3t
lt -a-
,---¡
-.
t\
ñ
èH
(\
-t
1rrìl
S
Eè
Fr
S.
ta
(\
(-I
S
S
(-Fl
rd
è.
-ù
Fì
S¡
t\
99
,.o6
NEDERTáNDSE Ti&{LKUNDE: 4E Jr{ARGANG (rggù
I,
zo6-zt5 I ]¡IFATTVITEIT BII VOORNAMEN ,Ã7*
This
article grovid¡s
1 survey
of morphological
creativitywith
regardto Dutch
first
namesthrolgh
theaçs.
The processolnaming in
medieval rimes can besrbe characterised
by
a gradualchanç from
abroadtorpholoeical
horizon
to
aProce$s of
naming
that restricts itself to alimited
numbei
ofsailts
names.In
thefo-llgrving centuries,
the
stockof
names was enlarged,most
imporantly
by
theaddition of
transgrcndered names,i.e.
female nam-es derivedfråm m"le
,r"*"r,
saú
asDirbje
a¡d,Adrianø.
Generally speaking,howwer,
a high deg;ree ofstabil-ity
can beattributed to
thenaming
processin
this period,
"ri¡ildî"t
vyere as arule
named aftertheir
relatives.A
sample takenfrom
anational
censusheld
in
[947,,featwing
men and womenborn
betweenabout
lg70
andlg4\,therefore
provides a suitable starting
point
from which
to survey themo¡phological
diver-sity
in traditional
naming. The
paper also analysesiorrt
-poäry
p-rocessesof
renewal
Try-ditrg
firsr.names.More
specifically, the wayin
*lictr
pl"nts
rry
rosteer a
middle
*T-t.
betweennaming after
relatives andgiving
their
chiláren
modern names,
will
receive specialaaention.
Inleiding
De
naamgeving aankinderen is
eendomein binnen
de taal waarmee elketaal-gebruiker met kinderen vernieuwend kan omgaan.
In dit
anikel schetsikhoe
menin
de loop van de eeuwen met demorfologischvri¡heid
bij voornamen is omgegaan.Na een beschrijving van de Germaanse naamgeving,
in
het bijzonder van¿ã,Ërc.-specifieke kenmerken erva^n (para8raaf 1), ga
lk in
ãph.t
orrt
t"an van gemoveerde narnen, vrouwennamen afgeleid van een mannennaam,in
de late Miádeleeuwen(pamgraaf 2). Daarbij is er vooral aandacht voor de rol van de verkleiningsuitgang.
Paragraaf 3 behandelt-de suffixen
bij
de voornamenuir
een steekproef vãn s<Loo"onaamdragers
uit
de volkstelling van|947;hetbetreft
de eersre, oificiële voornaam(zie.voor meer gegevens Ge rritzren 199827
-I3
enGerritzen I 996a). Tot slot bespreekik
de morfologische creativiteitin
de moderne naamgevin g (pa.ragraar4).
o-d"t
gemoveerde namen tegenwoordig een ondergeschikteiol
spãI.ï,
.ä..rr.r.er
ik me op de samenstellingen. opvallend zijn voorafueni..r*rrorriirrg.n
die ontstaandoor
samensmeldng van namen van (veelal) familieleden.Creativiteit
bij
voornamen
Een historisch
ouerzicltt
aøn de nøømgeuing
in Nederknd
aanu
it
rn o rfologis
c h ep
e rsp e cti
ef
Doreen Gerritzen*
Doreen Gerritzen, Meertens Instituut, postbus !4269, 1090 GGAmsterdam.
De oudste laag
in
onzÆ namenvoorraad bestaatuit
Germaansenamen'
zoels Ad'el'beid, Villem,-Geerm¿idø en Reinbert. Deze namen waren als regel samengesteld
uit
tvvee stammen, hoewel er
ook
enkele eenstammige Germaanse namenztin,
zaalsI(arelen
Ernst.Het
geslacht van de naam werd aangegeven door de tweede stam. Destam -burg-bijvoorbeeld vinden we
bij
vrouwen- en mannennamen, zoalsBurglind
en Burghãrd,maar als tweede stam
komt hij
alleen in vrouwennamen voor, zoalsin
Reinblrg.Een
andere beperkingbij
het combineren van naamstammen was dat destammei
nietmocht.n
Jlitererèn, wantwe treffen geen namen als'Vilwardof
Burg-beø aan.Voor het overige werd de
vrijheid
die het principe bood ten volle benut,hetgeen
blijkt uit
de enorme verscheidenheidin
de Germaansenaamgwing.
Het
.or.tbitt.t tt
van naemstammenwerd onder
meergebruikt
bij
vernoeming naarfamilieleden. Moeder
Gertrudenvadet
Hild¿brantnoemden hun dochterbijvoor-beeld
Hitmtdof
Gerhild.enhunzoon Gerbraøof HiWger(zievoot
meer gegevens over de Germaansenaamgwingvan
der schaar 1953:39-67en93-104,
Gysseling1965 en 1966, en Ebeling 1993216-2I).
De strikte scheiding tussen Germaanse vrouwen- en mannennamen ging
in
deloop van de Middeleeuwen verloren.
Voor
dezeonwikkeling nin¡en
aantaloor-,
Ërn
onte
wijzen. De eerste is dat de kennis over de betekenis en het geslacht vande naamstammen
rr.rdw."n.
