• No results found

Onderzoek naar den kostprijs van de melk in de periode 1 Mei 1942 - 30 April 1943

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Onderzoek naar den kostprijs van de melk in de periode 1 Mei 1942 - 30 April 1943"

Copied!
40
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

L A N D B O U W - E C O N O M I S C H I N S T I T U U T

' S - G R A V E N H A G E T E L E F O O N !

I

A

72.01.95 J U L I A N A VAN STOLBERGLAAN 2 6 R A P P O R T K o . . 1 6 ;

ONDERZOEK NAAR DM KOSTPRIJS VAN DE MTBTTK. IN DE PERIODE 1 Mei 1942 - 30 A p r i l 1943»

S

<A*'E C%,

(2)

A-COMMISSIE VAN ADVIES. J Biemond, P.J. Van Haaren, Ir. H.J. Huisman, U. Kooistra, Dr.In C. Schiere, J.A. Tjaden, Bleiawijko Tilburg. Hoorn. Leeuwarden. Utrecht. Den Haag. INHOUD. Tekst. Doel. Methode en materiaal.

I. De bepaling fan de historische kostenbeeiden in de basisjaren 1 Mei 1939 - 30 April 1940 en 1 Mei 1940- 30 April 1941.

II. De yooroaloulatie. A. De kosten. B. Dé opbrengsten, a. Nevenproducten. fc. Hoofdproduct - melk. Samenvattende resultaten. Staten.

OTerzieht van de berekening van de kostprijzen per kg. melk in de periode 1 Mei 1942 - 30 April 1943 bij de huidige vleeschprijzens

I. industriemelk-bedrijven in Priesland A. basisjaar 1 Mei 1940 - 30 April 1941. B. " 1 Mei 1939 - 30 April 1940.

II. zelfkazende «n industriemelk-bedrijven in Zuid-Holland en Utrecht A. basisjaar 1 Mei 1940 - 30 April 1941.

B. " 1 Mei 1939 - 30 April 1940. III.consumptiemelkbedrijven in Zuid-Holland A. basisjaar 1 Mei 1940 - 30 April 1941 B. " 1 Mei 1939 r 30 April 1940. Grafieken.

• " ,

De kale kostprijs per kg. melk van industriemelkbedrijven in Friesland; I. Frequentie-diagram in het basisjaar 1 Mei 1940 - 30 April 1941. II. Idem: basisjaar 1 Mei 1939 - 30 April 1940.

III. Sommatie-curve in het basisjaar 1 Mei 1940 - 30 April 1941. IV. Idems Hasisjaar 1 Mei 1939 - 30 April 1940.

De kal« kostprijs per kg. melk van zelfkazende en industriemelkbedrijven in Zuid-Holland en Utrechts

V. Frequentiediagram in het basisjaar 1 Mei 1940 - 30 April 194L VÎ. Idem: basisjaar 1 Mei 1939 - 30 April 1940.

VII. Sommatieourve in het basisjaar 1 Mei 1940 - 30 April 1941. VIII. Idem: »asisjaar 1 Mei 1939 - 30 April 1940.

De kale kestprijs per kg. melk van consumptiemelkbedrijven in Zuid-Hollands IX. Frequentiediagram in het basisjaar 1 Mei 1940 - 30 April 1941. X. Idem: basisjaar 1 Mei 1939 - 30 April 1940.

XI. Swnmatieourve in het basisjaar 1 Mei 1940 - 30 April 1941. XII. Idem: basisjaar 1 Mei 1939 - 30 April 1940.

Bijlagen.

I.' Kostenelementen.

II. Wijzigingscoëffieienten.

Overzicht van de wijziging van den kalen kostprijs per kfe. melk bij de huidige vleesfthprijzen, t.o.v.s

U I A . het basisjaar 1 Mei 1939 - 30 April 1940. H I B . het basisjaar 1 Mei 1940 - 30 April 1941,

IV. Berekening van de brutoresultaten op rundvee in de periode 1 Mei 1942 - 30 April 1943.

V. Berekening van den omvang van den melkveestapel,

VI. Berekening van de Vermoedelijke melkproductie in de periode 1 Mei 1942 - 30 April 1943.

(3)

L A N D B O U W - E C O N O M I S C H I N S T I T U U T

•S-GRAVENHAGE TELEFOON • • ^ H - H B M i ^ ^ ^ ^ ^ H H H B I ^ H H

72.01.96 J U L I A N A VAN STOLBERGLAAN 2 6

NIET VOOR PUBLICATIE. Aanvulling op rapport no. 16.

2^^2^_?4è2_2H_52§ï?3_IM_25_^^_ÏS_2I_£55ï221_i_M5ï_ll

2

z_3°

APR

- '43

Onderzoek naar de daling van de hoeveelheid gemolken melk en het vetgehalte sinds 1939 in Friesland en

Zuid-Holland.

DOEL.

De stijging van den kostprijs per kg. melk wordt in belangrijke mate bepaald door de daling van de hoeveelheid geproduceerde melk en eveneens eenigermate door de daling van het vetgehalte der .melk.

Daar de in ons rapport gebruikte cijfers betreffende de melkproductie hoofdza-kelijk gebaseerd zijn op de hoeveelheden geleverde melk moest in verband met de rantsoeneering van boter (sinds Juli I94O), kaas.(sinds October I940) en melk (sinds April 1941) en bovendien door het ontbreken van voldoende kracht-voer voor de opfok van kalveren en varkens rekening worden gehouden met de- mo-gelijkheid, dat in de latere jaren meer melk werd achtergehouden dan voor den oorlog het geval was. Dit aanvullende onderzoek is ingesteld om na te gaan hoe-veel de berekende productie in rapport no. 16 op basis van de geleverde melk verschilt van de hoeveelheid gemolken melk.

Eveneens is nagegaan hoeveel de daling van het vetgehalte in de in hét onder-zoek betrokken jaren heeft bedragen.

MATERIAAL EN METHODE.

In ons rapport hebben wij de daling der melkproductie uitgedrukt per ha, gras-land. Het aantal hectaren (gras- en bouwland) is de constante factor voor den boer voor de berekening van zijn totaal inkomen.

De hoeveelheid geproduceerde melk per ha. grasland is afhankelijk van twee factoren.

Ie. de melkproductie per koe.

2e. het aantal melkkoeien per ha. grasland. 1. De melkproductie per koe.

De gegevens van de melkcontrôlevereenigingen verschaffen ons het noodige mate-riaal betreffende dit püht.

A. Friesland.

In overleg met den Rijksveeteeltconsuleht'voor Frieslarid en de Bond van Cob-^ peratieve Zuivelfabrieken in Friesland werden in de Kleiweidestreek, de Veen-weidestreek en De Wouden ih het werkgebied vân telkens twee zuivelfabrieken, die als representatief voor de streek kunnen gelden, steekproefsgewijze van in totaal ruim 400 dieren over drie lactatieperioden de melklijsten nagegaan. Dieren van uitgesproken stamboekfokkers zijn uitgesloten. De koeien zijn in I939» I94O en 1941 allen afgekalfd in de periode 1 Jan. - 31 Mei. De lactatie-periodes vallen dus gemiddeld ongeveer samen met de kalenderjaren, waarin het afkalven plaats vindt, hoewel de zomerperiode het zwaarst weegt. In 1939 be-droeg de leeftijd van de in hët onderzoek betrokken koeien 5> 6 en 7 jaren, in I94O 6, 7 en 8 en dus in 1941 7» 8 en 9-jaar. Daar de leeftijd mede van

in-vloed is op de melkproductie is een correctie op de gevonden cijfers toegepast met behulp van de door den Heer Bosma gevonden gemiddelde verhoudingsgetallenl). De productie van een 8-jarig dier op 100 stellende krijgt de productie van

een 5""jarigey 6-jarige, 7-jarige en 9-jarige respectievelijk het verhoudingsr getal 92, 96,-99 en 99.

l ) . Ir. K. Bosma, Onderzoekingen omtrent de melkproductie-richting in de fok-kerij van het Ned, Zwartbonte Vee. Publicatie no. 11 van de Stichting "Fonds Landbouw Export Bureau I9I6-I918". Wageningen 1935«

(4)

2

-In de berekeningen is het gewioht van elk der zes gebieden gelijk genomen, overzicht van de uitkomsten van het onderzoek is te vinden in Staat 1.

Een

Pe.r koe is de gemiddelde productie in 1941 uitgedrukt in -a.' de gemiddelde productie van 1939 gedaald tot 91-»'6$ •

b ^ «'*'""""" '• van 1940 " " 94,3$. B. Kuid-rHolland. ...':

In Zuid-Holland is een andera. methode gevolgd dan in Friesland. Hier zijn niet dezelfde dieren, maar wel dezelfde bedrijven in het onderzoek over drie jaren betrokken. De gegevens werden"Verzameld door den Rijksveeteeltconsulent voor ZuidHolland. Zij hebben betrekking op in de respectieve boekjaren 1 Mei

-30 April afgesloten melklijsten. Daar de afkalfdatum gemiddeld 10 maanden voor het eindigen van de lactatieperiode ligt hebben de melklijsten afgesloten in het tijdvak 1 Mei 1939 - 30 April 1940 dus betrekking op melk van koeien, die afgekalfd zijn in de période l J u l i 1938 - 30 Juni 1939« Van'deze koeien is ge-molken in de periode 1 Juli 1938 - 30 April 1940 f de hoofdmoot der productie valt evenwel in het kalenderjaar 1939» Hetzelfde geldt voor de in de volgende boekjaren afgesloten melklijsten.

De gegevens zijn gesplitst naar dëh aard der bedrijven in zuivei'e weidebedrij-ven en gemengde bedrijweidebedrij-ven. In Staat U I . en 13? zijn de'uitkomsten vermeld. Per koe is de gemiddelde productie in de zuivere weidebedrijven in 1941

uitge-drukt in ;

a. de gemiddelde productie van 1939 gedaald tot 91*8$

b. 1940 99,6$

Per koe is de gemiddelde productie in de gemengde'bedrijven uitgedrukt in a. de gemiddelde productie van '1939 gedaald tot 92,4$

b^ " " » » 1940 " " 94,2$'. ' 2. Het aantal melkkoeien per ha. grasland.

Aantal melk- en kalfkoeien (Mei - Juni- telling) •

Friesland verhoudingsgetal • • " -il • • • Zuid-Holland verhoudingsgetal ii Nederland verhoudingsgetal' 11 1939 265.161 100 — _ •; 2O9.846 • 100 I.566.28I 100 ' > -1940 . . . . ' 2 5 4 . 7 1 4 . 96,1 100 204.709 97,6 100 1.520.392 97,1 100 1941 233.389 88,0 91,6 '182.325 86,9 89,1 I.372.885 ' 87,7 90,3 Oppervlakte grasland in ha.

Friesland verhoudingsgetal » Zuid-Holland verhoudingsgetal 11 Nederland Ve rhoudingsge tal 11 .1939 235.568 100 I52.992' 100 T — — 1.341.000 .100 — . . . 1940 231.544 98,3 100 151.178 98,8 100 1.328.000 99,0. 100 1941 232.997 98,9 100,6 149.360 97,6 98,8 1.320.000 98,4 99,4 L.E.I.

