• No results found

ACP-advies over Wlz behandeling en aanvullende zorgvormen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "ACP-advies over Wlz behandeling en aanvullende zorgvormen"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Advies van de ACP aan de Raad van Bestuur van het Zorginstituut over Wlz (Wet langdurige zorg) behandeling en aanvullende zorgvormen (Titel advies: “Naar een eenduidige zorg voor alle Wlz cliënten”) (systeemadvies)

De Adviescommissie Pakket (ACP) adviseert de Raad van Bestuur van het Zorginstituut over voorgenomen pakketadviezen. Deze kunnen gaan over in- of uitstroom van interventies in de zorgverzekering, maar ook over de organisatie en de inrichting van de zorg. In het laatste geval spreken we van systeemadviezen. Zij doet dit vanuit het principe dat het systeem van de zorgverzekering en aanpalende regelingen maximale gezondheidswinst dient op te leveren voor de gehele bevolking. Bij systeemadviezen beoordeelt de commissie of de uitvoering ervan leidt tot

maatschappelijk rechtvaardige uitkomsten waarbij de kwaliteit van en de toegang tot zorg en de mogelijke uitvoeringsconsequenties (waaronder de betaalbaarheid) een belangrijke rol spelen.

De commissie heeft in haar vergadering van 30 juni 2017 gesproken over de positionering van aanvullende zorgvormen voor cliënten met een Wlz indicatie voor behandeling. Het advies gaat over Wlz-cliënten in een instelling en Wlz-cliënten die geclusterd wonen en een volledig pakket thuis (vpt) ontvangen. In het voorgenomen advies van het Zorginstituut wordt voorgesteld voor deze cliënten deze aanvullende zorgvormen vanuit de Wlz te gaan leveren (nu worden ze voor een deel van de cliënten nog uit de Zorgverzekeringswet geleverd) en door één Wlz instelling. Hierdoor wordt integrale zorg beter mogelijk

gemaakt.

De ACP kan zich uit het oogpunt van kwaliteit van zorg vinden in het voorgenomen advies van het Zorginstituut. Wanneer alle zorg vanuit de WLZ en vanuit één Wlz instelling wordt aangeboden, en dus niet versnipperd, komt dat ten goede aan de integraliteit en daarmee de kwaliteit van de zorg.

Ook uit het oogpunt van toegankelijkheid steunt de commissie het advies, omdat hiermee integrale zorg, die vrijwel alle Wlz-cliënten nodig hebben, beter toegankelijk wordt. Het advies heft namelijk de verschillen in het pakket die nu bestaan tussen Wlz-cliënten op.

De commissie heeft verder besproken dat het advies de keuzevrijheid van cliënten kan inperken doordat volgens het voorstel één Wlz instelling verantwoordelijk is voor alle te verlenen zorg. Hierdoor kunnen cliënten minder vrijheid ondervinden in het kiezen van hun zorgverlener. Aangezien het hier gaat om een groep cliënten die

minder goed of niet in staat is zelf regie te voeren, vindt de commissie deze mogelijke beperking van de keuzevrijheid te billijken, omdat hier belangrijke voordelen voor hen tegenover staan.

(2)

ZZP (tijdelijk) aanspraak krijgen op het integrale pakket. Het advies geldt ook voor een groep cliënten met een van oudsher laag ZZP. Het gaat hier om zogenaamde 'overgangscliënten': cliënten die nu geen toegang meer zouden hebben tot de Wlz, maar voor invoering van de WLZ al in een instelling verbleven. Deze groep zal steeds kleiner

worden. De zorgbehoefte van deze overgangscliënten is geringer en zij hebben niet allemaal integrale zorg nodig. Ook voor deze groep wordt de keuzevrijheid van behandelaren mogelijk kleiner. Maatregelen om deze groep apart te houden (bv door middel van her indicering) hebben dermate grote uitvoeringsconsequenties dat zij niet in verhouding staan tot het (tijdelijke) probleem.

Ten slotte speelt mee dat door het advies zowel voor zorgaanbieders, zorgkantoren als cliënten de aanspraak op zorg duidelijker wordt, waardoor minder uitvoeringsproblemen zullen bestaan.

De laatste twee overwegingen betreffen de uitvoerbaarheid van het voorstel. Dit betekent dat de Commissie het advies ook vanuit het oogpunt van uitvoerbaarheid steunt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het Zorginstituut is van mening dat deze integrale zorg het best geleverd kan worden als één zorgaanbieder verantwoordelijk is voor alle zorg, inclusief de aanvullende zorgvormen

Keuzevrijheid van (de ouders van) cliënten dient voorop te staan. Kinderen hebben vaak aanspraak op een breder pakket dan volwassenen. Kinderen die in een instelling wonen, hebben

De VGN steunt uw advies om behandeling en aanvullende zorgvormen onderdeel te laten zijn van het Wlz pakket voor alle cliënten met een Wlz indicatie, los van de leveringsvorm..

Hierbij gaat het om het loslaten van de koppeling tussen dominante grondslag en het best passend zorgprofiel (1), om het toetsen of een cliënt in aanmerking komt voor een

H330 kan niet worden voorgeschreven door een behandelaar die algemene behandeling biedt (ofwel huisarts van de verzekerde). • Is verzekerde zorg op grond van de Wlz. • Kan alleen

8.2.1 Probleem: Het onderscheid tussen Wlz-specifieke behandeling en geneeskundige zorg van algemeen medische aard is niet duidelijk.. 8.2.2 Probleem: Voor huisartsen is het

Daarbij speelt mee dat de zorgverlener in de Wlz niet per cliënt hoeft na te gaan om welke zorgverzekeraar het gaat, maar heeft te maken met één zorgkantoor

Nee, de eigen bijdrage voor de Wlz verandert niet als een cliënt een mobiliteitshulpmiddel vanuit de Wlz ontvangt?. Een cliënt hoeft geen aparte eigen bijdrage te betalen voor