Daarvanzijn
nog sporen in de steekproefuit
devolks-tellingvan
1947 aantetreffen, zowelbij
de mannen als devrouwen.Bij
de mannentr.ffeã
*e
,ramelijk eenElbrig
met-briguk
de eerder besprokenvrouweli_k
i1*-stam -burg, en
Birthild,
met -hild, als tweede stam genoemdbij
het voorbeeld vanvernoemiãg.
Bij
de vrouwen valt op dat de Germaanse namen met eenvrouwelijke
tweede
,t"Ã
wi.¡*el
altijd
voorzienzijn
van eenvrouwelijke
uitgang,'e
eindigenbijnaallemaal
op-a(Ladgarda),-e(Mathilde)of
-is(Germtdis).Ookbijdefrequen-tiáverdeling over de varianten
komt
dit
naar voren, vergelijk Ad.elheid(4) tegenoverAtida
(268, enAleid¿(133),
en Hillegond (2) tegenover Hilhgonda(31)'
Tweede oorzaak voor het verdwijnen van de scheiding tussen Germaanse
vrou-wen-
en mannennamen is dat het aantal verkorte vormentoenam'
zoals Arnel enHille,waarvan het geslacht niet
altijd duidelijk
is.Ook
kan de tweede stam slijtagehebben
ond.rga"n,
"oalsin
Reinset,met
-setuit+wind(eenvrouwelijke
stam) enBarnet,
^rt
-itmogelijk
út
-hørd(mannelijk)
(Van der Schaar1953103-104).
Bovendien komen
itt d. l"op
van de Middeleeuwen uitleemse namenin
gebruik
waarvan de
verkortingen
samenvallenmet
verkortingen van Germaanse namen.Een voorbeeld.is Ek,
á"t..tt
verkomevorm
vanElisabøhkanziin,
maa¡ook
eenvariant van Ebo
(mannelijk,
uit
Ade l-) (van der schaar
1953:41; zie ook LindemansI944:I02).
Met
dit
laatste verschijnselkom
ik
op een cruciale veranderingin
de middeleeuwse naamgeving, namelijk de groeiende populariteit van heiligennamen van Griekse, Latijnsã en Hebreeuwse oorsprong' zoals respectievelijk Margaretltø,Adrianas en Johannes.
De
rijk
gevarieerde Germaanse naamgeving van de vroegeMiddeleeuwen is verdwenen en heeft plaatsgemaakt
voof
een naamgeving waarineen beperkte groep uitheemse namen
domineert
(zie voor de achtergrondenGer-rit
nnigg4,ZOB-tIT).In
detijd
dat de heiligennamen opkwamen, verkeerde hetGermaanse namensysteem overigens al enige
tijd
in
een stadium van afbraak (V'ander
Schaar 1953:93e.v.).
Gysselingnoemt de
twee oorzaken: fonetischever-schrompelingvan de namen, waardoor naamstammen samenvallen, en de overgang
I
De Germaansenaamgwing
208
DOREEN GERRITZEN I IÉÀ'ITWTEIT BIJ VOORNAMEN ,.o9
naar her vernoemingsprincipe waarbij een gehere naam
wordt
doorgegeven(Gysse-lingt966:6-B).
De namen van de bekende heiligen hadden
in
het dagelijks leven al verkorte en vernederlandsre vormen geftregen.uKind.r.rr,
diebij
huî joop.r"",
sint
pieterof
sintJan
werden genoemd, heeltennatuurrijk
piøerénJan,
niJtprt
^
rn Johannes,en
de naamgenorevan
sinte_Margri... .Á sirrr.
r.ui¡rre
weñ
Griøiof rr{n)
genoemd, niet Mørgøreta
of
Cøthørinar hetvolk
droeg de vollanaam van deHeili-gen, niet de officiëler,atijnse
naani'
(Boekenoogen
tggl
ttgz
t: r l 6). Later heeft dekatholieke Kerk invloed uitgeoefend op
d. ,r".i'r.r.ror-.rr,ï"-.iiìk
doo,
de voor_namen van katholieken
in
delatijnle
of gelatiniseerdevorm in
cle doopboeken enT**
registers te noteren (Graafl9l5íO.
Devorm
van deaooprr"r*
(enoffi-.
ciële naam) werd daarmee een aanwijzing
voor
de religie van de naamdrager (zieGeritzen
1998:8-9).De
opkomstvan
movering
In
de late Middeleeuwen zien wein
de naamgwing een nieuw verschijnsel,name-lijk.het
geven van jongensnamen aan meisjeslBij
äe oudste.roorù.dá.r,
gaat het
deels om ongemoveerde narnen, dus zonder
vrou*eti;t .