(5)

3

-Verhouding van het aantal koeien per ha. grasland

(verhoudingsgetal aantal koeien s verhoudingsgetal oppervlakte)

Friesland Zuid-Holland Nederland 1939 1940 100 100 100 1941 97,8 100 98,7 100 98,1 100 89,0 91,1 89,0 90,2 89,1 90,9 Verhouding geproduceerde hoeveelheid molk per ha.

(verhoudingsgetal productie per koe x verhoudingsgetal van aantal koeien per ha.) RESULTATEN Friesland Zuid-Holland weidobedri jven gemengde bodrij\ • A. Hoeveelheid molk. . . I939 100 -100- . _ w _ ren 100 -I94O

.M,9r

100.;... 91,0 100 95,2 100 • -1941 81,5 85,9 81,7 89,8 82,2 85,0

In rapport no. 16 is de melkproductie genomen over de perioden 1 Mei - 30 April. Por ha. zou dan de gemiddelde productie in 1939/40, 1940/41 en 1941/42 res-pectievelijk hebben /bedragen' 4II9 kg., 3582 kg. on 2846 kg. De productie van 1941/42 uitgedrukt in die van 1939/40 bedroeg dus 69$ en dit uitgedrukt in die van I940/4I dus 79$.

Uitgaande van do productie in 1941/42 wordt op grond van wijzigingen in een aantal factoren, (zie bijlage 6 van rapport no. 16) de vermoedelijke melkpro-ductie van 1942/43 berekend.

De productiegegovens van do controlo-vereenigingen hebben in hoofdzaak betrek-king op de kalenderjaren. Voor oen goede vergelijbetrek-king geven wij hier de met

onze in rapport no. 16 gebruikte productiegegevens over do boekjaren 1 Mei -30 April corrospondeeronde productiecijfers over de kalenderjaren (verstrekt door de Onderbedrijfsorganisatio voor Zuivel) weer.

Geproduceerde hoeveelheid melk in Nederland

Periode

1 Jan. - 31 Dec. 1939 1 " - 31 " I94O 1 " - 31 " I94I

Totaal in 1000 kg. per ha« ', verhoudingsgetal in kg. I productie per ha.

1 i 1 5.647.402 j 4211 5.209.476 • j 3923 4.IOO.635 I 3107 100 93,2 73,8 100 79,2 L.E.I.

(6)

4

-Daling van de geproduooerie hoeveelheid melk per ha. (in verhoudingsgetallen) 1939 1940 1941 I n $ v a n de p r o -d u c t i e v o l g e n s -d O.B.Z. I 9 4 I Gemiddelde i p r o d u c t i e i n u e a e r i a n a . v o l g e n s de O . B . Z . 100 9 3 , 2 7 3 , 8 e 100 100 7 9 , 2 100 V o l g e n s de g e g e v e n s v . d . c o n t r ô l e - v e r . P r i e s l a n d 100 9 4 , 9 8 1 , 5 1 1 0 , 4 100 8 5 , 9 1 0 8 , 5 Z u i d - H o l l a n d WbiduliudriJvun guui.ljtidrijv 1 100 9 1 , 0 8 1 , 7 1 1 0 , 7 100 8 9 , 8 1 1 3 , 4 100 9 5 , 2 8 2 , 2 1 1 1 , 4 1ÖÖ 8 5 , CV 1 0 7 , 3

Voor Friesland moet het voorbehoud gemaakt worden, dat door het feit, dat alleen voorjaarskalvende koeien (l Jan.-31 Mei) in het onderzoek zijn betrokken, de geconstateerde daling der productie waarschijnlijk iets minder is dan de gemid-delde daling in werkelijkheid is geweest. Daar hot aantal herfstkalvende koeien in verhouding tot het totaal echter niet zoo'n groote rol speelt is de-invloed van het weglaten van deze categorie vermoedelijk niet groot.

De conclusie, die uit de cijfers kan worden getrokken is, dat de productie in 1941 volgens de gegevens van.de O.B.Z..vergeleken met de resultaten, die de cijfers der contrôlo-vereenigingen opleveren rond 10$ te laag is berekend. De uitkomst van de daling in 1941 ten opzichte van 1939 is moer eensluidend, dan de uitkomst van de daling in 1941 ten opzichte van 1940.

Dit geldt voor de producten per ha. over het kalenderjaar 1941« In rapport no.16 i3 de door de O.B.Z. berekende productie over de periode 1 Mei 1941-30 April 1942 gebezigd. Het is evenwel geen gewaagde veronderstelling aan to nemen, dat de wer-kelijk geproduceerde hoeveelheid melk per ha, in de periode 1 Mei 1941-30 April 1942 ten minste evenveel van de door de O.B.Z. berekende hoeveelheid per ha. heeft afgeweken als in het kalenderjaar

1941-Zooals op blz. 7 van de tekst van rapport no. l6 is berekend werden de melk-prijzen per kg. loco-boerderij bij een 10$ hoogere productie dan de in de bere-keningen veronderstelde als volgt s

12,5 ot. 12,- et.

12.3 et. 12.4 ot. Friesland.

Middenbedrijf s kale kostprijs plus 20$ ondernemersloon 90ste van de 100 bedrijvenj kale kostprijs Zuid-Holland. 90 ste van de 100 bedrijven f kale kostprijs a. zelfkazende bedrijven

b. comsumptiemelkbedrijven B. VetgehalGe,

In Friesland (z..e Staat H ) is het vetgehalte in de jaren 1939 en 1940 gemiddeld constant. In ~i$rj. la het gemiddelde vetgehalte evenwel 3,64 tegen 3,74 in de vorige jaren»

In Dolfstrahuizen is de daling 0,16$.

In Zuid-Holland (zie staat'UI en T V ) is het gemiddelde vetgehalte in de weide-bedrijven van 3,40$ in 1939 gedaald tot 3,35$S dus slechts 0,05$.

In de gemengde bedrijven is practiseh geen sprake van daling in het vetgehalte. De mogelijkheid bestaat, dat de verdere verkrapping van het krachtvoedor in den winter van 1941/42 en het geheel wegvallen van het krachtvoeder in den winter van I942/43 tot een verdere verlaging van het vetgehalte zal leiden. In rapport no. 16 is er van uitgegaan, dat het gemiddeld vetgehalte in 1942/43 0,15$

(absoluut genomen) lager zal liggen dan i# de basa sjaren 1939/40 en I940/4I.

•R-I s - G r a v e n h a g o , i ^ J u n i 1 9 4 2 . LANDBÖUW-ECÖNOMIS (>îf'IKSCÏTUÜT

De D i r e c t e u r ,

H

s t

t/W

(7)

Aanvulling rapport no.,l6. Staat II,

STEEKPROEF NAAR HET GEMIDDELDE VETGEHALTE VAN DE WELK IN FRIESLAND OVER DE JAREN 1939« 1940.en 1941.

1939 1940 p==3rsafc*=jss==sfc 1941 i • . RsssBSssasssssss« • D e l f s t r a h u i z e n T i j n j e Workum O o s t e r e n d Bergum Donkerbroek D e l f s t r a h u i z e n T i j n j o Workum O o s t e r e n d Bergum Donkerbroek fc±====:=*: = * = = = = = = =; D e l f s t r a h u i z e n T i j n j e Workum O o s t o r o n d Bergum Donkerbroek I a a n t a l d i e r e n 59 81 76 72 77 36 401 59 81 " 76 72 77 36 401 s: xc a= sa es xx sz s 59 81 76 72 77 36 401 5 j a a r 3 . 7 0 3 . 7 7 3 . 8 4 3 . 7 7 3 . 7 9 3 . 6 8 = = i S S = a s s : a = s E s 6 j a a r 3.63 3.70 3.91 3.77 3.80 3.75 : i s r s s s s = = ==as 7 j a a r 3.54 3.64 3.75 3.56 3.76 3,66 stesrss = ====== 6 j a a r •l 1.60 ' 3 r 6 5 3.75 3 . 7 2 3.77 3.73 . ==u========, 7 j a a r ^ 3.52 3.59 3.79 4.25 3.77 3 . 7 2 *= = = = = « = 8 j a a r 3 . 4 3 3.61 3 . 7 e 3 . 6 3 3 . 6 6 3 . 6 4 =Js3S=3CC5 » 35 « jpt 7 j a a r 3.63 3.58 3.87 3.80 3.79 3.89 ======== 3 j a a r 3-6:0 3 . 5 0 3 . 7 8 3 . 8 5 3 . 7 7 3 . 6 2 i s s e s Q s s 9 j a a r 3.46 3.44 3.69 3.80 3.68 3.76 s s := ?s e s as =S s s as gom. g e h a l t e 3.66 3.66 3.82 3.76 3.78 3.73 3.74 3.59 3.59 3.86 3.91 3.78 3.72 3.74 3.50 3-56 3.73 3.64 3.71 3.67 3.64 % 100 100 TOO 100 100 100 $ 100 98.0 98.0 1 0 1 . 0 104.0 100.0 99-7 100.1 95-6 97.3 97.6 96.8 98.2 98.4 97.3 100 100 100 100 f 100 » 100 I 100 | 97.4 99.2 96,6 93.1 98.2 98.7 97.7 L.E. I.

(8)

Aanvulling rapport N0.I6, Staat III.

STEEKPROEF NAAR DE VERHOUDING DER PRODUCTIE PER KOE EN N/AR HET GEMIDDELDE VETGEHALTE IN ZUID-HOLLAND OVER DE JAREN 1939» 1940."EN 1941.

! I < Stolwijk Zevenhoven Rijnsaters-woude Bilwijk Giessen-Nieuwkerk Hekendorp Bodegraven Lekkerkerk Bodegraven Aarlander-veen Hoornaar Hazerswoude Langerak Lekkerkerk Gemiddeld Totaal Verhouding E getallen 1 • 1 aant. bedrj 1 1 10 18 27 30 7 11 27 26 9 11 6 22 24 15 243 I • gem.; leef-tijd! 4.6 4.6 4.3 4.3 4.«» 4.-4.1 4.2 4.3 4.3 4.1 4.5 5-3 4.2 4.3 WEIDEBEDRIJVEN. 1939 aant. - die-ren ; 174 573 729 665 100 311 707 585 297 344 122 631 554 383 6175 i !

i

I I

i

gem.! gem.i gem.' melk' vet-i lee£j gif tl perq.tijd: 1 > 44331 3.45,4.5 ! 3162! 3.37 4.5 -3538; 3.34;,4.3 4015J 3.34! 4.5 3373! 3.681 4.-3435J

3.25!'4.-3687J 3.38

3742J3.29

3508! 3.47 328913.41 3726 3.46 3707 3679 3817 3651 i !4.1 |4.3 '4.2 ; '4.3 3.9 3.38|Ï4.3 3.30S';4.3 3.42j|4.4

3.40J|4.3

i : i : 100! 100; j •I - : - |i

L J, ,.

