Hoogwaardig onderzoek
voor een betere
“Ik herinner me een paasweekend met een tiental verkeers-doden. Tegelijkertijd was er een vliegtuigongeluk in de buurt van Schiphol waar vijf doden te betreuren waren. Dat laatste was groot nieuws, de verkeersdoden nauwelijks. Hoe druk maken we ons om slachtoffers in het wegverkeer? Het belang van de SWOV is dat het beleidsmakers en verkeers-specialisten scherp houdt. Elk verkeersslachtoffer is er één te veel.” “Daarnaast leidt het SWOV-onderzoek ertoe dat we inzicht krijgen in hoe ongevallen tot stand komen. De maatschappij verheugt zich in het feit dat het aantal verkeersslachtoffers afneemt, maar naar de precieze reden van de afname blijft onderzoek nodig. Alleen dan kunnen beleidsmakers weten of hun maatregelen effectief zijn, ook in de toekomst.” “Gelukkig wordt de rol van de SWOV erkend. De maatschap-pij reageert positief op de uitkomsten van onderzoeken, zowel in de politiek als in het beleidsveld. In beleidsnotities van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat vind je de aan-bevelingen van de SWOV vaak terug.” “Voor mij staat het belang van de SWOV buiten kijf; je moet een onafhankelijk instituut hebben dat spiegels voorhoudt en verbanden legt. Een mooi voorbeeld vind ik het gebruik van de mobiele telefoon in de auto. Gelukkig is snel geregeld dat alleen handsfree bellen mag. Maar het zal mij niets verbazen als we discussie gaan krijgen over of je sowieso mag telefo-neren in de auto. Dan heb je een onafhankelijk instituut nodig dat daar onderzoek naar doet. Er is nu en in de toekomst absoluut een rol weggelegd voor de SWOV.”
mr. Pieter Jan Biesheuvel voorzitter van het SWOV-bestuur
HOOGWAARDIG ONDERZOEK VOOR EEN BETERE VERKEERSVEILIGHEID Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV Postbus 1090 60 BB Leidschendam T 070 3173333 F 070 30161 E info@swov.nl I www.swov.nl
Voorwoord
3
Waardevol advies houdt ons scherp
Advies van buiten waarborgt de relevantie van onze activi- teiten. We kennen verschillende adviesorganen: de Pro-gramma Adviesraad, de Wetenschappelijke Adviesraad en de Begeleidingsgroepen. Hun adviezen wegen zwaar bij de vaststelling en uitvoering van ons onderzoeksprogramma. Op deze manier staan we steeds in nauw contact met onze omgeving en gebruikers. In deze adviesorganen hebben al- leen personen zitting van buiten onze organisatie. Gezamen-lijk vertegenwoordigen ze zo veel mogelijk alle professionele geledingen van het verkeersveiligheidsveld.
Organisatiestructuur van de SWOV
Directeur ir. F.C.M. Wegman Afdeling Anticiperend Onderzoek Hoofd: ir. R.G. Eenink Afdeling Planbureau Hoofd: drs. H.L. Stipdonk Afdeling Informatie en Communicatie Hoofd: drs. J.M. Maas Afdeling Bedrijfsvoering Hoofd: G.B.I. Portena Secretariaat
Hoofd: C. van der Hoek
Waar staan we voor?
Bijdragen aan de verbetering van de verkeersveiligheid met kennis uit wetenschappelijk onderzoek: dat is de missie van de SWOV. Dat kan alleen als we een inhoudelijk onafhanke-lijk, wetenschappelijk instituut zijn en blijven. Onze kennis is openbaar en we stellen deze graag beschikbaar aan iedereen die zich beroepsmatig bezighoudt met verkeer en verkeersveiligheid in Nederland en daarbuiten.
Kennis verwerven om te delen
Wetenschappers en beleidsmakers uit binnen- en buiten-land weten de SWOV te vinden. We zetten ons in om deze positie als gerespecteerd instituut te behouden en verder te versterken. Daarvoor richten we ons op hoogwaardig onder-zoek. Door samen te werken met andere wetenschappers en verkeersveiligheidsspecialisten verrijken we ons onderzoek met de meest actuele kennis en delen we onze inzichten in nationaal en internationaal verband.