uitgang,Joncfrou
Dircvan
der
Does,
'\üü'assenaar1473;
Joncfr.Adriaen, Leiden
¡
i45'0"(Van der
Schaar1953:192); Jøcob,hertoginvan Beieren
(van
der schaar1994,bij Jøcob);joncfrou
Johønvan der velde,
Rotterdam
1426(van
derschaar
tll+,'{i¡
¡oøøoon¡.v^o^r
deze
tijd
worden meisjesnamen afgereid van een jongensrr"^r.,*..d1g.ur,rila¡rcr,
meestalin
verkleinvormen, maar-ook werop
-ø. õudrvoorbeelden
i\n
Adriana,Ialq.rnlinø løuemiinhin,
Jannetie, Jannitgen, Joossie, Toenryen en pieterhen.uit
het voorkomen van vrouïvennamendil
bestaanuií.en
mannennaam meteen
verkleinilgsuitgang kunnen we
niet
zomaar concluderendar er
een naam-vollrings_regel bestond als mønnennaam + uerhleiningsaitgang = urouwennøøm.De
verkleining kunnen
we beter beschouwenrlr
.:l
'"lo"ittriig'
.,r*
de,ra"m,
hij
wordt
vriendelijker en vertrouwelijlrer (van der Sch aarr9fi:66).voor
dezeop*rl
ting spreken rwee argumenren. De eerste is dat verkortingen
u*
írou*.lijke
namen mer een
verkleiningsuitg"rg
rr
voorkwamen..voorbeeiáen zijn: Aehge/AerrjenbiAl¿idit
(Ad¿lheiâ); BetjenlBøke, Et"sge/EkjenlÙbþmrn
t;rheniî4rhenËi¡
rtiøntí,
c,3e,ui,-!allehen,Lijntjenen
Tr;¡níenbiicatharina(Lijnflroaír.nvormals
cøte-tt|n)
"
tL.t
ttreedearpllent
is dat het gebruik van deze uitgang niet beperkr v/astot
vrouwennamen,
ook
bij
mannen kwamhij
voor.voorbeildãn
ziin:
Hdnnehiin
<!oh1?nes,
Colijn
<N:"!o^,Sibyh
< Sibe, Rtynehe < Rein,Mørrelþi, .Marcel(voor_
beelden
uit van
der schaarr9532r93..rr. .r,
v*
der schaar r95,9:32).De verklei_llpyitæng
was, akhans langetijd,
geen typisch vrouwerijk of vervrouwelijkendsuÎlrx.
Gedurende de Middeleeuwen zien we de verkleinvormen voor mannen echrer
langzamerhand verdwijnen (in.de^geschreven bronnen, wanr
in herdageri¡k
ú.;
zullenzn. zeker hebben voortgeleeã;in
de Friese naamgwing hebben ze zichkun-I
De voorbeelden komen uit'Middelnederlandsche voorn¿men' Çøørboek der Konìnklüke
VlaømscheAcdenieaoorTml- entetterkantu 16
(1902),ll_SZi.v-råürpr.ü*äi.rr.n
ootvrouwenna¡nen zonderverldeiningssufrxvoor, zoalsAfiþ, ßIse, n¡ibntt
, catine,
allc atrl¡n.
nen handhave
n,
zie pangraaf 3.3) . Daarbij zijn twee elkaar versterkendeontwikke-lingen
gaande.D.
åerrtã is dat de groei van de middeleeuwse stedenvoor
steeds-"-"r
riãr"ti.s
zorgde waarin het niet Paste mannen met een verkleinvorm vanhun
naam te vermeldãn
in
officiëlestukken,
de verhoudingen werden zakelijker. Detweede
ontwikkeling die bijdraagt
tot
het verdwijnen
van verkleinvormen voormannen is het toenemend gebruik van mannennamen
in
verkleinvorm voorvrou-wen
(Vander
Schaar 1951:192). Mannennamenin
verkleinvorm duidden niet
langer het geslacht van de persoon aan. Die ontwikkeling zorgde voor een verstoring
van-wat als-een wezenlijká eigenschap van voornamen
wordt
ervaren. De oplossinglag
in
het vermijden van verkleinvormenbij
mann€n.-Vanaf
de lateMiddeleeuwen gaan de gemoveerde namen een steeds belangrijke;
re plaats
in
de vrouwelijke naamgeving innemen. In Edam-Volendam bijvoorbeeldis Ër sprake van een toename van gemoveerde namen tussen de periode 1623-1653
en 177 9 -1803 van I 60/o naar 260/o (De
Moel
197 5tll).
Þe r¡ol lrstellin g van 19
47
De periode tussen de late Middeleeuwen en de periodewaarover
devoll¡stellingvT
1947 gegæens verschaft (1870-1947) kenmerkt zich door een grote stabiliteit in de
tr.r-!Jing.
Een analyse van de namenin
de volkstelling verschaft daaromniet
"lleerigeg;ens
over deperiode 1870-1947,
maar geeftook
eenindruk
van
de""o*.ri.--oor.
Oorzaak van destabiliteit
was de gewoonteom kinderen
tever-noemen naaf een
familielid. Die
traditie
had een conserverendewerHng
op
denamenvoorraad. Vernieuwing
door
moveringblijft
binnen
dit
systeemnatuurlijk
wel mogelijk. Zo bleek
uit
eeñ ond"rzoek naar vernoeming in de Alblasserwaard enVijfheeienÍanden gedurende de periode L820-1940 dat meisjes wat vaker naa-r een
-ár, u.rrro.-d
wo=rden dan jongens naar een vrouw (Gerritzen e.a.I998bzl65'166
en
Gerritzen
e¿.1998a:23-24).Datverschil
is te verklarenuit
hetfeit
datmanne-lijke
vormen vanvrouwelijke
grondvormen, zoals Catharina, Elisdbeth enMryS!-íetha, zeer zeldzaam
zijn.2'lHã
omgekeerde, vrouwennamenmet
een mannelijkebasis, is echter zeer
gebiuikelijk.