1940 aant. die-ren 151 572 732 657 100 269 678 568 279 302 125 679 514 361 5987 I ; gem.; gem.j melk vet-j gift' perci i 4074;3.44| 291513.381 3337 3686 3219 3288 3282 3455 3001 j 3.33! 3.32 3.50 3.20 3.32 3.24 3.42

2975J3.44

3464|3.4O 3487i3.39 3499 3443 3366 3.34 3.37 3.36 ! i 92,2 100 98.8 100 1941 'i '•> i I gem.;aant, leeffdie-tijdjren 4.4! 139 4.4 4.2 3.7 3.8 '3.9 3.9 4.4 4.5 4.2 4.4 4.7 4.3 3.9 484 633 573 68 246 613 463 253 279 78 705 J 488 281

f

4.2! ; i ! 1 ! 5303 gem. melk gift 3774 2902 3273 3622 3016 3270 3264 3410 3182 3055 3678 357S 3511 3409 3353 91.8 99.6 gem.J. vet-pero 3.42 3.36 3.30 3.31 3.47'

3.261

3.36J;

3.25Î

3.33J

! 3.42 3.35!

3.36J

3.31 3.44 3.35 98.5-99.7 L.E.I.

(9)

Aanvulling rapport no. 168 staat IV.

STEEKPROEF NAAR DE VERHOUDING DEH MELKPRODUCTIE PEB KOE EN NAAR HET GEMIDDELDE VETGEHALTE IN ZUID-HOLLAND OVER DE JAREN 1939,

1940 EN 1941. 1 aant. bodr. j 's-Graven- ' deel j 21 Nieuw-Helvoet 14 i Poortugaal IJsselmonde Barendreoht Klaaswaal 13 4 13 14 Nieuw-Helvoet 16 Strijen Voorne Gemiddeld 23 31 Totaal J149 fferhoudings-getallen gem. leef tijd 5.- 4.-4.5 5.4 4.3 4.5 4.2 4.9 ! 4.-Ij

i!

4

'

5

I!

s s s s s

i

! I! 1, GEMENGDE BEDRI 1939 S aant d i e -ren 288 gem. melk gift 5287 283 j 4685 19214781 225 305 192 239 356 393 2473 4557 4247 4768 48 Iß 4565 4852 4729 := = = =,= 100 -gem. vet-j poro J I 3.52 3.87 3.51 3.5O 3.26 3.66 3.47 3.55 3.55 3.54 ===== 100 -JVEN. 15 ! i gem. aant. leef d i e -tijd ren 5.-4.3 4.9 5.3 4.1 4.7 4.1 4.9 4.-4.6 33XSSSX 305 310 200 177 266 167 229 350 379 2383 )40 '| gem., gem. ji melk vet-' gift poro: 5059 4619 4734 4253 4355 4602 4861 4559 4728 4641 ! 9 S S 9 = 9 6 . 4 100 il i

i

3.58I 3.39 3.55 3.49 j 3.3 5 j 3.36 j 3.52 3.56 3.60 i j 3.52 X & S & S S 99.4 100 gem. leef tijd 5.-4.3 5 -4.5 4.2 4.6 4.- 5.- 4.-4.5 i 1941 i I aant.i d i e - I ren 297 272 207 86 212 167 218 300 393 i 2152 gem. melk gift 4743 4357 4367 3795 42^4 4424 4633 4459 4301 4371 ====== 92.4 94.2 gem. vet perc^ 3.62! 3.47 j 3.50 3.42 3.45' 3-59' 3.52: 3.52, i 3.60 i 3.32, i 99.4 100 L.E.I.

(10)

y-"

Rapport Mo.16.

ONDERZOEJC NAAR DEN KOSTPRIJS VAN ÎŒLK IN, 1942/'43.

DOEL.

Het verkrijgen van eén zoo representatief mogelijk kostenbeeld van de produc-tie van de melk in verschillende gebieden en met verschillende bestemmingen voor de periode 1 Mei 1942 - 30 April 1943.

METHODE EN MATERIAAL.

I. De bepaling van de historische kostenbeeiden in de basisjaren 1 Mei 1939 -30 April 1940 en 1 Mé,i 1940.- 3ÏÏ""April

1941Van elk bedrijf is individueel de kostprijs van de melk gemiddeld per jaar -berekend. Daar de melk kwalitatief verschilt, heeft om een goede vergèlijkings-basis te verkrijgen, zoo mogelijk een herleiding van de kostprijzen plaatsge-vonden tot kostprijzen van melk met een vetgehalte van 3.3$. De kostprijzen

zijn dan evenredig met het vetgehalte gewijzigd.

Als uitgangsmateriaal zijn de fiscale boekhoudingen, die op de landbouwboek-houdbureaux zijn gevoerd, genomen.

Uit den aard der zaak konden voor de kostprijsberekening alleen overwegend weidebedrijven gebruikt worden. De fiscale boekhouding toch verschaft geen licht over de verdèeling van de kosten r-aer produót. Voorzoover nog nevenbedrijf voorkwam hoewel kwantitatief dus al naar verhouding minder belangrijk -is gepoogd door persoonlijk enquët «eren op de bedrijven zoo zorgvuldig moge-lijk een kostensplitsing tot stand te brengen. Het nevenbedrijf is dus zoo

goed mogelijk geëlimineerd. Als nevenbedrijf is aangemerkt; akkerbouw, varkens-houderij, schapenvarkens-houderij, paardenfokkerij, kaas- en botermakerij. Niet als nevenbedrijf is beschouwd: de rundveefokkcrij, de rundvoemesterij (mits op bescheiden schaal toegepast), de hooibouw, de kuilgraswinning on het aanhouden van voor het melkbedrijf benoodigde wérkpaarden.

De prœduoten van de rundveehouderij - de melk en het vee of vloesch - zijn verbonden producten, iln strikten zin kunnerl er dus geen afzonderlijke kost-prijzen berekend worden. Gezamenlijk raoeteh beide producten de totale kosten goedmaken. Er bestaat du^ een nauwe relatie tusschen de prijzen yan de melk en van het vee.

Daar de bruto-opbrengst van voe kwantitatief relatief veel minder belangrijk is dan dia van de mefk kari evenwel gevoegelijk do melk als hoofdproduct en het vee als bijprodudt worden beschouwd. De kostprijs von de melk is dienten-gevolge gevonden door op dè totale kosten, betreffende het rundvee in ruimen zin, in mindering ta brengen de opbrengsten van het Mjproduct voe. De kosten omvatten alle kostenelementen, uitgezonderd het ondernemersloon. De kostprijs geeft dus den kalen kostprijs weer.

Een toelichting op dö afzonderlijke kostenelementen is te vindon in Bijlage I. De aldus gevonden individueels kostprijzon zijn per gebied en per jaar in frequentie-diagrammen gerangsahikt n&'ir de hoogte en met een interval van

\ cent per kg. melk. Om toevallige afwijkingen in het steekproéfmateriaal uit te sohakelen is de normaalcurve aan de hand van de daarvoor gebruikelijke formule berekend. Om gemakkelijk bij eiken kostprijs te kunnen aflezen welk procentueel gedeelte van het totaal aantal bedrijven een lageren kostprijs heeft is op grond van de normaalaurve een sommatiecurve geconstrueerd. In de beide basisjaren heeft het onderzoek zich over een vrij groot aantal bedrijven uitgestrekt inde volgende weidegebieden?

1e. Friesland.(Kleiweidegebied, Veenweidegebied en De V'ouden). (grafiek I - IV) De melk heeft in deze gebieden een overwegend industrieele bestemming. 2e. Het aanelkaar grenzende gebied van Zuid-Holland en Utrecht, waar de melk

normaal voor de boerenkaasbereiding of industrieele verwerking bestemd is. Een herleiding tot melk van 3.3$ vet was voor het meerendeel van deze

T»e-drijven niet mogelijk (grafiek V - VIII).

3e. Het gebied rondom de groote steden in Holland, waar de melk voor directe eonsumptie bestemd is. Ook voor dit gebied was herleiding tot melk van 3,3$ vet niet mogelijk (grafiek IX - XIl).

In de gebieden met gemengde bedrijven is het niet goed mogelijk op grond van

de fiseale boekhoudingen tot betrouwbare kostprijsberekeningen te komen. Hier-voor is een gedurende hot boekjaar bijgehouden kostprijsboekhouding onontbeer-lijk. Een kostenbeeld van de productie 'van de melk in alle belangrijke gebie-den van Nederland kan dus niet v/orgebie-den gegeven.

(11)

2 -II. De yoorcalculatie.

De voorcalculatie bestaat in het aanbrengen tun wijzigingen in elk der kostprijsbepalende factoren in de basisjaren, zoodanig dat zij in over-eenstemming komen met den waarschijnlijk geachten toestand in de pe-riode 1 Mei 1942 - 30 April 1943.

A. De kosten.

Wijzigingen in de kosten kunnen zoowel naar hoeveelheid als prijs op-treden. Voor een goede analyse is noodzakelijk dat de kosten zooveel mogelijk zijn gesplitst tot homogene categoriën, wat de prijsbeweging betreft.

Een dergelijke ver doorgevoerde splitsing naar kostensoort wordt in de fiscale boekhoudingen niet aangetroffen. Voor een steekproefsgewijze gekozen aantal bedrijven per gebied fen per jaar is achteraf met behulp van de aanwezige bescheiden deze splitsing gemaakt. Per kostensoort is

een gemiddelde berekend.

Met behulp van de wijzigingscoëfficienten (Bijlage II) is voor deze groepen bedrijven de voorcalculatie uitgevoerd (Bijlage lil). De aldus gevonden totale kosten in de periode 1942/'43 uitgedrukt in een

per-centage van de totale kosten in de basisjaren geeft de wijzigings-coëff icient per jaar en per gebied voor al de andere bedrijven. Het is namelijk geen gewaagde', veronderstelling er van uit to gaan, dat

wij-ziging van de totale kosten van de geheele groep onderzochte bedrijven evenredig verloopt met de wijziging van de gemiddelde totale kosten van een willekeurig gekozen aantal van deze

bedrijven.-B. De Opbrengsten.

a. Nevenproducten. Voo:r' de niet belangrijke post organische mest, die als opbrengst— en kostenfactor verschijnt, zij verwezen naar de bijlagen over de kostenelementen en wijzigingsfactoren.

Van meer gewicht is de post bruto-resultaten op rundvee- De bepaling hiervan is in de basisjaren geschiedt volgens de opstelling?

(waarde eindinventaris + verkoopen) - (waarde begininventaris + aan-koopen). De bedrijfsvorm oefent een grooten invloed uit op dezen post-. De fokbedrijven in Priesland geven een belangrijke bruto-v.'inst ; de con-sumptiemelkbedrijven in Holland daarentegen een verlies, dat verklaard kan worden uit den aankoop van versehe koeien en den verkoop van afge-rnolken dieren»

In het algemeen is analyse van dezen post moeilijk. Zij betreft aan-en verkoop van fokvee aan-en gebruiksdieraan-en, aankoop aan-en verkoop van magere dieren voor veiweiderij en mesten op stal en tenslotte denverkoop van

slachtvee. Onder vrijwel gelijk gebleven productieomstandigheden zou het aannemelijk zijn, dat gemiddeld naar hoeveelheid en samenstelling deze Veemutatie- en -afzet een constant karakter heeft.