Belang van het SWOV-bestuur
Het bestuur van de SWOV houdt zich bezig met de strategie van het instituut, de positie ten opzichte van de overheid en andere instituten, en de vormen van samenwerking. Het bestuur ziet toe op begrotingen, financiële verslagen, aanvragen tot verlening van de subsidies, financiële meer-jarenplannen en jaarverslagen. De organisaties die vandaag de dag de SWOV-bestuursleden leveren, zijn grotendeels nog dezelfde als bij de oprichting in 196. In dat jaar namen de ANWB, RAI, het toenmalige Verbond van Verzekeraars en het Ministerie van Verkeer en Waterstaat het initiatief tot de oprichting van een onderzoeksinstituut, de Stichting Weten-schappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid.
Wie we zijn
Het bestuur bestaat uit:
mr. P.J. Biesheuvel (onafhankelijk voorzitter) mr. G. van Woerkom (ANWB)
P. Janssen (RAI Vereniging)
H.J. van der Steenhoven (op voordracht van de OR) mw. M.T.J. Blankers
Luisteren naar onze omgeving
De kennisbehoefte van onze doelgroepen is belangrijk voor onze activiteiten. We willen bruikbaar onderzoek doen, daarom leggen we ons oor te luisteren bij onze omgeving. Daarnaast zoeken we samenwerking met kennisinstellingen in binnen- en buitenland. Ook in de werkzaamheden voor kennisverspreiding staat interactie met de omgeving cen-traal.
Expertise in verschillende disciplines
Verkeersveiligheidsonderzoek vraagt om een brede, inter-disciplinaire benadering. Vandaar dat wij beschikken over onderzoekers uit verschillende wetenschappelijke vakgebie-den, van psychologen en verkeerskundigen, tot economen en ingenieurs. Internationaal samenwerken De SWOV ziet internationale samenwerking als een mogelijk-heid om mee te doen aan onderzoek dat op Nederlandse schaal moeilijk uitvoerbaar is. Met deze internationale sa-menwerkingsverbanden willen we het onderzoek verbreden en de kwaliteit en efficiëntie verhogen. Het gaat meestal om onderzoek in Europees verband maar ook om activiteiten voor de Wereldbank en de Wereldgezondheidsorganisatie. HOOGWAARDIG ONDERZOEK VOOR EEN BETERE VERKEERSVEILIGHEID
Onze voornaamste doelgroepen • Landelijke en regionale politiek • Landelijke, regionale en gemeentelijke overheden • Adviesorganisaties van deze overheden • Binnen- en buitenlandse collega-onderzoekers • Opleidings- en kennisinstituten • Belangenorganisaties en pers
Verschillende soorten onderzoek We houden ons vooral bezig met ‘daar-en-dan-onderzoek’ en minder met ‘hier-en-nu-onderzoek’. Hiermee bedoelen we dat we ons niet richten op de korte termijn, maar op de middellange en lange termijn. Ons onderzoek valt onder te verdelen in planbureau-, anticiperend, internationaal en promotieonderzoek.
Planbureauonderzoek: trends en ontwikkelingen
Waarom heeft de verkeersveiligheid zich ontwikkeld zoals ze zich ontwikkeld heeft? Als we de ontwikkelingen in het ver-leden begrijpen, kunnen we komende ontwikkelingen beter onderbouwd voorspellen. Voorbeelden van planbureau-onderzoek zijn: • Verkeersveiligheidsbalansen: hiervoor bestuderen onder-zoekers de ontwikkeling van de verkeersveiligheid door de tijd. Waar mogelijk verklaren we deze ontwikkeling. De onderzoekers rapporteren periodiek. • Omgevingsverkenningen: hierin kijken onderzoekers naar ontwikkelingen en beleid buiten het verkeersveilig-heidsveld. Welke ontwikkelingen doen zich in een andere beleidssector voor? Welk beleid wordt gevoerd en voorbe- reid? Wat zijn daarvan de gevolgen voor de verkeersveilig-heid? • Verkeersveiligheidsverkenningen: hierin stellen onderzoe-kers prognoses op voor het aantal verkeersslachtoffers. De prognoses zijn gebaseerd op gegevens uit het verleden, maar ook nieuwe ontwikkelingen worden meegenomen.
