Gezondheidszorg Buitenlanders

(BVGB), Ivoren Kruis, Informatie- en Documentatiecentrum

Alternatieve/Addi-tieve Geneeswijzen (IDAG) en Nationale Commissie Aids-Bestrijding (NCAB).

(NIGZ I 1996: 4)

6 Volgens Schuddeboom zijn daar verschillende oorzaken voor aan te

wijzen: 1). Hulpverleners, vooral huisartsen, vinden Chinezen gemakkelijke patiënten. Ze komen niet zo snel, ze klagen niet vaak, zeker niet

chro-nisch, en ze zijn niet eigenWlJS. 2). Sommige huisartsen hebben geen

behoefte aan 'voorlichtingspapiertjes' omdat ZlJ denken dat dergelijke

tegemoetkomingen de Chinese patiënten er maar van af zullen houden Neder-lands te leren. Verder geven ze aan 'geen tijd' te hebben om zich in de Chinese bevolkingsgroep te verdiepen. 3). Het accent ligt voornamelijk op curatieve zorg, in plaats van voorlichting. 4). De verspreide vestiging van Chinezen (door heel Nederland) versluiert hun problemen met de

gezondheids-zorg. 5) . Eventuele relatieproblemen met de Nederlandse gezondheidszorg

vallen nog minder op omdat Chinezen een beperkt aantal eigen kanalen (de traditionele Chinese genezers) hebben waarlangs zij genezing kunnen zoeken.

(16)

!anders heeft dan ook geen specifiek materiaal voor de hulpverlening aan Chinezen ontwikkeld.

Bij Chinezen bestond volgens de bevindingen van Schuddeboom wel veel behoefte aan voorlichting over gezondheid en de Nederlandse gezondheidszorg. Het Bureau Voorlichting Gezondheidszorg Buitenlanders heeft naar aanleiding van deze constatering een drietal Chineestalige brochures verzorgd: één brochure met algeme-ne informatie over voorzieningen en beroepen in de gezondheidszorg, één over geboortenregeling, en één over zwangerschap. Verder heeft het Bureau een project opgestart in Rotterdam, waarbij naast Turkse en Marokkaanse, ook Chinese vrouwen worden opgeleid tot gezondheidsvoorlichtsters. Daarbij gaat het met name om voorlichting op het gebied van anticonceptie en zwangerschap. Ook het Steunpunt Gezondheidszorg Vluchtelingen (Stichting Pharos) te Utrecht, voorziet in Chinees materiaal over gezondheidszorg. Het materiaal heeft betrekking op een tiental onderwerpen7

. Verder is er een Chineestalige folder over AIDS. Dit zijn tot dusverre

de enige initiatieven die specifiek voor Chinezen, met betrekking tot de Nederlandse gezondheidszorg, zijn ontwikkeld.

De probleemstelling van het onderzoek

Uit bovenstaande blijkt dat er voor Chinezen dus problemen bestaan wat betreft de toegankelijkheid tot de Nederlandse gezondheidszorg. Gezien deze problemen en gezien het feit dat er traditionele Chinese genezers in Nederland werkzaam zijn, lijkt het voor de hand te liggen dat Chinezen hun toevlucht zoeken tot deze artsen. Dit is dan ook de mening van de meeste informanten die ik tijdens mijn onderzoek sprak. Terwijl cultuur en taal voor Chinezen de barrière vormen wat betreft de toegankelijk-heid tot de Nederlandse gezondtoegankelijk-heidszorg, worden deze door mijn informanten tevens gezien als de reden waarom Chinezen naar een traditionele Chinese genezer zouden gaan. Bij interviews met zowel Nederlandse als Chinese informanten hoorde ik tel-kens de opvatting dat Chinezen vanwege hun 'taal en cultuur' vanzelfsprekend (slechts) gebruik zouden maken van 'een eigen circuit' van traditionele Chinese

7

Te weten: 1). Hib-ziekten 2). Anti-conceptie 3). Fluor 4). Ge-slachtsziekten 5). Luizen 6). Rode Hond 7). Schurft 8). Vaccinaties 9). BMR/DKTP vaccinaties 10) . Vermox 11) . Vitamine AD (Documentatiemap Stich-ting Pharos, december 1996).

(17)

genezers. Een treffend voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld de uitspraak van één van mijn (Nederlandse) sleutelinformanten: "Natuurlijk gaan Chinese mensen naar Chinese genezers, ze kunnen elkaar verstaan" (in de letterlijke en figuurlijke zin, buiten de taal hebben de genezers en patiënten dezelfde culturele achtergrond). Een greep uit de uitspraken van andere informanten die ik tijdens het onderzoek hoorde, illustreert deze overheersende opvatting onder de informanten:

Chinezen zijn geneigd om naar een Chinese dokter te gaan omdat cultuurproblemen hier geen rol spelen (inf.5)

Chinese mensen hechten veel waarde aan de eigen (medische) tradi-ties. Daarom gaan ze naar een traditionele Chinese genezer als ze ziek zijn (inf.15)

De ziektebeleving is anders bij Chinezen dan bij Nederlanders. Daar-om gaan ze naar een Chinese genezer. De Chinese dokter voelt beter aan wat Chinese mensen denken. Ze hebben dezelfde culturele achter-grond (inf.14*)

Traditionele Chinese geneeswijzen gaan uit van een totaal ander lichaamsbeeld dan biomedische geneeswijzen, daarom kiezen Chinezen liever een traditionele Chinese genezer (inf.1)

Chinese mensen hebben meer vertrouwen in Chinese geneeswijzen (dan in Westerse geneeswijzen) (inf.3)

