• No results found

Bodemverbeterende materialen houden zandgrond in conditie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bodemverbeterende materialen houden zandgrond in conditie"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De verliezen aan organische stof door afbraak

en afvoer met de wortelkluiten kunnen zo hoog

zijn dat de bodemvruchtbaarheid afneemt.

De wetgeving beperkt de mogelijkheden om

meststoffen zoals dierlijke mest of champost

te gebruiken. Maar er zijn alternatieven om de

bodemvruchtbaarheid op peil te houden.

kg CaCO3per jaar per ha nodig. Door in plaats van 12 ton 36 ton GFT-compost per twee jaar te ge-ven, kon eveneens een voldoende hoge pH-waarde worden bereikt. Heidecompost en tuinturf heb-ben een lage pH-KCl. Bij toepas-sing van deze materialen neemt de pH-waarde van de grond zeer sterk af en is een aanvullende be-kalking van 500 à 600 kg CaCO3 noodzakelijk. Het veenmengsel en de boomschors hadden juist een hogere pH-KCl en gaven een stabiele, voldoende hoge pH.

Chemische analyses

Bij het gebruik van bodemverbe-terende materialen hebben de sa-menstelling en hoeveelheid

in-De Boomkwek

erij 2 (12 jan

uari 2001)

13

Om aan de eisen van MINAS en

het BOOM-besluit te voldoen, moeten kwekers met mineraal-arme, bodemverbeterende ma-terialen het organische-stof-gehalte van de bodem op peil houden. Het Boomteeltprak-tijkonderzoek heeft onderzoek gedaan naar de effecten van deze bodemverbeterende mate-rialen.

Tijdens de proeven is onder meer de invloed bekeken van de materialen op de pH in de grond (figuur 1 en 2). In de con-trolebehandeling was een vrij sterke pH-daling. Na de be-monstering in het voorjaar 1995 was de pH te laag. Op de zandgrond in Zundert was een onderhoudsbekalking van 300

Bodemverbeterde materialen

houden zandgrond in conditie

Teelt

In drie artikelen wordt het gebruik van organische stof onder de loep genomen. Het eerste artikel behandelt de invloed van bodemverbe-terende materialen op de chemische analyses. Het tweede artikel gaat in op onder meer de stikstoftoe-stand en in het derde artikel komen de berekeningen van de organische-stofverliezen aan bod.

Serie over

organische stof

4,0 4,2 4,4 4,6 4,8 5,0 5,2 Controle GFT compost 12 ton d.s. GFT compost 24 ton d.s. GFT compost 36 ton d.s. 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 jaar pH-KCI 4,0 4,2 4,4 4,6 4,8 5,0 5,2 5,4 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 Controle Boomschors Heidecompost Veenmengsel Tuinturf jaar pH-KCI

Figuur 1. pH-verloop bij het gebruik van GFT-compost op zandgrond.

Bron: Boomteeltpraktijkonderzoek; infographics: Jos Versteegen Bron: Boomteeltpraktijkonderzoek

Figuur 2. pH-verloop door het gebruik van bodemver- beterende materialen op zandgrond.

Beoordelingsklassen voor Chamaecyparis lawsoniana ’Columnaris’: 5 = 100-125 cm; 4 = 80-100 cm; 3 = 60-80 cm; 2 = 50-60 cm.

Beoordelingsklassen voor Prunus laurocerasus ’Rotundifolia’: 5 = 60-80 cm; 4 = 50-60 cm; 3 = 40-50 cm; 2 = 30-40 cm.

Foto’

(2)

De Boomkwek erij 2 (12 jan uari 2001)

15

De Boomkwek erij 2 (12 jan uari 2001)

14

bruik van grotere hoeveelheden GFT-compost gaf evenmin een toename in de gehalten zware metalen.