Anticiperend onderzoek: de onderliggende verbanden Welke factoren beïnvloeden de verkeersveiligheid? Welke vormgeving van de weg leidt tot welk gedrag en tot welk vei- ligheidsniveau? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat die vorm-geving in de praktijk ook van optimale kwaliteit is? En welke aspecten van het menselijk gedrag bepalen de verkeersvei-ligheid? Hoe kunnen we dat gedrag effectief beïnvloeden? Voorbeelden van anticiperend onderzoek zijn: • Beginnende bestuurders en de rijopleiding: is het inder-daad zo dat door een te positieve inschatting van hun rijvaardigheden jongeren vaker betrokken zijn bij ernstige ongevallen? En hoe kunnen we het rooskleurige zelfbeeld beïnvloeden? • Herkenbare vormgeving en voorspelbaar gedrag: op welke wijze kunnen fysieke en ‘psychologische’ kenmerken van de weg en de wegomgeving de herkenbaarheid en voor-spelbaarheid vergroten? Valt met deze kennis veilig gedrag ‘uit te lokken’? • Routekeuze in een wegennet: hoe kunnen we de route- keuze van automobilisten beïnvloeden? En wat zijn de effecten van deze beïnvloeding op de verkeersveiligheid? Kan de kortste route samenvallen met de veiligste route? Promotieonderzoek We stimuleren eigen medewerkers en anderen te promove- ren op onderzoek naar verkeersveiligheid. Naast betere in-zichten in verkeersveiligheid levert dit een bijdrage aan onze ambitie om een vooraanstaand wetenschappelijk instituut te zijn. Een voorbeeld van promotieonderzoek is het onderzoek ‘Emoties in het verkeer en hun invloed op het rijgedrag’. Aan de Rijksuniversiteit Groningen promoveerde een SWOV-medewerker op onderzoek naar hoe specifieke emoties (zoals woede, verdriet, geluk, trots of angst) complexe en toegepaste taken zoals autorijden kunnen beïnvloeden. Een ander voorbeeld is het promotieonderzoek naar de invloed van Intelligente Transportsystemen op het rijgedrag. Hoe gedragen bestuurders zich in het verkeer als rijtaken deels of helemaal geautomatiseerd worden en hoe reageren andere verkeersdeelnemers dan op hen? De proefschriften worden gepubliceerd in een SWOV- dissertatiereeks.
Wat we doen
6 Internationaal onderzoek We nemen deel aan diverse internationale projecten vanuit de ambitie ons onderzoek te versterken. Samen kun je vaak meer bereiken. Bovendien leren we graag van anderen. Een voorbeeld van internationaal onderzoek is SafetyNet. Hoofddoel van dit project is het ontwikkelen van methoden en instrumenten om de verkeersveiligheid in Europa te kun-nen volgen en EU-landen onderling te kunnen vergelijken. De Europese Commissie beschouwt het SafetyNet-project als belangrijke stap naar een European Road Safety Obser-vatory. Dit ‘observatory’ zal alle activiteiten van de Europese Commissie coördineren voor het verzamelen en analyseren van data en belangrijke invloedsfactoren op het gebied van ongevallen en slachtoffers. Een ander voorbeeld van internationaal onderzoek is ‘DRUID’. Dit is een grootschalig Europees onderzoek naar alcohol-, drugs- en medicijngebruik in het verkeer. Bij automobilisten die bij een reguliere alcoholcontrole moeten blazen, onderzoeken we of zij drugs of medicijnen hebben gebruikt. Het ondermeer de bedoeling om met dit onderzoek vast te stellen hoe gevaarlijk het rijden onder invloed van deze stoffen is en op basis daarvan tot wettelijke maatrege-len te komen. Kennis om te gebruiken We streven ernaar dat SWOV-kennis en SWOV-standpunten daadwerkelijk worden gebruikt in verkeersveiligheidsbeleid in Nederland en daarbuiten. Vandaar dat we veel belang hech- ten aan kennisverspreiding. Onze Nederlands- en Engelsta- lige websites zijn belangrijke communicatiemiddelen. Bezoe-kers van onze site vinden via de Kennisbank en de factsheets snel adequate informatie over de belangrijkste onderwerpen. Via een e-mailnieuwsbrief informeren we onze doelgroepen over de laatste ontwikkelingen. Daarnaast houden we ver-keersdeskundigen op de hoogte over onze activiteiten met de periodieken SWOVschrift en Research Activities. . Maar ook op andere manieren werken we aan verspreiding van SWOV-kennis. We nemen deel aan kennismarkten en congressen. We geven gastcolleges en organiseren studie-dagen, en maken stages en afstudeerprojecten mogelijk. We participeren in werkgroepen en expertpanels. We geven op verzoek een onafhankelijk oordeel over verkeersveilig-heidsvraagstukken.Ten slotte beschikken we over de meest gespecialiseerde bibliotheek in Nederland op het gebied van verkeersveiligheid.