De opvatting dat Chinezen slechts gebruik maken van traditionele Chinese genezers, is gezien de eerder beschreven onderzoeken niet houdbaar. Chinezen maken wel degelijk gebruik van de Nederlandse gezondheidszorgvoorzieningen maar ondervin-den daarbij knelpunten, zoals uit deze onderzoeken is gebleken. De bovenstaande uitspraken vertonen overeenkomsten met het beeld zoals dat in de inleiding werd ge-schetst. Chinezen zouden in hun 'eigen wereld' leven, en zouden vanzelfsprekend gebruik maken van een eigen circuit van voorzieningen. Ook wat gezondheidszorg betreft, lijkt de gedachte van een zekere 'vanzelfsprekendheid' te heersen. Veron-dersteld wordt dat Chinezen, vanwege hun taal en cultuur, vanzelfsprekend gebruik maken van een eigen circuit van traditionele Chinese genezers in Nederland. Dat de genezers en de patiënten dezelfde culturele achtergrond hebben en dezelfde taal spreken is daarbij essentiëel.

Cultuur is volgens bovenstaande opvattingen het sleutelbegrip voor de verklaring van de keuze voor gezondheidszorg. Een te eenzijdige nadruk op 'cultuur'

(18)

werkt echter versluierend. Door cultuur als uitgangspunt te nemen bij de verklaring voor de keuze van gezondheidszorg, dient zich dan ook een probleem aan. Het gevaar is, dat op deze manier victim blaming in de hand wordt gewerkt. De (slechte)

gezondheidstoestand van een bevolkingsgroep -maar evenzeer de keuze voor

gezondheidszorg- zou slechts toegeschreven kunnen worden aan cultuur, zonder dat er gekeken wordt naar bijvoorbeeld de economische of sociale situatie waarin mensen verkeren. Deze blijken, zoals Helman (1990) opmerkt, vaak veel meer invloed te hebben op ziekte en gezondheid, en de keuze voor een genezer, dan cultuur. Dit in aanmerking genomen, plaats ik dan ook vraagtekens bij de eerdergenoemde uitspra-ken van de verschillende informanten. Ik heb deze daarom als uitgangspunt genomen voor mijn onderzoek, en onderzocht in hoeverre een 'cultuurdeterministische' verkla-ring, bij de keuze voor gezondheidszorg, houdbaar is. Ik heb daarbij de volgende pro-bleemstelling geformuleerd:

Wat is de invloed van cultuur en taal op de keuze van Chinezen om een traditionele Chinese genezer te raadplegen?

Van cultuur bestaan zeer veel definities. Mijns insziens is de definitie zoals Edward Tylor die in 1871 al gaf, nog steeds actueel om te beschrijven wat 'cultuur' nu eigenlijk is, namelijk: "that complex whole which includes knowledge, belief, art, morals, laws, custom and any other capabilities and habits acquired by man as a member of society" (Tylor in: Primitive Culture 1871).

In geoperationaliseerde vorm luidt de vraag, waarop ik met dit onderzoek antwoord wilde krijgen:

(waarom) gaan Chinezen in Nederland naar een traditionele Chinese genezer en (hoe) wordt de keuze beïnvloed door het feit dat de genezers dezelfde culturele achtergrond hebben en dezelfde taal spreken als de patiënten?

Bij het beantwoorden van deze vragen komen onvermijdelijk opvattingen en waarde-ringen die mensen hebben ten opzichte van gezondheidszorg, ter sprake. Bij het beantwoorden van de probleemstelling zijn deze dan ook, door de tekst heen, terug te vinden. Dat deze echter niet alleen van invloed zijn op de keuze van

(19)

gezondheids-zorg zal tijdens het betoog duidelijk worden. Zoals hierboven al werd aangegeven blijken andere factoren vaak veel meer invloed te hebben op ziekte en gezondheid, dan cultuur alleen.

Theorieën met betrekking tot dit laatste punt komen in hoofdstuk 6 uitvoerig aan bod. In dat hoofdstuk zal ik de problemen beschrijven die zich aandienen bij een cultuurdeterministische benadering bij de analyse van de keuze voor gezondheidszorg. Daarbij bespreek ik tevens theorieën die voortkomen uit de Kritische Medische Antropologie (KMA), een stroming binnen de medische antropologie. Vanuit deze hoek komt felle kritiek op een medische antropologie die bij het bestuderen van ziekte en gezondheid in een samenleving, slechts oog zou hebben voor het culturele aspect hiervan. Bij het schrijven van deze scriptie heb ik me met name laten leiden door ideeën en theorieën zoals die binnen de KMA ontwikkeld zijn. Omdat deze echter complex zijn, heb ik ze slechts ten dele op mijn eigen onderzoek kunnen betrekken. Mijn onderzoek was, zoals ik al opmerkte, in de eerste plaats exploratief. Ik heb er daarom voor gekozen om het theoretische gedeelte in het laatste deel van de scriptie te behandelen. Verder is het theoretische gedeelte nogal uitgebreid. , Om deze punten aan het begin van het betoog te behandelen zou, mijns insziens, afbreuk doen aan de leesbaarheid van de scriptie.

De medische antropologie en het cultuurbegrip

De invalshoek bij de bestudering van het onderzoeksonderwerp, komt voort uit de medische antropologie, een subdiscipline van de culturele antropologie. De medische antropologie houdt zich bezig met het bestuderen van de culturele bepaaldheid van ziekte, gezondheid en genezen. Door middel van cultuurvergelijkende studies probeert zij inzicht te krijgen in welke elementen van ziekte en gezondheid universeel zijn, en welke elementen cultuurbepaald. Met de uitkomsten daarvan zou gezond-heidszorg beter op de behoeften en belangen van een cultureel heterogene (potenti-ele) patiëntenpopulatie afgestemd kunnen worden.