De voorcalculatie zou dan alleen uitgevoerd kunnen worden door een wij-. ziging in de prijzen van het veewij-.

Het ligt voor de hand dat de ingrijpende veranderingen, betreffende de verplichte veelevering en de beperking van het krachtvoer aanleiding hebben gegeven tot verandering in de bedrijfsvoering. De consumptiemelker van voorheen zal zich nu waarschijnlijk meer toeleggen op de aanfok van vee en bovendien een minder sterke veemutatie toepassen. Hierdoor zou het gewoonlijk voorkomende ¥ruto-verlies op rundvee veranderd kunnen zijn in bruto-winst. Daar staat evenwel tegenover, dat als consequentie van de toegenomen aanfok van jongvee, een minder groote oppervlakte grasland voor het melkvee beschikbaar is.

Het aantal melkkoeien of in elk geval de melkproductie - afgezien van andere factoren - zal dus zijn afgenomen. Wat op de eene post - bruto-resultaten rundvee - wordt gewonnen, wordt waarschijnlijk op de andere post - de melk - meer dan verloren.

Het is ons evenwel niet mogelijk gebleken de hier geschetste ontwikkeling kwantitatief in cijfers eenigszins te benaderen.

Bij de berekeningen hebben wij er ons op gebaseerd, dat de veeafzet in de basisjaren kwantitatief als normaal voor de periode 1942/^13 mag worden geschouwd.

(12)

3 -b. Hoofdproduct; de melk.

De Onderbedrijfsorganisatie voor Zuivel verschaft ons de volgende berekening: Melkproductie van 1 Mei 1939 - 1 Mei,1942.

Voor de berekening der melkproductie in de periode 1 Mei 1939 - 1 Mei 1941 is uitgegaan van de docr het Es-Bu.(C.B.S.) samengestelde cijfers feetreffende de industrieel verwerkte melk. Deze hoeveelheden werden ver • meerderd met de melk, verwerkt tot boerenkaas en bberenboter, de con-sumptiemelk, de bakkersmelk en de voor opfokdoeleinden gebruikte- melk. Be voor de bereiding van boerenkaas en boerenboter bestemde melk werd berekend aan de hand der prcductiedezer producten. Bij de berekening der in consumptie gebrachte melk werd uitgegaan van de voor het A.V.M.-gebied bekende consumptie, welke op basis der bevolking werd omgerekend tot de consumptie voor het geheels land. Het consumptiemelkverbruik der boerenbevolking werd geschat op 200.000 ton per jaar, de opfokmelk op 25O.OOO ton per jaar.

Van 1 Mei 1941 af werd geb-ruik';gemaakt van de door het C.B.S. samenge^-stelde cijfers betreffende de van veehouders ontvangen melk. Daardoor werd schatting der consump.iemelk overbodig, daar deze afgezien van het-.

eigen verbruik der veehouders, in eerstgenoemd cijfer is inbegrepen. Met clandestien bereide kaas en boter en clandestien in der handel ge-brachte melk kon uiteraard geeu rekening worden gehouden. •..

De totale melkproductie l ) , op de bovengenoemde wijze berekend, bedraagt voor de verschillende perioden ( in. 1000 kg)s

1 Mei 1939 1 November 1939 1 Mei I94O 1 November 1940 -• 1 November 1939 - 1 Mei • • ;••. I94O Totaal 1939/'40 - 1 November 1940 - 1 Mei I94I Totaal I94O /'41 3.2O9.5OO 2.314.200 5.523.7OO 2.993.3OO I.763.4OO 4.756.7OO 1 Mei I94I 1 November 1941 - 1'November 19!1 - 1 Mei I9/2 Totaal I941 /'42 2.492.7OO I.264.7OO 3.75.7.4OO Volgens* de berekening uitgevoerd in Bijlage VI zal de productie bedragen

in 1942/'43 2.064.. 000 I.IO5.OOO 1 Mei 1942 1 November 1942 - 1 November 1942 - 1 Mei I943 Totaal 1942/'43 3.I69.OOO

Voor de berekening van de verandering van de melkproductie per ha. dient nog in aanmerking te worden genomen, dat het areaal grasland in de basis-jaren 1939 en I94O respectievelijk bedroeg 1.341.000 ha en 1.328.000 ha. terwijl er in 1942 naar schatting 1.230,000 ha. grasland zal zijn. Totale productie van melk per ha«i

1939/»40 1940/'41 1941/'42 1942/'43 9.523.7OO.OGO » 4.756.7OO.OOO s 3^757.400.000 : 3.I69.OOO.OOO s •1.341-000-m 4119 kg, I.328.OO9 . 3582 kg. 1.320.000 „ 2846 kg. 1.230*000 = 2 5 7 6 kg.

De productie in 1942/'43> uitgedrukt in eer percentage van de productie in de beide basisjaren is dus resp. 62^2 vergeleken met 1939/'40 en 72$ vur-geleken met 1940/'41.

De wijzigingscoëfficient voor de absolute dalinç van de melkproductie wordt dust

voor hot basisjaar 1939/'40 100 s 62-J =» 1.60 '*' voor het basisjaar 1940/'41 ( 100 : 72 - 1.39"

l) De cijfers betreffende de totale melkproductie, welke gebruikt zijn in het rapport van April 1941 verschillen eenigermate met deze cijfers, hoofdzakelijk tengevolge^yan uiteenloopende ramingen betreffende het melkverbruik voor' «onsumpti^doeleinden en voor den opfok. Dé procentueel0 daling vertoont evenwel in beide berekeningen èléchts een gering versol'o.]:.

(13)

4

-Naast de daling van het kwantum melk is in ons vorig rapport een daling van het vetgehalte van 0.15$ op melk van gemiddeld 3.3$ vet ingecalculeerd. Voor 1942/' 43 is deze daling gehandhaafd.

Bus de wijzigingscoëfficient uit hoofde van de daling van het vetgehalte is 3,3 s 3.15 - 1.05.'

De mogelijkheid bestaat natuurlijk dat tengevolge van rol:vfcief gunstige of ongunstige weersomstandigheden de melkproductie hooger of lager uitvalt. Ver-der is er geen.rekening mee gehouden, dat er in vergelijking met 1941 in

1942 vermoedelijk een verdere verschuiving in denafkalftijd heeft plaats gevonden*

Tenslotte is er van uitgegaan, dat de hoeveelheid melk die in 194l/'42 voor eigen consumptie van de hoeren en.de opfok van het jongvee is gebruikt niet grooter was dan in de onmiddellijk er aan voorafp"iar-de jaren.

Om juist ingelicht te zijn over de daling van de hoeveelheid gemolken melk en eteneens ov©r het verloop van het vetgehalte in de jaren 1939/' 40, 1940/'41 en 194l/*42 worden steekproefsgewijze nog cijfers verzameld via de centrole-vereeni'gingen in Friesland en Zuid-Holland. De resultaten van dit onderzoek

sullen zoo spoedig mogelijk worden doorgegeven in een aanvulling op dit rapport.

SAigarcmnre.jfe

BEBTCDATE^.

In de grafieken zijn de kostenbeeiden in beide basisjaren voor de drie in het onderzoek betrokken bedrijven weergegeven.

Bij een beschouwing'van de köstenbeelden vaiït ops

le» dat de kostprijzen in 1940/'41 hooger zijn dan: in 1939/'40.

Voor de industriemelkbedrijven in Friesland en de zelfkazende en industrie-melkbedrijven in Zuid-Holland en Utrecht (omstreken van Gouda) liggen de kostprijzen van. het middenbedrijf in 1940/'41 ruim een -J- ct. per kg. hooger dan in, 1939/'40.

Voor de consumptiemelk-bedrijven evenwel 1-J et. Afgezien van de mogelijkheid, dat het betrekkelijk klein aantal bedrijven in dit gebied geen representatief beeld van het geheel geeft, is er wel een verklaring voor deze afwijking te vinden. Het ligt voor de hand, dat in het consumptiemelkgebied met zijn

dichte veebezetting de vermindering van het krashtvoer de melkproductie re-latief het meest heeft doen dalen. Bovendien bestaat de mogelijkheid dat in het gebied rond de groote steden reeds in 1940/'41 een gedeelte der melk aan haar wettelijke bestemming is onttrokken.1

2«. dat de spreiding van de kostprijzen in 1940/' 41 grooter is dan in 1939/'4G, met uitzondering van die van de consumptiemelkbedrijven. Terwijl voor het middenbedrijf in Friesland de kostenstijging een -J et. per kg. bedraagt, is dit voor het 90ste van de 100 bedrijven zelfs 1.3ot. Voor de zelfkazende en

industriemelk-bedrijten in Zuid-Holland en Utrecht is de kostenstijging voor het 90ste bedrijf I.05 et.

Wij krijgen den indruk, dat deze grootere spreiding in de kostprijzen der melk voornamelijk wordt veroorzaakt door een grootere spreiding in 1940/'41, vergeleken met 1939/'4Cl» wat betreft de post bruto-resultaten rundvee. Uitgaande van huidige vleeschprijzen zijn voor 1942/'43 de kale kostprijzen berekend, zooals deze in onderstaand staatje zijn weergegeven»

Staat À. Overzicht van de kale kostprijzen in ct. per kg. melk in 1942/'43. Percentage van het totaal aantal

be-drijven met een lageren kostprijs dan 4e er onder vermelde

50$ 80$ 90$

Voor berekening, zie s Friesland - industriemelkbedrijven

uitgaande van basisjaar 1940/'41 . " " " ' 1939/'40

Gemiddeld (afgeroad) Zuid-Holland en Utrecht - zelfjcaaende en industriemelk-bedrijvem

uitgaande van basisjaar 1940/'41 " " " 1939/'40

Gemiddeld (afgerond) Holland - oonsumptiemelkbedrijven uitgaande van basisjaar 1940/'41

M 11 M 1939/140 gemiddeld (afgerond) IO.58 10.-89 . 10.75 11.28 11.3.6 12.74 IO.78 11.73 12.32 11.94

12£1

12.80 I2.58

ie.

TO

13.59

12.23 12.90

13.31

12.60 12-95 I3.78 13.2£ I4.O8 13.07 13.60 Staat I Staat II Staat III L.E.I.

(14)

5

V o o t d e middenbedrijven zijn v o o r Friesland en ZuidHoilàndUtrecht de u i t -k o m s t e n op grond v a n de verichillende basisjaren v r i j w e l g e l i j -k . V o o r de consumptiemelk-bedrijven in Holland i s het verschil 1 c e n t . W a a r s c h i j n l i j k w a s Hetere overeenstemming verkregen indien h i j de berekening v a n de daling d e r melkproductie over gegevens u i t de consumptiemelk-hedrijven h a d kunnen w o r d e n fc«sehikt. N u i s de gemiddelde daling v o o r N e d e r l a n d ook aangenomen v o o r dit speciale g e b i e i .