Klaar voor de toekomst
In 00 beoordeelde een onafhankelijke internationale visita-tiecommissie het SWOV-onderzoek als goed tot zeer goed. We zijn klaar voor het onderzoek van de toekomst, zoals dat naar nieuwe technologieën in het wegverkeer. Kan bijvoor-beeld een navigatiesysteem behalve de snelste route ook de veiligste route leveren? Bovendien zetten we ons in voor een integrale aanpak. Het zou mooi zijn als bij het oplossen van congestie- en milieuproblemen meteen meegenomen wordt hoe het veiliger kan. De verkeersveiligheidsvisie ‘Duurzaam Veilig’ blijft onverminderd actueel. Deze biedt ruim voldoende aanknopingspunten om het al dalende aantal verkeersslacht-offers nog substantieel te verminderen. Daarnaast vertalen we de Duurzaam Veilig-principes naar toepassingen voor de praktijk. Kortom, we zien genoeg uitdagingen voor de toekomst en we gaan ze graag aan. HOOGWAARDIG ONDERZOEK VOOR EEN BETERE VERKEERSVEILIGHEID Duurzaam Veilig De SWOV is de initiator van Duurzaam Veilig. Kenmer- kend voor Duurzaam Veilig is de proactieve systeemaan- pak. In eerste instantie richtte de verkeersveiligheids-aanpak zich op de pieken in de ongevallenstatistieken. Bijvoorbeeld het verminderen van het aantal verkeers-doden onder groepen met hoge risico’s zoals jongeren. Die aanpak had succes. Vervolgens bleven problemen over als gevolg van ontwerpfouten van het systeem. Duurzaam Veilig probeert juist het hele verkeerssy-steem zo te maken dat ongevallen voorkomen worden of dat ernstig letsel in elk geval uit te sluiten valt. Sinds de start van Duurzaam Veilig begin jaren negentig, is het in Nederland de leidende visie voor verkeersveiligheid. Ook in het buitenland heeft deze aanpak naam gemaakt. Eind 00 hebben we Duurzaam Veilig geactualiseerd. Duurzaam Veilig gaat uit van de volgende vijf principes: • Functionaliteit: monofunctionaliteit van wegen; stroomwegen, ontsluitingswegen en erftoegangs-wegen in een hiërarchisch opgebouwd wegennet. • Homogeniteit: gelijkwaardigheid in snelheid, richting en massa bij matige en hoge snelheden. • Herkenbaarheid: consistentie en continuïteit van het wegontwerp ondersteunen de verwachtingen van weggebruikers. • Vergevingsgezindheid: letselbeperking door een vergevingsgezinde omgeving en anticipatie van weggebruikers op gedrag van anderen. • Statusonderkenning: het vermogen van de ver-keersdeelnemer om de eigen taakbekwaamheid in te schatten.
7 Veelzijdig We hebben de ambitie om met ons onderzoek zowel natio-naal als internationaal voorop te lopen. Dat brengt met zich mee dat we ook in het nieuwe programma weer op veel ter-reinen actief zijn. We laten ons daarbij leiden door de kansen en mogelijkheden voor nader onderzoek en kennisversprei-ding die zich in onze omgeving aandienen. We zullen nog meer dan in het verleden samenwerking met nationale en internationale partners zoeken en zo onze positie als net-werkorganisatie versterken.