In de steekproefuit
de volkstelling van 1947&aagr
circa5}o/ovan de
rrio,r*.tt
een gemove€rde naam,terwijl
bij
de mannen nog geenhalf
procent een naam heeft mãt een vrouwelijke oorsprong.Er
is dus sprake vaneen ångelijkheid
in
de naamkundige uitwisseling tussen mannen en vrouwen (zieGerritzen 1996b).
2
De frequentste gevallen in de steeþroef uit de volkstelling vanl947 (42.000 mannen) zijn cøtbarínus (10) ,-cøtrínus (5) ,Iíjswas
(3) en Grietínus (3) , Gúeto (3) . Opmerkeliik is datIijsbert enþsbert alleen bii de vróuwen voorkomen (we vinden ookHlisaberthilElizøbertha en lysbertbø).
å.1
Movering
In
het
materiaal van devollatelling
vinden
we veel moveringenop
-a
(Adriana,Hendriha),
-ina (Vilhelmina,
Bermdina) en'ie
(Roebrte, Gerritje).De
laatsteuit-gang vinden we soms zonder 'tt waaÍ die wel hoort, zoals r4nje en
Hilje,
ofjuist
metziinooklï/il-DOREEN GERRITZEN r :I¡IIATfVITEIT BIJ VOORNAMEN
3.2
4rjt
rn
Harrntje, omdar er eent'
staat waa¡þ'
te verwachten is. verder vinden weals moveringssuffix
onder
meer-ia
(steuenia), -ine (/osephine), -etta (Antonetta) en'ette (Henriette), verder -he
(Kkash),
-igie/-ichje (Hittigje, Larnmichje), -giml-chien(Fennegien, Thllechim),
-tyn
\Harmtien), -¡en, -k¡ en, -4en, -hm
çner*à¡rã,
pierþen,Hentjen,IenneÞen), +je
(Dirþiò
en -sche (rvietsche).Apart
te,r.rm.láen
is deLit-gang
-i/-ie/-ij/-y
(Hanni,.conie,
\Y/illij,
Tonn),
""rg."ì.n
namenop
+ebij
beide geslachten voorkomen(fægiqt
tot
op zekere hoogie ook voor -¡e en -Þe,ri-
pu^-graaf 3 .3) .
voor
bijvoorb eeld.conie
,jannie
en Lenie bepaalt de conventie dât*.
aan een vrou\M denken,
want
Cor, Jan en Leen zijn tenslotte mannennamen.3Bij
Alie,
Tiwdie en Gonniel<an^geen nv-ijfelrijznn,wantznzijn
ontstaanuit vrouwelijká
grondvormen (Adelheid, Geerm¿idø en Aldegonda of Hítdegonda).
veel van
de
moveringsuitgangenkomen
overigensoãt
ui;
niet-gemoveerde namen voor, zoals Petronellø, Grietje en Mørijbe. veimeldenswaardigiJdat
deuit-gang -å.all-e9n bij vrouwelijke Germaanse namen
voorkomt,
bijvoorb'e eld, Germtdis?!.Me:!4a^
Die
uitgang is dus niet gebruikt voor movering, vermoedelijk omdathij
ookbij
mannennamenvoorkomr, ioalsin
cornelis,Ftoriíen
Teunis.Denadruk-kelijke.aanwezigheid
van
namendie met
eensuffix gevormd zijn,
leidttor
eenopmerkelijk fenomeen, re weren suffixnamen. voorbeeiden zijn'
Dimø/Diné lDiry,
Giena,
Lien, LinalLinø,
MienalMinø, Riena/Rinø Sienøliina,
TienalTinø/Tiii/
Tlny.Biþond3r
ziin de gevallen van suffixstapeling, zoals -þe + a: Hemþeø siexþø;-þe + ia:
Hielþia;
-he + -je, Eelþe; -þe+-dinø:
Teuphed;na; -ien + -tje: Arenrdientje;-iin;
+i1:
villemiintie.
Met
een naam als Teaphedinanker,*.
""r
de grens tussensuffigering en samenstelling. Andere voorbeelden uit
dit
overga ngsgebiid.zijnoege-dienø, Gerridinø,
GerritdinøArenddina,
sibbedina, GosendiÃø,"pirtrdi*nrn
car-pørdina; Idalien, Esterliena, Otto liene, Corlinø en Gerline; Danamina en Jacobmina;
Teunsienø.
Bij
Gebbelena enAdalenalisr
her meer voor de hand om vansamensrel-ling
te spreken.Suffixen
bij
mannennamenBij
de
mannennamenis het suffix
minder
opvallend
aanwezig, maartoch
ook
b_epgld geen zeldzaamheid. Ter illustratie daarvan de volgende vão rbeelden: Jentje,
siphe, Bartele,
vietse,
Qøiling
Geachim,Dotfijn, Grieø
Freeþs, rvilhelrnas, Hãle-nius, BernardinesenJaqterinan De laatste twee namen zijnzngenaamdeomgekeer-de moveringen, gemoveerde namen die met behulp van een
iranneliik
suffix weertot mannennaamzrln omgevormd. omgekeerde moveringen zijn niei
altijd
teher-kennen, omdat het ook kan gaan om
laiinisering
m.t
b.Ëulp
ían
het,rrffo
-in
,bijvoorbeeld onder invloed van van namen als Ãagustinas
ei
Constøntinar,twijfel-gwallen
zijn
bijvoorbeeld Eimerinus, HadewinaslJastinus, Riþþinasen
valdinas.lnkele
gwallen van omgekeerde moveringenuit
de steekproef van devolkstelling
(met erachter demogelijke ofvermoedelijke inspiratieb ton¡
ti¡n
Anltiras
<Aabinã;
Huiberdinas < Haiberdina; Lamrnechimas < Lørnmecbim; Viihelminas
<
Vilhelrni_ïoch lag dat niet zo eenduidig, want in de volkstelling komen we drie ke er coìrøtcorrybii de mannen tegen. Corry en spellmgvananten komt bij de wouwen slechts 14 keer voor; het wæ wel een zeer frequente roepnaam bij vrouwen (Blok e.a. 196l:Ð.