De benadering van het begrip 'cultuur' heeft binnen de culturele antropologie een aantal veranderingen doorgemaakt. De oorspronkelijke, evolutionistische benadering, die kenmerkend was voor de negentiende eeuwse antropologie, maakte in de twintigste eeuw, onder invloed van de Amerikaanse antropoloog Boas, plaats voor een cultuurrelativistische houding. Met de wijziging van opvattingen over het

(20)

begrip cultuur stond voorop dat: "culturele verscheidenheid waar mogelijk beschermd en gecultiveerd moest worden en niet meer teniet worden gedaan als een obstakel voor vooruitgang" (Richters 1993). De medische antropologie heeft eenzelfde ontwikkeling doorlopen als de culturele antropologie; medisch antropologen hebben lang heilig in de Westerse geneeskunde geloofd. Bijdragen aan de verbreiding van de biogeneeskunde was bijdragen aan de vooruitgang. Tegenover dit etno- en medico-centrische gezichtspunt is pas in de jaren zeventig een cultuurrelativistische houding ingenomen. Dat heeft er onder meer toe geleid dat medisch antropologen nogal eens de inheemse geneeswijzen in plaats van de Westerse geneeskunde gingen propageren, terwijl de mensen zelf een voorkeur voor de Westerse gezondheidszorg hebben. Voorzichtigheid is dus geboden bij de opvatting dat niet-Westerse culturen beter af zijn met de Westerse geneeskunde dan met hun inheemse geneeskunde, alswel bij de omgekeerde visie. De belangen, behoeften en wensen van concrete personen (de patiënten) spelen dan immers geen rol meer. Tijdens mijn betoog zal ik daarom de informanten (de Chinese patiënten) zoveel mogelijk zelf aan het woord laten wat be-treft meningen en waarderingen die zij hebben over de verschillende soorten gezond-heidszorg. Uit deze verhalen kan clan een beeld gedestilleerd worden met betrekking tot de belangen, behoeften en wensen die zij hebben.

Het ontstaan en verloop van het onderzoek

Mijn interesse voor het onderzoeksonderwerp waar deze scriptie op gebaseerd is, ontstond tijdens de regionale en thematische vakken die ik volgde tijdens de studie culturele antropologie. De inleidende module medische antropologie boeide mij direkt zodat ik besloot een aantal vervolgmodules te volgen. De, interesse voor de regio China dateert al vanaf het begin van de studie. Behalve het volgen van een regio-module China, heb ik twee jaar modern Chinees als bijvak gestudeerd aan de Rijks-Universiteit te Leiden. Mijn kennis van de Chinese taal bleek helaas onvol-doende om tijdens het onderzoek de interviews in het Chinees af te nemen. Boven-dien is het grootste deel van de Chinese gemeenschap in Nederland Cantoneesspre-kend en de studie Chinees die ik gevolgd had richtte zich op het Mandarijn (de officiële taal in China). De schrijfwijze van deze talen is hetzelfde maar de spreek-wijze verschilt aanzienlijk.

(21)

mijn eindonderzoek te richten op de Chinese gemeenschap in Nederland, heb ik contact gezocht met een Chinese zelforganisatie in de Pijp (Amsterdam). Ik ben daar als vrijwilliger (één middag per week) gaan werken. De oprichtster van dit Chinees Cultureel Centrum introduceerde mij bij verschillende Chinese mensen die het centrum regelmatig bezochten. Deze 'ingang' is zeer belangrijk geweest, want ik heb herhaaldelijk gemerkt hoe moeilijk het is om zonder introductie met Chinese mensen in contact te komen.

Tijdens deze periode heb ik de basis gelegd voor het onderzoek. Door mijn regelmatige aanwezigheid op het centrum leerde ik verschillende mensen kennen. Ook de andere (Chinese) medewerkers van het centrum heb ik op deze manier beter leren kennen. Zij waren dan ook altijd zeer bereid om mijn (eeuwige) vragen te beantwoorden. Gelukkig was er soms ook tijd voor een 'alledaags' gesprek. Via deze informele gesprekken kreeg ik vaak allerlei algemene wetenswaardigheden met betrekking tot de Chinese gemeenschap te horen. Tevens werd ik op deze manier veelvuldig ingelicht over op hande zijnde activiteiten. Zeer relevant daarbij was bij-voorbeeld een tweetal voorlichtingsbijeenkomsten van Chinese doktoren. Echter ook de data van de uitvoeringen van het Chinese (amateur) Opera gezelschap, de koffie-ochtenden en uitstapjes van de Chinese Vrouwenvereniging, en de Chinese Nieuw-jaarsvieringen, werden aan mij doorgegeven. Hierbij werd ik dan ook direkt altijd uitgenodigd. Bij dit soort gelegenheden verdwenen de 'medische onderwerpen' vanzelfsprekend even naar de achtergrond, maar deze aktiviteiten gaven wel een extra dimensie aan het onderzoek. In de beginperiode van het onderzoek waren vooral de gesprekken met mijn sleutelinformanten (deze worden hieronder nog schreven), en oriënterende gesprekken met medewerkers van het A.C.B., erg be-langrijk. Met name door de introducties van deze verschillende mensen, vond ik mijn weg binnen het 'Chinese medische circuit'.

