• No results found

Nederlands tekst herex. + correctiemodel

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Nederlands tekst herex. + correctiemodel"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1 MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR (MINOWC)

UNIFORM HEREXAMEN HAVO 2015 Vak: Nederlands (Tekstanalyse)

Datum: dinsdag 28 juli 2015 Tijd: 07.45-09.45 uur

---Aantal bladzijden tekst: 3. ---Aantal vragen en opdrachten: 25. Totaal aantal bladzijden: 7.

Controleer zorgvuldig of alle pagina’s in de goede volgorde zijn. Neem in geval van een afwij-king onmiddellijk contact op met een surveillant.

Hulpmiddel: woordenboek

---

Snoep goed

Wat begint met trek in een snoepje eindigt vaak met een lege zak. Hoe komt dat? En is het erg om een zak snoep in één keer leeg te eten?

I Eén keer is het gelukt, maar toen was de pot ook wel heel erg groot. Onze vroegere hoofdredacteur Karlijn van Over- beek was terug na haar zwangerschaps- verlof en om dat te vieren zette ze een 5

enorme snoeppot op de redactie, tot over de rand gevuld met zoetigheid. Wat niemand ooit voor mogelijk had gehouden gebeurde toch: ’s avonds zat er nog een bodempje in. Terwijl snoep dat op de redactie belandt 10

doorgaans een bijzonder kort leven be- schoren is. Er gaat een mailtje rond, een hunkerende meute stort zich op de weer- loze prooi en nog voordat de laatste collega het bericht gelezen heeft is er van het suiker- 15

werk niets anders over dan een lege zak en een paar verloren suikerkorrels. Hier op de redactie is het dus simpel: je moet wel meteen aanvallen, want anders doen je col- lega’s het en uit een lege pot valt niet te 20

snoepen. Maar, zo vertellen die collega’s, thuis gaan de zakken net zo goed in razend tempo richting prullenbak. Waarom is het bijna niet te doen om het bij één snoepje te houden?

25

II Eerst maar een andere vraag beantwoorden: waarom willen we snoepen?

Wat is er mis met een wortel of een stuk komkommer? ‘De eenvoudigste verklaring is dat snoep je trek bevredigt’, zegt Kees de 30

Graaf, hoogleraar sensoriek en eetgedrag aan Wageningen University. ‘Een wortel doet dat niet echt.’ De Graaf legt uit dat groenten weliswaar veel belangrijke voedingsstoffen bevatten, maar dat je er 35

amper energie uit haalt. En dat is toch wat je lijf graag wil als je honger hebt. Waarom krijgen we dan geen onstilbare trek in aard- appelen, brood of pasta, wat wel energierijke producten zijn? Dat komt door hun samen- 40

stelling. Je spijsvertering moet de kool- hydraten in die producten eerst kapot knip- pen. Pas dan komt de energie vrij die erin zit. De suiker in snoep neemt je lichaam veel makkelijker en sneller op. Het komt snel in 45

je bloed terecht en zit vol energie. Dat moet je dus hebben om snel van je trek af te komen. Bovendien zitten er in aardappelen, brood en pasta ook nog vezels, andere voedingsstoffen en een heleboel vocht. 50

Snoepjes zijn daarentegen kleine suiker- bommen, barstend van de energie.

III Het lijkt erop dat je brein maar al te goed weet dat snoep goed werkt tegen de honger en dat je daarom graag snoep eet. 55

(2)

2 Met zijn onderzoeksgroep heeft De Graaf

eens een aantal proefpersonen een eiwittekort laten oplopen. ‘Die mensen kre- gen trek in eiwitrijke voedingsmiddelen’, vertelt de hoogleraar. Het gaat dan met name 60

om hartige hapjes. Oude kaas en vleeswaren bijvoorbeeld. Op dezelfde manier kan je lijf er ook op aansturen dat je bij energiegebrek naar iets zoetigs grijpt. Hoe dat werkt? De Graaf legt uit dat je smaaksysteem eiwitten, 65

vetten en suikers signaleert wanneer je iets eet. Je lichaam weet daardoor wat je zo ongeveer binnenkrijgt als je een lapje vlees of een rolletje drop eet. Het smaaksysteem kan ook regelen dat je de nutriënten binnen- 70

krijgt die je nodig hebt: door ergens zin in te krijgen, bepaalt het hoeveel hartige of juist zoete tussendoortjes je gaat nemen.