D a a r d e spreiding v a n d e k o s t p r i j z e n in de basisjaren aanmerkelijk verschilde spreekt het v a n z e l f , d a t de uitkomsten v a n de berekeningen v o o r 1 9 4 2 / ' 4 3 v o o r het 80ste en 90ste bedrijf op'grond v a n de verschillende basisjaren ook e e n «rorrespondeerend v e r s c h i l v e r t o o n e n .

De berekende kale k o s t p r i j z e n zijn i n Friesland het laagst? de k o s t p r i j z e n i n h e t gebied.van de zelfkaaers liggen een •§ cent h ö o g e r } die v o o r de consumptie melkers i n Holland globaal 1 e t . hoóger. V p o r Friesland hebben deze kale., k o s t p r i j z e n betrekking op melk v a n 3.3$ v e t g e h a l t e . V o o r de zelfkazende en

consumptiemelkbedrijven w a r e n in de meeste g e v a l l e n de v e t g e h a l t e n niet b e -k e n d , zoodat de v o o r deze bedrijven bere-kende -k o s t p r i j z e n b e t r e -k -k i n g heVben op v o l l e m e l k . Het'vetgehalte in de jaren v o o r d e n oorlog w e e k i n deze gebieden gemiddeld niet veel a f v a n 3.3$. •• ' * W i j v e s t i g e n e r nogmaals m e t nadruk de aandacht o p , d a t b i j dç berekeningen1"

ervan'is u i t g e g a a n , dat de bedrijfsstructuur i n 1942/'43 niet principieel i s veranderd ten opziehte'van l939/'40 e n 1940/'41« Zdoals w e r e e d s eerder op-* m e r k t e n gaat deze veronderstelling niet op voor de consumptiemelk-bedrijven en - hoewel in geringere mate - o o k niet geheel v o o r d e , zelfkazende b e d r i j v e n . De toeneming v a n de eigen aanfok heeft voor een deel den aankoop v a n v e r s e h e k o e i e n v e r v a n g e n . Baardoor verbetert, de post bruto-restiltaten r u n d v e e , m a a r wordt eveneens d e melkproductie e x t r a v e r l a a g d . D e noodige gegevens ontbraken ons om d e w i j z i g i n g v a n deze factoren, in onze betekeningen te v e r d i s c o n t e e r e n . . ïe herekende k o s t p r i j z e n passen d u s niet geheel meer op d e w e r k e l i j k e b e d r i j v e n . V e r g e l i j k i n g k o s t p r i j z e n 1942/'43 met die v a n 1941/'42,in Friesland. •

Het v o r i g e jaar beschikten w i j vrijwel" alleen over betrouwbare gegevens u i t Friesland. T e r v e r g e l i j k i n g stellen w i j in staat B. de uitkomsten v a n het onderzoek v o o r de.periode 194l/'42 naast de n u v e r k r e g e n uitkomsten v o o r fte periode 1 9 4 2 / ' 4 3 .

Staat B» . K a l e kostprijzen v a n industriemelkbedrijven in Friesland in ct. p e r

k g . m e l k v a n 3«3$ v e t g e h a l t e . Peroeritage v a n het totaal aantal Tie-drijven met een l a g e r e n k o s t p r i j s d a n de er onder v e r m e l d e i, . :, ;...:...,. periode 1 M e i 1 9 4 2 / 3 0 April 1943, periode 1 M e i 1 9 4 1 / 3 0 April 1 9 4 2

Stijging Van d e kale k o s t p r i j z e n

.. . 5 0 $ .10.75 8.90' 1.85. 80$ 12.15 9-90 2.25 • 90$ 12.95 10.35 2.60 Het ondernemersloon. . ,

Ie in de Staten A en B weergegeven kostprijzen bevatten geen belooning voor de ondernemerswerkzaamheid van den boer. Voor den boer en zijn gezinsleden" 'is enkel een lopn voor handenarbeid ingecalculeerd gelijk aan dat van vreemde arbeidskrachten. Voor den boer is dit b.v. gelijk gesteld aan het loon van een flinken landarbeider.

Bij de prijsbepaling voor de periode 194l/'42 is op basis van het kostenbeeld in Friesland er van uitgedaan, dat d_e 9Qste Tan de 100 "bedrijyen,gerangsehikt naar de hoogte tan de kostprijzen en beginnende bij den laagsten, nog juist' zijn kalen kostprijs vergoed zou krijgen. Deze 90ste boer (het grensbedrijf) wordt dus gelijkgesteld met een landarbeider* Het vraagstuk van de bepaling van een ondernemersloen voor het middenbedrijf is dus op deze wijze omzeild. Indien de prijs voor 1942/'43 zou worden bepaald op de hoogte van den kalen kostprijs van het 90ste bedrijf in Friesland (dus practisch 13 et) dan zou het middenbedrijf per.kg. melk aan ondernumersloon 13 - 10.75 » 2.25 et. .ont-vangen. . .

(15)

-6-Bij een gemiddelde productie in Friesland yan ongeveer 2900 kg. melk van 3.3$ vet per ha l) in 1942/'43 zou dan de endernëmersbelosning per ha ruim f. 65.-bedragen.

Bij de berekening van de prijzen der akkerbouwproducten, vleesch- en eier-prijzen is als maatstaf van de ondernemersbelooning een percentage van de. totale kale kosten genomen. Bij de reeds vastgestelde prijzen der akkerbouw-producten voor oogst 1942 is dit percentage globaal op 20$ te bepalen.

Indien wij het Ondernemersioon voor de melk volgens de gevolgde methode bij andere producten berekenen komen wij tot de volgende 'pstelling: kale kostprijs per kg. melk voor het middenbedrijf 10.75 et. koste» in mindering gebracht tegenover de

brutó-ep-brengsten van het vee en vleesch in 1942/'43 tegen de

huidige vleeschprijzen 2.64 ot. Totale kosten voor melk en vleesch samen dus Ij.39 et.

Zal de boer op deze verbonden productie een ondernemers!oon genieten van 2fl$, dan moet dus de melkprijs gesteld worden op 10.75 + 20$ ( 13.39) = 13.43 of afgerond op 13j£_e_U per kg.

In dat geval ontvangt het middenbedrijf dus per kg. melk èoft ^ et meer aan •niernemersloon, dan in het geval, dat de melkprijs zou worden vastgesteld •p de hoogte Yan den kalen kostprijs (nl. 13 et) Tan den 90sten boer.

Het oniernemersloon bedraagt voor her middenbedrijf bij een ondernemersloon ran 20$ per ha 2909 x 2f ot = ongeveer f. 80.- per ha. .

Stijging eigenaarslasten.

In al; onze kostprijsberekeningen zijn wij tot nu toe uitgegaan van de kosten Van,het grondgebruik, zooals die ten laste komen vâïi den pachter. In de pacht

is sinds 1939/'40 practisch ge&n wijziging gekomtn. Voor de eigen boeren zijn

evenwel de lasten belangrijk gestegen.

In Bijlage II ónder nummer 32 is déze stijging berekend. De conclusie is

dat tengevolge van dë verhooging der grond-, polder- en waterschapsbelasting' de~kosien per geproduceerd« kg. melk in 1942/'43 Q.38 ct.. hooger zijn dan

1939/'40 omgerekend op het. kwantum 'melk' ir. 19^/-'43. Gelegerde melk en gemolken melk.

lij de sehatting van ie melkproductie in 1942/'43 zijn wij uitgegaan van de doer de onderbedrijfsorganisatie voor zuivel berekende melkproductie in 194l/'42.1ij deze berekening was geen rekening gehouden met een mogelijk grooter geworden verschil tusschen geleverde melk en gemolken melk, ver-geleken met de jaren, waarin nog geen rantsoeneering van melk en zuivel-producten was ingesteld. Een sehatting van dit verschil is ons niet moge-lijk. Volledigheidshalve geven wij hier weer welken invloed het op den melkprijs zou hebben indien in onze berekeningen indeidaad zou zijn uitge-gaan van een te laag kwantum gemolken melk.

Een melkprijs van bv. 13 «ent per kg. bij ie door ons berekende productie zou 12-§- ot. worden indien de prodmetie in werkelijkheid 4$ grooter zou zijn geweest en 12 ot. indien de productie ruim 8$ grooter zou zijr. geweest. De invloed van een verhooging der vleeschprijzen.

Zeoals in Bijlage IV is berekend zou een verhooging van vleeschprijzen op het niveau als in rapport no. 14 is voorgesteld tot geyolg hebben, dat op basis Tan de geschatte melkproductie 1942/'43 per kg. melk do bruto-resultaten op • rundvee ao&den stijgen van gemiddeld 2,b4 et tot 3*57 ot. Een dergelijke verhooging van de vleeuchprijzen zou dus tot gevolg hebben dat ie berekende melkprijs 0.93 ot. of globaal 1 ot. lager gesteld kan worden.

Zomerprijs en winterprije.

globaal genomen verhouden de berekende tatale zomerjroductie en wintorpro-duotie in ie periode 1 Mei 1942 - 30 April 1943 zich tot elkander als 2; 1.

Om b.v. den gemiddelden prijs van 13 at. per kg. effectief te maken zou dus •v. ds zomerprijs «p 12 ot. en de winterprijs op 15 ot. gesteld kunnen v/orden.

l) Be gemiddelde productie per ha» bedroeg in 1939/'40 op de in het onderzoek betrokken bedrijven rond 48OO kg. melk van 3.3$ vet. Rekening houdende met .. een daling van het vetgehalte van 3.3 «p 3.15 en met een achteruitgang van de productie met 37|$ aal dus in 1942/' 43 per ha een productie verwacht kunnen werden van ongeveer 2«K)0 kg melk van 3-3$ vetgehalte.

(16)

-7-Een verschil in prijshoogte tusschen zomer en winter gefundeerd op ver-schillen in productiekosten tusschen zomer- en wintermelk kan door ons bij gebrek aart voldoende gegevens in het huidig stadium van onderzoek niet worden berekend.-'

De herleiding van de melk tot melk met een vetgehalte ;van 3.3$. l)

Om de vergelijkbaarheid van het gebruikte materiaal onderling te ver-hoogen, was het gewenscht melk van uitqenloopende kwaliteit volgens haaxwaar.^P

tot een uniform product te herleiden. Evenals het vorige jaar is dit - voor-zoover het vetgehalte bekend was - gedaan in evenredigheid met het vetgehalte. Nu momenteel de betaling van de melk per kg evenwel geschiedt volgens het

stel-sel constante grondprijs + prijs x vetgehalte zou de herleiding eigenlijk ook op deze leest moeten worden geschoeid. t>e formule voor de herleiding wordt dan alsvolgt:

x = a + 3.3 ( v

x 31 kostprijs van de melk bij een vetgehalte van 3.3. a « grondprijs per kg. melk

v - werkelijk gemiddeld vetgehalte van het betrokken bedrijf k = totale kostprijs van de melk met vetgehalte v.

k - a)«

Terwijl de thans gebruikte formule is x 3.3

v X v v k

Het verschil in uitkomst bij gebruik van deze formules is, dat bij herleiding van melk van een hooger vetgehalte dan 3»3$ de door ona gevonden uitkomst inderdaad lager is dan bij gebruik van de betere formule;, en omgekeerd bij de melk van,een vetgehalte lager dan 3«3$.