Het onderzoeksgebied en de onderzoeksmethoden

De dataverzameling ten behoeve van het onderzoek vond plaats van oktober 1995 t/m maart 1996. Wat betreft het onderzoeksgebied heb ik mij, om praktische redenen, beperkt tot Amsterdam. Ik heb gebruik gemaakt van verschillende onder-zoekstechnieken, te weten: observaties, interviews en standaard-vragenlijsten (zie bijlage 3) in het Chinees en Nederlands. Deze methoden heb ik apart, maar ook in

(22)

combinatie met elkaar gebruikt. Het verloop van het onderzoek ziet er als volgt uit. Om enig inzicht te krijgen in de werkwijze van Chinese genezers ben ik tijdens het veldwerk in eerste instantie begonnen met observaties bij drie verschillen-de traditionele Chinese geneeskundige praktijken (dit zijn praktijken waar patiënten, door Chinese artsen, met traditionele Chinese geneeswijzen worden behandeld). Deze praktijken verschillen van elkaar wat betreft vorm en grootte. De observaties verschilden per geneeskundige praktijk en ook per dag. Soms was het mogelijk om behandelingen (acupunctuur, tuina, of een consult bij een kruidendokter) bij te wonen, soms was dat niet mogelijk en moest ik genoegen nemen met wat de dokter of patiënt mij kon/wilde vertellen. De eerste observaties waren bij een vrouwelijke 'Chinese kruidkundige Acupuncturist' (zoals op haar visitekaartje vermeld staat) uit Hong Kong. Zij hield om de week spreekuur bij het eerder genoemde Chinese centrum. Opvallend was dat zij aanzienlijk veel 'telefonische' consulten had. Mensen helden haar op met bepaalde gezondheidsklachten en zij stuurde dan kruiden per post. Het grootste deel van de observaties heb ik bij een traditionele Chinese dokter op de Zeedijk verricht. Omdat dit een kleine praktijk is, en de dokter mij bij al zijn patiënten betrok, heb ik veel gezien en gehoord, en heb ik veel data kunnen verzame-len. De derde praktijk waar ik observeerde, is een nieuw, groots opgezet medisch centrum in de Nieuwmarktbuurt, waar_ verschillende Chinese doktoren met verschil-lende specialisaties8 werkzaam zijn. Tevens is het een opleidingscentrum voor

Tradi-tionele Chinese Geneeskunde en is er een import-export afdeling. Dit is een

groot-handel in acupunctuur-naalden en instrumenten, T.C.M.- (Traditional Chinese

Medicine) en acupunctuur-boeken, Chinese materia-medica, Chinese patentgenees-middelen en gezondheidsprodukten. De kruidenapotheek heeft ook nog een speciale toonbank waar Chinese patentmedicijnen worden verkocht. Op het Centrum is een Nederlandse werkneemster in dienst die Chinees (Mandarijn) spreekt; zij begeleidt de Nederlandse patiënten tijdens hun consult met een Chinese genezer en fungeert hierbij als tolk. Deze praktijk was voor mij moeilijker toegankelijk dan de eerste twee, ondanks het feit dat de Nederlandse medewerkster mij zo veel mogelijk betrok bij behandelingen van Chinese patiënten. Het centrum is groot en het is doorgaans erg druk. Ik heb met mensen gesproken tijdens en na consulten, en kon met een aantal mensen een afspraak maken voor een interview bij hen thuis, maar ik heb ook veel tijd in de wachtkamer doorgebracht.

(23)

Voordat ik aan het veldwerk begon had ik standaard-vragenlijsten opgesteld die ik in het Chinees heb laten vertalen (zie bijlage 3). Deze heb ik verspreid bij de praktijken waar ik het veldwerk deed. Zij zijn ingevuld door patiënten die bij deze praktijken kwamen. Door middel van deze vragenlijsten wilde ik ten eerste inzicht krijgen in het patiëntenbestand van Chinese genezers, zoals: wie komen er, hoe is men tegen ziektekosten verzekerd, en met welke klachten komt men? Maar bovenal wilde ik het medisch hulpzoekgedrag van de Chinese patiënten achterhalen. Dat wil zeggen: was de traditionele Chinese genezer de eerste keuze, of had men voor de desbetreffende ziekte eerst een huisarts geraadpleegd? (zo luidde één van de vragen op het formulier dan ook letterlijk).

Tot mijn verrassing bleken er, behalve Chinezen, ook veel Nederlanders te komen bij de Chinese geneeskundige praktijken. Van de 55 formulieren die ik terug ontving (voor totaaloverzicht, zie bijlage 4), waren 23 formulieren ingevuld door Nederlandse patiënten, en 32 formulieren ingevuld door Chinese patiënten. Ik heb deze in twee aparte categorieën ondergebracht. In de 'Chinese' categorie van respondenten, zijn mensen ondergebracht uit verschillende herkomstlanden zoals de Volksrepubliek China, Hong-Kong, Suriname en Singapore. Gezien het niet zo grote aantal respondenten, kunnen de gegevens die ik op deze manier heb vergaard, niet als representatief worden beschouwd .. Deze gegevens kunnen slechts dienen om een

impressie te geven van het patiëntenbestand van de Chinese genezers en het medisch

hulpzoekgedrag van de patiënten.

Omdat er onverwachts veel Nederlandse respondenten bleken te zijn, kwam ik plotseling voor een keuze te staan: moest ik de Nederlandse respondenten wèl of nièt in mijn onderzoek betrekken? Met name vanwege het ontbreken van literatuur met betrekking tot het onderzoeksonderwerp9

, besloot ik om de Nederlandse

responden-ten niet te betrekken in het onderzoek. Ik wilde mijn aandacht vooral richresponden-ten op het in kaart brengen van traditionele Chinese medische opvattingen en daarmee samen-hangend medisch hulpzoekgedrag van Chinese mensen in Nederland. Ik heb mezelf bij de verwerking van de gegevens, dan ook slechts geconcentreerd op de vragenlijs-ten die zijn ingevuld door de Chinese patiënvragenlijs-ten. Wellicht zou het interessant zijn om

9 Er ziJn, zoals ik in de tekst al aangaf, wel een aantal onderzoeken

gedaan naar de Chinese gemeenschap en het gebruik van de Nederlandse

gezondheidszorgvoorzieningen. Er is echter (voor zover ik heb kunnen

achterhalen) niet eerder onderzoek gedaan dat zich specifiek gericht heeft

op het gebruik van de traditionele Chinese genezers door de Chinese

(24)

bij eventueel vervolgonderzoek wél Nederlandse respondenten te betrekken.