IV Voor eiwitgebrek hoef je niet bang te zijn. Daar moesten De Graafs proefpersonen 75

een apart ontworpen dieet voor aanhouden. Tekort aan energie is een ander verhaal. Dan gaat je buik snel knorren. ‘We hebben in een andere studie gekeken naar het patroon van eetlust over de dag. Trek in zoet was ge- 80

durende de dag heel constant’, zegt De Graaf. Volgens hem hebben we een aangeboren voorkeur voor zoetigheid. Want zoet betekent suiker en suiker betekent energie. Die hebben we nodig om te 85

bewegen, na te denken en in leven te blijven. Suiker is zo belangrijk dat het beloningssys- teem in ons brein in actie komt als we wat zoets gevonden hebben. De hersenen reageren op suiker door dopamine te maken, 90

vertelt Tanja Adam. Aan Maastricht University doet zij onderzoek naar obesitas, waarbij zij vooral geїnteresseerd is in de effecten van hormonen in de hersenen. De dopamine die vrijkomt als je op een 95

winegum of een dropsleutel kauwt, is het zelfde stofje dat voor intens genot zorgt bij druggebruikers en dat vrijkomt bij een vrijpartij. Het beloningssysteem motiveert ons om dat lekkere vooral nog eens te doen. 100

Best logisch dus dat je na een eerste snoepje gauw nog een tweede, derde en vierde neemt. V Dopamine is niet de enige stof die vrijkomt als je suiker binnenkrijgt. Je alvleesklier brengt het hormoon insuline in 105

je bloed. De concentratie insuline maakt de hersenen duidelijk hoe je energietoestand is. ‘Zijn er nog reserves? Heb je eten nodig? Of ben je juist verzadigd? Dat soort dingen komt je brein te weten dankzij insuline’, 110

zegt Adam. Een laag insulinepeil zorgt ervoor dat je trek krijgt. ‘De laatste jaren is gebleken dat insuline daarnaast een rol speelt in het beloningscircuit. Er zijn receptoren in de beloningsgebieden ontdekt 115

waar insuline aan kan binden.’ Maar waar dopamine een fijn gevoel geeft, is het de rol van insuline om het belonende gevoel weer te dempen. ‘Je hebt je lievelingsmaal ge- kookt. ‘Oeh lekker’, denk je dan. Dat komt 120

door de dopamine die vrijkomt in je hersenen’, begint Adam. ‘Dat gaat heel snel. Maar in de loop van de maaltijd maak je meer en meer insuline aan. Dat gaat naar de hersenen en brengt de boel weer in balans. 125

Door insuline voel je bevrediging en uit- eindelijk verzadiging. Je hebt genoeg ge- geten.’ Ook door snoep gaat je insuline stromen, alleen trek je je daar weinig van aan als je snoept. ‘Als je naar verzadiging 130

zou luisteren, zou je na drie snoepjes best kunnen ophouden’, legt Adam uit. ‘Alleen luister je naar je beloningssysteem. Het gaat niet meer om honger hebben, het gaat om

nog meer lekkers eten.’

135

VI Naast insuline zorgt nog een andere stof voor verzadiging. Bij muizen werd in de jaren vijftig ontdekt dat ze alsmaar blijven eten als ze niet reageren op het hormoon lep- tine. Ze raken dan niet verzadigd en worden 140

obees. Normaal wordt ook leptine door de beloningsgebieden in de hersenen herkend en net als insuline geeft het een voldaan gevoel. Als het meezit tenminste. Dan zor- gen dopamine, insuline en leptine er samen 145

(3)

3 energietekort dreigt, maar ook dat je

ophoudt zodra je genoeg hebt gehad. ‘On- gevoeligheid voor insuline en leptine kan problematisch zijn’, zegt Adam. Het idee is 150

dat je minder snel een verzadigd gevoel krijgt als je minder gevoelig bent voor de hormonen. En je gevoeligheid daalt naar- mate je meer lichaamsvet verzamelt. ‘Men- sen die obees zijn, raken vaak helemaal niet 155

meer bevredigd’, vervolgt Adam, die als klinisch psychologe ook patiënten met een eetstoornis heeft behandeld. Het goede nieuws is dat het fijne verzadigde gevoel wel terug kan komen.