Programma van vier jaar
De SWOV werkt in programma’s van vier jaar. Het huidige meerjarenprogramma startte in 007 en zal lopen tot 010. We concentreren ons in deze periode onder meer op plan-bureauonderzoek, anticiperend onderzoek, kennisbeheer en kennisverspreiding. Hoofdlijnen Het meerjarenprogramma 007-010 kent een tiental programma’s (zie kader) met daarbinnen een aantal onderzoeksprojecten en kennisverspreidingsactiviteiten. De activiteiten van ieder programma zijn voor het eerste jaar vastgesteld. We hebben bewust ruimte gelaten voor de invulling van de latere jaren. Wie meer wil weten, vindt op onze website de actuele onderzoeksprojecten. Bij de uitwerking van de verdere projectplannen gaan we steeds uit van vier criteria: 1. Maatschappelijke relevantie: is er sprake van een relevant verkeersveiligheidsvraagstuk of een interes-sante mogelijkheid om de verkeersonveiligheid terug te dringen? . Beleidsrelevantie: sluit het onderwerp aan bij de huidige beleidsagenda en de ontwikkelingen die daarbij spelen? 3. Wetenschappelijke relevantie: staat kennisontwikkeling centraal met als sleutelwoorden begrip, inzicht, beschrij-ven en verklaren? . Uitvoerbaarheid: kunnen we het werk uitvoeren binnen de randvoorwaarden van de SWOV? Denk daarbij aan de omvang van het instituut, deskundigheid, mogelijk-heden voor samenwerking met anderen, ervaringen in het verleden.
Onderverdeling naar programma’s
De programma’s waarbinnen we onze activiteiten in de periode 007-010 uitvoeren, zijn: • Wegen en Verkeer • Menselijk Gedrag • Balansen en Verkenningen • Analyse Verkeersonveiligheid • Internationale Activiteiten • Onderzoek voor de Regio • Adviserend Onderzoek • Promotieonderzoek • Factsheets en Kennisbank • Kennisverspreiding
Meerjarenprogramma
Hoogwaardig onderzoek als basis voor meer verkeersveiligheid
HOOGWAARDIG ONDERZOEK VOOR EEN BETERE VERKEERSVEILIGHEID “Met hoogwaardig onderzoek door kundige medewerkers bijdragen aan het verder terugdringen van het aantal verkeers-slachtoffers, dat is de SWOV in een notendop. Sinds 196 leveren we door onderzoek een bijdrage aan de verkeers-veiligheid in Nederland. Begin jaren zeventig vielen er circa drieduizend verkeersdoden per jaar, dat is inmiddels terug-gebracht naar achthonderd. Daarmee behoort Nederland tot de meest verkeersveilige landen ter wereld. Die prestatie komt voort uit de politieke wil om verkeersveiligheid serieus te nemen. Maar ook de kennis en het vakmanschap van beleids-makers en deskundigen om effectieve maatregelen te nemen en beleid te maken, dragen hieraan bij. Hoogwaardig en onaf-hankelijk onderzoek vormt daarvoor de basis.” “Betrouwbaar onderzoek afleveren gaat niet vanzelf. Boven- dien gaat het in dit werkveld om tamelijk ingewikkeld praktijk-onderzoek. Dat betekent dat we zelden kunnen werken met goed gecontroleerde experimenten. De data waarop we het onderzoek moeten baseren zijn vaak beperkt. Toch zijn onze onderzoekers in staat goed onderzoek te doen en de vertaal-slag van theorie naar werkelijkheid te maken. Ik ben trots op het hoge niveau van onze onderzoekers, hun manier van werken en de resultaten die ze boeken. Daarom zie ik de toekomst van de SWOV vol vertrouwen tegemoet.”