De interviews die ik heb afgenomen verschillen wat betreft tijdsduur en vorm. De eerste interviews waren 'open interviews' waarin ik respondenten zelf liet vertellen en zo min mogelijk vragen stelde. Dit werkte meestal goed, de meeste respondenten (zowel genezers als patiënten) hadden veel te vertellen. Als het gesprek haperde had ik een standaard-vragenlijst waar ik op terug kon vallen. Later, tijdens de diepte-interviews stelde ik meer gerichte vragen (deze vragen varieërden al naar gelang het onderzoek vorderde). Ik heb bij de interviews geen gebruik gemaakt van een officiële tolk. Wel had ik in sommige gevallen hulp van verschillende mensen die als tolk konden optreden (in sommige gevallen Chinese vrienden/kennissen van Chinese respondenten die redelijk Nederlands spraken). Tijdens de interviews maakte ik aantekeningen en werkte deze dan dezelfde dag uit. Ik heb niet met een casset-terecorder gewerkt om zo de interviews op band op te nemen. Daarom zijn de citaten uit de interviews die ik in het betoog weergeef, meestal geen letterlijke weergave van wat gezegd werd. Een letterlijke weergave zou bovendien, mijns insziens, de lees-baarheid niet ten goede komen. Ik heb geprobeerd om de interviews zo goed mogelijk in eigen bewoordingen weer te geven.

De informanten

De informanten die ik voor dit onderzoek heb gesproken, zijn in verschillende categorieën in te delen (zie bijlage 1). De belangrijkste categorie vormen de Chinese patiënten die bij de Chinese genezers kwamen. Het merendeel van deze mensen is afkomstig uit de Volksrepubliek en Hong Kong. Tussen de informanten onderling zijn, vanzelfsprekend, verschillen waar te nemen. Sommigen wonen bijvoorbeeld al tientallen jaren in Nederland, anderen pas kort. Verder kan er sprake van verschillen zijn tussen mensen die afkomstig zijn uit dorpen en mensen die afkomstig zijn uit grote (moderne) steden.

Naast patiënten, heb ik ook Chinese mensen buiten de medische context geïnterviewd. Met deze informanten ben ik voornamelijk in contact gekomen via het Chinese culturele centrum waar ik werkzaam was. De oprichtster van deze Stichting was één van mijn sleutelinformanten voor dit onderzoek. Met haar heb ik vele (formele en informele) gesprekken gevoerd, waarin zij altijd veel achtergrondinforma-tie gaf en mij op de hoogte hield van aktiviteiten en ontwikkelingen binnen de

(25)

Chinese gemeenschap.

Een andere belangrijke sleutelinformant is een rechercheur van de Amster-damse politie, bureau Warmoesstraat, die veel Chinese ondernemers in de binnenstad persoonlijk kent. Hij heeft mij geïntroduceerd bij de Chinese dokter op de Zeedijk waar ik het grootste deel van mijn observaties heb verricht. Zonder deze introductie was ik waarschijnlijk niet binnengekomen. Een voorbeeld hiervan is dat ik aan het begin van het onderzoek zelf een Chinese genezer had benaderd met de vraag om observaties te mogen verrichten in zijn praktijk. Ik werd direct geweigerd.

Ik heb ook met verschillende Chinese traditionele genezers gesproken. In deze categorie zijn verschillen waar te nemen. Bijvoorbeeld met betrekking tot de opleiding, maar ook in de wijze waarop zij Chinese geneeswijzen uitoefenen. Sommi-ge Sommi-genezers werken zelfstandig in een eiSommi-gen praktijk, andere hebben een praktijk aan huis, weer andere werken in loondienst van een medisch centrum. Ik heb er bij dit onderzoek voor gekozen om me te concentreren op Chinese medische praktijken in Amsterdam. Soms komen echter ook medische praktijken buiten Amsterdam aan bod omdat sommige informanten buiten het Amsterdamse circuit artsen hadden geraad-pleegd. Ook heb ik, via introducties van contactpersonen in Amsterdam, met enkele Chinese genezers buiten Amsterdam gesproken (Rotterdam, Den Haag, Soest).

De laatste categorie informanten zijn Nederlanders. Het merendeel van de Nederlanders die ik heb geïnterviewd, is therapeut met een opleiding in Traditionele Chinese Geneeswijzen. Allen hebben een eigen praktijk (meestal aan huis). De Nederlandse medewerkster van het Chinese medische centrum waar ik heb geobser-veerd was eveneens een belangrijke informante. Zij heeft mij in contact gebracht met diverse Chinese patiënten en ervoor gezorgd dat ik interviews met deze mensen kon afspreken. Ook heeft zij mij verdere achtergrondinformatie gegeven over Chinese geneeswijzen, en anekdotes verteld over de genezers en patiënten waar zij dagelijks mee te maken heeft. Omdat mijn onderzoek met name gericht was op de Chinese ge-meenschap, heb ik slechts een klein aantal Nederlandse patiënten geïnterviewd.