160

VII Het hele verhaal van honger krijgen en wel of niet bevredigd raken is eigenlijk nog ingewikkelder, met opioїeden die net als dopamine een lekker gevoel geven en andere stoffen naast insuline en leptine die helpen 165

om de balans te herstellen. De maagwand speelt daarbij ook een belangrijke rol. ‘Wordt die ver opgerekt, dan krijgt je brein het signaal dat je verzadigd bent’, vertelt Adam. Een bord frieten met een schnitzel, 170

dat vult je maag al snel. Maar snoep is compacter. Het duurt wel even voordat je maagwand daarop reageert met een ‘nu-is-het-genoeg-signaal’. De basis voor veeleterij zal duidelijk zijn. Je blijft gemotiveerd om te 175

eten, want dopamine geeft zo’n lekker gevoel. En anders blijf je wel proppen omdat je niet verzadigd raakt. Is het met al die genotsopwekkende stoffen nou ook mogelijk om verslaafd te raken aan snoepen? Daar- 180

over zijn de meningen verdeeld. Heikel punt in het onderzoek naar voedselver- slaving is het ontbreken van hard bewijs voor afkickverschijnselen als veeleters stop- pen met veel eten. De een wordt onrustig, de 185

ander futloos. Het ontbreekt aan eenduidige ontwenningsverschijnselen, legt Adam uit, wat het lastig maakt om van een snoep-, chocolade- of eetverslaving te spreken. Op de redactie mogen we graag een flinke 190

snoeppot plunderen, maar een dag zonder

zoetigheid overleven we wel, zonder rillen, hyperactiviteit of depressie.

VIII Hoe erg is het om een zak snoep in één keer te laten verdwijnen? Natuurlijk, je 195

moet zorgen dat je niet te dik wordt. ‘Belangrijk is hoeveel energie je binnen- krijgt en hoeveel je verbruikt’, stelt Adam. Zijn die twee in balans, dan blijf je op gewicht. ‘Het probleem met snoep is dat het 200

lege calorieën zijn. Behalve dat er aardig wat energie binnenkomt, schiet je lichaam er niets mee op.’ Zoetigheid stilt je honger wel, maar wie alleen op snoep leeft zal er door gebrek aan vitaminen, eiwitten en andere 205

voedingsstoffen wel op achteruit gaan. Om dat te voorkomen heb je groenten, wat vlees en fruit nodig. In de praktijk haal je je dagelijkse dosis energie uit brood, aardap- pelen, pasta en rijst. Kom je na de ge- 210

bruikelijke maaltijden nog wat calorieën tekort, dan kun je die aanvullen met wat snoep. Adam: ‘Er is niets tegen snoepen met mate. De behoefte aan een beloning in de vorm van lekker eten hebben we van nature. 215

Daar hoef je niet mee te stoppen.’ Maar mis- schien is het toch goed om de zak eens half vol te laten.

Door: Paul Serail 220

(4)

4 MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR (MINOWC)

UNIFORM HEREXAMEN HAVO 2015 Vak: Nederlands (Tekstanalyse)

Datum: dinsdag 28 juli 2015 Tijd: 07.45-09.45 uur

--- Vragen en opdrachten bij de tekst Snoep goed (4 bladzijden)

-Geef niet meer antwoorden (zinnen, redenen, voorbeelden, argumenten enz.) dan er worden gevraagd. Als er van bovenstaande één wordt gevraagd en je schrijft meer dan één op, dan wordt alleen de eerste in de beoordeling meegeteld.

-Bij de multiple choice vragen noteer je alleen de letter van je keuze.

Let op: Er zijn 6 open vragen en 19 multiple choice vragen.