Er is ook een zelfstandige (biibelse) ¡aan Dina (Van der Schaar l994,bii Dínø) .
na. Tot mannennaam omgevormde moveringen anders <lan
met
-inøs(of
ienas,-ines, -ieneò komen niet voãr in het materiaal, met uitzondering van de apart te
ver-melden
Dienþo. Deze naam isvermoedelijk
afgeleidvan
een naamop
'dim
or
-diena, zaals Geerd.ien or
Alberdienø.Het
gaatdus toch om een omgekeerdemove-ring, want de oorsprong is een
vrouwettt""-
afgeleid van een mannennaam'5).,
Verkleinvormen
Gedurende de Middeleeuwen is de verkleinvorm voor mannen
langzamerhandver-dween - de uitgangwerd een kenmerkvan de vrouwelijke
naamgwilg.Het
isdaar-om relevant
.r",.!"*
welkerol
de verkleiningsuitgang speeltbij
de namenin
devollstelling
vantí47;
tkb"perk
metot
-it(")
i"
-he(n).nii.lg.vrouwen
z\n
er 847namen
-.i
d.r.
uitgangen'(op..r, tot""l
van 2.714 verschillende voornamenbij
de vrouwen);
rui-
¡õ%îan
de 4Z.OOO vrouwen in de steekproefdraagtzìnnaam'6
De meest frequente zijn Grietje, Aaltie, Jantje,
Tiiintjeen
GeeQa frequente namenmet -heziinJ)nþe, Maaiþe, Harmþeen Kkatþe.
Bij
de mannenligt
hetperTnjlge,
"o"1,
¡r.riÁt,
aanzienlijk lager:108 namen (op een totaal van 1.999
verschillen-de voornamen
bij
de-*tr.tr)
met473
naamdraçrs,
dat isI,lo/ovan
de mannen.Niet
alleenlr.rr"hil,
het aandeel namen en naamdragers, ookvalt
op dat de(rela-tief)
frequente namenbij
de vrouwe n op -jeeindig"l
:l
bij
de mannen op -*a. Als,'roorb..ld.r,
zrln Aake,'Bouþ,en
Siphite
noemen;bij
namen
met -jevinden
weondermeer Z u,itje,Jentie, Uittjeen Eitje.Gaanwede regionalespreidingvandc
man-nennamen op
jt
,n
-htn
dan
valt de noordelijke concentratie op. Ruim 607o van de mannenm.,..rr
rr""*
op
-hewoontin
Friesland; de anderenkomenvrijwel
uit-sluitend
uit
de provinciesGroningen, Drenthe en
Overijssel.Mannen met
een naam oD-ie
ztiivoor ruim
809/o tãvinden
in
Friesland enGroningen. Buiten
de;."t¿ai¡r.å
prárrirr"i.,
komen mannennamen in verkleinvorm, althans als officiëlevoornaarn, niet of nauwelijks voor.
d
Hedendaag"enieuwvorming
De naamgwing is de laatste decennia ingrijpend-veranderd.
\lerd
deverscheiden-heid
in
dãtt"dítiott.le
naamgwing vooral bepaald door vormvanatie (PieterlPeterMarialMaaiþe,
llf¡tterntÍY¡tietrnus, Jantje/Jànneke/Jannigjeetc.),
tegenwoordigwordt
de namenvooffaadbij
voorkeur
úitgebreiddoor ondening
(Kelly-Sharon,Bianca, Moniqae; Nicþ, Pøtricþ, Jordi, Lars).
ook
hetgebruikvan
namen dievoor-Namen op -dinø en -dienaziin vriiwel uißluitend moveringen, uitzonderingen ziin Børbedína
(l;van Børbørø) en Saørdína (1; wiiwel zeker
\
à Sør4)'.'
'úãÃog.o^*men
dat de positie v¿n deze namen in het dageliila leven aanzienliik.Trktowæ dan ali officiële namen. Graaf schriift in 1915: "¡üanneer men op de 'teekenen des tiids' wil
let-tr¡, f.ro
À*
g*akkeliik begriipen, dát persoonsnunen die met diminutieven (...) gevormdwor-Ln, li¡ u.Aüoo*.o
ui
Aen"Uoôze zi¡n"-(GraaÍ.1915:22).lîL953 signaleertV¿n der.Sc¡aa¡:,,thans a¡n de wouwennamen op -tie in hoofdzaak nog slectrts op het platteland in gebruik' (Van
¿.r S"ft*í 1953:60). Voor een ôeeÍ van de namen is de verpeiningsuitgang vervangen door de
uit-gmg -áe, zoaßTiníe, Annie entreni.e (zie Blok e.a. 1961:3; zie ookIfuekel953:94,GtuLl9l5:24'
iioå'u*^t
1944:20,Daatl950/1981:224,Van der Scha¿r 1953:22 en60, en Van den Berg 1983:77).DOREEN GERRITZEN f ISH.ÄTTVITEIT BIJ VOORNAMEN 213
heen
weinig voorkwamen
(Eua, Sophie, Nøomie,Sønne; Jeroen, Thomas, Raben,
stijn)
typeen de
hedrndaagsenaamgwing.