Het verschil is n.l. a -1 3«3 y a

Bij v = 3«7 en a => 2.5 ot. kernen we dus

X 2.5 *• O.27 ót. per kg. te laag uit . 2 Â - iii

2.5 3 > 7

Daar in Friesland het vetgehalte in de basisjaren gemiddeld ongeveer op 3-70$ kan worden gesteld, zijn dus -de door ons herleide prijzen van melk met een vetgehalte van 3 »3% rond -J- cent te laag.

Samenvatting van de resultaten op pachtbasis en bij de huidige vleeschprijzen ( .in centen per kg. m e l k ) , ~ ~

Friesland' Middenbe-, yariMiddenbe-,1f Zelfkazende bedrijven Zuid-Holland, consumptie-me lkbedrij-ven

Het 90sté van de 100 bedrijven»

Kale kostprijs

Correctie herleiding(zie bover Kale kostprijs dus

Ondernemersloon Totale kostprijs

Bij event.5$ fraude (afgerond) Bij event.10$ fraude(afgerond

) 10.75

i-S?

1 1 . -2.75 13.75 1 3 . i ö 12.50 12.95 13.20 13.20 12*60 1 2 . -13.50 I3.5O 12; 90 12.30 13.60 13.60

13.*

12.40

Een lid van ie Commissie van Advies, Br. Schiere, maakte ons op dit punt op-merkzaam, doch stelde het probleem anders n.l. hoe verhouden zich de kosten van het produceeren van melk met een resp. vetgehalte Tjan 3-3$ en 3.7$, onder overigens gelijke omstandigheden. Wij daarentegen stelden de vraag hoe ver-houdt zich de waarde der verschillende prestaties. Dr. 'Sehiere neigt t«t de conclusie , dat de kosten van een kg. melk per procent vet belangrijk lager zijn van melk met 3.7$ vet dan van melk met een vetgehalte van 3«3$« Dit

verschijnsel zou dan mede het verschil in kostprijzen tusschen Friesland en Holland kunnen verklaren.

(17)

-8-• ^

Bij een verhooging van de vleeschprijzen in overeenstemming met 4e uitkomsten van rapport no. 14 kunnen deze einduitkomsten globaal 1 et.

lager gestald, worden.

Rekening houdende met de gestegen grondbelasting, polder- en waterschaps-lasten zouden de berekende kostprijzen voor eigenaarshoeren in het weide-gebied van Zuid-Holland rond 0.4 et. per kg. melk hooger worden.

»B-I s~Gravenhage, 2 Juni 1942. LANDBOUW^ECONOMISCH INSTITUUT,

De Directeur,

(Drs. J. Horring).

De leden van de Commissie van Advies hebben zich accoord verklaard met den inhoud van dit rapport.

(18)

Rapport No. 16. Staat I. OVERZICHT VAN DE BEREKENING VAN DE KOSTFRIJZBNPER KG.MELK VAN 3.3$ VET

IN BOEKJAAR 1 Mei 1942 - 30 April 1943 VAN INDtTSïRIEMELKBEDRIJVEN IN PRIESLAND. ( bij de huidige yleeaahprijzen).

À. Basisjaar 1940/'41.

Percentage van het totaal aantal bedrijnen met een lagere kostprijs dan do er onder vermelde.

Kale kostprijzen in 1940/'4l

Voorealculatie voor 1942/'43 uit hoofde van verandering in: le.de absolute kosten

2e.de absolute productie 3e.het vetgehalte

dus KALE KOSTPRIJZEtf 1942 /'43

wi.iz.çoeff. 1.14 1.39 1.05 50$ 6.36' 7.25 10.08 IÔ.58 IO.58 80$ 7.40 8.44 11.73 12.32 12.32 90$ 8.00 9.12 12.68 13.31 13.31 • 1 Ziet Grafieken: I en III. Bijlage III. Tekst blz.3. Tekst blz.4. 3t Basisjaar 1939/'40.

Percentage van het totaal aantal be-drijven met een lagere kostprijs dan de er onder vermelde.

Kale kostprijzen in 1939/'40

Voorcalöulatie voor; 1942/'43 uit hoofde van verandering in: Ie. de absolute kosten

2e. de absolute productie 3e. het vetgehalte

dus KALE KOSTPRIJZEN 1942 /'43

wijz.coëff. 1.12 1.60 I.05 50$

5.79

6.46

10.37 iO.69 10.89 8095 6.35 7.11 II.38 11.95 11.95 9<# 6.70 7.5O 12.-12.60 12.60 Zie: Grafieken II en IV. . Bijlage III. Tekst blz. 3. Teksi blz. 4. L.E.I.

(19)

Rapport No. 16. Staat II. OVERZICHT VAN DE BEREKENING VAN DE KOSTPRIJZEN PER KG. MELK IN BOEKJAAR

1 Mei 1942 - 30 April 1943 VAN ZELPKAZENDE- EN INDUSTRIEMELKBEDRIJVEN IN ZUID-HOLLAND EN UTRECHT, (bij de huidige vleesohprjjzen).

À. Basisjaar 1940/'41.

Percentage van het totaal aantal be-drijven met een lagere kostprijs dan ie er onder vermelde.

Sale kostprijzen in 1940/'41

Voorcalculatie voor 1942/'43« ail hoofde van verandering in: Le. de absolute kosten

2e. de absolute productie 3e. het vetgehalte

Dus KALE KOSTPRIJZEN 1942/'43

Wyz.coëff. 1.02 1.39 I.05 II ..! 50$ 7.58 7.73 10.74 11.28 11.28 . 80$ 8.60 8.77 12.19 12.80 12.80 90$ 9.25 9.44 13.12 13.78 13.78 Zie: Grafieken V. en VII. Bijlage III Tekst blz. 3. Tekst blz. 4. ». Basisjaar 1939/'40. , 1 m ü , ,

Percentage van het totaal aantal be^-irijveh met een lagere kostprijs dan ie er onder vermelde.

Kaie kostprijzen in 1939./'40

v?"o»rflaleulatie,.voor 1942/,i43. uit hoofde van verandering in» le. de absalute kosten

2e. ie absolute productie 3e. het vetgehalte

Dus KALE KOSTPRIJZEN 1942/'43

Wyz.coëff. Öi96 1.60 I.05 50£ 7t04 6.7S 10.82 11.36 11.36 80$ 7.80 7*49 II.98 12.58 12.58 1 - ' — - - -• - I — 1 - - --90$ 8;20 12.59 13.22 13.22 Zie: Grafieken VI. èn VIII. Bijlage III Tekst blz. 3« Tekst blz. 4. L»E« X•

(20)

Rapport No. 16. Staat III, OVERZICHT VAN DE BEREKENING VAN T?E KOSTPRIJZEN PER KG.MELK IN BOEKJAAE

1 Mei 1942 - 30 AJril 1943 VAN CONSUMPTIEMELKBEDRIJVEN IN ZUID-HOLLAND, (bij de huidige yleeaohprijzen).

A. Basisjaar

194°/'41-' • ! , , , •

Perbentage van het totaal aantal be-*-drijven lüöt een lagere kostprijs dan de er onder vermeld«

Kale kostprijzen in 1940 /!41

Voorcaloulatie voor 1942/'43 uit hoofde van varandering ins le. de absolute kosten

2»» de absolute productie 3e. het vetgehalte

Wijz.coëff. 0.99 1.39 1.05 Düs KALE KOSTPRIJZEN 1942/'43 • 50$ 8,82 8.73 12.13 12.74 12.74 80$ 9.40 9.31 12:94 13-59 13.59 L... 90$ 9.75 9.65 13;4l 14.08 14.08 Zie s Grafieken IX. en XI. Bijlage III. Tekst blz. 3. Tekst blz. 4. . . . B. Basisjaar 1939/'40.

Peroentage van het totaal aantal be-drijven met een lagere kostprijs 4an

Ie er onder vermelde

Kale kostprijzen in 1939/'40

ïoorrialcul&'iie voor 1942/'43 . : lit hoofde van verandering ih! Ie.dé^absolute kosten

2e.de absolute productie 3e.het vetgehalte

Wyzicöëff. 0.91 1.60 1.05 Dus KALE KOSTPRIJZEN 1942/'43

5C$ 7.05 6.42 10.27 10.78 10.78 80$ 8 > 7.28 11.65 12.23 12.23 90$ 8.55 7.78 12.45 13.07 13.07 Zie: Grafieken X.en XII. Bijlage III Tekst blz. 3. Tekst blz. 4. • *—_J L.E.I.

(21)

SOMMATIECURVE (SAMENGESTELD OF BASIS VAN DE NORMAAL CURVE) VAN DE INDUiLTRIEFELK-BEDRIJVEN IN PRIESLAND.

De getallen op de verticale as geven aan het midden van het interval van -J- oen-k.

9

Boekjaar 1 Mei 19'iC 25O hedrijven. - 30 April I94I. 10 "kale kostprijs 10 . 20 3.!

3_o. 40

!

59_

60 70 80 Grafiek IV. \ 90 10 1 aantal "bedr. jin fo

¥.

8j-t i

¥-

9-Boekjaar 1 Hei 1939 210 "bedrijven. 30 April 1940. jQ -t-kale kostprijs

(22)

^PBEQÜEHTIE-DIAGHIKMEN VAN DE IHDüSTRIEKBLICBEURIJYEH IN FRIESLAND, GRAHGSCHIKT

••» NAAR DB HOOGTE VAN JEN KALEN KOSTPRIJS IN CEETEN PER KG.HELK*

' De getallen op ie horiaontale as geVen aan het miàden Van het internal Van •J oent.

aantal-"bedrijven

Grafiek I . Boekjaar 1 Mei 1940 - 30 A p r i l 1941.

25O 'bedrijveni 50$ » 6;36 » e n t . 9©# = 8 . c e n t . k a l e kjAai-piai

i n

"Boekjaar 1 Mei 1939 - 30 April 194v 2*$ Uodrijven.

50^ = 5,.79 oent 5<$ « 9.70 eent

j k a l e k o s t p r ,

(23)

SOMMATIE-CURVE (SAMENGESTELD OP BASIS VAN BÉ NORMAAL-CURVE) VAN ZELFKAZENDE-EN INDUSTRIE-MELKBEDRIJVZELFKAZENDE-EN IN Z. HOLLAND ZELFKAZENDE-EN UTRECHT.

De getallét: op de verticale as geven aan het midden van het interval van •£• cent.

i

10 4 * 5 .i 6

i

1

kale kostprijs 10

Boekjaar 1 Mei 1940 - 30 April 1941« 129 bedrijven. 20 30_ " ' i 40 50 60 70 80 90 100 aantal hedr. 90 _ 10_ ""jaanfal" bedr. i n <fo.