Verwerking van de gegevens en opbouw van de scriptie

De hoofdstukken zijn als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 1 en 2 zijn beschrijvende hoofdstukken. Deze zijn noodzakelijk om het onderzoeksonderwerp te beschrijven en het in zijn context te plaatsen. In dit eerste hoofdstuk heb ik een beeld gegeven van

(26)

de Chinese gemeenschap in Nederland, de probleemstelling beschreven, en een overzicht gegeven van de opbouw van het onderzoek. In hoofdstuk 2 zal ik een beschrijving geven van Chinese geneeswijzen in het algemeen, en daaropvolgend een indruk van het 'Chinese medische circuit' in Nederland. In hoofdstuk 3 beschrijf ik ten eerste wat Chinezen doen ter preventie van ziekte. Daarbij geef ik een indruk van de mate waarin traditionele Chinese medische opvattingen, bij Chinezen in Neder-land, terug te vinden zijn. Vervolgens beschrijf ik de eerste keuze voor gezondheids-zorg. In hoofdstuk 4 presenteer ik mijn bevindingen die te maken hebben met de specifieke keuze voor een traditionele Chinese genezer. De invloed die cultuur en taal hebben op die keuze, komt daarbij aan bod. In hoofdstuk 5 beschrijf ik de dokter-patiënt relatie in de traditionele Chinese geneeskundige praktijken. In dat hoofdstuk wordt uitvoeriger ingegaan op de rol van taal en communicatie bij traditio-nele Chinese geneeskundige behandelingen. In hoofdstuk 6 behandel ik enkele medisch antropologische theorieën die relevant zijn voor het onderzoek. Hoofdstuk 7 begint met een samenvatting van de onderzoeksresultaten in antwoord op de vragen die ik in de inleiding van deze scriptie geformuleerd heb. Daarna volgt het antwoord op de probleemstelling en vervolgens de conclusie en aanbevelingen voor verder onderzoek.

Tenslotte wil ik opmerken da.t ik tijdens het veldwerk al mijn informanten geheimhouding van namen heb verzekerd. Bij het verwerken van de data heb ik daarom alle informanten genummerd. In bijlage 2 is aan de hand van deze numme-ring, beknopte achtergrondinformatie terug te vinden. Als ik informanten citeer, verwijs ik naar het aan hen toegekende informanten-nummer.

(27)

Hoofdstuk 2

Chinese geneeswijzen en het 'Chinese medische circ.!:!it'._

De grondslagen van de traditionele Chinese geneeskunde

De traditionele Chinese geneeskunde is al meer dan tweeduizend jaar oud. Ze is onder andere het produkt van de Taoïstische filosofie. De Taoïstische concepten die aan de geneeskunde ten grondslag liggen zijn 'yin en yang', qi en 'de wet van de vijf elementen' (Page 1991: 13). Het universum en alles wat er in leeft of aanwezig is, kan worden onderverdeeld in yin en yang. Yin en yang zijn tegengesteld, maar tegelijker-tijd ook complementair aan elkaar. Het Taoïsme heeft het over een voortdurende uitwisseling van energie tussen mens, hemel en aarde (Schuddeboom 1986:38). Die energie wordt qi genoemd. Het is de kracht die alles in het universum doet leven, bewegen en veranderen. Het lichaam wordt beschouwd als een kleine uitgave van het universum, een microkosmos. Dit betekent dat qi ook in het lichaam zorgt voor al het leven, beweging en verandering.

Met name het yin-yang dualisme speelt een belangrijke rol binnen de traditionele Chinese geneeskunde. Binnen deze geneeskunde wordt er van uitgegaan dat 'een deel (van het lichaam) slechts begrepen kan worden in relatie met het geheel'. Yin en yang zijn daarbij labels die gebruikt worden om te beschrijven hoe 'dingen' functioneren in relatie tot elkaar en in relatie tot het universum. Zij worden gebruikt om het doorlopende proces van natuurlijke verandering te verklaren. De originele betekenis van het Chinese karakter yin is 'de schaduw-kant van een helling'. Het wordt geassociëerd met onder andere de volgende kwaliteiten: 'koude, rust, deelnemend, passiviteit, donkerte, binnenkant, naar beneden gericht, naar binnen gericht, afnemend'. De originele betekenis van het karakter yang is 'de zonnige kant van een helling'. Dit wordt geassociëerd met: hitte, prikkel, beweging, activiteit, opwinding, kracht, licht, buitenkant, naar boven gericht, naar buiten gericht en toenemend'. Yin en yang vertegenwoordigen tevens de manier van denken die bestaat binnen de Chinese traditie: "No thing can exist in and of itself' (Kaptchuk 1983:8). Yin en yang moeten, noodzakelijkerwijs, binnen zichzelf de mogelijkheid van oppositie en verandering dragen. Er zijn vijf principes met betrekking tot yin en yang te onder-scheiden, te weten: 1). alle dingen hebben (kunnen onderverdeeld worden in) twee

(28)

aspecten: yin en yang, 2). yin en yang kunnen (nog) verder worden onderverdeeld in yin en yang, 3). yin en yang creëren elkaar, 4). yin en yang beheersen elkaar, 5). yin en yang transformeren in elkaar (Kaptchuk 1983: 7-11).