Stikstofbehoefte

Als voorbeeld is het verloop van het stik-stofgehalte in de grond opgenomen. In figuur 5 staan de behandelingen met

❚ De pH van de grond is met 24 ton

GFT-compost of hoger en met veen-mengsel op peil te houden.

❚ Een voldoende hoog kaliniveau is

te bereiken met 12 ton GFT-compost en met veenmengsel of boomschors.

❚ Aandacht voor de stikstofgift blijft

noodzakelijk; andere voedingsele-menten zijn meestal voldoende aan-wezig.

❚ Door aanvoer van organische stof

stijgt het vocht- en poriëngehalte.

❚ De gewasgroei is door extra

aan-voer van organische stof nauwelijks beter; het gaat dus meer om het op peil houden van de organische stof voor de grond zelf.

Resultaten

Th.G.L. Aendekerk is spe-cialist bodem, water en bemesting bij het Prak-tijkonderzoek Plant & Omgeving (PPO), sector bomen in Boskoop, telefoon (0172) 23 67 00.

Theo Aendekerk

Teelt

Proefopzet

In 1992, 1994, 1996 en 1998 deed het Boomteeltpraktijkonderzoek teeltproeven op het Zundertse proefveld. Voor de teelt werd bodemverbeterend materiaal aangebracht en door de grond gemengd. Elke teelt duurde twee jaar, behalve die van ’96. In 1997 werd Tagetes ingezaaid.

De hoeveelheden opgebrachte materialen waren: ❚ GFT-compost: 12, 24 en 36 ton droge stof per 2 jaar.

❚ Heidecompost, veenmengsel en boomschors: 300, 150, 75 of 75 m3per 2 jaar.

❚ Tuinturf: 250, 125, 75 of 75 m3per 2 jaar.

Per plantdatum zijn steeds drie gewassen uitgeplant op 24 proefvelden. Drie keer zijn kluithoudende gewassen uitgeplant en voor één jaar bos- en haagplantsoen. In het laboratorium werden de bodemverbeterende materialen onderzocht op: ❚ organische-stofgehalte;

❚ afbraak van de organische stof; ❚ mineralisatie van stikstof;

❚ voedingstoffenleverantie en de pH;

❚ bodemfysische eigenschappen zoals vochtgehalte, poriënvolume en dichtheid. De gewasgroei en -kwaliteit werd aan het eind van elke teeltperiode beoordeeld. Daarna volgde een vergelijking van de laboratoriumresultaten met de gewas-groei en de gemeten bodemcijfers.

Teelt

In Teeltpraktijk ver-telt een kweker over de dagelijkse werk-zaamheden op zijn bedrijf.

Teeltpraktijk

Piet Smits

Buxuskwekerij Piet Smits BV, Hazerswoude-Dorp

Bezwaar tegen kas

„Kort geleden is onze kasruimte uitgebreid, van 1.000 naar 3.000 m2. Er ligt een

beton-vloer in, met daaronder verwarming. Zo kun-nen we makkelijker werken en we denken dat dit systeem een energiebesparing oplevert. De inrichting is wel een dure manier, maar het is gelijk af.

We zijn gespecialiseerd in Buxus. Om ’s win-ters werk te hebben voor ons personeel, wil-den we die kas. Kijk, vroeger kon je ’s winters op de kwekerij duimendraaien of klaverjassen. Nu is het personeel daar veel te duur voor. Voordat het vriest zorgen we dat de nieuwe kas volstaat met opgepotte Buxus. Zo kunnen we continu planten afleveren. Daarnaast kun-nen we nu ’s winters stekken. Met hulp van vloerverwarming en waternevel komen die aan de wortel.

De betonvloer werkt gewoon geweldig; hij bespaart veel arbeid. Het transport op onze kwekerij gebeurt met nagemaakte veilingkar-ren op luchtbanden en die lopen perfect op het beton. De ruimte kunnen we nu helemaal vol zetten met stektrays en opgepotte plan-ten.