Ir. Fred Wegman
directeur SWOV
Op www.swov.nl vindt u altijd
de meest actuele kennis over
verkeersveiligheid
Nawoord
“Onafhankelijk onderzoek is de basis”
Tekst: Karin de Lange B.V., Fotografie: Paul Voorham, Peter de Graaff Realisatie: SLEE Communicatie
High quality research
for safer traffic
“I can remember an Easter weekend in which ten road deaths occurred. A plane also crashed that weekend near Schiphol airport, killing five people. The plane crash was big news, but the road deaths were hardly mentioned at all. How much do we care about road deaths? SWOV’s significance lies in keeping policy makers and traffic specialists on their toes. Every road death is one too many.” “Furthermore, SWOV’s research gives us a better under-standing of how crashes happen. Society welcomes the fact that the number of road crash casualties is decreasing, but research continues to be necessary to know the precise causes for the decrease. Only then policy makers can judge if their measures have been effective and will be effective in the future.” “Fortunately, SWOV’s role is recognized. Society reacts positively to research findings, in politics as well as in policy-making. SWOV’s recommendations are often used in the Ministry of Transport’s policy memoranda.” “For me it’s beyond dispute that SWOV is important; an independent institute that examines the situation and finds relations is essential. A good example is mobile phone use while driving. Fortunately, this was rapidly limited to hands-free phoning, but a future discussion about allowing phoning behind the wheel wouldn’t surprise me at all. Then you need an independent institute to study this problem. Without any doubt there is a task for SWOV, now and in the future.”
Pieter Jan Biesheuvel
Chairman of SWOV’s Board of Governors
HIgH quAlITy rESEArcH FOr SAFEr TrAFFIc Institute for road Safety research SWOV P.O. BOX 1090 60 BB leidschendam T 070 3173333 F 070 30161 E info@swov.nl I www.swov.nl
Foreword
3
Valuable advice keeps us alert
Advice from outside the institute guarantees the relevance of our activities. We have several advisory bodies: the Pro-gramme Advice Board, the Scientific Advice Board, and the Support groups. Their advice is taken seriously when we determine and carry out our research programme. In this way, we remain in close contact with professionals and users of our knowledge. The advice groups consist solely of mem-bers from outside our organization. Together they represent all professional segments of the road safety field as much as possible.
SWOV’s organization structure
Managing Director F.C.M. Wegman Road Safety Research Department Head: R.G. Eenink Road Safety Assessment Head: H.L. Stipdonk Information and Communication Department Head: J.M. Maas Operational Management Head: G.B.I. Portena Secretariat
C. van der Hoek
Department Department
What do we stand for?
SWOV’s mission is to contribute to improving road safety with knowledge from scientific research. This is only possible if we are, and remain, an independent scientific institute. Our knowledge is public, and we are pleased to make it avail-able to all who are professionally involved in traffic and road safety, in the Netherlands as well as abroad.
Acquiring and sharing knowledge
Scientists and policy makers all over the world know SWOV. We are dedicated to maintaining and strengthening our po-sition as a respected institute. That is why we focus on high quality research. cooperation with other researchers and road safety specialists enriches our research with the most recent knowledge and enables us to share our insights at a national and at an international level.
The importance of SWOV’s Board of Governors SWOV’s Board of governors is concerned with the institu-te’s strategy, its position with regard to the government and other institutes, and the cooperation with them. They super-vise budgets, financial reports, subsidy requests, financial four-year plans, and annual reports. The organizations that currently provide the board members are mostly the same as in 196. In that year the royal Dutch Tourist club ANWB, the branch organization for mobility rAI Association, the Dutch Association of Insurers, and the Ministry of Transport took the initiative of founding a research institute, SWOV, Institute for road Safety research.
Who we are
The Board of Governors consists of:
P.J. Biesheuvel (independent chairman)
g. van Woerkom (royal Dutch Tourist club ANWB) P. Janssen (rAI Association)
H.J. van der Steenhoven (on behalf of employees council) ms. M.T.J. Blankers
Listening to those around us
The knowledge requirements of our target groups are im- portant for our activities. We want our research to be use-ful, which is why we listen to those outside our institute. In addition, we look for cooperation with other knowledge and research institutes in the Netherlands and abroad. Interac-tion with those around us is also the guiding principle for our knowledge dissemination activities.
Expertise in different disciplines
road safety research requires a broad interdisciplinary approach. Therefore, we employ researchers from different fields of study, from psychologists and traffic experts to eco-nomists and engineers. International cooperation SWOV regards international research as a possibility to participate in research projects which are too extensive for the Netherlands. With these international projects we want to broaden our research and increase its quality and efficiency. Most of the research is done in European union projects, but research is also funded by the World Bank and the World Health Organization. HIgH quAlITy rESEArcH FOr SAFEr TrAFFIc
Our main target groups
• National and regional politicians • National, regional, and municipal governments • Advisory organizations of these governments • Dutch and foreign fellow researchers • Education and knowledge institutes • Interest groups and the press
Various types of research We mainly carry out ‘there and then research’ and to a lesser extent ‘here and now research’. This means that we do not so much focus on the short term, but rather on the medium and long term. We subdivide our research in assessments, and road safety, international, and PhD research.