De beschrijving van het menselijk lichaam die hedendaagse Chinese medici zullen geven, is gelijk aan de beschrijving die het eerste complete boek over de traditionele Chinese geneeskunde, de Nei Jing (d.d. 300-100 v. Chr.) geeft1°. In de loop der eeuwen zijn er tal van interpretaties geschreven over de Nei Jing. Aspirant-artsen bestuderen vooral deze interpretaties. De Chinese geneeskunde is gericht op het achterhalen van een 'dynamische functionele activiteit' in plaats van te zoeken naar vastgestelde 'somatische structuren'. Hierdoor heeft de Chinese geneeskunde een ander systeem wat betreft de anatomie van het menselijk lichaam dan de Westerse geneeskunde. De aandacht is vooral gericht op het functioneren van het li-chaam. Er worden daarbij vijf fundamentele substanties (qi, bloed, jing, shen en lichaamsvloeistoffen) onderscheiden, en elf organen, die alle een specifieke functie binnen het lichaam vervullen. De organen worden niet beschouwd als materiële substanties met een vaste plaats in het lichaam. Het gaat de traditionele Chinese geneeskunde uitsluitend om de functie die ze in het lichaam vervullen. Zo wordt bijvoorbeeld het orgaan 'lever' in de Chinese geneeskunde anders benaderd dan in de Westerse geneeskunde. Bij de laatste wordt de lever allereerst gedefiniëerd door de structuur die het orgaan heeft. In de Chinese geneeskunde wordt de lever in de eerste plaats gedefiniëerd door de functies die ermee geassociëerd worden. Door dit verschil in benaderingswijze worden in de Chinese geneeskunde organen erkend die in de Westerse geneeswijzen niet bestaan. Een voorbeeld hiervan is de Triple Burner. Deze kan het best omschreven worden als: de functionele relatie tussen verschillende organen die 'water' reguleren, dit zijn voornamelijk de longen, milt en nieren, maar hieronder vallen ook de dunne darm en de blaas (Kaptchuk 1983:68). De organen worden onderverdeeld in vijf yin-organen die de fundamentele substanties zoals qi, bloed en dergelijke, produceren, transformeren, reguleren en opslaan en zes yang-organen die voedsel ontvangen, afbreken en transformeren in fundamentele substan-ties (Kaptchuk 1983).

10

Voor zover bekend is overigens het eerste Chinese boek over

genees-kunde de 'Shen Nong Ben Cao Jing' (kruidenboek van Shen Nong) ongeveer

(29)

Gezondheid en ziekte

Gezondheid wordt in de Chinese geneeskunde omschreven als harmonie tussen alle aspecten van het lichaam. Yin en yang zijn in evenwicht en het qi stroomt gelijkmatig door het lichaam. De geneeskunde is er in de eerste plaats op gericht om dit evenwicht in het lichaam te behouden. De mens dient daartoe in harmonie met de natuur te leven om te voorkomen dat zijn gezondheid wordt geschaad. In het 'oude China' was het zelfs zo dat de arts ervoor diende te zorgen dat dit op juiste wijze gebeurde. Zijn voornaamste plicht was, de aan zijn hoede toevertrouwde patiënt, te onderrichten in de juiste levenswijze, hem het bij elk deel van de dag en elk jaargetij-de passenjaargetij-de dieet voor te schrijven, en het ontstaan van ziekten door preventieve therapeutische maatregelen te verhinderen. Alleen daarvoor werd hij betaald, terwijl in het geval van ernstige ziekte de behandeling gratis was (Schmidt 1978: 15).

Er zijn drie categorieën van factoren die aanleiding kunnen geven tot het ontstaan van verstoring in het evenwicht, en daarmee het ontstaan van ziekte. Dit zijn de zes schadelijke weersinvloeden (ook wel de zes 'kwaden' genoemd: wind, koude, vuur of hitte, vocht, droogte en zomer-hitte), de zeven emoties (deze komen in hoofdstuk 4 aan bod) en de manier van leven (dieet, fysieke en seksuele activiteit, en verschillende factoren zoals verbranding, [insekten] beten, parasieten en trauma's) (Kaptchuk 1983: 118-135). Voor het stellen van een diagnose zoekt een Chinese arts naar 'patronen van disharmonie' in het lichaam van de patiënt. Deze patronen zijn ongeveer gelijk aan wat in de Westerse geneeskunde 'ziekte' wordt genoemd, in die zin dat het ontdekken van deze, de arts duidelijk maakt hoe de ziekte te behandelen. Maar de patronen zijn ook wezenlijk anders dan (Westerse) 'ziekte' omdat ze niet geïsoleerd kunnen worden van de patiënt in welke ze voorkomen. Bij de Westerse geneeswijzen staat het begrijpen van ziekte gelijk aan het ontdekken van een 'aparte entiteit' die scheidbaar is van het wezen van de patiënt. In de Chinese geneeskunde betekent het begrijpen van de ziekte, de relaties doorzien tussen alle tekenen en symptomen, die de patiënt heeft. Een gezond persoon (of iemand die 'in harmonie' is) wordt omschreven als: "(he/she) has no distressing symptoms and expresses mental, physical, and spiritual balance" (Kaptchuk 1983:7). Als een persoon ziek is dan is het

symptoom van de ziekte slechts een deel van een totale 'bodily imbalance', dat tevens

gezien kan worden in andere aspecten van zijn/haar leven en gedrag. De Chinese geneeskunde richt zich op het begrijpen van het totale patroon van de patiënt, met

(30)

het symptoom als deel daarvan.

Behandelwijzen

Bij de Chinese geneeskunst is het van belang om te analyseren waar het evenwicht tussen yin en yang verloren is gegaan, om dit vervolgens te herstellen bijvoorbeeld door middel van acupunctuur, medicatie of een dieet. De diagÎÎose ('pet ontdekken van patronen van disharmonie) wordt gesteld door te luisteren naar de klachten van de patiënt, te letten op zijn 'doen en laten', zijn gelaatskleur, maar vooral door het voelen van de pols. Dit laatste kan vrij veel tijd in beslag nemen. Aan de hand van de ziekte wordt dan bepaald welke techniek gebruikt zal worden voor de behandeling. Binnen de Chinese geneeskunde zijn verschillende behandelmethoden te onderschei-den. De meest voorkomende zal ik hieronder beschrijven. In deze reeks wordt ook voeding genoemd omdat dit een belangrijke plaats inneemt bij (het voorkomen en) het genezen van ziekte. Er is een globale onderverdeling te maken van bepaalde aandoeningen en een bijbehorende behandelmethode. Kruiden worden bijvoorbeeld vooral gebruikt bij huidklachten, astma, hoesten en griep. Acupunctuurbehandelingen gebruikt men meestal bij aandoeningen van de zenuwen, zoals bijvoorbeeld hoofdpijn, migraine, en gezichtsverlamming. Tuina wordt voornamelijk gebruikt bij