Tot onze stomme verbazing lazen we laatst in de krant dat buren bij de gemeente bezwaar indienden tegen onze kas. Terwijl die net klaar is. Binnenkort is de hoorzitting. Volgens ons zijn de buren bang dat hun huis nu min-der waard wordt, waarschijnlijk vanwege het uitzicht op het glas. De vergunning voor de kas hadden we al jaren en nu proberen de buren ons gewoon alsnog dwars te zitten. We zitten hier al 30 jaar. Mensen gaan steeds meer zeuren. Eigenlijk willen we nog een stukje bijbouwen. Doordat orders steeds groter worden, hebben we meer loodsruimte nodig om alles sneller te verwerken. In onze gemeente mag je maximaal 3.000 m2

kas bouwen. In buurgemeente Boskoop daar-entegen mag die oppervlakte 10.000 m2zijn.

Dat is juist het kromme van het verhaal! In het algemeen mag 30% van je kwekerij met kas zijn bebouwd. Onze kwekerij is 6 ha – dan zou je toch denken dat je meer dan 3.000 m2 kunt bouwen?’’

GFT-compost en in figuur 6 de andere producten. De hoeveelheid gemeten mi-neralenstikstof in het voorjaar (mei) in de controle-, boomschors- en tuinturf-proefvelden was circa 35 kg N per ha. Van de overige behandelingen waren de stikstofgehalten 10 tot 30 kg N per ha hoger. De benodigde aanvullende stik-stofgift voor de controle, boomschors en

tuinturf was gemiddeld circa 45 kg N per ha per jaar. Voor de overige behandelin-gen was dit circa 30 kg N per ha per jaar. Het N-mineraalonderzoek moet bij voorkeur na 15 mei plaatsvinden, omdat dat een beter inzicht geeft van de stik-stofmineralisatie. Eén jaar na het toedie-nen van de organische bodemverbete-rende materialen waren de N-mineraal-gehalten in de grond iets lager. De mineralisatie was lager geworden en de planten groeiden goed en namen meer voedingsstoffen op. De benodigde gift aan stikstofkunstmest moet dan hoger zijn.

Tussen de verschillende bodemverbete-rende materialen waren geen grote groei-verschillen te zien. De natuurlijke bo-demvruchtbaarheid van de zandgrond was zodanig hoog dat de boomkwekerij-gewassen een optimale groei gaven.

Extra aandacht was wel noodzakelijk voor het chemisch grondonderzoek. De bemesting moest worden aangepast, om-dat de diverse bodemverbeterende mate-rialen een verschillende reactie gaven op de pH en beschikbaarheid van voedings-stoffen.

Organische-stofgehalte

Het organische-stofgehalte in het perceel varieerde voor de controle van 1,8 tot 2,4% organische stof. De inzet van een groenbemester en de wortels van het cul-tuurgewas veroorzaakten deze grote spreiding.

Door het gebruik van bodemverbete-rende materialen steeg het organische-stofgehalte bij de grootste aanvoer tot ruim 3%. Dit leidde in het algemeen tot een goede groei. Het valt echter te be-twijfelen of de extra grote aanvoer, en dus de grotere investering, wel

noodza-kelijk is om de bodemvruchtbaarheid te verbeteren. Vooralsnog kan worden vol-staan met een onderhoudsaanvoer van organische stof. Er is echter geen sprake van een noodzakelijke extra gift om het organische-stofgehalte te verhogen.

De proefjaren toonden verder aan dat met de gekozen gewassen de aaltjespo-pulatie sterk kan toenemen op zand-grond. Er kon echter geen betrouwbaar verband worden gelegd tussen de popu-latieuitbreiding en het gebruik van bo-demverbeterend materiaal. Alleen de hoogste doseringen aan GFT-compost gaven de indruk dat de

populatieuitbrei-ding iets achterbleef. ●

vloed op de voedingsstoffen die voor de planten vrijkomen. In figuur 3 en 4 wordt het verloop van de beschikbare kali weergegeven.