Assessments: trends and developments
Why has road safety developed the way it has? If we under-stand the developments in the past, we can more reliably predict future developments. Assessments include: • road safety assessments: for these assessments resear-chers study road safety developments through time, and, where possible, explain them. They report their findings periodically. • Assessments of external influences: researchers examine developments and policy in other fields than road safety. What are the developments in other sectors? What is the current policy and what policy is being prepared for? What are the consequences for road safety? • Outlooks: researchers make forecasts about the expected numbers of traffic casualties. The forecasts are based on data about the past, but new developments are also included.
Road safety research: the underlying relations
Which factors have an influence on road safety? Which road design invites which behaviour and results in which safety level? How can we ensure the design being of an optimal quality when carried out in practice? Which aspects of human behaviour determine road safety? How can we effect-ively influence this behaviour? Examples of road safety research are: • Novice drivers and the driver training: is it actually true that the young are more frequently involved in serious crashes because they overestimate their driving skills? And how can we influence this rosy self-image? • recognizable road design and predictable behaviour: how can physical and 'psychological' features of the road and its surroundings increase recognizability and predictability? can this knowledge help to entice safe behaviour? • route choice in a road network: how can we influence the motorist's route choice? And what will be the road safety effects? can the shortest route also be the safest? PhD research We encourage our researchers and others to use road safety research for obtaining their PhD. PhD research not only pro-vides better insight in road safety, it also contributes to our ambition of being a leading scientific institute. An example is the PhD research which resulted in the thesis entitled ‘Emotions in traffic and their influence on driving be- haviour’. A SWOV researcher received her PhD at the univer-sity of groningen on research about how specific emotions such as anger, sorrow, happiness, pride, or fear influence complex and applied tasks such as car driving. The theses are published within a SWOV dissertation series.
What we do
6 International research Our ambition to strengthen the quality of our research is a strong motivation to participate in various international projects. cooperation often results in higher achievements. Moreover, we like learning from others. An example of inter-national research is SafetyNet. The main goal of this project is to develop methods and instruments to monitor road safety in Europe and to be able to compare Eu member states with each other. The European commission regards the Safety-Net projects as an important step towards a European road Safety Observatory. This observatory will coordinate all Euro-pean activities aimed at collecting and analysing road crash and casualty data, as well as at gathering knowledge of the main factors that effect road safety. ‘DruID’ is a second example of international research. ‘DruID’ is a large scale European research project into the use of alcohol, drugs and medicines in traffic. Motorists who are breathalysed at a regular alcohol testing operation, are also checked for the use of drugs or medicines. This way we can obtain a representative picture of the use of alco-hol, drugs and medicines in Dutch traffic. We also intend to determine the risks of driving under the influence of these substances. The study will result in proposals for legislation concerning drugs and medicines in traffic, e.g. uniform limits in all Eu countries. Knowledge to be used We aim at SWOV knowledge and SWOV positions being actively used in road safety policy in the Netherlands and abroad. Therefore we attach a great deal of importance to knowledge dissemination. Our Dutch and English websites are important communication tools. With the help of the Knowledge Base and the Fact sheets, visitors of our website can rapidly find the information they require about the most important subjects. An electronic newsletter informs our tar-get groups about the latest developments. Finally, we keep traffic experts informed about our activities with our Dutch periodical SWOVschrift and its English equivalent research Activities. We also use other methods to disseminate SWOV knowledge. We participate in knowledge fairs and congres-ses. We give guest lectures and organize workshops, and provide facilities for work experience and graduation pro-jects. Finally, we possess the most specialized road safety library in the Netherlands.