Die
,.volutiánaire-
rr.r*d.rirrg
*".
mogelijk
door het loslaten"*
¿.
rr.tio.-irgrgev¡oonre
(zieGerritzen
r994:22r-225) .7 Toch is vernoeming niet heremaal.,r.rdi.r.rr,
want nogbiina de herft van de
F:*'.:^y:r_d1
t9_seilMoordigop
eenof
""d;r.';;i.;-;;;;
(Ge'irzen
1997b:129-130). Meestal
gebãuridat
door de traditionere.,r.rrro.*ügrnamen
alstweede ofderde
naamt.g.*tr,
bijvoorbeerd.JessicaMariaenoorryjihnonesMari-nas.Yan wat meer creativiteit getuigt
h.t
zo.ken van een-od..r-.,
,o*s
ondeen_de, varianr van een
vernoemingir""Ã,
znalslerinbij c^thuinr
rnuiø¡obij
Mør_
tinus. soms is er dan sprake vãn pseudo-afleiding, Loa,
ñ;rkt,
cl*¿¡,
(Melsis
een Scandinavische vorm
van
enJeftry
i¿¿.r sjef. uiyllsei
oãk,r..ro.-irg
op basis van alleen de eerste letter(s) to-iuåoí
U¡""oiAraa¡ítøidon
u
¡ohaoooen
vard
naarwilhm. vanuit
morfologisch perspeítief
zijn
"t
r.r
"orr¡
desamen-stellingen inreressanr. opvalrend
zij"
äoø
¿.
"ieuwvoiminger,
*""ri'd.-.rr..r,
uit
bestaande namen-vàoral
',ran óud.rs en grootouders-
*ärd.n
gecombineerd.Voorbeelden hiervan
zijn
tevinden
in
Roorãa
Og94),.."
Uä.f4.
il1, *.kdoro
van ouders rond de naamkeuze (zie ook Gerritzæn 1995).
Overig.rs
g"",
het
hier-þij
om curiosa, want de ov€rgrore meerderheid van¿;ãkt;:;.årïr,""-
,ri.
¿.
bestaande namenvoorra¿d
(õerritzen r997b:r34-135).
B|d.
;.ir;;*"-en
vin-den we AJiand
(Ali,
diverse familiereden.+ (prinses) Juliana),Ddfrinja(zusje
vanllldnø
Frida + Jan, de ouders), ,4nnatzidÇoan"
.
Áid";;'b ,¡l!ïrí¡r),IoAKu¡,
John +
Ellen, de
ouders;Joëris
een bes-taandebijbek;t;;;;;;";),
Marrina
(Marina
+ Paulina, moeder en groormoeder)en
aiarroarrur"ii"
*
ror,
vader engroowader);
bij
de jongens lorniU_g_+
$jnie,
de ouders),vaodr;rþ
uarton (opa
\Øarnder (roepnaam 'w'anL moeder \Øandá, opa Hendricus,
vader
Antoon Marinus
(roepnaam To n))
,
UonL1y¡onique
+ Jo, de oude rs),
\Vilmariffit.ã
ì
ar.rra,
a.
groo*aders) en v(1¡an
$xlillem
*Jan, de groowaders). van ander.,ri.,r*uor*irrg.r,
in Roorda (1994) kan egn
jelqelik
-"".,lrysgeschiedenis
vermoed worden:bij
demeisjesAngelita,Arønda, Berrind¿, cerine, coãnda,
onorqor,
Driin),'cnau,¡*;-na,Jolize,
Ihrlinde, Ifurolinhø
Marind¿, Marlissa, Roelinda,sannelie,lanieþe,
ryil_lianne,
wllisa
en vouth,ildaen
bij
de jongens Berjøn,corwin,
i"r;;,
pieøix
(r),Ricþuin
Romar en Timber.^-|;slot
geefik
nog enkele voorbeerdenuit
eenNlpo-enquête
waarin naar de:Tlr^trlr
li''
en roepnaam gwraagd is; het betreft3.146hnderen
geboren tussen1992-1995 (zie
Ge'irzen
r997a).H.t
got
o-
combinaties vanofficiële namen en
foepnamen waarin we het ontstaansproces van de roepnaam
in
kunnen herkennenofvcrmoeden,
overigens. eett betreLkli¡r.