Een hogere GFT-compostgift geeft een sterke toename van het K-HCl gehalte van de grond. In het tweede jaar na toe-diening van de GFT-compost was een sterke daling van het K-HCl gehalte waarneembaar. De uitspoelingsverliezen aan kali zijn hoog bij een hoog K-HCl gehalte in de grond. Extra kali-bemes-ting was alleen nodig voor de controle-velden en bij de laagste gift GFT-com-post.

In de proefperiode van acht jaar is geen kunstmestfosfaat bijgemest, toch zijn er tussen de behandelingen geen verschillen in fosfaatniveaus (Pw-getal en P-Alcij-fer) gemeten. Ook de gehalten aan zwa-re metalen in de cultuurgrond verander-den niet door de grote aanvoer van de bodemverbeterende materialen. Het

Apparatuur die ge-bruikt wordt voor het meten van de bodemvochtigheid en het poriënvolu-me. 4 9 14 19 24 29 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 Controle GFT compost 24 ton d.s. GFT compost 12 ton d.s. GFT compost 36 ton d.s. jaar K-HCI 0 20 40 60 80 100 120 140 7-4-'98 19-5-'98 3-9-'98 21-4-'99 2-6-'99 8-9-'99 Controle GFT compost 24 ton d.s. GFT compost 12 ton d.s GFT compost 36 ton d.s

Tijdstippen van monstername

N-min in kg per ha 4 6 8 10 12 14 16 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 Controle Boomschors Heidecompost Veenmengsel Tuinturf jaar K-HCI 0 20 40 60 80 100 120 7-4-'98 19-5-'98 3-9-'98 21-4-'99 2-6-'99 8-9-'99 Controle Boomschors Heidecompost Veenmengsel Tuinturf

Tijdstippen van monstername

N-min in kg per ha

Figuur 3. K-HCl-verloop van monsters uit vollegrond met GFT-compost.

Figuur 5. Verloop N-mineraal in 1998 en 1999 bij GFT-compost.

Figuur 4. K-HCl-verloop in vollegrond met bodem-verbeterende materialen.

Bron: Boomteeltpraktijkonderzoek

Bron: Boomteeltpraktijkonderzoek

Bron: Boomteeltpraktijkonderzoek

Bron: Boomteeltpraktijkonderzoek

Figuur 6. Verloop N-mineraal in 1998 en 1999 bij boom-schors, heidecompost, tuinturf en veenmengsel.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Long Belt Slider Quick Connect is ontwikkeld voor een 25 meter zwembad. De riembevestigingslus van de slang aan de band zorgt voor bewegingsvrijheid tijdens de training en

270 g bloem, 1 snufje zout, 1 theelepel bakpoeder, 200 g bruine rietsuiker, 200 gram zachte boter, 2 grote eieren, 400 g pure chocolade,.. siliconen

Publisher’s PDF, also known as Version of Record (includes final page, issue and volume numbers) Please check the document version of this publication:.. • A submitted manuscript is

In samenspraak met de beheerder kunnen bijkomende materialen bekomen worden.. Keukenmaterialen

Maar Rodrigues verze- kert: ‘De filter houdt de brandharen tegen, maar door zijn grote oppervlak laat hij voldoende lucht door om een goede zuigfunctie te garan- deren.’.. Kennis

o digitale camera of mobieltje met de mogelijkheid foto’s te nemen, de foto’s kunnen ook door de leerkracht worden genomen (per groepje van 4 of 5

Figuur 2.11 Ergosterol in Lisse en Vredepeel grond waaraan de verschillende organische producten zijn toegediend.. Het effect van de organische producten op de ziektewering van de

De vijf middelen die zijn opgenomen in GVS cluster 4N05AXAO V [aripiprazol, cariprazine, paliperidon, quetiapine en risperidon] zijn allen, evenals brexpiprazol, geïndiceerd