--- Score Inhoud

2p. 1. Het onderwerp van de tekst is: A. Het risico van snoepen

B. Het belang van snoepgoed C. De werking van snoep D. De functie van snoep 2p 2. Kies het juiste antwoord

De hoofdgedachte van de tekst is:

A. Zoetigheid bevredigt wel je trek, maar is een bron van calorieën. B. Zoetigheid geeft energie, maar dat is niet genoeg voor het lichaam.

C. Zoetigheid is goed tegen honger, maar om te leven heb je vitaminen, eiwitten en andere voedingsstoffen nodig.

D. Zoetigheid doet eten, maar geeft het lichaam niet de juiste hoeveelheid koolhydraten. 1p. 3. Het deelonderwerp van alinea III is:

A. Functie smaaksysteem B. Belang snoepgoed C. Functie nutriёnten D. Functie eiwitten

1p. 4. Het deelonderwerp van alinea IV is: A. Gevolg energietekort

B. Gevolg eiwitgebrek

C. De neiging tot doorsnoepen D. Minder eetlust

(5)

5 1p. 5. Vul aan. Wat is juist?

Volgens hoogleraar sensoriek en eetgedrag, Kees de Graaf, bevredigt snoep je trek maar groenten of aardappelen niet, want …

A. uit groenten haal je veel energie.

B. aardappelen bevatten geen koolhydraten. C. koolhydraten worden snel opgenomen. D. de opname van suiker is gemakkelijker. 2p. 6. Wat is niet juist?

A. Volgens De Graaf is voorkeur voor zoetigheid aangeleerd. B. Dopamine heeft niet dezelfde werking als insuline.

C. Insuline en leptine zorgen ervoor dat je niet dooreet als je verzadigd bent. D. Obese mensen kunnen het voldaan gevoel terugkrijgen.

2p. 7. Welke bewering is waar?

I. Insuline, leptine en andere stoffen zorgen voor een lekker gevoel. II. Opioïeden en dopamine geven een voldaan gevoel.

A. I en II zijn beide juist. B. I en II zijn onjuist. C. I is juist en II is onjuist. D. II is juist en I is onjuist.

2p. 8. Zie de lead: Wat begint met trek in een snoepje eindigt vaak met een lege zak. Hoe komt dat? Welke andere vraag in de tekst heeft dezelfde inhoud als bovenstaande zinnen?

2p. 9. Zie vraag 8. In welke alinea wordt de vraag “Hoe komt dat?” beantwoord? 2p. 10. Zie de vraag in regel 194-195: “Hoe erg … laten verdwijnen?”

Welk antwoord geeft de tekst hierop? Structuur

3p. 11. De tekst heeft een driedeling. Welk antwoord is juist?

A. Inleiding: alinea I en II B. Inleiding: alinea I Kern: alinea III t/m VII Kern: alinea II t/m VI Slot: alinea VIII Slot: alinea VII en VIII C. Inleiding: alinea I D. Inleiding: alinea I en II Kern: alinea II t/m VII Kern: alinea III t/m VI Slot: alinea VIII Slot: alinea VII en VIII 2p. 12. De inleiding van de tekst bevat:

A. een voorbeeld

B. de hoofdgedachte van de tekst C. achtergrondinformatie

(6)

6 2p. 13. Het slot van de tekst bestaat uit een:

A. conclusie en aanbeveling B. samenvatting en aanbeveling C. mening en samenvatting

D. conclusie en toekomstverwachting 2p. 14. De kernzinnen van alinea V zijn:

A. r. 103 – 104: “Dopamine is ... binnenkrijgt.” en r. 133-135: “Het gaat ...eten.” B. r. 104-106: “Je ...je bloed.” en r. 106-107: “De concentratie ... is.”

C. r. 106-107: “De concentratie ... is.” en r. 133-135: “Het gaat ... eten.”

D. r. 103-104: “Dopamine is ... binnenkrijgt.”, r. 104-106: “Je ... je bloed.” en r. 106-107: “De concentratie ... energietoestand is.”