Boekjaar 1 Mei 1939 - 30 April l 40. II8 "bedrij-'sn.

kale kostprijs

(24)

FREQUENTIE-DIAGRAMÖDN VAN ZDLFKAZEÏÏDE - EH INDÜ^mEJIgLEBEDRIJVEN IN ZUID-HOLLAND EN UTRECHT, GERANGSCHIKT HAAR DE HOOGTE VAN DEN KALEN KOSTPRIJS IN CENTEN PER KG.MELK.

,De g e t a l l e n op de h o r i z o n t a l e a s geven aan h e t midden van h e t i n t e r v a l van rx c e n t . G r a f i e k V. \ a a n t a l b e d r i j v e n . •boekjaar 1 Mei 1940 - 30 A p r i l 1 9 4 3 . 129 " b e d r i j v e n . •50#-»-T.-58 oerrb- - - - - - , 90$ = 9 . 2 5 c e n t 1 2 u 1 0

r

e l

! 4 H 2 » Grafiek VI. a a n t a l "bedrijven.

ia ;„

16 L

i

14 L

i

io L

8 L

« l

4

r

2 L 0 :

3i

/ _ l _ L . . y

't

6

"i 7 *

/ t f f f. \ . \ \ \ \ \ X . \ *

i

'*" '"••v kalle . . . . M " t | | |kc|stpr.

8 ' * 9 £ io i n

boekjaar 1 Mei 1939 - 30 April 1940. 118 'bedrijven, 50$ =» 7.04 cent 90$ = 8.20 cent \ \ .

V

1

K

" kale f J k o s t p r . 9 i 10 " f 11

(25)

FREQUENTIE-DIAGRAMMEN VAN CONSUMPTIEME'LIgiDM-JVEN "ÏN ZUID-HOLLAND, GERANG-SCHIKT NAAR DE HOOGTE VAN DEN KALEN KOb'ri'fJJ'y IN CENTEN PER KG. MELK.

De getallen op de herizontale as geven aan het 'midden van het interval van •J cent. '

Grafiek IX. Boskjaar 1 Mei 1940 - 30 April 1941.

69 bedrijven. 50$ = 8.82 cent 90% = 9.75 cent. Aantal bedrijven Grafiek X. «_Aantal - bedrijven Boekjaar 1 Mei 1939 122 bedrijven.

30fo = 7.O5 cent 90$ = 8.55 cent.

30 April I94O.

(26)

SOMMATIE-CURVE (SA"ENGESTELD OP BASIL VAN DE NORMAAL-CURVE) VAN CONSUMPTIE-MELK- H BEDRIJVEN IN Z.HOLLAND.

De getallen op de verticale as geven aan het midden van het interval van i cent.

10 ZO

JP-

JO

_5P_

60 70 80 90 IC * 9 * 10 'ïrafiek XI i <-kale kostprijs,

Boekjaar 1 Mei 1940 - 30 April 1941 69 "bedrijven. aantal hedr. in %. 11 Boekjaar 1 Mei Ï939 122 bedrijven. - 30 April 1?40. kale kostprijs.

(27)

"V

Rapport No. 16. Bijlage I.

DE KOSTENELEMENTEN. le. Netto pacht.

Voor pachtbedrijven is in rekening gebracht de betaalde pacht onder af-trek van de huurwaarde van de woning. Zoo noodig is op de betaalde pacht een correctie toegepast indien het bedrag door bijzondere omstandigheden (bijv. familiepaeht) abnormaal is te achten.

De bedrijven in eigendom zijn herleid tot pachtbedrijven, door alle kosten die normaal ten laste van den verpachter komen, te elimineeren en daar-voor in de plaats een pachtprijs in rekening te brengen die door soortgelijke bedrijven in dezelfde omgeving wordt opgebracht.

Het ontvangen, resp. betaalde weidegeld is van dg pacht afgetrokken resp. eraan toegevoegd.

2e. Mest.

Voor kunstmest is opgenomen de koston van de op het grasland uitgestrooide kunstmest voor het oogstjaar 1939> resp. 1940.

Als kosten van de op het grasland uitgestrooide organische mest is voor I939/4O in rekening gebracht f. 8.8O per ;tct volwassen koe omgerekend dier, berekend over het aantal dieren dat gemiddeld het geheele jaar op het bedrijf aanwezig is geweest.

In 1940/'41 is hiervoor echter f..l2.50 per omgerekende koe genomen. Voor varkens is f. 3.- per dier voor 1939/'40 in rekening gebracht; dit be-drag is gehandhaafd voor 1940/'41, daar het gemiddeld gewicht van de varkens is verminderd.

Van de kosten van de organische mest is v/eer afgetrokken, de stalmest afkom-stig van de rundveestapel en de bijbehoorende werkpaarden.

Het onder het vee gestrooide stroo, dat in 1939/'40 tot de koeten van de or-gani^ohe mest is gerekend, is dit jaar opgenomen onder de algemeene onkosten. Voor het totaal maakt dit geen verschil.

3e. Diverse kosten.

a. Onderhoud. Hieronder komt voor het onderhoud van de gebouwen dat gewoonlijk ten laste van den pachter komt5 het onderhoud van het grasland bestaande uit onderhoud van heinen, drainages enz. en tenslotte het onderhoud van de machines en het gereedschap.

b. Afschrijving. In 1939/'40 heeft de afschrijving 5$ bedragen van de boek-waarde van den inventaris inclusief de bij het rundvee behoorende werkpaarden. Thans is op de huidige waarde van de machines en gereedschappen een afschrijving van 5$ toegepast, terwijl op de voor het bedrijf benoodigde werkpaarden

fl, 75»- per stuk is afgeschreven.

o. Algfameene onkosten. Hieronder komen voor de sociale lasten, assurantie-premie, koeten melkcontrôle, veearts, stroo en zand voor strooiing, aankoop klein gereedschap enz.

Van het onderhoud grasland en van de kosten, die voor het geheele bedrijf zijn gemaakt, zooals contributies, administratiekosten enz. is in veorkomende gevallen een evenredig deel ten laste van de schapenhouderij resp. paarden-fokkerij gebracht.

4e. Loon.

In rekening is gebracht het aan derden betaalde loon en een nermale vergoeding voor den handenarbeid van der; boer en voor alle gezinsleden die

in het bedrijf hebben meegewerkt.

Afgetrokken is het ontvangen rijloon voor melk en in voorkomende gevallen het loon besteed aan andere dieren dan rundvee en de eventueel daarbij

be-hoorende werkpaarden. Van het loon voor de verzorging van gratiiand is cvenzoo het aandeel, evenredig met het gedeelte grasland dat door enclore dieren wordt benut, afgetrokken.

5e. Veevoer.

Behalve het gekocht veevoer is ook opgenomen hot in het bedrijf ver-kregen veevoer. Hiervan zijn de vervoederde akkerbouwpioducten gewaardeerd

(28)

- 2 - Vervolg Bapport No.16.Bijl.I. tegen marktwaarde> terwijl voor de vervoederde volle melk in 1939/'40 5

cent per liter ie berekend en voor ondermelk, karnemelk en wei resp. 1, 1 en

jg cent por litor. In 1940/'41 is voor volle melk 7ür cent per liter berekend en voor ondermelk, karnemelk en wei resp. 14,, 1-f en 0.35 cent per liter. 6e. Hooi.

Het verkochte (gevorderde) hooi is van de kosten afgetrokken. Hierbij zijn in 1939/'40 de eventueele begin- en oindvoorraden gewaardeerd op de marktwaarde. In 1940/'41 is hiervoor genomen f. 50.- per 1000 kg.

7e. Bruto-resultaat rundveestapel.

Onder dit hoofd zijn de aan- en verkoopen, de waardevermeerdering resp. vermindering van de rundveestapel, benevens de aankoopkosten en dekgeld ge-bracht.

Teneinde den invloed van marktprijsveranderingen van het gebruiksvee uit te schakelen zijn de dieren ae.n het beg'in en aan het einde van het jaar op

hetzelfde bedrag per dier gewaardeerd, met uitzondering van stieren en eventuoel mestvee, waarvoor de marktwaarde aan het begin- en aan het'einde van het jaar is aangehouden. De hierboven bedoelde bedragen zijn voor 1939/'40 gesteld op de gewestelijke waarde per dier, terwijl in 194C/'41 dezo bedragen alsvolgt zijn vastgesteld! f. 5°.- voor een kalf, f. 175«- voor een pink, f. 3OO.- voor een melkkoe die eenmaal heeft gekalfd en f. 375»- voor oudere melkkoeien.

80. Rente van den inventaris.-T

In 1939/'40 is 4$ rente in rekening gebracht over de inventariewaarde van het rundvee, de werkpaarden en de machines en werktuigen, waarbij echter deze waarde niet voor ieder bedrijf afzonderlijk is berekend. Dit is in

I940/'41 wel gebeurd; in ckvt jaar is de rente a 4% berekend over de v/aarde van den eindinventaris rundvee en werkpaarden en over de werkelijke waarde van de werktuigen en machines.

(29)

Rapport No. 16. Bijlage II.

i

LIJST VAN WIJZIGINGSC0EFFICIENTE2T VOOR HET ONDERZOEK NAAR PEN KOSTPRIJS VAN DE MELK VOOR HET JAAR 1942 - 1943. ~ '• f

1. Netto pacht.

a) voor 1942 - 1943 t.o.v. 1939 - 1940 s 1.- i

Door de bepalingen van Overheidswege is een verhooging van deze post boven het peil van September 1939 niet mogelijk.

b) voor 1942 - 1943 t.o.v. I94O - 1941 s 1.- ,' Hiervoor geldt hetzelfde als onder a.

2. Stikstofmeststoffen.

Bij de akkerbouwproducten is steeds rekening gehouden met de stikstofreserve in den bodem, die verbruikt wordt als de stikstofgift onvoldoende wordt. De onttrekking van deze reserve, die later moet worden aangevuld, is dan gelijk gesteld met de aankoop van eenzelfde hoeveelheid en om die reden als kosten gerekend.

Dit zelfde verschijnsel doot zich weliswaar bij het grasland aok voor, maar in geringe mate. D G hoeveelheid stikstof, die als reserve van in voorafgaande jaren gestrooide meststof aanwezig is, is geringer dan bij de akkerbouwpro-ducten en is ook klein t.o.v. de hoeveelheid die in de humus aanwezig is. Gegevens over de onttrokken hoevoolheid aan deze kleine reserve zijn niet beschikbaar. Daar deze factor sp de kosten van zeer weinig invloed is, is deze verwaarloosd.

3. Fosforzuurhoudende meststoffen.

Aangezien de hoeveelheid verkrijgbare fosforeuurmeststoffen zeer gering is moet worden aangenomen dat het gras de normale gifte nog aan de bodemreserve •nttrekt.

a) voor 1942 - 1943 t.o.v. 1939 - 1940 s 2.48.

De groothandelsprijs voor Superfosfaat 20$ was volgens de marktverslagen van het "Centraal Bureau" te Rotterdam f. 2.26 per 100 kg. in het basisjaar. De huidige prijs van dit artikel, die berekend is met behulp van de prijs van Superfosfaat 17$, is f. 5.60 per 100 kg.

De wijzigingscoëfficient is dus 3°60 « 2.48. 2.26 b) voor I942 - I943 t.o.v. I94O - I94I s I.42.