zeldzaamveichijnsel(r"/";ande
kinde_ ren,,.' rn c.e meeste gwailen mogen we aannemen dat het
bij
de ofiìciële namenom
vernoemingsnamen gaat. Bij de meisjes zijn te noement Aøhje Elisabeth > Alies; Lisø
Anette
>
Lisette; AnneMaria
>
Annarnørijn; Elizabeth Jantine>
Eline; MøriaJori'
na
>
Marjori; AlidaAletta
>
Lisette; MarijkeJanne> Ma(a;
Anna Louise> Anne'
loes; Lisa Jannie
>
Lisanne; Germti Jacoba>
Gerja en Margien Johanna>
Mørjo-lein.Delaatsteroepnaam vinden we ook nog twee keer
bij
de drienamigen:Mørina
Johanna Comeliø > Mørjolein; MøriaJose Joønna > Marjolein.e Voor een deel is het
voorkomen van deze naam vermoedelijk te verklaren door de combinatie van
Mar-1¡it
Mariø,
Margaretha en eventueelMartina,
Mørinø (of Martinus, Mørinus)
enMartha
en
-jo-iit
¡ohaono @f Johønnes) enin
mindere
mate José, Juephinale(of
þsephllozefi. Een klassieke
ris Mariø
Magdalenø>
Mørleenopmerkelijk
zijnHill
Ginger
>
Gillen
ComeliaD inø Jannie>
Jacorina.Bì¡ de jongens
komt
het verschijnsel veel minder voor, bovendien dominerenbij
deroepnamendebestaande namen.Te noemenzijn: EuertJohannes>
Eaertjøra'Vil-lem
Genit
>
Vicher; Jacoblr(/ilhrn>
\Viha,
GerritBmjarnin
>
Gerben.Noemens-waardig is
tot slot
Tbomas Isan Michael>
Tirn,waarin de eerste leffers van deoffi-ciële namen samen de roepnaam vormen.
Condusie
Overzien we de geschiedenis van de Nederlandse naamgwing
vanuit
morfologisch perspectief; dan kunnen we concluderen dat de meestenieuwvorming
plaatsvondin
dè nroeg. Middeleeuwen.Het
principe van de Germaanse naamgeving, waarbijnaamsrammen gecombineerd werden, leidde
tot
eenrijke
verscheidenheidin
de naamgeving. Gedurende de Middeleeuwen raakt het Germaanse systeem in verval enworden
uitheemse, christelijke namenpopulair.
Beideontwikkelingen
zorgenvoof
een zeer srerke reductie van het aantal verschillende namen.In
dezelfdetijd
zien we dat de verkleiningsuitgang zichonrwikkelt
van sekseneutrale totvrouwelij-ke uitgang.
Dat
maakt de wegvrij
voor
de opkomst van gemoveerde namen.Na
deze
vãrniiuwing in
de naamgwing breekt eentijd
van verstarring aan, veroorzaaktdoor een streng hanteren van de vernoemingsgev¡oonte
-
een principe dat devor-ming van nieuwe moveringen overigens wel mogelijk maakt.
Door
de grotestabiliteit
in
de naamgeving vanaf de late Middeleeuwen biedengegevens uit de volkstelling van
!947
ookeenblik
over de voorgaande eeuwen.Dui-ã.I¡t
it
dat de gemoveerde namen een belangrijke plaats hebben veroverd,want
ongeveer de
helft
van de vrouwenin
devollstelling
draagt zo'nîaam.
Evident isook
d"t
de verkleiningsuitgangvoor
mannen niet gebruiktwordt,
althansniet
alsofficiële naam. Een
uiøondering
hierop vormen de noordelijke provincies (Friesenamen), hoewel het aandeel mannen
met
een naamin
verkleinvormklein
is.De
verscheidenheid
in
de naamgevingwordt
vooral bepaald door variatie, onder meerin de vrouwelijke uitgang (-a, -ettø, -ia, 'igie,
'ina,
-ie,-þe);biinadehelft
van 84.000naamdragers
in
de steekproef is benoemd met één van de tien meest voorkomendeoe r$ va1 de wetswiiziging
i¡
1970 is bescheiden en wæ eerder een reactie op de veranderde n¡emgeving dan een srimulans eryoor. Tot die tijd goftf bij de burgerliiL.,t
"¿
tiigãä.ri,
r,.tbegin van de negentiende eeuw) een beperkingiofi.it
í*
*o
resaande namen, sinds 1970 ziin alle voornamen toegestaan met uitzonaoingñr *g.p;te
namen en t¿miliena¡nendie niet als
voorna¿m voorkomen (zie GerriÞ
n
l99g.25_Zù.-
-Bii ruim 85% vaû de kinderen is de roepnaarn dezelfde als de{eerste) officiële naam;
bii z,5o/o is
de roepnaam dezelfde als een van de andere ofrciëI.
n"r.o;
¡uojl"iri..ãp"-.r"
*lr.n"a"g
van de/een oftciële naam;bij 4,5/o is de
rcupn^
..n-J.r.
na¿m dan de oftciële na¿m.!
Etynrologsch gezien zijn de gevallen niet altiid eenduidig. ZoisAlícs ookbzien als eenspelling-variantvan Gnns)Atice,netalsAølfrewtAdelheíd;eenvergelijkbaargetalisl'isette,netlJsl¡sø
wt4l¡søbetb (-ette <Anette is mogelijk maar niet noodzakelijk) ; -marijn inAnnenørijn is eetder
wtwarínus danwtMøria; Elírc geldtals zelfstandige naam (hoewel de etymologie ondúdelijk is);
2r4 DOREEN GERRITZEN
' TIA ITVLTEIT BIJ VOORNAMEN ùrJ
grondvormen
(Gerrirzen 1998:10).Dit
gegeven staatin
scherp conrrastmet
de moderne naamgeving, waarin het aantal namen en het aantal grondvormennietver
uiteen
ligt.