Verbanden

1p. 15. Wat is de functie van de dubbele punt in regel 18? Na de dubbele punt volgt een: A. opsomming

B. verklaring C. citaat D. voorbeeld

1p. 16. Het verband tussen de zinnen in r. 45 – 46: “Het komt ... energie.” en r. 46 – 48: “Dat moet ... te komen.” is een:

A. reden B. opsomming C. tegenstelling D. conclusie

1p. 17. Het verband tussen de zinnen in r. 64-67: “De Graaf ... eet.” en r. 67-69: “Je lichaam ... drop eet.” is een:

A. oorzaak-gevolg B. voorwaarde C. reden

D. tegenstelling

1p. 18. Het verband tussen r. 82-83: “Volgens hem ... zoetigheid.” en r. 83-85: “Want zoet ... energie.” is een:

A. reden

B. tegenstelling C. oorzaak/gevolg D. voorbeeld

1p. 19. Het verband binnen r. 130-132: “Als je ... kunnen ophouden, ...” is een: A. verklaring

B. voorwaarde C. opsomming D. tijd

(7)

7 1p 20. Het verband tussen alinea V en VI is:

A. een tegenstelling B. een conclusie C. een reden D. een opsomming Verwijzingen

5p. 21. Waarnaar verwijzen de volgende woorden? Begin je antwoord met de vet gedrukte woorden. a. “Dat” in r. 40 verwijst naar ...

b. “daardoor” in r. 67. Waardoor? Doordat ... c. “Daar ... voor” in r. 75-76. Waarvoor? Voor ... d. “Die” in r. 85 verwijst naar ...

e. “daarbij” in r. 167 verwijst naar ...

Redeneringen

1p. 22. In het tekstgedeelte van r. 82 tot 89: “Volgens hem ... gevonden hebben.” zit er een redenering. Hoeveel argumenten zijn er voor de stelling in deze redenering genoemd? A. 1

B. 2 C. 3 D. 4

2p. 23. Zie de redenering in alinea IV, regel 99-102: “Het beloningssysteem ... neemt. a. Noteer de zin die de stelling is in deze redenering.

b. Welke zin van de redenering is de conclusie?

1p. 24. Zie de redenering in r. 201-206: “Behalve dat ... achteruit gaan.” Wat is juist?

A. “Behalve dat ... mee op.” (r. 201-203) is een stelling- mening.

B. “Zoetigheid stilt ... achteruit gaan.” (r. 203-206) is een stelling- mening. C. “Behalve dat ... mee op”. (r. 201-203) is een stelling- feit.

D. “Behalve dat ... mee op.” (r. 201-203) is een argument- feit.

4p. 25. Neem de letter van de volgende beweringen over en zet achter elke letter feit of mening. a. r. 69-71: “Het smaaksysteem ... nodig hebt: ...” is een ...

b. r. 82-83: “Volgens hem ... zoetigheid.” is een ... c. r. 103-104: “Dopamine is ... binnenkrijgt.” is een ... d. r. 154-156: “Mensen die ... bevredigd, ...” is een ...

45 + 5 = 50 = 10 SUCCES! 5

(8)

8 .

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit zijn jongeren van 16 of 17 jaar die nog geen recht hebben op een uitkering en jongeren van 18 jaar die het wettelijk minimumloon niet kunnen verdienen, nog thuis wonen

Data hebben een hele grote hardheid, maar je moet dat toch zien als de illusie van beheersing.. Het gaat er ook om hoe je met de

energiebesparende voorzieningen (gevelisolatie, energiescherm) kunnen lagere temperaturen beter worden opgevangen, waardoor het mogelijk wordt om eerder met de hoofdteelt te

Weten welke materialen geschikt zijn voor het bekleden van een boek met valse ribben.. Een halve band met valse ribben kunnen plaatsen en

BC 121 Het onderhoud en herstellen van bepaalde gereedschappen De werkplek ordelijk kunnen houden BC 122 Veiligheid, gezondheid en milieu.. De organisatie van de werkplek

- Voegt met behulp van natuurlijke aroma’s smaak en kleur toe aan de producten - Respecteert de regelgeving van hygiëne en voedselveiligheid.

- Voegt met behulp van natuurlijke aroma’s smaak en kleur toe aan de producten - Decoreert en snijdt producten volgens vooropgestelde recepten en kwaliteitseisen - Respecteert

Er zijn geen bijkomende instapvoorwaarden bovenop de algemeen geldende instapvoorwaarden van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs voor het