ortho-pedische klachten, bijvoorbeeld bij nek- en rugklachten, bij hernia, ischias, whiplash en andere blessures. Ook reuma wordt wel met tuina behandeld. Opgemerkt dient te worden, dat de verschillende technieken soms apart, maar vaak in combinatie van elkaar worden gebruikt. In China wordt meestal één hoofdbehandeling gekozen en wordt een andere techniek ter ondersteuning gebruikt, bijvoorbeeld acupunctuur als hoofdbehandeling gecombineerd met een kruidenrecept. In Nederland \.vordt echter meestal, in verband met de hoge kosten van de behandelingen, slechts voor één methode gekozen.

Kruiden

Kruidenrecepten zijn het belangrijkste onderdeel van Chinese geneeswijzen. Voor de bereiding van de geneeskrachtige kruiden worden verschillende plantaardige produk-ten gebruikt, zoals bladeren, vruchproduk-ten, noproduk-ten en zaadjes. De recepproduk-ten kunnen ook dierlijke substanties bevatten, bijvoorbeeld stoffen afkomstig van slangen, padden,

(31)

duizendpoten, schorpioenen en dierenhorens. Recepten bevatten vaak zeer vele, soms tientallen, ingrediënten. De vorm waarin de geneeskrachtige kruiden worden toege-diend is uiteenlopend. Meestal krijgen patiënten pakketten kruiden mee voor enkele dagen11

• Elk pakketje bevat dan een combinatie van kruiden en moet dagelijks

gekookt en gedronken worden. Ook worden kruiden verwerkt in de vorm van bijvoor-beeld drankjes, pillen, capsules en poeders. Twee belangrijke voordelen van de Chinese kruiden-therapie in het algemeen, zijn: 1.) ze heeft bijna nooit (schadelijke) neven-effecten en 2.) ze is goedkoop (dit geldt echter niet in Nederland. Omdat de kruiden geïmporteerd moeten worden uit China zijn de kosten hoog).

Voeding

De kruiden die gebruikt worden in medicinale recepten zijn vaak kruiden die ook in het dagelijks gebruik voor komen en als voedsel (of als ingrediënt in een gerecht) gegeten (of gedronken) worden. Voedsel wordt gezien als noodzakelijk en belangrijk voor het behouden van een goede gezondheid. Volgens traditionele Chinese opvatting beïnvloedt voeding niet alleen de gezondheid in het algemeen maar wordt voedsel ook als medicijn beschouwd. De keuze van voeding op een bepaald moment is afhankelijk van de gezondheid op dat moment. Voedsel wordt onderverdeeld in de categorieën 'koud' en 'heet' (yin en yang). In het algemeen is 'koud' voedsel zacht, calorie-arm en plantaardig. 'Heet' voedsel is vetter (en pittiger) gekruid. Ook sterk alcoholische dranken zijn heet. De manier waarop voedsel bereid wordt heeft ook invloed op het 'heet. en koud zijn'. Dit variëert van: met koud water afspoelen (zeer koud), naar koken (koud), naar bakken en braden (heet), en frituren (zeer heet). In het algemeen is het zo, dat hoe langer het bereidingsproces duurt, des te heter het voedsel wordt. Bij voeding is het van belang om een balans tussen heet en koud te vinden. Ook voeding die als aansterkend wordt beschouwd, is onderworpen aan het heet-koud systeem. Bekende voorbeelden van aansterkend voedsel zijn: ginseng, gember en kippebouillon. In principe worden ziekten die met koude geassocieerd worden, behandeld door de patiënt wat hetere voeding te geven en vice versa. Door Nederlandse artsen voorgeschreven diëten, waarbij geen rekening is gehouden met het evenwicht worden dikwijls niet nagevolgd (Vriezen 1983).

11

Deze pakketten ziJn groot. Tijdens observaties in de Chinese geneeskundige praktijken zag ik soms mensen met sporttassen vol met kruiden naar buiten gaan.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Latijnse taal en cultuur of Griekse taal en cultuur kunnen als profielkeuzevak in het profiel cultuur en maatschappij op het atheneum worden gekozen, indien het bevoegd gezag

iii. het verstrekken van onjuiste informatie bij verzoeken tot vrijstelling, verlenging geldigheidsduur, en dergelijke, van een tentamen of examen. Een poging tot fraude

Het Complimentenspel bevat 80 kaarten met complimenten en is speciaal ontworpen voor kinderen en iedereen die met kinderen werkt en leeft. Door spelenderwijs met

Latijnse taal en cultuur of Griekse taal en cultuur kunnen als profielkeuzevak in het profiel cultuur en maatschappij op het atheneum worden gekozen, indien het bevoegd gezag

1p 21 Citeer uit het vervolg (t/m regel 12 domini) het Latijnse woord waarmee Nero aangeduid wordt. Regel 11

Verdeling van de examenstof Friese taal en cultuur GT over centraal examen en schoolexamen.. Exameneenheden GT CE

Voor studenten die zich tussen 1 september 2009 en 1 september 2011 voor het eerst voor de bacheloropleiding hebben ingeschreven geldt dat wanneer zij vijf jaar na het eerste

genderconventies die Leopold aanhangt, namelijk dat een vrouw er vrouwelijk moet uitzien, en die van Francis, die van mening is dat vrouwen door mannen worden gezien als