De morfologische creativiteit is dan vanzelßprekend beperkt, hoewel ertegenwoordig bijzondere samenstellingen voorkomen. Juist omdat hierbij veelal de
namen van familieleden worden
gebruikt,
ligt
een associatie methet
Germaansenaamgwingssysreem voor de hand. De verschillen
zijn
echter groor, \Mant het gaatom
een z.eer znldzaam verschijnsel en erwordr
geen algemeen vormingsprinãipegehanteerd.
Bibliografie
Berg, Sj. van den (1983). Namen. Aaltje, Grietje en de anderen
.
Onze Taal52,77-78.
Blolç
D.P,
J. Kampers& cJ.wagemans
(1961).
onze aoornøam^ste uoornarnen.AO-reeks 845. Amsterdam: Stichting
IVIO.
Boekenoogen,
G.I.
(.189711971). De Zaanse vothstaat;bijdrage ror de kennis vande woordenschat
in Noord-Holland;
met aanvullingen door G.J. Boekenoogenen K.'W'oudt en een voorwoord
doorJo
Daan; opnieuw uitgeg.Zaandijk:
J. Heijnis Tsz.
(I97L;
eerste uitgave IB97).Daan, J.
(1950/l9sl) .
vlieringerknd
en leuenin
detøal.\Tieringen:
stichting
Oud'\ùTieringen.
Ebeling'
RA.
(1993).
Voor- enførnilienørnen in Nederland. Geschied¿nis,uersprei-_
di?g,aoyt
e1z gebraih. Groningen/'s-Gravenhage:REGIO-pþekt
Groningen.Gerritzen,
D.
(1994).Twee revolutiesin
de persoonsnaamgeving.'Nøamhandi
26,207-242
(ookin
Gerritzen 1998).Gerritzen,
D.
(1995). Recensie van: Peter Roorda De uoornamen uan na. vaøromgeuen oaders hun hindnu
jaist
die naam?Utrecht 1994. Naømþunde27,Izt-t24.
Gerritzen,
D.
(1996a). voornamenin
Frieslandbij
devollstellingvan
1947.Fryshe
Namrnml0,25-36.
Gerrirzæn,
D.
(1996b). seksespecifieke kenmerken van voornaamgwing.Naøm-þunde28,107-136
(ookin
Geruitzenl99S).
Gerritzen,
D.
(1997a). Hedendaagse voornaamgevingin
Nederland,. Naamþand¿29,l-30
(ookin Gerriøen
1998).Gerritzen,
D.
(1997b). Motievenbij
de keuze van voornamen. Naamþand¿29,lI9-143
(ookin
Gerritzen 1998).Gerritzen,
D.
(1998).
voomamen. ond¿rzoeþ naar een aantal øspecten aønn¿utrn-geuing in Nederknd. Proeßchrift
universiteit
van Amsterdam. Nijmegen(uit-gegeven
in
eigen beheer).Gerritzen,
D.,
G.Bloothooft,
F. van Poppel 8cJ.Verduin (l99ga).
Voornamenin
de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. Nøømþande 30,l-2g.
Gerritzen,
D.,
G.
Bloothooft,_F. van Poppel 8cJ.verduin (l998b).
vernoeming
in
deAlblasserwaard en vijfheerenlanden.rn
Naørnþande3\,
r53-rg0 (ookin
Gerriøen
1998).Graaf'
JJ.
(1915). Ned¿rknd¡cbe dnopnørnen nrtar oorsprong en gebruik.t-Graven-hage:
AJ.
Roebert.GysselinS
M.
(1965). Kenmerken van de oudnederlandse persoonsnamenin
de'vroege
middeleeuwen. Franþisch, Meroaingisch, I{arolingisch (red. A.
\íeijnen),
63-7 5. Assen: Van Gorcum.
Gysseling,
M.
(1966).
Ouerzicht ouer d¿ Noordnederlandse persoontnarnentot
1
225.
Anthroponymica/onomasrica NeedandicaXVI.
Brussel/læuve n, 2-22.Kloeke,
G.G.
(1953). "W'elluidendheid" als factorbij
detaalontwikkeling. De
Ni
euwena
lgi ds 46, 89-102.
Lindemans, J
.îgU).
Bijdragmnt
de Geschiedenis en Beteeþenis uan d.eVlaømschePersoonsnarnen
Türnhout:
J' van Mierlo-Proost.Moel,
CJ.
de (1975). Doopnaamgeving te Edam-Volendamin
de 17e en 18e eeuw.-Bijdragen en Mededelingen uan d¿ commissie aoor Naa.rnþand¿ en Ned¿r-zettingsþschledenis uan de Koninhlijhe Nederkndse Aþadernie uønWetenschappente Amsterdøm)CüX, 5-1 8.
Roorda, P. (1994). De uoornamm ua.n nu. Waarom geuen ouders han hind nu
juist
die nøørn?
lJtrechc
Scheffers'Schaar, J. van der
(1953).
[Jit d.e wordingsgeschiedenis d¿r Holkndse doop-enfarni-lienam en. Assen : Van Gorcum.
schaar, J. van der (1959). De Hollandse naamgeving
in
de middeleeuwen en haarmaatichappelijke achtergro nden. Biidrøgen en Mededelingen der
Nøarnþande-Commissie uan de Koninhlijhe Nederknd.seAþademie aønWetmschappm te
ArnsterdømXfY,29-48.
Schaar, J. van der