Ready for the future
In 00 an independent international committee qualified SWOV research as being ‘good’ to ‘very good’. We are ready for the research of the future, such as of new road traffic technologies. For example, can a navigation system show both the quickest and the safest route? We are also dedica-ted to an integral approach. It would be really good if, while solving congestion and pollution problems, road safety pro-blems were automatically included. The Sustainable Safety vision remains as topical as ever. It provides more than sufficient suggestions to further reduce the already declining numbers of traffic casualties. Furthermore, we translate the Sustainable Safety principles into practical applications. In brief, we see enough challenges for the future and we will tackle them with pleasure. HIgH quAlITy rESEArcH FOr SAFEr TrAFFIc Sustainable Safety It was SWOV who initiated Sustainable Safety for which the proactive system approach is distinctive. Initially, the road safety approach focused on the peaks in the crash statistics; for example redu-cing road deaths among high-risk groups such as the young. That approach was successful. Then problems remained which are a result of design errors in the system. Sustainable Safety attempts to change the traffic system in such a way that crashes are prevented or that severe injury is excluded. Since the early 1990s, when Sustainable Safety star- ted, it is the leading road safety vision in the Nether-lands. It has also made a name in other countries. In late 00 we updated Sustainable Safety. Sustainable Safety uses five principles: • Functionality: monofunctionality of roads as either through roads, distributor roads, or access roads, in a hierarchically structured road network. • Homogeneity: equality in speed, direction, and mass at medium and high speeds. • Predictability: road environment and road user behaviour that support road user expectations through consistency and continuity in road design. • Forgivingness: injury limitation through a forgiving road environment and anticipation of road user behaviour. • State awareness: ability to assess one's task capacity to handle the driving task.
7 once more involves being active in many aspects of research. We wish to be guided by the chances and possibilities for further research and knowledge dissemination which present themselves. More than in the past, we will seek cooperation with national and international partners in order to strengthen our position as a network organization. Four-year programme 2007-2010 SWOV conducts her research in four-year programmes. The current four-year programme started in 007 and will continue until 010. During this period we will concentrate on assessments and outlooks, and on road safety research, knowledge management, and knowledge dissemination. Main points The 007-010 programme consists of ten programmes (see box), each consisting of a number of research projects and knowledge dissemination activities. The activities within each programme have been determined for 007. We have not yet filled in the following years intentionally. Our website offers up-to-date information about projects for those who wish to know the present state of affairs. To detail future project plans we always use four criteria: 1. Social relevance: is it a relevant road safety issue or does it offer an interesting possibility to improve road safety? . Policy relevance: does the subject fit into the current politi-cal agenda and does it match the issues that are involved? 3. Scientific relevance: is knowledge development its central issue and does it meet the key words understanding, insight, describe, and explain? . Workability: can the work be done within SWOV’s precon-ditions? Important preconditions are the institute’s size, expertise, cooperation possibilities, and past experiences. Many-sided We have the ambition to be a leading research institute, both in the Netherlands and abroad. In our new programme this
Subdivision into programmes
The programmes within which we will conduct our activities in the 007-010 period are: • roads and Traffic • Human Behaviour • Assessments and Outlooks • road Safety Analyses • International Activities • research on regional Issues • Advisory research • PhD research • Fact Sheets and Knowledge Base • Knowledge Dissemination
Four-year programme
Hoogwaardig onderzoek als basis voor meer verkeersveiligheid
HIgH quAlITy rESEArcH FOr SAFEr TrAFFIc “Expert researchers conducting high quality research to contribute to further reducing the number of traffic casual-ties; that is SWOV in a nutshell. Since 196 our research has made a contribution to road safety in the Netherlands. In the early 1970s there were about 3,000 road deaths a year; the number has now been reduced to about 00. This makes the Netherlands one of the safest countries in the world. That achievement is first of all the result of politicians taking the problem seriously. But the knowledge and expertise of policy makers and traffic experts that resulted in effective policy and effective measures, also made a contribution. High quality and independent research has stood at the basis.” “reliable research doesn’t just happen. Moreover, road safety involves rather complicated field research. This means that we can seldom use well-controlled laboratory experiments. The data we need for our studies is often limited. In spite of these restrictions our researchers are capable of doing high quality research and of translating theory into practice. I am proud of our researchers, of the way they work and of the results they achieve. That is why I look to SWOV’s future with confidence.” Fred Wegman
Managing Director SWOV
At www.swov.nl you will always
find the most up to date road safety
knowledge, also in English
Epilogue
“Independent research as a basis”
Text: Karin de lange B.V., Translation: Stephen Harris