De groothandelsprije voor Superfosfaat 20$ was voor oogst 1940 f. 3.95 per 100 kg.

De wijzigingscoöfficiënt is dus hier 5°60 * 1.42. 3.95

Wordt in plaats van 1939 - 1940 het jaar 1938 - 1939 als basisjaar gebruikt dan wordt de wijzigingscoëfficiënt 5»60 » 2.25.

2.48

4. Kalimeststoffen.

a ) . I942 - I943 t.o.v. I939 - I94O s 1.08.

Volgens de gegevens van het Centraal Bureau was de gemiddelde groothan-delsprijs van kalizout 20$, 40$ en Patent Kali voor oogst 1939 f« 3.62 per 100 kg.

De huidige gemiddelde groothandelsprijs bedraagt voor dezelfde artikelen f. 3.9O per 100 kg.

De wijzigingscoëfficiënt is dus 3.90 = 1.08. 3T6T b) I942 - I943 t.o.v. I94O - I94I s I.05.

De gemiddelde groothandelsprijs van de kalimeststoffen was voor oogst I94O f. 3.70 per 100 kg.

De wijzigingscoëfficient is derhalve 3.90 œ I.05.

3.70

Wordt het jaar 1938 - 1939 als basisjaar gebruikt in plaats van 1939 - 1940 dan wordt de wijzigingscoëfficient 3-90 = 1.04.

3.74

(30)

Rapport Ho. 16. Bijlage II.

LIJET VAN.WIJSIGINGSCOEFFICTENTEJ VOOR HET ONDERZOEg NAAR DEN KOSTPRIJS

VAN DE MELK VOORTËËT'JAAR 1942 - 1943.

f

'

1. Netto paeht.

a) voor 1942 - 1943 t.o.v. 1939 - 1940 t

1.-Door de bepalingen van Overheidswege is een verhooging van deze post boven het peil van September 1939 niet mogelijk.

b) voor 1942 - 1943 t.o.v. 1940 - 1941 s 1.-Hiervoor geldt hetzelfde als onder a. 2. Stikstofmeststoffen.

Bij de akkerbouwproducten is steeds rekening gehouden met de stikstofreserve in den bodem, die verbruikt wordt als de stikstofgift onvoldoende wordt. De onttrekking van deze reserve, die later moet worden aangevuld, is dan gelijk gesteld met de aankoop van eenzelfde hoeveelheid en orn die reden als kosten gerekend.

Dit zelfde verschijnsel doet zich weliswaar bij het grasland aök veor, maar in geringe mate. D G hoeveelheid stikstof, die alg reserve van invoorafgaande: jaren gestrooide meststof aanwezig is, is geringer dan bij de akkerbouwpro-ducten en is ook klein t.o.v. de hoeveelheid die in de humus aanwezig is. Gegevens over de onttrokken hoeveelheid aan deze kleine reserve zijn niet beschikbaar. Daar deze factor op do kosten van zeer weinig invloed is, is deze verwaarloosd.

3. Fosforzuurhoudende meststoffen.

Aangezien de hoeveelheid verkrijfcbare fosforzuurmeststoffen zeer gering is moet worden aangenomen dat het gras de normale gifte nog aan de bodemreserve •nttrekt.

a) voor 1942 - 1943 t.o.v. 1939 - 1940 s 2.48.

De groothandelsprijs voor Superfosfaat 20$ was volgens•-de raarktverslagen van het "Centraal Bureau" te Rotterdam••••f-.- 2.26 per "100 kg. in het basisjaar. De huidige prijs van dit artikel, die berekend is met behulp van de prijs van Superfosfaat 17$, is f. 5.60 per 100 kg.

De wijzigingscoëfficient is dus 5.60 » 2.48. 2.26 b) voor I942 - I943 t.o.v. I94O - I94I s 1.42.

De groothandelsprije voor Superfosfaat 20$ was voor oogst 1940 f. 3.95 per 100 kg.

De wijzigingscoofficiënt is dus hier 5.60 m 1.42. 3.95

Wordt in plaats van 1939 - 1940 het jaar 1938 - 1939 als basisjaar gebruikt dan werdt de wijzi^ingscoëfficiënt 5°60 » 2.25.

2.48 4» Kalimeststoffen.

a ) . 1942 - 1943 t.o.v. 1939 - 1940 ; 1.08.

Volgens de gegevens van hot Centraal Bureau was de gemiddelde groothan-delspri js van kalizout 20$, 40$ en Patent Kali voor oogst 1939 f» 3.62 per 100 kg.

De huidige gemiddelde groothandelsprijs bedraagt voor dezelfde artikelen f. 3.9O per 100 kg.

De wijzigingscoëfficiënt is dus 3.90 •= 1.08.

TToT

b) I942 - I943 t.o.v. I94O - I94I s I.05.

DG gemiddelde groothandelsprijs van de kalimeststoffen was voor oogst I94O f. 3.7O per 100 kg.

De wijzigingscoèfficient is derhalve 3.90 «• I.05. 3.70

Wordt het jaar 1938 - 1939 als basisjaar gebruikt in plaats van 1939 - 1940 dan wordt de wijzigingscoë'fficient 3.90 = 1.04.

3.74

(31)

-3- Vervol/; Bijl.II.Rapport No. 16. 9.Afschrijving worktuigen.

a) 1942 - 1943 t.o.v. 1939 - 1940; 3.05.

In 1939 - I940 is 5^ afgeschreven over de boekwaarde aan het begin van hot jaar. Daar de gemiddelde boekwaarde ongeveer de helft is van de-aanschaf-fingswaarde is dit een afschrijving van 2i$ over de aanschafde-aanschaf-fingswaarde. Met behulp van gegevens verstrekt door h-jt "Centraal Bureau" is de

prijs-stijging van do op de veehouderijbedrijven moest voorkomende werktuigen berekend. Deze bedraagt thans t.o.v. 1939 - 1940

52.5$-De wijziuingscoëfficiont wordt nu, wanneer een afschrijving van 5/° over de aanschafwaarde wordt toegepast 2 x 1.525 = 3.05.

b) I942 - 1943 t.o.v. I94O - 1941 = 1.39.

In I94O - I94I is 5$ afgeschreven over de aanschaffingswaarde,. De prijs-stijging sinds I94O - I94I is volgens deztlfdo bron a,ls hierboven 39$« De wijzi^ingscoëfficient dus 1.39«

10. Afschrijving paarden.

a) I942 - I943 t.o.v. I939 - 19'0 » 5.78.

In I939 - I94O is gemiddeld per paard afgeschreven f. 13.20. Thans wordt een afschrijving van f. 75«- per paard berekend. Uitgaande van de op 17 Mei j.l, vastgestelde maximumprijzen voor klasse I is .dezo afschrijving alsvolgt be-rekend.

De prijzen zijn in de ouderdomsklassen van 3 - 1 0 jaar f. 1350.- on van 10 jaar en ouder f. 1200.-. ' ' •- * ' De slachtwaardo is gestold op f.- 300.-.

Gezien de hooge prijzen ia de gemiddelde leeftijd waarop deze laatste waarde bereikt wordt op 1% jaar gesteld.

De opbouw van de paarden-tapel wordt globaal alsvolgt aangenomens op een aantal van 14 is één paard 3 jaar; één.4 jaar/ oón 5 jaar enz. t/m lt jaar. De; totale afschrijving wordt per paard f. 1350 - f, 300 = f. 1050; por jaar

dus IO50 = f. 75.-. "14

De wijzi^ingscoëfficient is dan 75 = 5•7P• 13.20 b) I942 - I943 t.o.v. I94O - I94I ' I.50.

Daar in 1940 - '41 f. 50.- per paard afgeschreven is, is de wijzigings-coëfficient I.50.

11. Veearts geneesmiddelen enz. a) I942 - 1943 t.o.v. I939 - I94O s 1.33.

Berekend op grond van de gegevens verstrekt door den heer Zwagerman, Rijks-zuivelconsulent van Zeeland,

b) I942 - I943 t.o.v. I94O - I94I s 1.23.

Gebaseerd op gegeven.- van denzelfden persoon. 12. Verzekering vee en inventaris.

a) 1942 - I943 t.o.v. I949 - I94O % 3.-.

Daar de waarde met ^Cffr is gestegen en tevens veelal een molestverzekering gesloten is voor deze hoogere-'waarde wórdt de wij; igingscoëfficient 2 x 1.5= 3, daar verondersteld is- dat de premie voor molest en overige verzekeringen gelijk is.

b) I942 - I943 t.o.v. I94O - I94I s 2.-.

Naar schatting hoeft reeds in 1(,40 - 1941 de helft v;.n do boeren hun premie

verhoogd en een molestverkzering gesloten. Do wijzioingscofe'fficient is dan 2. 13. Melkcontr51e. T.B.C. Stamboek.

1„-Len verhoo^iny van de kosten van doze post per dier heeft volgens inlichtingen rosp. van de C.M.C., van don. secretaris v. n de 'Veroeniging tot bestrijding van de tuberculose en van andere veeziekten onder het rundvee in Zuid-Holland", on van den Inspecteur van het stamboek niet plaats gehad, tervijl ook hot aantal dieren niot vermeerderd is.

14. Klein gereedschap. "' a) I942 - I943 t.o.v. I939 - I94O s 1.40. .

Deze is evenals 8a gebaseerd op rapport No. 3. 1i) I942 - 1943 t.o.v. I940 -;1941;: 1.20.

Evenals 8b de helft is van 8a wordt 14b op do helft van 14a geschat. 15. Water, olcctriciteit en brandstof f e;>.

a) I942 - I943 t.o.v. I939 - I94O s 1.01.'

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het betreft in het bijzonder de collectie 'oude' schilderkunst; dus niet de contemporaine negentiende-eeuwse kunst die ook verzameld werd, niet de grafiek en tekeningen die na 1877

Aan het eind van de negentiende eeuw kwam daar een project bij dat even gedurfd als duur was en daarom toen veel stof deed opwaaien: de Nieuwe Waterweg, die uiteindelijk 140%

(A) ICL repair efficiency in Xenopus egg extract in the presence or absence of purified recombinant wild-type (WT) human HSF2BP or its R200T variant that cannot bind BRCA2.. #,

Hij voert Reynebeau's boek wel op als 'een typeproduct van historische systeemzucht', maar als hij niet overmand was geweest door het plotse verlangen zijn pijlen te richten op

Ook deze, onder auspiciën van het Instituut voor Nederlandse geschiedenis prachtig uitgegeven, vierdelige publicatie van bronnen betreffende de Ambonese eilanden zal nimmer

This letter will consider these three points in further detail: first, how the COVID-19 crisis is by no means degrowth; second, how COVID-19 shows that degrowth is needed; and

De vraagt rijst, of de auteur er niet beter aan had gedaan wanneer hij zijn studie had beperkt tot het leven en werk van deze veel- zijdige figuur, geplaatst in de lijst van

The increase in splenic B1 cell numbers in the absence of SIRPa signaling occurs most probably because of the absence of an inhibitory effect of on CD11b/CD18 integrin activation,